Nummer 91.
Zondag 14 November JL90*L
32e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
T
PALJAS
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DEIE Bladen
BEKENDMAKING,
Oe Voornaamste Grondslag
Uitgevek:
T
FEU1LL Hl'ON
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
006ENBLIKKEN OM LIE
te blazen zijn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
Sunlightzeep schaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier ia ruil voor 5 omslagen
ARBEIDSWET.
OE
Waalwijksdie en Lansstraatselie Courant,
Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond,
abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
i'ran< o per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advkrtsntiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 'Zinaai berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
1244
De BURGEMEESTER der Gemeente Waalwijk
vestigt de aandacht op het Koninklijk besluit
van 12 Juli 1909 (Stbl. no. 266), in werking
getreden op 16 Augustus d. a. v., waarbij met
intrekking van den te voren geldenden is vast
gesteld een nieuwe algemeene maatregel van
bestuur, als bedoeld bij de artt. 5 en 11 der
arbeidswet.
Door dit Kon. besluit zijn ten aanzien van
meerdere bedrijven en inrichtingen de vroegere
regelingen voor afwijking van de op dat stuk in
de arbeidswet vervatte bepalingen vervallen en
zijn ten aanzien van eenige andere inr chtir.gen
wijzigingen in de tot dan toe bestaande regelingen
voor afwijking van de bepalingen der wet aao-
Vaa »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
J'6eftV*nltoiuv aan Den J'ömvefijliokttiD.
33)
Ah 1 had hij geweten dat zij leed of dat zij
gestorven was, voorzeker zoo hij verkozen
hebben dat zij in zijne armen -overleden ware
en dat hij haar uevens haar moeder in het
gruf haddo kunuen leggen daar, ginds, in
de schaduwe der donkergroene dennen van
het Normandieche wond 1
Waarom was het hem niet vergund naer
Frankrijk terng te keeren om zelf zijne dochter
op te sporen? Hij zon hemel en aarde door
wroet hebben en ongetwijfeld haar weder-
vinden.
Menigmaal had hij eraan gedacht onder de
eene of andere verkleeding de zee over te
stoken, raap zijn vader had hem telkenmale
gesmeekt zijn leven niet nutteloos bloot te
stellen en betere tijden af te wachten.
Helaas die betere tijden verwijderden zich
al langer en moer en het schrikbewind was
gekomen met zijnen nasle?p van moordnrijen
en uitdrijvingen
Het ware gewis eene dwaasheid geweest zijn
hoofd nutteloos aan de guillotine te gaan
bieden.
Eindelijk haddon de koningsgezinden na den
dood van Robespierre, weer de hoop in hun
hart voelen dalen.
Terwijl de legerbenden van Condé in het
Oosten, langs den Riju den oorlog voerden,
hadden zij eeuen inval gewaagd langs de
Wosterkust, om order bescherming der En-
gelsche kanonnen, de Vendeesche troepen ter
hulp te komen.
Eindelijk was Gaston de Montbazon dat
gebracht. Slechts ten opzichte van enkele bedrij
ven en inrichtingen zijn do bestaande uitzon
deringsvoorschriften onveranderd gebleven.
Vervallen zijn de vroegere betreffende den
arbeid van
lo. jongens beneden de 16 jaar in brood-, be
schuit- en koekbakkerijen, aanvangende des nachts
ten 2 ure;
2o. jongens beneden de 16 jaar in courantdruk
kerijen tot 10 'b avonds;
3o. beschermde personen in fabrieken van ge
condenseerde melk;
4o. j «ngens beneden do 14 en 16 jaren iD gist-
pakkerijon
5o vrouwelijke personen boven de 14 jaar in
het bedrijf, uitgeoefend in nettenboeterijen
Co. jongens beneden ds 16 jaar in steendruk
kerijen
7o. vrouwen boven de 16 jaar in wasch- en
blcekinrichtingen (strijkerijen) met minder dan
5 personen en zonder krachtwerktuig werkende,
tot 's avonds 8. respectievelijk 9 uur;
8o. jongens beneden de 16 jaar in ijzergieterijen
tot 8 uur 's avonds
9o. jongens tusschen de 14 en 16 jaar iD fa
brieken van zijden vischnetten.
