Nummer 23.
Zondag 20 Maart 19lO.
33° Jaarg
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Eerste Bind,
PALJAS"
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
Ontwerp-Wet op de
winkelsluiting.
LANDBOUW.
Uitgever:
Zij die zich tegen het
volgend kwartaal op dit
blad abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum
verschijnende nummers
GRATIS.
INDUSTR1ËELEN.
FEUILLETON
9
De voorjaarsbemesting der weide.
TWEEDE KAMER.
De Echo van het Zuiden
en Liigstnitsche Courant,
Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fü."6.
Fraui o per po9t door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advertiüïtiën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel> groot»-
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
,.i iL'
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk houdt zich onled g met het
opmaken ?au het verslag over 1909.
Heereo ludustriëelen wordeu verzocht
hunne opgaven voor het verslag, zoo spoe
dig mogelijk in te zenden.
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken voornoemd.
De Staatscommissie voor den Midden
stand heeft, zooals reeds kortelijk ge
meld is, aan H. M. de Koningin een
ontwerp-wet op de winkelsluiting aan
geboden.
De commissie zegt in haar schrijven
aan H- M. de Koningin eenstemmig van
oordeel te zijn, dat het in het belang
van den middenstand noodzakelijk is ten
spoedigste over te gaan tot een wette
lijke regeling van de winkelsluiting.
Zij besloot in verband hiermede een
nader onderzoek in te stellen naar de
wijze, waarop in andere landen deze zaak
is geregeld, ter aanvulling van de ken
nis, door vele leden der commissie in
het buitenland hieromtrent persoonlijk
reeds opgedaan. Mede met behulp van
de aldus verkregen kennis en steunende
op het velerlei licht, dat ook hier te
lande over dat vraagstuk werd ontsto
ken, werd door een der sub-commissiën
een concept-wetsontwerp met memorie
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
OF
Jéeföeultowsv aan t)cu J&uwefijlwt'anD.
van toelichting opgesteld, bij welken
arbeid met name het lid der commissie
mr. J G. Schiirmann zich verdienstelijk
maakte.
Wegens het groote en dringende be
lang der zaak heeft de commissie ge
meend niet te moeten wachten tot haar
eind rapport gereed is, maar reeds nu
aan H M. het wetsontwerp te moeten
aanbieden.
Wij laten hier de belangrijkste arti
kelen van het onderwerp volgen
Artikel 1. Het is verboden een winkel
voor het publiek geopend te hebben of
in een winkelhuis iemand te bedienen
tusschen 's avonds negen uur en 's mor
gens vijf uur.
Degenen, die bij het sluiten van den
winkel daarin aanwezig zijn, mogen nog
bediend worden.
Art 2. Onder >winkel«, in den zin
dezer wet, wordt verstaan elke besloten
ruimte, die niet uitsluitend fabriek of
werkplaats is en waar goederen anders
dan uitsluitend voor wederverkoopers
gedurende meer dan één dag in een
maand ten verkoop voorhanden zijn, ook
al maakt het ten verkoop voorhanden
hebben slechts eeu onderdeel uit van
het uitgeoefende bedrijf.
Onder »winkelhuis< wordt verstaan
elke besloten ruimte, die in eenige ver
binding met een winkel staat.
Art. 3 De bepalingen dezer wet zijn
niet toepasselijk op
a apotheken, voor zoover betreft de
uitoefening van de artsenijbereidkunst
b. inrichtingen waar spijzen en dran
ken voor verbruik ter plaatse worden
bereid of verkocht.
Het is echter verboden, in de inrich
tingen, genoemd onder b, waren anders
dan voor verbruik ter plaatse te ver-
koopen op de uren, waarop winkels,
volgens de bepalingen dezer wet, of
krachtens een op deze wet steunende
verordening moeten gesloten zijn.
Art. 4. De bepalingen van artikel 1
dezer wet gelden niet voor den Zaterdag,
den Oudejaarsdag, den werkdag vooraf
gaande aan Hemelvaartsdag, de drie
werkdagen voorafgaande aan St Nico-
laas,
Op al deze dagen zal het echter, be
houdens het in alinea 3 bedoelde geval,
verboden zijn, een winkel voor het pu
bliek geopend te hebben, of in een win
kelhuis iemand te bedienen tusschen
's avonds 11 uur eo 's morgens 5 uur.
