Nummer 95. Zondag 28 November 1909. 32e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad SUNLIGHT SBBP PALJAS ANTOON TIELEN, Dit numme rbestaat uit DRIE Bladen LANDBOUW. Uitgever: De Werkloosheid verzeke ring der Duitsche „Freie Gewerkschaften". FEUILLETON W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. De wasch, U ziet het, is groot, doch is door de zuivere zeep het werk gemakkelijk. Sunlightzeep schaafjes om zachte zeep te maken. Gratis te bekomen bij uwen winkelier ia ruil voor 5 omslagen vi. Vorstschade bij onze Cultuurge wassen. Waalwpsclic en Lanptraalsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6. Franro per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advsrtentiën 17 regels f 0.60 j daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Eon Qroote Wasch En Weinig; Werk. Zuivere Zoop 1215 Alvorens aan dit onderdeel onzer be schouwingen te beginnen nog een enkel woord over de in ons vorig artikel be handelde Zwitsersche stelsels en wel, waarom deze moesten mislukken. Het St. Gallenerstelsel is in hoofdzaak hierdoor mislukt, dat het niet gesplitst was naar beroepen. In het geheel waren inge schreven leden van 103 beroepen; in Vau «DE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF aan Den JêmvefijLliauD. 37) VI. Na gedurende eenigen tijd rondgedwaald to hebben, gelijk benauwde zielen, altijd gevolgd door hunnen trouwen hond, gingen zij in eenen hoek der voorplaats op eene steenen bank, hand in hand, dicht tegen el kander gesloten zitten. Het lieve blonde hoofdje van Madeleine rustte op den schouder van Belphegor. De generaal, die daar juist voorbijkwam om het kwartier te inspecteeren kreeg de kindoren in 't oog. Welke zijn die nieuwe rekruten vroeg hij. Men vertelde hem in welke omstandigheden men deze kinderen gevonden had. Hij bedwong zijne ontroering en riep het zoontje van den goochelaar dat eerbiedig op stond voor dien schoon gekleeden heer. Kom vooruit, kleine Hoe heet gij vroeg de generaal. Belphegor. frommels een naam die klinkt gelijk een schuiftrompet. Hoe oud zijt gij Twaalf jaar sedert St. Jan. Waartoe zijt gy bekwaam Ik kan alles wat mijn voder mij geleerd heeft. Kunstsprongen en goocheltoeren Juist, zoo. Ik weet niet al te wel waartoe wij U zouden kunnen gebruiken... Ik kan ook den trommel slaan. het le jaar werd van slechts 36in het 2e jaar slechts in 50 van deze 103 be roepen werkloosheid aangetroffenslechts in een 15 tal beroepen (voornamelijk de seizoenbedrijven kwam werkloosheid van eenige beteekenis voor. En nu voelden de werklieden van de andere beroepen, waarin geen of bijna geen werkloosheid voorkwam, niet den minsten lust, om voor hunne medearbeiders in andere bedrijven mede te betalen. Dit als eerste oorzaak van de groote moeilijkheid, om alleen voor werkloosheid betaling der verschuldigde premies te verkrijgen. En al moeten wij dit geringe solidariteits gevoel der Zwitsersche arbeiders betreu ren (Toontje Solidair schijnt daar nog niet goed bekend te zijn) er moet toch beslist rekening met dit feit gehouden worden. Zooals we gezien hebben, deed men te Bern gelijke ervaringen op. Een tweede conclusie, uit de Zwitsersche verzeke ringspogingen te trekken, is deze, dat een verzekering tegen werkloosheid ai leen niet veel karn op slagen belooft, wijl gevaar voor werkloosheid op zich zelf de meeste arbeiders blijkbaar niet tot voorzorgsmaatregelen dringt. Vooral blijkt dat uit het afsterven van het Bazelsche