ISummer 71
Zondag 5 September 19Ü9.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
IINUGIT
nip
PALJAS
32e Jaargang,
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING.
LANDBOUW^"""
Uitgever:
Zij die zich tegen het
volgend kwartaal op dit
blad abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum
verschijnende nummers
GRATIS.
FEUILLBION
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
De wasch, U ziet het, is groot,
doch is door de zuivere zeep
het werk gemakkelijk.
Sunlightzeep schaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier in ruil voor 5 omslagen
Een hoognoodige wet.
Drie honden vechten om het
kluifje en de vierde
Waalwjjkschc ei Laigstraatsehe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.w5.
Krant o per post door het gekeele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Een Qrooto Wasch
En
Weinig; Werk.
Zulvero
Zeop
1215
en Fabrieken definitief is opgemaakt en te re
kenen van 1 September aanstaande gedurende 8
dagen voor eeu ieder ter Secretarie ter inzage
is nedergelegd.
Waalwijk 28 Aug. 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Tn. DE SURMONT DE BAS S&IEEI.E.
De Secretaris,
F. W. VAN LlEÏIFT.
Wijziging veiligheidswet.
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat door den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel bij beschikking van den
20 Augustus 1909 No. 1932, Afd. Arbeid, is vast
gesteld de vorm der kennisgeving bedoeld bij
art. 12 der Veiligheidswet. Een exemplaar van
het model, dat afwijkt van dat, vastgesteld bij
beschikking van den Minister van Binnenlandsche
Zaken, dd. 30 Mei 1904 Nu. 2316, Afdeeling Ar
beid, is voor belanghebbenden ter Secretarie tei
inzage nedergelegd.
De aandacht wordt voorts er op gevestigd, dat
door de wijziging, die art. 12 der Veiligheidswet
heeft ondergaan door de Wet van 1 Juli 1909
(Stbl. No. 245) de hoofden of bestuurders van
inrichtingen als daarbedoeld, geen kennis meer
behoeven te geven van in hnnne onderneming
voorgekomen ongevallen aan den Burgemeester,
indien ingevolge art. 61 der Ongevallenwet aan
gifte van het ongeval heeft plaats gehad.
Waalwijk, 30 Aug. 1909.
De Burgemeester voornoemd,
Tij. de Submont de Bas Smeele.
Burgemeester on Wethouders der Gemeente
Waalwijk maksn bekend dat de lijst van de
kiesgerechtigden voor de Kamer van Koophandel
Van „DE ECHO VAN I1ET ZUIDEN."
OF
J&frc'tiltoiKv aait Deii J'ömvefijliXtuD
13)
Alle achterdocht was verre van haar ver
wijderd. En ware zij niet volkomen met de
menscbelijko boosheid onbekend geweest, hoe
hadde zij ooit de ongelooflijke stoutmoedigheid
kunnen raden van hem, dia voor haar toch
altijd de eerste der knechten was
Meester Langlois, sprak zy glimlachend,
ik ben noch eene heilige, en ik wil hoege
naamd niet hebben dat men vóór mij neder-
kniele. Voortaan verzoek ik u vriendelijk,
dergelijke eerbewijzen te laten...
Hij gehoorzaamde zonder aarzelen en sta
melde nog eenige verschooningeu, maar op het
oogenblik dat hij het paviljoen wilde verlaten
ging de drilt welke hij in zijn hart wilde
verschuilen mat meerdere kracht door zijne
aderen aan 't bruisen en joeg hem het bloed
mot volle stroomen naar het hoofd.
Hy keerde zich om en met ééne oogopslag
berekende hij den toestand.
In dit afgelegen paviljoen, was Suzanna
zonder verdediging, geheel in zijne macht.
Haar groote hazenwind, te zeer bekend met
den rentmeester om in deze gelegenheid hem
te verraden zou ook, dacht hij, onmachtig
zijn haar te verdedigen...
'*Hij keerae dus op zijne stappen weer, pakte
eensklaps de handen der jonge vrouw, drukte
ze in de zijne en overdekte ze met brandende
kussen.
By deze aanranding rilde Suzana van schrik,
van schaamte en van gramschap.