Gewijzigd zijn do vroegere regelingen betref
fende den arbeid
lo. van beschermde personen in glasblazerijen
welke nu luidt als volgt
»Het is vergund gedurende één jaar na de af
kondiging van dit besluit den arbeid bij smelt—
of koelovens van een mannelijk persoon van
14—jarigen leeftijd en gedurende twee jaren na
de afkondiging van dit besluit den vermelden
arbeid van een mannelijk persoon van 15—jarigen
leeftijd op zoodanige uren te doen aanvangen en
te doen eindigen als het bedrijf eischt, onder
voorwaarde, indien die uren andere zijn dan de
in art. 5, le lid, der wet genoemde, dat na een
werktijd van ten hoogste 5 uren hun ten minste
een hslf uur rust worde gegeven en dat, waar
met afwisselende dag— en nachtploeg wordt
gewerkt, dezelfde personen slechts om de andere
week in de nachtploeg arbeid verrichten.
»Wordt vrijstelling verleend van de verplich
ting om de werkuren te vermelden op dein art.
11 der wet bedoelde lijst, voor die glasblazerijen,
waar met één ploeg wort gewerkt*.
2o. In werkplaatsen van naaisters, breidsters,
borduursters, passementwerksters, modenaaisters
of vervaardigstere van vrouwelijke handwerken,
welke bepaling na luidt als volgt:
/Het is vergund den arbeid vaneen vrouwelijk
persoon boven de 16 jaar te doen eindigen te 8
uur des namiddags, onder de navolgende voor
waarden
»a. dat haar arbeid niet vroeger aanvange
dan te 8 uur des voormiddags;
»b. dat haar, behalve den rusttijd, omschreven
in art. 6 der arbeidswet, tusschen 4 uur en 6>/j
uur de9 namiddags i en rusttijd van ten minste
l'/j worde toegestaan, waarin zij de werkplaats
mag verlaten.
.Gedurende den tijd van twee weken voor en
acht weken na den eersten Paaschdag en van 1
November tot 7 December geldt de sub b gestelde
voorwaaide niet'.
Voorts zijn ook gewijzigd de vroegere rege
lingen betreffende den arbeid van beschermde
personen in steenbakkerijen en van een mannelijk
persoon tusschen 14 en 16 jaar en van een vrou
welijk persoon boven de 14 jaar in bedrijven,
uitgeoefend in fabrieken van verduurzaamde
levensmiddelen of van vruchtensappen, in laatst
onverschillig loven moedo en mot vreugde had
hij het uieuws vernomen, dat mon een leger
korps van (delliïdtn zou samenstellen dat,
ogder bevel van den graaf van Artois, naar
het vaderland zou rukken
Eene ganeche omwenteling had in zijn hart
plaats.
Hij was niet meer, zooals vroeger, d© wijs
gierige edelman die de grondbeginsels der
opkomende Revolutie aankleefde.
Nu haatte hij die omwenteling niet cmdat
zij het koninkdom omvergeworpen had, niet
omdat zij titels en voorrechten had wegge
cijferd of stroomen bloeds vergoten of puin-
hoopen opeengestapeld had, maar omdat zij
hem het dierbaarste van zijn leven, zijne
vrouw en zijn kind ontroofd had.
Hij brandde van verlangen de wapenb tegen
haar op te nemen om zich te wreken over al
hetgeen hij geleden had.