stelsel, dat nog het beste van de drie bthandelde was. Het z.g. »Gentsche stelsel", dat we in een onzer volgende artikelen hopen te behandelen, heft deze bezwaren op. En nu dan iets over de stof, in onzen titel aangegeven. De z.g. «Freie Gewerkschaften" in Duitschlaud zijn bijna alle rood getint of geheel rood. Dit bewijst op zich zelf nu niets tegen haar verzekeringspogin gen. Interessant is het echter wel even in 't kort na te gaan, hoe vele roode voormannen tegenover deze sociaalpoli- tische actie der gelijkgekleurde vakver- eenigingen staan. De meeste sociaal democratische leiders waren van begin of aan besliste tegenstanders der werk loosheidverzekering, wijl zij vreesden, dat de strijdlustigheid en strijdkracht der vakvereenigingen door die verzekerings kassen zouden lijden. De Freie Gewerk schaften zagen echter gelijk Konrad Haer.isch in de »Neue Zeit" van 1898 schreef in de invoering der werkloos heidverzekering slechts een middel, om Ah dat is beter, zei de generaal. Luister Belphegor; gij zijt groot voor uwen ouderdom en schijnt mij wel gebouwd Wilt ge soldaat zijn Wij zullen u als tamboer aannemen. Dit voorstel verlekkerde den knaap. Hij zag zijn eigen portret reeds met de gekleurde uniform die hem de oogen uitstuk, den sabel aan de zij, met trommel en stok tier voor het regiment uitstappend. Opeens schitterde zijn gelaat van vreugde. Tamboer? vroeg hij, oh dat wil ik wel. Hot verstandig voorkomen, de vrije blik, de dappere houding van den kleine hadden van hot eerste oogenblik af den generaal in genomen. Opperbest zegde hij. Gij aarzelt niet dat behangt mij En zich op dit oogonblik zijue eigene ge ringe afkomst herinnerend, klopte generaal Hocho op den schouder van den kleine en voegde erbij Als het soldatenleven u aanstaat dan zal ik voor u zorgen en gij zult voornitguan. Een prachtig leven, voorwaar 1 men begint met niets te zijn, en als men moedig en oppassend is, dan voert men op 't eiude der rekening het commando over al de anderen... Uw lot is dus verzekerd uwe toekomst hangt van u zeiven af. Dank n wel, mijn generaal antwoordde Belphegor vrijmoedig. Maar op eeus scheen hij te verbleeken en werd verlegen en terwijl hij tusschen zijne handen het vilten stuk goed draaide dat hem tot hoofddeksel diende stamelde hij Ik h6b ook een zustertje, mynheer de generaal. Hoche had het lieve kindje wel bemerkt dat zich dicht tegen haren broeder aansloot en hem met hare groote zwarte kijkers ge durig aanschouwde. Zij is heel lief, uwe kleine zuster, zeide hij op goedwilligen toon, terwijl bij met de hand over hare wangen streek. Ongelukkig kunnen wij haar niet inlijven maar wees daarover niet bekommerd. Wij zullen in de stad wel eene liefdadige ziel vinden die voor haar zal zorgen Zonder uitstel zal ik mij daarmede belasten. Weldra, misschien morgen reeds, begeeft zich het regiment terug op weg den socialen strijd met meer resultaat te kunnen voeren, m. a. w. die verzekering is voor de roode vakvereenigingen geen doel, maar alleen een middel, om het doel: «verovering der productie-macht" met beter kans van slagen te kunnen bereiken. Men ziet dus, twee stroomingen, gelijk op elk gebied in de roode partij de radicalen of Marxisten en de opportu nisten. De radicalen beweerden, zooals we reeds boven zagen, dat de invoering der werkloosheidverzekering zou de doel bewuste strijdorganisaties degradeeren tot simpele ondersteuningsverecnigingen. Duizende onverschillige