Nummer 12.
Donderdag 10 Februari 1910.
33° Jaarg.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
PALJAS
AN TOON TISLEM,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
Vastenameudement.
Uitgever:
FEUILLETON
UITEN LAND.
Frankrijk.
Balkan8taten.
WAALW "~J K. Telefoonnummer 38.
Waahvyksche ri Liisslraitsrkr Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
abonnementsprijs per 8 maanden fO.^ö.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advert entikn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Zondag is in alle kerken en kapellen
van ons bisdom wederom een herderlijk
woord gericht tot de geloovigen.
Z. D. H. de Bisschop zegt in zijn
schrijven, dat het van groot nut kan
zijn ons te onderhouden over het waar
lijk godsdienstig leven, dat door velen
niet genoeg wordt gewaardeerd en nog
minder behartigd en betracht. Om ons
derhalve tot meer belangstelling en liefde
voor dit leven op te wekken, wil Z. D. H.
ons hetzelve op de eerste plaats doen
kennen als den eenigen weg naar het
ware geluk en vervolgens, hoe dit leven
moet worden gevormd en onderhouden
of gesterkt.
Door een waarlijk godsdienstig leven
verstaan Wij een leven, dat geleefd
wordt in de liefde Gods met eene nauw
gezette vervulling zijner plichten tegen
over God, den cvenmensch en zich zeiven,
in vermijding, naar vermogen, van al
wat kwaad is en bevordering van alles
wat goed mag heeten.
Dit leven is bij de wereld, die houdt
van de goederen en genietingen dezer
aarde, van schoone positiën, van hooge
en winstgevende betrekkingen, over het
algemeen niet erg in aanzien. Zij noemt
hen gelukkig, die volop kunuen profi-
teeren van hetgeen de aarde heeft en
geett en ziet minachtend of medelijdend
neer op hen, die geheel of grootendeels
van dit goed verstoken zijn, en zij meent
hierbij gelijk te hebben. Maar de H.
Geest, die het oneindig beter weet, zegt,
dat zij het mis heeft en dat hij alleen
gelukkig is, die God als zijn Heer erkent.
Z. D. H. wiist er dan op, dat het
geluk dezer wereld, hoe groot het ook
schijne, vooral voor hen, die het missen,
den naam van geluk niet verdient.
't Is zoo jammer, zegt Z- D. H. dat
dit zoo weinig begrepen en beseft wordt,
want de aarde, nu voor veltn zoo ellen
dig, nu als eene hel, zou hierdoor voor
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
OF
<K?cft)«jHlfcoiivv aau t)cu weftjIwtëauD
57.)
Zij zullen daarenboven verplicht zijn, altijd
uit vrije beweging, deel te nemen aan de volks
vermaken, dauspartijen en feestmalen, enz.,
zonder te vergeten op de gezondheid vau Zijne
Majesteit te drinken eu dit zoo dikwijls zich
do gelegenheid aanbiedt, 't is te zeggen hoe
meer boe liever.
Voor den heer burgemeester afwezig,
Floriand Grelu, adjunkt.
De trommelslager vouwde weer het papier
toe, te midden der algemeane toejuichingen
der menigte, die zich echter minder bekreunde
om het feest des konings, dan wel om da
danspartijen en vermaken.
Hier en daar liet men overigens niet na
liet bevel te bespreken.
Meester Grelu, die de tevredenheid dor
lieden bemerkt had, kwam ditmaal voorgoed
buiten en ging met zijne ondarhoorigen een
praatje aan. Maar nauwelyks was bij bezig,
toen hij opeens het gerucht hoorde van een
aankomend rijtuig en het geklitsklets eener
zweep.
Grelu bleef staan en keek de baan op.
-Kijk, dacht hij, welk rytuig mag daar
ju wel aankomen Zou het feest bij toeval
een rijken gast naar hier voeren
De saamgepakte menigte had nauwelyks den
tijd om uiteen te gaan en plaats te maken
voer de postsjees, die in volle vaart kwam
aangereden, met gevaar van groot en klein
te verpletteren en menige kraam omver te
rukken, terwijl de postiljon gedurig riep
hen als in een hemel worden veranderd.
Het godsdienstig leven vindt zijn
grondslag in het geloof.
Het geloof is bij het Doopsel nog
slechts in zijn beginsel, het slaapt nog.
Het moet wojrden opgewekt en ont
wikkeld door de kennis van God en de
hemelsche dingen, door de kennis der
waarheden van onzeD heiligen godsdienst.