De gemeenteraad is echter bevoegd,
om hoogstens 14 dagen in het jaar aan
te wijzen, waarop de bij deze wet voor
geschreven bepalingen omtrent het
sluitingsuur niet zullen gelden, of des-
gewenscht voor die dagen een later
sluitingsuur dan het bij deze wet aan-
gegevene te bepalen.
Onder de in het vorig lid genoemde
14 dagen mogen ook aangewezen wor
den de in het eerste lid van dit artikel
genoemde dagen.
Art. 5. Wanneer minstens één derde
van het aantal tot een of meerdere
groepen van bedrijven behoorende
winkeliers aan het gemeentebestuur het
verlangen kenbaar maakt, om het slui
tingsuur hunner winkels op een door
hen aan te wijzen, vroeger dan in art. 1
dezer wet genoemd uur te bepalen, za'
het gemeentebestuur verplicht zijn, om
binnen twee maanden een stemming uit
te schrijven bij de winkeliers der be
trokken groep of groepen omtrent de
wenschelijkheid van een invoering van
het aangevraagde sluitingsuur.
Verklaren zich twee derde der aan
de stemming deelgenomen hebbende
winkeliers vóór de invoering van dat
sluitingsuur, dan is de Raad verplicht,
een verordening, waarbij dit sluitingsuur
bepaald wordt, voor die betrokken groep
of groepen vast te stellen en binnen 6
maanden na de gehouden stemming in
werking te doen treden.
Art. 9. Op uren, waarop ingevolge
deze wet de winkels gesloten moeten
zijn, is het venten e'i verkoopen of te
koop aanbieden op of aan den open
baren weg, behalve met drukwerken,
verboden.
Art. 10. Overtreding van een der be
palingen van deze wet ingevolge de
artikelen 1, 3, 4 en 9, of van de inge
volge art. 5 vastgestelde verordening,
wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes dagen of geldboete van
ten hoogste f25.
Indien tijdens het plegen van het feit
nog geen twee jaren zijn verloopen
sedert een vroegere veroordeeling van
den schuldige wegens gelijke of andere
overtreding dezer wet onherroepelijk is
68).
De kinderen eiechten dan ook htin aandeel
in de ouderlijke omhelzingen en liefkoozingen
en stonden tusschen man en vrouw gelijk een
levende baud die hen aan elkander strengelde.
Onmogelijk kon men roerender tafereel uit
denken.
Bemint wel uwe moeder, lieve kindereD,
zei Paljas, 't is een engel dien God tns ge
zonden heeft
Een engel neen, b^ste vriend ant
woordde Madeleine want nu mag ik u alles
wel bekennen, dat wij zeker zijn eens rijk te
zullen worden ODze armoede beeft mij bitter
doen lijden. Ondanks mij zelve voelde ik mijn
natnur tegen onze levenswijze opstaan
En uwe natunr had wel gelijk 1 Het
was het bloed uwer vooronders dat in u op
bruiste, mevrsuw Maar gij bloosdet toch
f over mij, niet waar
Mijn goede Belphégor over u blozen
die voor mij zoo gestadig en zoo moedig
gewerkt hebt die mijn leven hebt gered en
mij dagelijks nog talrijke bowijzen van liefde
en verkleefdheid geeft Neen wees verzekerd,
gij hebt my ruimschoots geti oost voor betgeen
ik geleden heb...
Ik dank u 1 riep PsljaB, wienB hart door
die rechtzinnige verklaring verlicht werd van
een schrikkelijk vermoeden. En nn, geen
lijden, gecne tranen meer 1 volle geluk voor
altijd
GaDSch aan hunne vreugde overgegeven,
hadden Paljas en zijne vrouw niet bemerkt
dat er een nieuwe getuige van hun geluk was
opgetreden.
Sedert eenige oogenhlikken stond ridder de
Rollac op den drempel der kamer het tooneel
van hun geluk na te zien.
Ziehier 1 riep hij plotseling.
Dan ernigBzins schertsend
Verschooning dat ik n zoo te midden
nwer familiezaken kom storeu... Ik stel met
genoegen vast dat gij aan mijn verbaal begint
geloof te hechten en mij niet meer beschouwt
als een dolzinnigen prater die u het een of
ander, op de mouw zoekt te Bpelden. Maar
gij hebt mij de bewijzen gevraagd van mijn
gezegde, en ziehier, ik breng ze hij u.