arbeiders, zoo voerden zij verder aan zullen zich, aangelokt door het vooruitzicht der werk- loozenondersteuning, in de vakvereeni gingen doen opnemen en zoo zullen deze wel sterker worden aan leden, maar bij velen van dezen zal niet het minste ge voel van klassebewustzijn zijn te bespeu ren. Zij zullen een zwaar blok aan 't been der vakvereeniging zijn, dat deze zal verhinderen in den strijd tegen de arbeidgevers. Verstomping van het klas sebewustzijn en vermindering van den klassenstrijd zullen de gevolgen zijn der werkloosheid verzekering. De voorstanders der werkloozenver- zekering door de vakvereeniging stonden tot op zekere hoogte op hetzelfde stand punt als de tegenstanders. Ook zij erkenden, dat door de invoe ring dezer verzekering duizenden niet- sociaal democratische arbeiders in de roode vakvereenigingen zouden treden, doch zij noemden dit eerder een voor dan een nadeel. Zij meenden n. 1., dat die aanvankelijke medeloojers al zeer spoedig door hunne doelbewuste kame raden onder handen 'zouden genomen worden en zoodoende tot zelfbewuste sociaal-democraten gemaakt zouden worden. De uitslag heeft geleerd, dat de laatsten gelijk hadden.Vele duizenden niet-sociaal- democratische arbeiders zijn werkelijk door de werkloozenverzekering in de roode vakvereenigingen gelokt en van aanvankelijk eenvoudig betalende zelf bewuste, m. a. w. luid van klassenhaat schreeuwende sociaal democraten ge worden. De verzekering op zich zelve vertoont Goeden moed, mijn kleine tamboer, en tot wederziens Belphegor wilde antwoorden. Maar de generaal hud reeds den rug gekeerd en verwijderde zich al kontend met de officie ren van den staf. De arme knaap bleef hem mot gapenden mond nakijken. Hot droombeeld der glorie, dat een oogen blik vóór zijnen geest oprees, was reeds verdweueu. Eéne znak was hem duidelijk Men wilde hem van Madeleine Bcheiden. Die gedachte vervulde zijn hart met nij pende droefheid. Nooit had hij, zoo goed als nu, de liefde gevoeld welke hy in zijn hart haar toedroeg die hij steeds als zijne zuster aangezien had. Hij zag ze nog alle twee aan den hals van Katrien geklampt die haar beiden, zonder onderscheid, dezelfde zorgen, dezelfde lief kozingen en lachjes toedeelde. Hij herinnerde zich hoe zijn vader haar beiden in zijne armen opnam, en ze op zijne knieën liet paardje rijden, terwijl zij gedurig tusschen een hevig schaterlachen uitriepen >.Nog, vader 1 nog En hij zelf, hy, Belphegor, die vier jaar ouder was dau zij, hoe menigmaal bad hij alles aangewend om haar te vermaken, terwijl de huifkar over de hobbelige wegen van Frankrijk rolde Hoe dikwijls had hij ze gewiegd en ge dragen Hij beminde zijne zustertjes zoo teer, en zij hadden hem niet minder lief... En zie, nu blijft er hem slechts één meer over. Zij hebben noch vader, noch moeder. Zij was zijn eenige troost, zijn eenige steun. En hy zou van haar scheiden, haar ver laten, haar niet meer zien maar die scheiding zon hem pijnlijker vallen dan de dood. Weihoe het zou hem toegelaten zijn zijnen hond te bewaren en met hem zijn eten te deelen en het zon hem verboden zyn, zijne zuster, die hem duizendmaal inniger aan het hart lag mede te nemen Men zou haar aan de zorgen van eene lief dadige ziel toevertrouwen Maar kon zij bij ongeveer een gelijk beeld als de En- gelsche, zoodat we niet behoeven af te dalen in bizonderfreden. Hoe sterk thans reeds die Freie Ge werkschaften zijn, moge blijken uit de volgende cijfers