De eerbaarheid der vrouw en het edel bloed
van hare voorouders kwamen tegelijk in op-
't Is opmerkelijk, dat bijna nog geen
enkele onzer vorige kabinetten er zijn
volle aandacht aangevvijd heeft, om het
verzekeringsbedrijf en vooral de levens
verzekeringbranche wettelijk te regelen
en vast te stellen.
Millioenen en nog eens millioenen
hebben de Nederlanders vastgelegd in
verzekeringsbedrijven en geen enkele
desbetreffende wet beschermt de ver
zekerden voldoende tegen fraude of on
regelmatigheden. Wordt het dan niet
hoog tijd, dat de wetgever hier ingrijpt
en een Damocleszwaard boven de Ne
derlanders wegneemt. Wij zeggen een
Damocleszwaard, want een feit is het dat
ernstige vakmannen reeds jaren hunne
koopmansharten met beide handen heb
ben vastgehouden en elkander toege
fluisterd >als er maar niet inmiddels hier
of daar wat gebeurt".
Gelukkig zijn onze groote verzekerings
instellingen over 't algemeen volkomen
kapitaalkrachtig geworden, doch een wet
ter bescherming der verzekerden moet
er komen, want ook hier kan kaf onder
koren schuilen en o wee dan de be
drogenen.
stand hetgeen die „knecht" gedaan had was
voor haar eene dubbele beloedigiug en zij
begret p weldra het gevaar waarin zij verkeerde.
Achteruit mijnheer, riep Suzanna,
terwijl zij trachtte hem van zich te stooten
achteruit I... gij zijt zinneloos, gij zijt krank
zinnig, ongelukkige
Ja, mevrouw, antwoordde hij met ge
smoorde stem, ik ben zinneloos van lieide
voor u...
Zwijg, ellendeling en verwijder u aan
stonds, vertrek, zeg ik n, ik beveel het
Neen! riep hij, neen Te lang reeds
lijd ik in stilte. Ah gij behandelt en minacht
mij als eenen knecht Maar ik ook, ik heb
edel bloed in mijne aderen," en mijne voor
ouders staan wel zoo hoog als die der Mont-
bazons 1...
Wanhopig word de strijd dien zij met hem
aanging en het slanke, tengere schepsel, dat
hij in zijne forsche armen had kannen ver
brijzelen, bood hem nu oen buitengewonen
tegenstand...
Trilby had eindelijk begrepen dat zijne
meesteres in gevaar was en nu begon hij
vreeselijk te blaffen.
Aan zijne laatste peging weerstond zij met
eene laatste krachtsinspanning.
Eerlooze 1... riep zij, laat mij gerust...
hulp hulp 1
Op het oogenblik dat zij deze woorden uit
riep, stond de markies op den drempel.
Snel, als de bliksem, had hij met eene hand
den rentmeester bij de keel gegrepen terwijl
hij hem met de andere onmeedoogend zijne
jachtkarwats in het aangezicht zweepte.
Met gebalde vuisten en huilend van woede
en razernij, sprong Langlois op, en trachtte
de slagen af te weren en zich te verdedigen
maar de woede had de krachten van den
markies vertiendubbeld en de ellendeling werd
buitengeslingerd terwijl hij de wreedste bedrei
gingen uitbraakte.
Zijn onverbiddelijke haat zou nooit uit zijn
hart meer verdwijnen, zoo min als de bran
dende striemen die hem heel het aaDgazicht
doorploegden.
De zweep had hem in het gelaat twee diepe
wonden gesneden, die van beide kanten van
zijnen mond over zijne waDgen, bijna tot aan
Reeds schreven we over de a. s. kamer
verkiezing- in het district Breukelen en
we lieten toen uitkomen, dat er hoogst
waarschijnlijk een strijd te wachten staat
tusschen coalitie-candidaten. Toen we
dit neerschreven, dachten we waarlijk
niet aan de derde coalitie-partij, n.l. de
christelijk-historischen. Trouwens, we
waren van meening, dat deze fractie bij
deze verkiezing niet overwegend in bs-
tracht zou komen. En wat lezen we nu
in *De TijdDe Christ. Hist. Kiezers-
bond was eerst van plan den candidaat
der anti-revolutionnairen te steunen voor
het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Bij nadere overweging is men daarvan
echter teruggekomen, omdat men meent,
dat 't kiesdistrict Breukelen veel meer
chr. historisch is dan anti-revolutionnair.