Laat zien laat zien riep Madeleine
ongeduldig.
Een oogenblik, juffrouw, gelief mij eerst
te aanhooren, antwoordde de ridder die nn
een ernstig gezicht aannam Vooraleer van
deze bewijzen kennis te nemeD, is het goed
te weten met wien gij te doen hebt ik ben
ridder de Rollac. Een ouderling die een der
edelste namen van Frankrijk draagt en onlangs
na eene langdurige ballingschap, met den
koning weer naar zijn Vaderland gekomen is,
heeft mij met zijn vertrouwen en zijne vriend
schap vereerd.
Die onderling is nw grootvader, juffrouw.
Zijn naam hoe is zijn naam, mijnheer?
vroeg de joDge vronw.
Dien zal ik u straks bekend maken
Sedert zijne terugkomst heeft hij slechts één
verlangen en hij koestert slechts ééne hoop
zijne kleindochter weer te vinden die in
vroegere jaren aan goochelaars werd toever
trouwd...
Aan mijne ouders, zei Paljas.
Ja, hernam Rollrc, aan uwe ouders, die
het kind ontvangen hadden tan eenen edelen
baoneliDg die onder de kleeding van eeneu
boer aan zijne vervolgers ontsnapte- Die edel
man, een markies, was nw vader, juffrouw
Mijn vader!... maar zeg mij den naam
van mijnen vader, riep Madeleine, hijgend
van ongeduld.
Zijnen naam drong Paljas op zijne
benrt aan...
Een weinig geduld hernam de ridder.
Uw vader, juffrouw, was verplicht naar En
geland te vluchten om aan den dood te ont
geworden, of de geldboete vrijwillig is
betaald, kunnen het straffen worden
verdubbeld.
Hoe beter de weideD, hoe rijker de boer.
Of het een spreekwoord is, weet ik niet,
een waar woord is het zeker. Eu daarom
moet elke landbouwer het als zijn eersteen
voornaamste taak beschouwen, weiden en
grasvelden in zoo goed mogelijken e'aat te
brengen of te houden. Een der voornaamste
der allerwichtigste punven in de behandeling
der weiden is hare bemesting. Na de ligging
bepaalt de bemesting den aard der grassen,
die op de weide zullen groeien. Men kan
bij het aanleggen der weide zooveel goede
grassoorten zaaien als uien wil, op den
daur groeien er alleen die soorten, welke
zich op den bodem „thuis geroelen.* 'he
groeien als van zelf, terwijl de anderen
achterblijven En het „thais voelen* der
grassen staat in nauw verband met de stoffen
die zich in den bodem bevinden, dus met
de bemesting. In tusschen zij bet nog eens
gezegd, dat alle bemesting der weiden
nutteloos is, wanneer de waterstand niet
geregeld is. Al deze grassoorten (zoete
grassen, in tegenstelling met zure grassen)
hebbeu voor hunne ademhaling lucht-zuur-
stof uoodig, ook bij hun worteis Als het
water dus in de weiden „staat,* is dat altijd
ze-r nadeelig. De planten verstikken daar
door. Eveuzoo is het voor den groei der
zoete grassen zeer schadelijk, als in den
winter het ijs op de v Ideu ligt. Men regele
dus den waterskaud, alvo ens de weiden te
bemesten. Vele goede grassoo ten, de zoete
grassen dus, zouals veld- en ruw beemdgras,
het lang bloemig zweukgras, de krapaar, het
gewone kaaigras, het veldgru*, het reukgras,
het timotheegras, zijn alle zeer kalirijk.
Door de groote massa's gras, die de bodem
jaarlijks oplevert, worden zeer groote hoe
veelheden kali aan den bodem onttrokken.
Wanneer deze hoeveelheden kali niet aan
den bodem worden teruggegeven, verdwijnen
weldra de goede, zachte grassen en de zure
grassen krijgen de overhand, welke laatste
zeer weinig behoefte aan kali hebben. En
hieruit volgt, als het ware een andere wet,
die elke landbouwer of weidebezitter moet
kennen. Wanneer op een weide, die geen
komen en kon de brave lieden niet meer weer
vinden aan wie hij tijdelijk zijn kind had
toevertrouwd...
Door een onbeg ijpelijk noodlot bleven al
zyne opzoekingen vruchteloos... Niels bad hij
onaangewend gelaten om in zijne opsporingen
te slagen bij bad den eenen bode na den
anderen uitgezonden, goud met hoopen uit
gegeven en zou voorzeker van verdriet ge
storven zijn, zoo...