In 1891 62 bonden met gem. 277659 leden. In 1896 51 329230 leden. In 1901 57 677510 leden. In 1906 66 1689709 leden. In 1907 61 1865506 leden. De ontvangsten van deze 61 bonden bedroegen in 1907 de kapitale som van f 30,838,170 en de uitgaven f25,873,511, alzoo een batig saldo van f 4,964,659. Het gezamenlijke vermogen bedroeg f 19,935,527. Voor steun aan werkloozen werd in 1907 uitgegeven een bedrag van f 3,916,654, een bedrag, dat nog beter uitkomt, als men weet, dat nog niet alle der bovengenoemde 61 bonden een uit- keering bij werkloosheid hebben inge voerd. Ziedaar, wat samenwerking vermag- En alhoewel de kleur dezer vakvereeni gingen ons natuurlijk niet sympathiek is, ook niet de motieven, die zij hadden voor de invoeting der werkloosheidver zekering, toch is deze geheele organi satie der vakvereenigingen een mooi stuk werk. Moge toch spoedig voor ons land de tijd aanbreken, dat onze katholieke vak vereenigingen en vakbonden niet meer versplinterd en afgescheiden van elkan der voortleven. Moge spoedig »het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie" alle katholieke vakbonden onder haar leden tellen, dan kon ook ten onzent sprake zijn van een gezonde werkloozen verzekering, altijd voor de georganiseer de arbeiders. De ongeorganiseerden staan buiten dit stelsel, doch ook hiervoor is een oplossing gevonden. Trouwens dat moet ook wel, als men b. v. slechts dit eene bedenkt, dat in Engeland, waar de organisatie der ai- beiders wel zoover mogelijk is doorge voerd, de trade unions nog slechts maar 15°/o van hel totaal vakgenooten omvat vreemdelingen golnkkig zijD Wie zou haar beminnen gelijk zijne oudors haar bemind hadden?... Neerslachtig was hij wederom op de bank gaan zitten en met onzekeren blik in de ruimte stareud, dacht hij na. Madeleine zat nevens hem. Zij beminde haren broeder zoo zeer, maar had den zin niet begrepen van de woorden die den generaal had uitgesproken. Die nare stilzwijgendheid drukte haar op het hart. Bel.... sprak zei eindelijk. Bal, zoo heette Bdphêgor. Znsterljevroeg hij als uit eenen slaap ontwakend. Waarom zijt gij droevig, vrofg zij heel eenvoudigvermits gij nu schoone soldaten- kleeren zult krijgen. Ik bin wol verheugd dat gij als trommelaar aan het hoofd vau het regiment zult stappen.... Ja, ik zal schoone soldatenkleeren heb ben, antwoordde de knaap, maar wij zullen gescheiden zijn en elkander niet meer zien. Dat wil ik nietriep Madeleine. Gij ook, gij zult nochtans wel verzorgd en schoon gekleed zijn, maar wij znllen niet meer hij elkander zijn. Neenneen Ik wil bij u blijven, Bel ik zal bij u blyven, niet waar? En het meisje begon luid te weenen. Bel antwoordde niet maar sloot haar in zijne armen en drnkte twee klappende kussen op de betraande wangen. Daarna stond hij vastberaden op nam haar hy de hand en zei Kom, zustertje, wy gaan. Als de trommel 's avonds deD taptoe roffelde zocht men vruchteloos overal de kleine gastjes van vronw Martiene op. Belphegor, Madeleine en Spits verschenen niet op het appel. XV. Belphégor had een manneliik besluit genomen. Hij was bij de markentenster teruggekeerd, die eene soort van klein paviljoen, buiten den ringmuur van het oude klooster bewoonde. Zoodanige schade hebben wij in het droge, koude en sneeuwvrije voorjaar van 1908 allerwegen kunnen constateereu, hier meerr daar minder, in ons land en elders. Vele graanakkers stonden opmerkelijk hol en blijkbaar hadden de planten door de on