Vele personen in dit district stemden
tot nu steeds den liberalen candidaat,
omdat men volstrekt niet gediend is van
een anti revolutionnair. Men hoopt nu,
dat dezen den candidaat der christ.-hist.
zullen stemmen. De candidatuur is althans
aangeboden aan mr. H J. Doude van
Troostwijk te Nieuwersluis, lid der Prov.
Staten, die deze heeft aangenomen. Hoe
nu De anti-rev. beweren, dat hunne
kleur de meest gewilde is in 't district,
de christ.-hist. roepen Neen, nu vergist
ge u 1 Wij zijn er de meest gewilde partij
En de katholieken kijken verbaasd en
zeggen ten slotte Maar hoe heb ik het
nu met u Onze partij is de sterkste in
het district, aan ons dus de zetel
Wij hopen het beste voor het district,
maar wij vreezen, dat er drie honden
zullen vechten om het kluifje, terwijl
misschien de vierde, d. i. de liberaal er
mee zal gaan loopen.
Bestrijding van Dieren, schadelijk
voor onze Gultnurgewassen.
In een onzer laatste artikelen betoog
den wij, dat een der beste voorbehoed
middelen ter bestrijding van ziekten en
schadelijke dieren bij onze gewassen is
een krachtige bemesting, en terloops
stipten we aan, dat bij het gebruik van
kunstmeststoffen ook door de directe
zijne ooren reikten en aan het uiterlijke van
den ellendeling eene uitdrukking van onge-
hoorde wreedheid gaven.
Dat zal hij mij betaald zetten huilde
hij wegvluchtende, dat zullen zij mij duur
betalen
Dat was te veel voor SuzanDa.
Door de ontroering en den strijd uitgeput,
viel zij in bezwijming...
Het eerste wat de markies bij zijne terug
komst in het kasteel gedaan bad, was naar
de verblijfkamor zijner vrouw te loopen.
Hij was gejaagd om na deze afwezigheid
zoohaast mogelijk zijne geliefde Suzanna aan
zijn hart te drukken.
Hij vond niemand dan de kanuonikes die
zeer ontevreden was, omdat hare nicht gedu
rende haren slaap weggeloopen was en ook
wel eenig8zins ongerust over haar lang weg
blijven.
Waar is Suzanna naar toe gegaan vroeg
Gaston.
Dat weet ik niet, antwoordde de oude
juffer eenigszins bitsig, daar het haar niet
beliefde mij te verwittigen. De lieden die ik
ondervraagd heb, hebban mij verklaard dat
zij in het park was. Is dat redelijk mijn waarde
neef, en kunt gij het goedkeuren dat zij zoo
allaen rondloopt Waarlijk, de kleine begint
wat eigenzinnig te worden
Goede hemel tante, antwoordde Gaston,
ik ben geenszins van plan haar als eenen
vogel in hare kooi op te sluiten, en denk overi
gens dat er geen stroopers in ons park schuilen.
Daarbij zal de open lucht een goeden
invloed uitoefenen op hare gezondheid die
mij sedert eenigen tijd niet weinig verontrust...
en ook veel doet hopen, voegde hy er glim
lachend bij.
Dat is eene reden te meer opiat zij zich
door zulke lange wandelingen niet vermoeie,
sprak zij.
Wees gerust, tante, ik ga ze aanstonds
opzoeken en weldra zal ik de plichtige weer
bij u brengen. Daarna zult gij ze berispen...
indien zij het verdient.
Hij ging aanstonds buiten en doorkruiste
de wegen en bossch6n van het park, in alle
richtingen.
inwerking van deze op het schadelijk
gedierte in den grond dit onschadelijk
werd gemaakt, dat wil zeggengedood.
Wij willen hierbij nader stilstaan naar
aanleiding van een desbetreffend artikel,
dat wij vonden in een der jongste afleve
ringen van >Die Erniihrung der Pflanze",
van de hand van P. Krische.
De schrijver vangt zijn artikelen aan
met een herinnering aan de proeven van
Prof. Hiltner in Beieren, die bij de aan
wending van verschillende middelen ter
bestrijding van Engerlingen op weide
gronden slechts baat zag bij het uit
strooien van kainiet met gelijktijdig
rollen. Vervolgens treedt hij in een be
schouwing over het nut en de schade
van de regenwormen.