Zoo herhaalden te zamen Madeleine
en Belphegor die aandachtig en angstig het
verhaal volgden.
Zoo hij in den 1 loei zijner jaren niet
gesneuveld ware, toen hij in Vendée de witte
koninklijke vlag verdedigde.
De oogen der jon?e vrouw schoten vol
tranen
Paljas zelf, ondanks alle pogingen die hij
aanwendde, kon zijne aandoening niet ver
bergen.
Hij herinnerde zich dat ook zijn vader en
zijne moeder en zijn zustertje ginds op den
Vendeeschen grond gevallen waren.
Hij 2ag het tooneel weer voor zijnen geest
oprijzen met de duidelyke bijzonderheden,
gelijk een kindergehengen soms iets opvat, en
meende hen nog in het gras te zien liggen,
gansch met bloed bedekt, te midden der
strijders.
Hij rag dien zwartgekleeden hoofdman weer
die naast Willem lag uitgestrekt en deze
berinnering deed bij hem de vraag ontstaan
was die hoofdman de markies zelf niet
had eene zonderlinge gril van het noodlot den
edelmau en den goochelaar in den dood niet
vereenigd, gelijk bnnne kinderen het in het
leven zouden geweest zijn
Er heerschte eeD oogenblik stilte.
Toen Madeleine een weinig van hare ont
roering bekomen was, onderbrak zij eerst deze
stilte en vroeg
En mijne moeder, mijnheer
Uwe moeder was gestorven, toen gij nog
geen jaar oud waart... Zy was reeds dood,
toen uw vader verplisht was n te verlaten
om n zelve in het leven te behouden.
Overvloedige tranen besproeiden het aan
gezicht der jonge vrouw
Mijne moeder mijne arme moeder
lest heeft van het water, zure grassen groeien,
zooals kweldergras, het rietachtig zwenkgras,
de boldragende nonnestaart, rnnschen of
bloembiezen, wollegras, zeggen enz. of mos
sen, dan kunnen wij daaruit met tamelijk
groote zekerheid besluiten, dat zulk een
bodem behoefte heeft aan kali. Voor het
in den goeden staat brengen der weide, 1
breekt nu de tijd aan. Wanneer men meent
dat de weiden te lijden hebben van water,
dan kan men in dezen tijd van het jaar
nog het een en ander doen aan in orde
breugen. Daar na kau men met de be
mesting der weiden beginnen. T)e beste
vorm voor de kalibemesting der weiden is
kaïniet, dat goedkoop is en dus in grootcre
hoeveelheden kau uitgezaaid worden op de
gras- en weidelanden. Voor het kaïniet is
het ook nu nog tijd genoeg, zoodra de
regentijd over is zeggen we half Februari
kunt ge het kaïniet zaaien. Men geeft naar
omstandigheden 200400 K. G .per geiuet.
Voor do weide bestaat geen betere kalibe
mesting dan het kaïniet.
Woensdagochtend heeft zich een zeer
onparlementair incident in de Kamer
voorgedaan.
In den aanvang der vergadering vroeg
de heer Borgesius heropening van de
beraadslaging over de sociale verzekering.
De heer Lohman verzette zich daartegen;
men had ruim gelegenheid gehad alles
te zeggen wat men wenschte. Het debat
was niet bij overrompeling gesloten en
't zou dan ook verkeerd zijn ze te her
openen, want nu al heeft men zich in
den lande afgevraagd waarvoor die
debatten dienden. De meerderheid had
de plicht de vrijheid der minderheid te
eerbiedigen maar ook de politieke plicht
om te zorgen dat de tijd niet verpraat
werd.
De heer Schaper ondersteunde het
verzoek van den heer Borgesius. Het
debat was gisteren onverwacht gesloten,
onder den invloed van een lid, dat zich
als vice-president aanstelde en de presi
dent opstookte (protest van den voor
zitter.) Spr. zou ook den tijd niet willen
zoek brengen. De minister wachtte
achter de deur om binnen te komen.
[Gelach.)
De voorzitter zeide behooilijk de ge
mompelde zij snikkend.
Dit laatste antwoord van den ridder wekte
in hot geheugen van Belpbegor nog een ander
feit op
Hij dacht aan het schrikkelijk voorval dat
hij aan Maddeine altijd verzwegen had om
haar niet te bedroeven.