Welke bstere gelegenheid kon hem overi
gens aangeboden worden om naar Frankrijk
weer te keeren en zijn kind zelf op te zo°ken
Zoo hij zijn doel niet bereikte, zoo hij in
den strijd bezweek en met den degen ig de
band op het slagveld sneuvelde, welnu, dat
was beter dan in ballingschap voort te gaan
een ledig leven te leiden, of op vreemden
bodem langzamerhand van droefheid uit te
sterven.
De markies nam dus deel aan den tocht van
Qniberon.
Hij werd gevangen genomen, maar het ge
lokte hem mot eenige gezellen te ontsnappen,
en na, veel wedervaren, het leger van Cha-
relte te bereiken.
Wat er nn ook mocht overkomen, hij was
besloten moedig te strijdeu en den strijd niet
op te geven dan met bet leven.
Zoo kwam het dat, door eenen samenloop
van onvoorziene omstandigheden, de edelman
zich aan het hoofd bevond eener kleine leger-
beude.
En daar opeens, op het oogenblik dat hij
over het welslagen zijner pogingen bijna ging
wanhopen, bracht hem de Voorzienigheid zijn
doel zoodanig nabij, dat hij al het voorgaand»
vergat en het lijden en gebrek voor altyd
verwyderd achtte.
bedoelde bedrijven in dier voege, dat de arbeid
van een vrouwelijk persoon boven de 16 jaar tot
'8 avonds 9 uur rang voortduren, mits haar arbeid
niet vroeger aanvangt dan te 7 uur voormiddag
en haar na een werktijd van hoogstens 5 uur
minstens een half uur rust worde gegeven.
De bepalingen omtrent den arbeid van be
schermde personen in het botvisschersbedrijf, in
de bedrijven, uitgeoefend in inrichtingen tot
eerste bewerking van versche visch, visch—
rookerijen, drogerijenen zouterijen en in inrich
tingen, uitsluiend gedreven door windof
waterkracht, blijven gehandhaafd.
Ten slotte zij er op gewezen, dat het bepaalde
in art. 2 van het ingetrokken Koninklijk besluit
betreffende den werktijd van personen, belast met
de reiniging van werktuigen, toestellen of ge
reedschappen gewijzigd en het bepaalde in art.
3 van dat besluit vervallen is.
Waalwijk, den 5 November 1909.
De Burgemeester voornoemd.
Til DE SUBMONT DE BAS SmEELE.
VOOR EEN
Verzekering tegen de Werkloosheid.
III.
Bij al hetgeen in ons tweede artikel
ter preciseering van een zuivere werk
loozentelling genoemd, komt ook nog
't volgende in aanmerkingBij de Duit-
sche telling werden in de verschillende
nijverheidstakken ook verschillende werk-
loozencijfers geconstateerd. In den zomer
was de werkeloosheid bijzonder groot
bij de ongeleerde fabrieksarbeiders ia
graphische vakken, handelsbedrijven,
lederindustrie en de voedings- en genot
middelbranche, terwijl zij betrekkelijk
gering genoemd kon worden in 't hnd-
bouwbedrijf (slechts 0,66%), in de hout
vesterij en visscherij, bij 't verkeerswezen,
in de textielindustrie, bij den bergbouw
en de steenbakkerij. Door ongeleerde
arbeiders, wordt hier verstaan arbeiders
die feitelijk geen vak geleerd hebben,
maar toch bij een of ander vak worden
onder gebracht.
In den winter was het getal werkloozen
onder de ongeleerde fabrieksarbeiders
bijzonder groot (35V«%) bij de bouw
vakken o.a. 15 V*°/o °°k in de lederin
dustrie, de steenbakkerij, de confectie-
nijverheid, terwijl bij den mijnbouw, de
chemische industrie en de textielnijver
heid weer weinig werkloozen waren.
In dc ijzerindustrie, evenals den ma-
chinenbouw en werktuigmakerijen was
't aantal werkloozen overeen komend
Zijne aandoening was onbeschrijflijk, toen
iiij vernam dat Paljas zich niet serre van daar
bevond.