Ah zeer nuttig roemt hij deze, wijl ze
in den grond talrijke gangen woelen en
de opgenomen aarde zeer fijn verdeeld
als uitwerpselen aan de oppervlakte
weder afgeven. Gemiddeld zegt hij
wordt in den loop van tien jaren door
hen een fijne aardlaag van 6 c.M. ge
vormd.
Waar zij echter optreden in grooten
getale, wordt dit nut verre door hun
schadelijke inwerkingen overtroffen en
kunnen zij voornamelijk in den groente
en vruchtentuin voor den plantengroei,
inzonderheid voor jonge planten, ge
vaarlijk worden. Zij kunnen dan bestreden
worden door aanwending van kalizouten,
welke, volgens mededeelingen van het
Galicische tijdschrift »Rolnik" op regen
wormen een doodelijke werking uit
oefenen.
Aan een ander blad wordt door den
Schrijver de volgende mededeeling ont
leend.
Een landbouwer had de ervaring op
gedaan bij het telen van hakvruchten,
dat daar, waar 40 procentisch kalizout
gebruikt was, op een diepte van Vj Me
ter onder dé oppei vlakte geen regen
wormen te vinden waren, terwijl ze op
aangrenzende gronden, welke die bemes
ting niet hadden gekregen, vrij talrijk
waren.
Deze waarneming gaf den Schrijver
aanleiding op de voetpaden van zijn tuin
op de plaatsen, waar droge, van de hoo
rnen gevallen bladeren en verdord on
kruid lagen, kalizout te strooien. Na
eenige dagen nam hij waar, dat daar
Reeds naderde de avond, de hooge hoornen
in het kreupelhout werden reeds met een
grijzen nevel omsluierd, waardoor hier en
daar de bloedroodo stralon der dalende zon
heeuschoten.
Gaston ontmoette verscheidene hoveniers die
van hun werk terug kwamen en vroeg hun
of zij de Markiezin niet gezien hadden.
Allen gaven een ontkennend antwoord, één
uitgezonderd.
Deze had h ar voor een paar uren aan den
boord van den vijver gezien.
Al was hot niet waarschijnlijk dat zij daar
zoo lang zou vertoefd hebben, toch begaf zich
de markies derwaarts.
Maar Dergens zag hij eene menschelijke
gestalte op den oever dior watervlakte, waarop
de zwanen majest&tisch, te midden der riet
halmen on waterleliën rondzwommen en waar
men niets hoorde dan het eentoouig gekwaak
der kikvorschen en het laatste lied van den
nachtegaal
Gaston werd eenigszins ongerust.
Als er haar maar geen ODgeluk overko
men is
Is zy misschien verdwaald
Indien bü baar eens riep
uzanna 1 Suzanna! galmde het door het
bosch.
Driemaal herhaalde hij zijn geroep en toch
hoorde hij nergens een antwoord.
Na vruchteloos gewacht te hebben, drong
bij tusschen het kreupelhout, waar de duister
nis reeds het meeBt gevorderd was.
Ondanks alle gemaakte veronderstellingen,
welke hij in zijnen geest haalde om zich gernstte
stellen, klopte zijn hart al vlugger en vlugger.
Eindelijk, toen hij dicht bij het paviljoen
kwam, boorde hij een klagend gehuil.
Op hetzelfde oogenblik kreeg hij zulk een
hevigen schok in do beenen, dat hij wankelde.
Het was Trilby die plotseling uit het dichte
struikgewas op zijnen meester toesprong.
Toen GastoD den hazenwind der markiezin
herkend had, speelde er een glimlach om
zyne lippen.
Suzanna was zeker niet verre van daar...
Maar als hy zag dat zy nog niet opdaagde
en dat zijn herhaald geroep nog geenen weer
klank vond, werd hij weer zoo ongerust, als
geen enkel blad door de wormen in den
grond was getrokken bij het omgraven
vond men de regenwormen tamelijk diep
in den grond zichtbaar opgezwollen, alsof
zij ziek waren. De schrijver besluit hier
uit, dat de kalizout-oplossingen niet
slechts oppervlakkig op de teere licha
men der wormen, zooals ook bij de
slakken, inwerken, maar misschien ook
innerlijk doodend werken. Hij herinnert
in dit verband er aan, dat men van
oudsher bloedzuigers dwong tot het
teruggeven van het opgezogen bloed,
door ze met asch of zout te bestrooien.
