Rummer 31.
Zondag 17 April 1910.
33° Jaasg
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
PALJ AS
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
feuilleton
LANDBOUW.
Uitgever:
BUITENLANDT
Frankrijk.
Griekenland.
WAALWIJK- Telefoonnummer 38.
Iets Nieuws?
Men wordt toch verstandiger.
Hoe moet men Guano gebiuiken
De Echo van het
IVaalwyksclie en Laiigstraalsche Courant,
Dit Bind verscli ijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Fran< o per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Advert bntiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grcole
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract» n
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
ouderdomsverzekering zal worden inge
diend, maatregelen te nemen voor het
houden van een groote betooging in
den Haag voor hetgeen door den Bond
wordt voorgestaan. Enfin, nous verrons 1
De Bond van Staatspensionneering zal
op 5 juli as. zijn 10de algemeene ver
gadering houden- Men kent het zeer
zeker niet onsympathieke, doch on
logische doel van deze corporatie, nl.
om voor iederelet wel iedere Nederland-
sche man of vrouw een wettelijk staats
pensioen te verkrijgen. Reeds meer
malen hebben we trachten aan te toonen
dat datgene, wat de Bond wil, niet
alleeu onmogelijk, maar ook logisch on
verdedigbaar is, afgescheiden nog van
de principieele bezwaren, welke velen
tegen het stelsel van den Bond hebben.
Naar aanleiding van een der voor
stellen, voorkomende op den beschrij
vingsbrief voor genoemde algem ver
gadering, zou men oordcelen, dat einde
lijk bij een zekere groep van leden het
gezonde verstand de bovenhand krijgt.
Immers, dat voorstel luidt, om in art. 1
na woorden >mannen en vrouwen» in te
lasschen »die het noodig hebben.»
D ze leden willen dus m a.w. alleen
aan die Ned. mannen en vrouwen een
staatspensioen geven, welke het noodig
hebben. Deze 'wijziging zou werkelijk
een groote stap in de goede richting
zijn. Wie toch zou er voor kunnen zijn,
om aan alle Nederlanders, dus ook aan
de millionairs en andere gelukkige be
zitters, een staatspensioen toe te kennen f
Ofschoon over het doel van den Bond,
ook met deze bijvoeging, nog genoeg te
discussieeren zou zijn, erkennen we
gaarne, dat bewuste wijziging aan dat
doel een geheel ander en zeer zeker
gezonder karakter geeft dan het tot nu
toe heeft.
In elk geval is af te wachten hoe de
principienruiters tegenover dit verstan
dige voorstel zullen slaan. In verband
met de verzekeringsontwerpen der re
geering verdient deze vergadering zeer
zeker eenige aandacht, te meer, daar
het H B voorstelt om, zoodra bekend
zal worden dat een wetsvoorstel voor
Zooals de lezers weten, drongen eenigen
tijd geleden het Dagblad van Noord-
Brabant» en »Het Huisgezin» aan op
vrijstelling van betaling bij de Ouder-
domsverzekering voor kleine loonen.
»De Tijd» kwam daar tegen op en
schreef, dat men in den tegenwoordigen
stand van 't verzekeringsvraagstuk niet
met nieuwigheden moest aankomen.
Met deze uiting toont »De Tijd» niet
op de hoogte te zijn van onze actie in
deze. Immers in een adres van de
Federatie der R. K. Werkliedenbonden
in Nederland werden dergelijke vrij
stellingen al in 1907 gevraagd.
Hierin toch staat letterlijk»Is deze
splitsing geschiedt (bedoeld wordt hier
mede een splitsing in verplichte ver
zekering van geneeskundige behandeling,
doch niet verplichte verzekering van
geldelijke uitkeeringen, wijl dit laatste
alleen de best gesitueerde arbeiders
kunnen betalen) dan worden van de
verplichting tot de betrekkelijk goed—
koope verzekering van geneeskundige
behandeling de lage loonen vrijgesteld.
Met ziet dus, dat het voorgestelde
door onze beide confraters alles behalve
een nieuwigheid is, en dat derhalve ons
katholiek hoofdorgaan deze misschien
goed bedoelde terechtwijzing gerust in
de pen had kunnen houden.