Vóór lange jaren had de zonderlinge, ge
heimzinnige handelwijze van den gewaanden
boer en van Willem die met spade en bak in
bet kreupelhout gedrongen waren, zijne in
beeldiDg diep getroffen
Meermalen had bij uit de samenspraak van
zijne ouders het eene of andere woord opgevat
over eene arme vrouw die in bijzonder droeve
omstandigheden gestorveu was en over een
graf dat midden in het dennenbosch gedolven
was
Zon die vrouw de markiezin niet geweest
zijn
Waar i? mijne moeder gestorven r vroeg
Madeleine. Waar rust zij in den eeuwigen
slaaps Zeg het mij, oplat ik op baar graf
mijne gebeden met mijne tranen zou kunnen
gaan storten.
Al deze bijzonderheden over uwe familie
zult gij later uit den mond van uwen groot
vader zelf vernemen, antwoordde de ridder,
die den naam barer familie niet wilde nit
spreken, vooraleer uitdrukkelijk zijne voor
waarden gesteld te hebben. Wat mij betreft,
ik volbreng eenvoudig de zending waarmede
de heer hertog mij belast heeft. Hij is reeds
te oud, te styf en te stram om zelf deze
opsporingen na te loopen daarom heeft hij
mij galaat de opzoekingen, welke vroeger
vruchtelooB waren gebleven, voort te zetten,
en ik dank de Voorzienigheid mijne pogingen
zoo spoedig met een goeden uitslag bekroond
te hebben. Ziehier overigens, zoo vervolgde
hij, de papieren die mijne hoedanigheid en de
zending waarmede ik belast ben, bepalen en
vaststellen.
En hij begou luidop verscheidene uittrek
sels te lezen van de brieven welke de hertog
van MontLazon hem geschreven had, zonder
nochtans zijnen oaam te vermelden.
Welnu, besloot hy, terwijl hy de papieren
zorgvuldig toevouwde en weer in zijne por
tefeuille stak, dit alles is klsar en duidelijk.
nietwaar en komt volkomen overeen met
hetgeen ik u gezegd heb Verlangt gij nog
andere bewijzen Ik za) zoo gij het noodig
acht, de getuigenis inroepen van eenen kas
teelheer dtzer gemeente, mijnen groot—oom,
den gewezen groot—baljnw van Conrgemont...
Ob neen. neen, wij gelooven u, heer
ridder, zei Paljas die volkomen overtuigd
was. Niet waar, Madeleine
Ja, mijn beste vriend, bevestigde deze,
terwijl zij twee tranen wegvaagde en met on
geduldige nieuwsgierigheid afwachtte dat de
vreemdeling haar den naam van hare ouders
zon bekend maken-
Dan zullen wij maar niet verder onzen
tijd aan nuttelooze woordenwisselingen ver
spelen. Ik zie dat gij ongeduldig zijt eu ik
begrijp "zolks Laat ons nn onze overeenkomst
sluiten en de voorwaarden bepalen.
Overeenkomst voorwaarden her
haalde Bdphegor verwonderd. Verschoouiug,
mynheer, maar ik moet u bekennen dat ik
niet begrijp
Ik evenmin, zei Madeleine.
Dat is nochtans eene heel eenvondige
zaak, antwoordde de ridder. Zooals ik n reeds
gaz'gd heb, is de familie van uwe vrouw rijk.
buitengewoon ryk eu een der edelste van heel
Frankrijk. Hoe veronderstelt gij dat deze zal
te werk gaan
Ik veronderstel niets, zei de kunsten
maker. Gij zegt dat er ergens een ouderling
woont die gelukkig zou wezen de dochter van
ziinen zoon weer te vinden daarbij is de
man van die dochter, uw ootmoedige dienaar,
die niet minder gelukkig zou zijn ze hem te
bnnnen wegbrengen Gelief ons bij dien
edelman te geleiden, mijnheer, en zoo hij
waarlijk een vaderhart in zijn» borst voelt
kloppen, zult gij wel zien dat wij goed zullen
overeenkomen...
U naar hem geleiden Maar, gy lacht
zeker
Weihoe?... Wat beteekent dit vroe
gen de beide echtgenooten tegelyk, terwijl zi.
malkander verwonderd aankeken.
(Wordt vervolgd).