Eerst dan kan het geloof voor goed zijn
invloed doen gelden en zijne gezegende
werking uitoefenen.
Hieruit volgt, katholieke ouders, dat
gij de kinderen, die de Heer U schenkt,
niet alleen, zoo spoedig mogelijk, de
genade van het heili» Doopsel moet
bezorgen, maar ook, zoodra het kan,
hen met de voornaamste waarheden van
ons heilig geloof moet bekeud maken.
Dit is het heerlijke en hoogwaardige
werk der ouders, dat helaasin onze
dagen te veel aan anderen wordt over
gelaten tot groot nadeel, volgens onze
meening, voor ouders en voor kinderen,
omdat hierdoor verloren gaat, onder
meer ander goed, de ouderlijke, de
huiselijke traditie van weleer, die een
zoo krachtigen godsdienstigen band
vormde in het huisgezin die de kinderen
zco hoog deed opzien tegen hunne
ouders, van wie zij zooveel schoons en
zooveel grootsch vernamen, dat diepen
indruk maakte op- hunne nog zoo ont
vankelijke kinderziel, een indruk, die
gesteund door een levensgedrag der
ouders, overeenkomstig hunne leer, in de
harten der kinderen zoo diep werd inge-
grift, dat hij er nooit meer uitging.
Welk een gezegende werking Ja, gelief
de ouders, wilt gij kinderen hebben,
die uwe vreugde en uw geluk zullen zijn
in uw leven, uwe glorie en uwe kroon
in de eeuwigheid, dan moet gij dezen
plicht wel ter harte nemen. Rekent''er
op, dat gij aan uwe kinderen zult beleven,
wat gij aan hen verdiend hebt, zoowel
ten goede als ten kwade. Gij doet zooveel,
om uwe kinderen tot stand te brengen
in de wereld, om hun goederen, eene
goede positie, achting en aanzien tc
bezorgen en Wij prijzen U ten hoogste,
als het rechtmatig geschiedt, het is uw
ouderlijke plicht; maar wat beteekent
dit alles toch bij het geluk, dat eene
brave, godsdienstige opvoeding hun kan
aanbrengen
Uit den weg uit den weg
Het gespan vertraagde langzaam don stap
en bleef staan voor do Gouden Zou.
Grein liep aanstonds vooruit om den reiziger
te verwelkomen.
Het was een man van omtrent dertig
jaar ond, vaD middelmatige gestalte, doch wel
gebonwd.
Hij was gekleed gelijk een edelman, maar
naar de nieuwe mode en niet gelijk de ouder-
wetsche emigres, die onlangs teiuggekomen
waren.
Zijne gelaatskleur was eenigszins brnin en
over het algemeen zou zijn voorkomen inne
mend geweest zijn, zonder de onaangename
uitdrukking der oogen die te diep in hunne
hollen en te kort bij zijnen haviksneus stonden.
Zoodra hij uit het rijtuig gestapt was
riep hij overmoedig
Hola He I Is daar iemand
En toen Grelu, met de muts in de hand,
eerbiedig neigde, vroeg hij
Zijt ge de herbergier, hier
De waard, ja, mijnheer, om u te dienen
antwoorde Grelu met waardigheid en eenigs
zins gekrenkt door de manier op welke de
vreemdeling hem toesprak.
Herbergier of waard Om het even
hervatte de reiziger. Zoo 't uithangbord niet
liegt, dan logeert u hier te voet en te paard,
niet waar
Ja, mijnheer.
Ge geeft ook te eten en te drinken
Ja mijnheer.
Welnu, wij hebben in eenen adem twaalf
uren afgelegd door eene duivelsche streek,
zonder éénen vierkanten voet schaduw op de
wegen ik ben grijs van 't stof en overmand
door de hitte.
Voorzeker dat het heet is klonk de
heesche stem van den postiljon, die van zijn
paard gestegen was en zich het bezweet»
voorhoofd afdrogend, zonder omzien deelnam
aan het gesprek.
Ah I gij zijt het kerel riep de edelman
lachend, gij hebt niet alleen veel stof ioge-
z wolgen 1...
Ik geloof het ook, zei Grelu, het scheelde
niet veel of hij reed hier alles omver.
Mijnheer had mij bevolen in volle vaart
Wat de ouders hier zelf niet kunnen,
moeten zij trachten te doen door
anderen, vooral door Kerk en school.