Ook blijkt hieruit, dat deze wensch,
die ons niet door 't drijven van andere
partijen is opgedrongen, doch het toe
passen eener lang bij ons bestaande
meening is, ons zoo niet principieel, dan
toch zeker practisch nader brengt bij
de ideestaatspensioneering of staats-
ondersteuning.* Immers, is deze eisch
op zijn plaats bij de ziekteverzekering,
dan geldt hij even krachtig bij de
ouderdoms- en invaliditeitsverzekering
wier bijdragen voor de kleine loonen
eveneens te drukkend zullen zijn en op
wier vrijstelling om dezelfde redenen
dient aangedrongen te worden.
Welnu, dan hebben wij n. o. b. m.
juist dien vorm van staatspensioneering,
of wil men liever, staatsondersteuning,
welke alleen toelaatbaar is, n.l. dat alleen
aan die Ned. mannen en vrouwen een
staatstoelage wordt toegekend, welke
onmogelijk in de gelegenheid waren
hiertoe premien te betalen. Bovendien
is dan deze materie niet alleen voor de
ouderdomsverzekering geregeld, maar
voor de geheele sociale verzekering.
Hierbij mag echter niet uit 't oog ver
loren worden dat, waar slechts eenigszins
de mogelijkheid bestaat, de premien
door de verzekerden zelf moeten betaald
worden, zij 't dan ook met gedeeltelijke
ontheffing, zoodat alleen de zwaksten
onder de zwakken vrijgesteld zijn. Voor
deze echter moet de staat optreden.
Nog eens de „absolute
neutraliteit"
Men kent deze fraaie phrase, die in
den laatsten tijd aan de orde van den
dag is.
Zooals men weet, moet ze beteekenen,
dat 't onderwijs in de openbare school
vrij moet zijn van alle politieke en gods
dienstige dogma's. Men weet ook dat
deze mooi opgezette onzin (1) uitge
vonden is door den B. v. Ned- Onderw.
en tegenwoordig in vereeniging met de
socialisten door deze corporatie sterk
bepropageerd wordt.
Welnu, hoort nu, hoe de bekende
Me/rouw Roland Holst, die bij gebrek
aan petroleum-gieten en brandstichten
dag in dag uit artikelen schrijft over de
opvoeding der kindertjes, over deze
»absolute neutraliteit* denkt.
Zij acht voor deze kleinen het best
de verplichte neutrale staatsschool.
Wel weten wij zoo zegt zij dat
het onderwijs niet de voornaamste der
factoren is, waarvan de ontwikkeling van
het klasse bewustzijn en de kracht van
den klassenstrijd afhangt, maar we weten
ook dat het een zeer gewichtige factor
van beide is.
Deze mede-voorstandster der boven
geciteerde absolute neutraliteit* wil
dus, dat het onderwijs zoodanig moet
worden ingericht, dat daardoor op 's Rijks
kosten sociaal-democraatjes gevormd
worden.
Ja wel, dat is dan die veelgeroemde
«absolute neutraliteit* 1 Zou die phrase
niet duidelijker uitgedrukt worden als ze
luidde absoluut vrij van godsdienst en
absoluut vol van sociaal-democratische
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
OF
J&fDenUomv aan Deit J^tuveftjlmCauD
76).
Eens dat hij zich in den vreemde bevond,
had hij spoedig het geld, dat hij bij den ban
kier gestolen had, verteerd en moest zijne toe
vlucht tot andere middelen nemen.
Zoo was hij er toe gekomen altijd tegen
klinkende mant nu eens de koningsgezinden te
dienen om ze daarna even gemakkelijk te ver
raden. Er was reeds eenigen tijd verloopen
sedert zijne laatste veroordeeling en de politie
had het spel opgegeven.
De kerel scheen onvatbaar en hy werd in
volle rust gelaten.
Dit beviel hem niet.
Hij kon dit rustig leven niet gewoon worden
en voelde zich aangedreven om eene nieuwe
misdaad te plegen.
Hij wachtte eene gunstige gelegenheid af om
den postiljon uit Provence aan te vallen en
hem de geldbrieven te ontrooven welke hij ver
voerde.