gunstige weersgesteldheid, voornamelijk door de droge winden en door nachtvorsten, zeer geleden. Dit was ook hel geval op een proefveld te Seehof in Neder-Beieren. De land- bouwleeraar Heiurichsen deelt daaromtrent de volgende zeer interessante waarnemingen med-. Op bedoeld proefveld waren verschillende zaadvariëteiten uitgestrooit inlandse hzaad Stiermarkensch (orgineel)zaad, en Boven- Oostenrijksch. Voorts was de bemesting op de verschillende perceelen onderscheiden. Nagegaan werd, hoeveel planten op elk der perceelen waren uitgewinterd en men kwam tot de volgende bevindingen, in pro- ceinen dus zooveel per 100 uitge drukt Uitgewinterd Inlaudsch zaad, zonder bemesting 93% Sliern.arkensch (orgineel)zaad 62 Boven-Oostenrijksch 45 Zwakke slakkenmeelbemesting 52 Sterke 64 Zwakke en sterke kaligift 46 Slakkenmeel, kali (40%) en ammoniak 46 Slak en kali (40%) 52 Slak en kieeelzure kali 42 v Kiezelzure kali 48 Wat het zaad betreft, valt dus op te mer ken, dat van het Boven-Oostenrijksche de minste planten uitvielen45% (45 van de 100), tegen 62 van het Stiermarksche en 93 van het Inlandschehet laatste was echter niet bemest, 't Is duidelijk, dat zonder be mesting de zwakste planten, met het minste weerstandsvermogen, werden verkregen. De veldjes, bemest of alleen met kali t zij zwak of sterk of volledig, dus met slak, kali (40%) en zw. ammoniak, verkeerden in de beste conditie 46 van de 100 planten waren hier uitgevroren of uit gewinterd, op beide perceelen derhalve even veel. Bij een uitsluitende slakkenmeelbemesting, Hij scheen gelaten in zijn lot, mnar werke lijk nam hij de plaats in oogenschouw en zocht naar het middel om te ontsnappen, zoohaast vrouw Martiene den rug zou gekeerd hebben. Het werd avond en nauwelijks was de markotenster sedert eenige oogenhlikkon uit gegaan of Bel had zijn plan ten uitvoer ge bracht. Het was hem niet moeilijk geweest een klein poortje te openen dat op een smal onbewoond straatje uitgaf en hij was langs daar met Madeleine en Spits huitengeslopen, belast mot het weinige, dat hij van vader's werktuigen had overgehouden. Minder dan een kwartier later stonden de vluchtelingen buiten de poorten der stad. Het was het oogenblik dat de menigvuldige boeren die naar de markt van Nantes gekomen waren, bij heele benden de stad verlieten. Tusschen hot volk en de karren weggedoken waren onze kleine helden gemakkelijk buiten de poorten geraakt zonder door de wachten opgemerkt te worden. En de eerste avondschemering bracht ook niet weinig to3 om hunne vlucht te verge makkelijken. Om nan eene waarschijnlijke achtervolging te ontsnappen, stapte Belphégor moedigvooruit. Met trommel en hoepels en tapyt geladen, had hij bovendien de kleine Madeleine nog op zijne schouders getorscht omdat zij anders hem niet had knnnen volgen. De voorbijgangers konden niet nalaten den moedigen knaap ts bewonderen. Eenige spraken hem zelf aan. Hola? kleine snaak, hebt gij dan noch ouders noch meester, dat gij genoodzaakt zijt alleen te reizen Zijt ge van zin zoo nog verre te loopen, kleine Maar bij antwoordde op die vragen niet. Hij was er niet op gesteld aan alle nieuws gierigen den droeven ramp te verhalen die hen beiden tot weezen maakte. Wat het doel zijner reis aanging, daarover kon hij nog minder eenige aanduiding geven, want hij wist zelf niet waar hij naar toe ping. Hij ging maar altijd recht door op Gods genade. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1