Zij moeten eene school zoeken, die
de ontwikkeling van het kind voortzet
in denzelfden godsdienstigen geest,
waarmede zij het tot hiertoe hebben
opgeleid. Zij moeten den onderwijzer
tot steun zijn bij die gewichtige taak
door wijsheid en kracht, evenals de Kerk,
wier arbeid en pogingen de ouders naar
vermogen moeten bevorderen. Wij bren
gen dit hier slechts in herinnering, wijl
Wij hierop reeds meermalen met aandrang
en klem hebben gewezen.
Na de leerjaren, die godsdienstig
doorgebracht, eene groote kracht geven
voor de toekomst, opent zich voor de
jeugd, meer bijzonder voor die, welke
de wereld ingaat, een gevaarlijke
en ernstige tijd door de ontwaking der
hartstochten, door de verleiding, die de
wereld aanbiedt, door de keuze van een
levensstaat, enz. Hier passen de woorden
van den grooten ApostelWie meent
te staanzie toe, dat hij niet valle. Wat
altijd noodig was, wordt thans meer
noodzakelijk. Waakzaamheid, gebed en
het veelvuldig gebruik der H. Sacramen
ten, ziedaar de middelen, die men vooral
heeft aan te wenden in dezen tijd, om
in Gods liefde te volharden en waarlijk
godsdienstig te blijven.
Waar de mensch meer gaat staan op
zich zelf en de gevaren grooter worden,
daar vooral mag hij de vermaning niet
vergeten van den Zaligmaker tot de
Apostelen: Waakt en bidt, opdat gij niet
in bekoring komt, want de geest is zoel
gewilligmaar het vleesch is zwak.
Met de waakzaamheid moet gepaard
gaan een voortdurend gebed, om staande
te blijven ook dan, wanneer men in
gevaar komt buiten zijne schuld. Men
moet bidden, om Gods heiligen wil in
alles te kennen en dien getrouw te vol
brengen. Men moet vragen om licht,
kracht en moed ter volharding op den
goeden weg altijd en overal, maar bij
zonder bij de keuze vau een levensstaat,
waarvan zooveel afhangt voor het behoud
der ware godsdienstigheid. Wie denkt
aan een huwelijk, hij wete, dat de voor
bereiding hier grootendeels over zijn
geluk beslist. Hij zorge dus vriend van
God te blijven. Hij raadplege, vooraf
te rijden, al moesten de paarden onderweg
dood blijven, 1 racht de postiljon in.
Ja, ik was bliksems haastig. Gij hebt
dapper doorgereden, dat moot ik bakennen.
Daar, dat is voor uw drinkgeld dan kunt
ge ook eens stevig doordrinken.
Dank u, monseigneur, stotterde de pos
tiljon, wiens galaat ophelderde bij het zien
van de goede fooi.
-- Zoo mijnheer haastig is, hernam Grelu,
ik ben ook postmeester en heb uitstekende
paarden op stal stanD.
Goed antwoordde de reiziger, maar ik
ben niet zoo ongeduldig om van hier te ver
trekken als ik het was om aan te komen. Het
is zelfs mogelijk dat ik genoodzaakt za zijn
hier eenige dagen te verblijven
Welkom, mijnheer, welkom
Daar vraag ik u niet naar. Duid mij
aanstonds eene kamer aan. waar ik mij wat
kan opschikken en dien mijn ontbijt op.
Meester Grelu en zijn gast traden binuen.
Ook was de nieawgebomene, die nochtans niet
licht uit de streek te brengen was, niet wei
nig verheugd aan de onkiesche nieuwsgierig
heid te ontsnappen van de menigte die zich
allijd rond de vreemdelingen opdringt.
Toen zij zich alleen in de herbergzaal be
vonden, veranderde de waard van houding en
toon en zich vlak voor den vreemdeling
plaatsende, vroeg hij heel ernstig, bijra
plechtig
Eerst en vooral zou ik mijnheer verzoe
ken mij zijneD naam en zijne hoedanigheid
te doen kennen.
Wat zonderlinge vraag En zoo het mij
belieft incoguito te reizen
Dat is op het oogenblik alhier niet toe
galaten, ik heb desaangaande duidelijke beve-
leu ontvaDgen
Van wien
Vau de Koninklijke overheid.
Zoo Nu, ik eerbiedig de koninklijke
overheid. Ik ben ridder de Rollac, gewezen
officier. Zijt* gij tevreden En leid me nu
maar spoedig naar mijne kamer 1
Zach1je8 aan. Zou de hoer ridder zoo
goed willen wezen mij zijne papieren en ge
tuigschriften te laten zien
Om den drommel dat gaat te ver
zijne ouders, zijn geestelijken leidsman
en al wie hem bij deze zoo gewichtige
aangelegenheid van dienst kan zijn.