Nooit was hij zoo hevig ontroerd geworden
sedert den dag dat Snzauce in zijue armvn
gestorven was en dat hij een laitslen zo ra op
het voorhoofd der kleine Madeleine had ge
drukt.
Met zenuwachtig trillende stem, ging hij
voort »den Vos" te ondervragen.
Gij zegt dat deze lieden niet verre van
hier gelegerd zijn?
Op twee geweerschoten, onder in het dal.
Ej zij gaan vertrekken?
Bij hot krieken van den morgen, 't is te
zeggen weldra, antwoordde do boer terwijl hij
den hemol aanwees en de sterren die reeds
verbleekten»
Dan is er geen tijd te verliezen gij
zult mij er heen geleiden, langs don kort-
ston
't Is maar, bracht »de Vos" in, dat de
kortste weg door braam en struik loopt en
dat de heer markies niet gewoon is daar door
te sluipen, zooals ik.
Kent gij geen anderen weg
Ja wei, eene diepe straat die keert en
kronkelt Dat zal waarlijk nog de kortste
zijn.
Komaanspoedig vooruit.
Maar, deed de priester op zijne beurt
opmerken, mij dunkt, heer markies dat uwe
onderneming onvoorzichtig is. Veronderstellen
wij eens dat die goochelaar wel degelijk de
man is dien gij zoekt, wie zegt ods dat hij
niet in betrekking is mot den vijand? Wie
weet of hij zelfs niet gelast is ons af te spieden
en of bij ni3t gezworen heeft n in eenen val
strik te lokken Pas op Uw leven
behoort alleen God en den Koning toe
Zoo heer pastoor, brak Gaston, «enigs
zins gestoord atgij weet waarlijk niet wat
het is vader te wezen Hetgeen ik gedurende
drie laDge jaren geleden heb, hetgeen ik op
dit oogenblik nog lijd, dat kunt gij niet be
grijpen. Weihoe ik verneem dat mijn kind
hier dicht bij is, dat ik slechts den berg moet
afdalen om haar te zien en in mijne armen to
drukken on ik zou een enkelen stond aarzelen
mijn leven in gevaar te stellen Is het God
met de gemiddelde cijfers, boven aan
gegeven, dus in den zomer ongeveer
2%, in den winter 5%. Over 't algemeen
werd 't verklaarbare feit vastgesteld,
dat vooral in den winter 't aantal werk
loozen onder de ^ongeleerde4 arbeiders
veel grooter is dan onder de >geleerde"
arbeiders.
Wat den ouderdom aangaat, zoo werd
geconstateerd, dat de jongere arbeiders
meer werkeloos* zijn dan de ouderen.
Hier wordt dus geloochenstraft de veel
gehoorde bewering der sociaal-democra
ten, dat de arbeidgever zich in tijden
van slapte zich 't eerste ontdoet van
zijne oudere arbeiders
Onder de vrouwelijke arbeiders was
de werkeloosheid beduidend minder,
terwijl ten slotte nog op te merken valt,
dat naar evenredigheid in de groote
steden meer werkeloozen zijn dan inde
kleinere en op het platte land-
Uit deze Duitsche telling valt voor
een dergelijke ten onzent zeer zeker wel
wat te leeren.
We merkten boven op, dat een der
gelijke officieele werkeloozentelling zoo
mooi bij de a.s. volksstelling kon ge
schieden we dachten echter niet aan
den langen adem van zulk een telling
het duurt toch jaren, eer de verkregen
gegevens alle statistisch vastgesteld zijn.
De betrokken Staatscommissie kon dan
lang moeten wachten. Naar we vernamen
heeft elk lid dier commissie z'n bijzon
dere rubrieken ter bewerking gtkregen.