Onder duidelijke krampen gaven de
diertjes dan door den bek het opgenomen
bloed weer.
In den jaargang 1907 van »Die Erniih-
rung der Pflanze1' was reeds medege
deeld, hoe voortreffelijk de kalizouten
werkten bij het optreden van een slak-
kenplaag, toen op een door de slakken
bedreigd zaadveld met den kunstmest
strooier strooken carmalliet en kainiet
werden gemaaktoveral, waar de mest
stof neerviel, werden de slakken gedood.
Veelvuldig zijn de waarnemingen, ver
meld in verschillende vakbladen, volgens
welke perceelen, met kali bemest, van
beschadiging door dieren verschoond
bleven. De schrijver maakt hierbij de
volgende opmerking. Ieder weet, dat
rupsen en ook ander schadelijk gedierte,
dikwijls toonen vrij kieskeurig te zijn en
de lekkerste 2 beetjes, n.l. teere en
sappige plantendeelen, uitzoeken. Vaak
heeft men kunnen lezen, dat rupsen van
koolwitjes alleen de met stalmest bemeste
perceelen bezochten en afvraten en die
met kunstmest ongehinderd lieten. Dit
was dan zeker ten opzichte van de kunst-
mest-perceelen een verblijdend verschijn
sel. Maar verkeerdelijk werd dan door
sommigen daaruit de gevolgtrekking
gemaakt, dat de kunstmest een verslech-
terenden invloed had op de kwaliteit der
groenten. Dit laatste is nimmer bewezen,
wel het tegendeel. Bij een groot aantal
nauwkeurige bemestingsproeven en on
derzoek van conserven is vastgesteld,
dat door volledige bemesting met inbe
grip der kalizouten, niet slechts een
verbetering der oogsthoeveelheid, maar
ook der kwaliteit van den oogst, te voor
schijn geroepen werd.
Ook bij het laatste algemeenc onder-
te voren.
Do hond kwispelstaartte, huilde en sprong
gedurig voort rond hem heen, liep naar den
doolhof en kwam weer tot zijnen meester
alsof hij dezen het spoor wilde aanduiden.
De markies begreep de handeling van den
hond en besloot het vernuftige beest te volgen
dat hem langs den koristen weg naar het
paviljoen leidde.
Daar gekomen, stiet hij de deur, die op
eenen kier stond, wijd open
Wij weten reeds wat er verder gebeurde...
Nadat hy Langlois gekastijd en wegge
jaagd had. nam de maikies Suzanna haastig
op en plaatste haar op den sofa.
De kloppingen van haar hart gaven hem
de verzekering dat zij slechts in bezwijming
lag en nochtauB was het met de grootste
moeite dat hij erin slaagde haar weer tot het
bewustzijn te roepen, alhoewel de trouwe
Trilby onophoudend de handen en het aan
gezicht zijner meesteres overlikte.
Toen zij eindelijk de oogen opende, schrikte
zij af, nog altijd onder den indruk dat haar
het gelaat van Langlois, die op haar gebogen
was toen zij ontwaakte, had nagelaten.
Vrees niets, lieve sprak de markies met
zoete stem, ik ben het, uw echtgenoot...
De markiezin, door deze ^woorden gerust
gesteld, sloeg hare armen met kinderlijke
vrengde rond den hals van Gaston, liet haar
hoofd op zijnen boezem zinken en begon te
weenen.
Aan de vreugde van harenechtgenoot weder
te vinden, paarde zich de schaamte bij de ge
dachte dat hij getuige was geweest van den
eerloozen aanslag, waarvan zij gevreesd had
het slachtoffer te worden.
Komaan, lieve Suzanna, fluisterde de
markies, wisch uwe tranen en wees nu maar
gerust.
Maar de kleine Markiezin beefde immer
voert, gelijk een schuw gemaakte vogel, en
was zoodanig door de tranen verkropt, dat
■ij nauwelijks een woord kon uitspreken.
(Wordt vervolgd.)