Bovenal houde hij in 't oog, dat de deugd
moet staan op de eerste en tweede plaats
en dat eerst dan kan gedacht worden
aan lichamelijke schoonheid, gezondheid,
goederen, enz. Eene brave vrouw is een
heerlijk lot, zegt de H. Schrift, zij maakt
de levensjaren van haren man dubbel,
is eene gaaf des hemels. Hetzelfde mag
men zeggen van de vrouw, die een
goeden man treft. Maar zij worden ge
schonken aan hen, die God vreezen,
om hunne goede werken, om hun braaf
leven en gebed Dat vele huwelijken
zoo verkeerd uitvallen, vindt zijne oorzaak
hierin, dat op deze dingen niet genoeg
gelet is, maar te veel gehandeld naar de
lusten van het zwakke hart. Braaf leven
en veel bidden zijn de groote middelen
om hier goed te slagen en even zoo is
het gesteld bij de keuze van eiken
anderen levensstaat. Wie alzoo op den
duur godsdienstig willen leven, moeten
zijn menschen van waakzaamheid eu
gebed.
Verder spoort Z. D H. ons nog aan
tot het deelnemen, naar vermogen, aan
de Katholieke actie, die ten onzen dage
in zoovele vereenigingen en op zoo
verschillende wijzen werkzaam is voor de
eer van God, voor het heil van den
mensch en tot luister van den Godsdienst.
Aan het slot van zijn herderlijk schrij
ven verzoekt Z. D. II. te bidden voor
Z. H. Pius X en ook voor ons dierbaar
vaderland, voor onze veelgeliefde en
hooggeëerde Koningin, haar gezegend
Kind, den Prins Gemaal en Hoogstder-
zelver Koninklijk Huis, opdat rust, vrede
en geluk hun aller deel zij en het deel
van geheel Neerland's volk. Bidt mede
hartelijk voor Ons en allen die in over
heid gesteld zijn, opdat eenieder zich,
naar behooren, van zijne gewichtige taak
moge kwijten.
Het wetsontwerp regelende het vloot-
programma omvat32 pantserschepen,
10 kruisers, 52 torpedobooten voor de
hooge zee, onderverdeeld in 4 eskaders,
risp de reiziger. Mij dunkt dat mijn
woord.. Zouiit gij mijne bevestiging durven
betwijfelen, kerel Pas op, of ik zon u wel
eens bij de ooren kunnen grijpen...
Pus maar zelf op dat gij in geene moei
lijkheden komt, antwoordde Grelu, die reeds
in zijn eigen verheugd was over de weer
wraak w» lke hij giDg nemen voor de onbe
8chofte manier waarop de ridder hem had
tegengesproken..
In moeilijkheden
Ja, mijnheer voor opstand tegen de be
velen van den eersten magistraat der gemeente
Den eersten magistraat der gemeente
wie is dat T»geu don burgemeester Waar
is hij, dat ik* hem geluk wonsche over do
nauwkeurige wijze waarop zijne bevelen door
eecon vleRel van eeuen herbergier uitgevoerd
wordöD. Het bloed kookt in mijne aderen.
Waar is hij
Hij is afwezig, maar de adjuukt...
En waar is de adjunkt
Hij staat voor ik ben de adjunkt, ik,
FlorimoDd Grelu.
Da edelman veranderde aanstonds van toon
en houding en het bewijs gevende dat hij goen
man was die zich gemakkelijk uit den zadel
laat lichten, neigde bij eerbiedig
Heer adjunkt, sprak bij, gelief mij te
verschoonen... Ik wist niet. Ik kon niet
raden...
En nit zijn zakboek een perkament halend
met zegels en handteekens bedekt.
Ziehier mijn bewijs van officier.
Meester Grein nam het perkament aan, las
al brabbelend en met veel moeite hetgeen er
op vermeld stond en het den eigenaar weer
gevend
't Is wel, 't is wel! sprak hij, wij zien
mot wien wii te doen hebben.
Wilt gij ook mijn pasport nazien vroeg
de reiziger.
Het is genoeg antwoordde Grelu, die
reeds gevleid was door de eerbiedige manieren
van deu ridder.
Zijne eigenliefde was voldaan en zijne offi-
cieele plicht volbrncht nu maakte de hoeda
nigheid van adjunkt plaats voor die van
herbergier.