We weten natuurlijk niet, of hieronder
ook begrepen is een telling voor elk
dezer groepen. Te hopen is het «vel,
want door deze verdeeling van arbeid
zou de telling vlugger en de commissie
eerder hare voorstellen in deze urgeDte
zaak kunnen indienen. Bij verscheidene
gelegenheden is gebleken, dat wil
een werkloozentelling nauwgezet en vlug
van stapel loopen zij dan 't beste
ondernomen kon worden door de betrok
ken organisatie's. Deze zijn zelf de be
langhebbenden en zullen dus hun werk
met ijver en de grootst mogelijke nauw
keurigheid verrichten. Ten slotte nog
iets over Engeland in zake deze materie.
Welken omvang de werkeloosheid ge
durende het jaar 1908/09 daar had, bltjke
uit de volgende staten overgelegd door
de verschillende commissie's, in zake
zelf niet die mij deze \oldoeniog geschonken
heeft? Is Hij het niet die mij dezen nacht
de gedachte heeft ingegeven Pieter Ghassin op
verkenning uit te zenden Ach houdt
mij niet laDger op
De priester begreep dat niets het onwrik
baar besluit van den markies zou doan ver
anderen. Hij zag er dan ook van af langer
aan te dringen en raadde hem enkel aan zich
door eenige mannen te doeD vergezellen, om
zich in tijd van nood le kunnen verdedigen
Gaston stemde hierin ton en de kltine bende,
ouder gelei le van «den Vos", zette zich op
weg langs het kronkelpad, dat den hauvel
omslingert.
Alhoewel do dag reeds aanbrak, was het
in het bosch toch nog altijd donker, want hot
licht drong niet gemakkelijk door de dichte
bladeren.
De nVos" stapte vooraan, als verkenner
De hoofdman en de andere soldaten volgden
allen een voor een, want da weg was niet
breed genoeg om met twee a«a9t elkander
te k&&Q-
Zij gingen voorzichtig vooruit, keken goed
rond en luisterden aandachtig na of nergens
eenig gerucht te vernemen was.
Na omtrent een kwartier lang gegaan te
hebben, kwamen zij eindelijk in het dal.
Op het bevel van den Markies, bleven de
mannen staan en doken zich weg tegen de
gracht.
Pieter Ghassin sloop alleen vooruit om te
zien of or gevaar was en kwam weldra terug.
Er is geen gevaar, sprak hij de gooche-
lanrafamilio is bezig met op te kram»n
Inderdaad, toen de leeuwerik zijn eerste
lied ten hemel stuurde, had Paljas iedereen
wakker geschud.
Het eerste heldere licht voorspelde een
warmen zomerdag en de goochelaar oordeelde
het raadzaam de koelte der frissche morgen
lucht ten nntte te maken, om zoo verre mo
gelijk te reizen, zonder te veel ongemak.
Overigens was hij zoo kloek niet meer sedert
de verschijning van dien Blanwen tusschen
het kreupelhout en de paniek van dezen nncht
hij was niet meer zoo onbekommerd, als
vroeger en haastte zich deze plaats te verlaten
alwaar hij, ondanks het onzijdig karakter van
bestrijding der werkeloosheid werkzaam.
Deze commissie's zijn -wettelijk vastge
steld en wel volgens de werkloosheids
wet van 1905. Men ziet, dat Engeland
ook in dit opzicht de meeste landen
vooruit is, hoewel ons de regeling zelf
niet zoo goed bevallen kan. Buiten de
hoofd- of centrale commissie bestonden
in Londen nog 29 sub-commissie's, terwijl
er 102 van deze in 't overige deel van
't land waren. De taak dezer commissie's
was, onderstandsaanvragen van werke
loozen in ontvangst te nemen en maat
regelen te treffen, ter leenlging van den
nood, door werkeloosheid ontstaan. Van
1 April 1908 tot 1 April 1909 kwamen
bij deze commissie's 196757 onderstands-
aanvragen in, van welke er 136589 ge
grond bevonden werden, wat, uitgeslagen
over de geheele bevolking, beteekende,
dat op iedere 1000 inwoners 11,7 on
derstandsaanvragen kwamen. Bizonder
groot was 't aantal aanvragen om onder
stand in den winter, wat te begrijpen
is In aanmerking genomen 't bevolkings
cijfer van Engeland (40 mill is het getal
196757 ondersteunde werkloozen niet
groot. Men moet hierbij echter niet ver
geten, dat de Engelsche arbeider over
't algemeen een sterk ontwikkeld gevoel
van eigenwaarde heeft, zoodat hij
als 't maar eenigszins mogelijk is, zich
er zelf ziet door te slaan, waarbij ook nog
komt, dat de sterke Engelsche organi
satie's zich in dezen ook niet onbetuigd
zullen, hebben betoond.
Terwijl nu de sub-commissie's zich
meer met de Onderstandsaanvragen be
moeiden, liet de hoofd-commissie ook
noodstandswerken verrichten. Op deze
wijze konden dagelijks 2537 mannen aan
aan 't werk gezet worden. Bovendien
werden voor werkelooze vrouwen z.g.
arbeidskamers ingericht, waardoor dage
lijks gemiddeld 114 vrouwen werkzaam
waren. In 't geheel werd in Engeland
vanwege het rijk ter bestrijding der wer
keloosheid in het dienstjaar 1908/09 uit
gegeven de som van 3.900.000 g.
Op haar tegenwoordige begrooting
heeft de Britsche regeering een post van
200.000 pond sterling of f2.400 000 uit
getrokken voor bestrijding van werkloos
heid door werkverschaffing.
Voorts is de regeering voornemens
om aan de gemeente-besturen subsidies
zijn ambacht en zijn eigenen persoon, gemak
kelijk tnsschen hamer en arabeeld kon geraken.
Heel het huisgezin was nnu 't werk om alles
zoo ras mogelijk in te pakken, uitgenomen
de kleine Madeleine en Sylvie die, nog te jorg
en te zwak om eenigen dienst te kunnen be
wijzen, blootsvoets door het bedauwde gras
huppelden.
l)e markies liet zijne manschappen op den
weg staan en trad alleen vooruit.
Maar toen hij eenige stappen gedaan had,
was hij zoodanig ontroerd, dat hy moest
blijven Btaan.
Zijn hart boDsde in zijnen boezem
Op het eerste zicht had bij Paljas, Katrien,
Belpbégor, den hond, den ezel en de huifkar
herkend.
Het waren de personen vau een reeds gezien
en nooit vergeten tafereel in eeDe andere
landstreek hertooverd.
Er waren nochtans twee wezens die hij niet
herkende, twee guitige meisjes, een bruin en
een blond, die elkander al lachenden roepend
door de heidebloemkens achtervolgden.
Een dezer kinderen was ongetwijfeld zijn
dochtertje. Maar welk?
En door den lust van het spel meegerukt,
hadden zij zich zooverre van de legerplaats
verwyderd, dat het kleine bonde meisje tegen
de beenen van den Vendeeschen hoofdman
sprong, op het oogenblik dat deze uit het
struikgewas te voorschijn kwam.
Snel, als de bliksem, had de markies het
kindje opgelicht en keek het in de oogen.
Er was geen twijfel meer mogelijk hij zag
het levende beeld van Suzanne.
Madeleine 1 Mijn kind mnr
melde hij, terwijl hij het meisje in zijne armen
drukte en met zoenen overdekte.
Het kind weerde hem af, riep om hnlp en
deed alles wat mogelijk was om uit de armen
los te geraken van den vreemdeling die haar
schrik inboezemde.
Sylvie, niet minder verschrikt dan bare
lieve zoogzn8ter was, zoo hard zij kon, weg
geloopen en riep buiten adem, half stotterend
haren vader toe
D&ar daar 1 een leelijke man
die zustertje pijn doet.
(Wordt vervolgd.)