Nu was bij er slechts op uit de gunsten van
10 bodems voor de vloot der afdeelin-
gen voor de verre gewesten, voorts 94
onderzeesche booten, 4 mijnschepen, 3
schepen voor den hydrografischen dienst
3 transport- en schoolschepen.
Het stelt als langsten diensttijd der
schepen voor den oorlogsdienst vast
voor de slagschepen, gebouwd voor 1909
25 jaren voor die na 1909 en voor de
kruisers 20 jaren voor de torpedoboo
ten en de onderzeeërs, 17 jaren.
Voorts regelt het ontwerp de opstel
ling van de bewapening der bodems en
de samenstelling van den voorraad mu
nitie en andere benoodigdheden.
Overstroomingen.
De hydrometrische dienst heeft in een
bericht medegedeeld dat, door een
nieuwen was van de Yonne, de Loing
en de Grand Morin, de Seine van nu
tot .morgen iets zal stijgen.
Het gemeentebestuur nan Besangon
heeft bekend gemaakt, dat de Doubs
zeer waarschijnlijk zal slijgen.
De waterstaatsdienst bericht, dat de
Doubs Maandagmorgen om 3 uur 5 M.
boven het laagste peil heeft gestaan.
Van alle zijden bericht men verschrik-
kelijken was.
In den Franschen ministerraad deelde
minister Pichon Zaterdag mede, dat de
voorstellen van Frankrijk omtrent den
toestand in het Oosten geleid hebben
tot een overeenkomst tusschen Frankrijk,
Rusland, Engeland en Italië. Aan het
Kretenzer comité zal worden medege
deeld dat de aanleiding tot de moeie-
lijkheden thans, naar het schijnt, uit den
weg geruimd is.
Aan Duitschland, Oostenrijk, de Porie
en Griekenland is blijkbaar de inhoud
van de nota, die de vier beschermende
mogendheden tot het Kretenzer comité
zullen richten, medegedeeld Daarin wordt
gezegd, dat elke schending van de
souvereiniteitsrechten van Turkije, vooral
het zenden van afgevaardigden naar de
Grieksche Nationale Vergadering, de
landing van de troepen der beschermen
de mogendheden op Kreta onverwijld
tengevolge zou hebben.
Onder den druk der mogendheden
hebben Griekenland en Turkije trouwens
deu ridder in te winnen en op zijne beurt
achtte hij zelf verschooning te vragen.
Geliet deze oflicieele plichtplegingen niet
kwalijk op te nemen, heer ridder, sprak hij,
hoe onaangenaam zij ook wezen.
Gij begrijpt heel wel, dat er op dit oogen
blik menige schurk over de grenzen steekt op
wien wij voornamelijk moeten letten...
En gij hebt verondersteld dat ik tot
deze lieden behoorde onderbrak ridder de
Rollac glimlachend. Dank n voor het kompli-
ment
Meester Grelu boet zich op de lippen.
Hij zag in dat hy eene domheid begaan had.
Oh bracht hij aanstonds in... ik zou
mij niet veroorlooven zulks te veronderstellen..
Ik heb slechts nauwkeurig do bevelen uitge
voerd die ik ontvangen heb en daarmee uit.
Kijk zegde hij, ziehier de lijst der verdachte
kerels Lacour. Margret, Lavarennes...
Bij deze laatste naam trilde de ridder...
Ah ja, zegde hij, die beruchte Lavaren
nes die bij verstek veroordeeld werd om eenen
bankier bestolen ea vermoord te hebben, niet
waar
Heeft de heer ridder hem gekend vroeg
Grelu heel naïef.
Neen, ik heb de eer niet hem onder het
getal mijner vrienden of kennissen te rekenen.
Maar ik heb toch ook over die zaak hooren
spieken, zooals iedereen zij heeft nog al
wat opschudding verwekt. Het was een
vreeselijke schurk, die Lavarennes, hein
De sluwste en gevaarlijkste kerel dien
men, naar het schijnt, ooit gezien heeft. Ah!
ware ik zoo gelukkig hem te kunnen aau—
houden...
Kijk dat geloof ik, meester Grelu,
het zou een flinke vangst wezen
Niet waar
De koning zou u minstens dekoreeren...
Denkt de heer ridder dat
Ik ken desaangaande het gevoelen zijner
Majesteit, hij zou de aanhouding van Lava
rennes aanschouwen als een werkelijken dienst
aan den stuat en de samenleving bewezen.
(Wordt vervolgd)