De schurk Blaagde weer in zijne stoutmoedige
onderneming en was daarna weer genoodzaakt
zich uit de voeten temaken, om niet door het
gerecht aangehouden te worden.
Toeü durfde hij niet naar Frankrijk terug-
keeron en hij besloot de gelegenheid te baat
te nemen welke de oorlog hem aanbood.
Dan stak hij over naar den linkeroever van
den Rhijn, volgde de troepen van Napoleon
van stad tot stad op en werd de ellendige,
laffe lijkroover der slagvelden.
Wij hebben hem als dusdanig aan 't werk
gezien.
Wat by dien schurk vooral opmerkenswaar
dig was, is, dat hij alléén werkte en zich nooit
bij een rooversbende aansloot.
Die handelwijze bood hem dit voordeel aan
dat hij alleen al de profijten van zijne diefstal
len genoot en dat niemand ooit zou verraden
wat hij alleen beraamd en uitgevoerd had.
Dit was ook zyne macht.
Niets te deelen, geene jaloerschheid, geen
verraad te vreezen, volkomen vrijheid in zijne
ondernemingen die hij schikte naar zijn goed
dunken en volgens de gelegenheden, nu eens
verward tnsschen de personen van den hoogeren
stand, dan eens verdwijnend ondei het volk
altyd even geheimzinnig en even stoutmoedig.
Die man, wiens euveldaden bij iedereen be
kend waren en beaproken werden, wiens naam
door alle dagbladen gednrend herhaald werd
gelijk die van beruchte moordenaars, ver
spreidde alom zulke groote vrees, dat de vrou
wen en kinderen een kruisteeken sloegen als
zij slechts den naam van Lavarennes hoorden
nit8preken
XI.
Lavarennes, dien wij voortaan den ridder
de Rolac zullen blijven noemen, was. zooals
wij reeds gezegd hebben in 1814 met de legers
der Bondgenooten en de laatste emigres naar
F ankrijk weergekeerd.
Hij stelde zich voor in zijne nieuwe hoe
danigheid goed figunr te maken tnsschen de
edellieden van zynen tyd en zich eene vaste
toekomst op te bouwen.
Hij wilde een einde stellen aan het zwer
versleven dat hij tot hiertoe geleid had en
voor altijd het schrikbeeld der gendarmen en
het vooruitzicht van het schavot nit zijne
oogen verwijderen.
Na in zyn leven alles beproefd te hebben,
verlangde hy nu rustig zyn leven te slijten
en zich voorgoed te beteren om nooit in den
put der gehalsrechten te komen.
Hij had tot hiertoe alle gedaanten aange
nomen om aan de vervolgingen te ontsnappen
van het gerecht of aan de waakzaamheid der
cipiers maar die verschillige gedaante moest
hij gedurig afleggen en aannemen naarmate de
omstandigheden zulks vereischteu.
Nu had hij de hoedanigheid aangenomen van
iomand die dood was en daardoor eene wettige
propaganda. Wij gelooven, dat we met
deze uitlegging dichter bij de waarheid
zijn.
Als gevolg van het zoozeer toegenomen
kunstmeetgebraik, is het aantal guano-ge-
broikers beduidend verminderd, maar daar
zijn er altoos nog, die er gaarne mee „wer
ken", omdat de aanwending zoo eenvoudig
is en dc meststof vanouds goed heeft vol
daan. Daar willen wij thans ook niets tegen
zeggen, maar wel tegen de wijze, waarop
de guano algemeen wordt aangeweEd. Die
bemesting8wijze is niet rationeel en ook
uiet de voordeeligste. Men geeft nl. in
enkel guano niet, wat de gewassen voor
huil groei en een norraaleu oogst noodig
hebben, wat direct duidelijk wordt, als men
weet, dat guauo bijv. bij 7% stikstof en
10°/o phosphorzuur slechts 2% kali bevat.
Dit is veel te weinig voor alle gewassen,
snaar inzonderheid voor knol- en wortel—
gewassen en alle, die vrij wat of zeer veel
kali behoeven. Natuurlijk zal dit niet
hinderen op kali-rijke kleigronden, maar wel
op ouze kali-arme zand- en veengronden,
en zeker ook nog wel op sommige k 1 ei
bodems, want ook daar mankeert vaak de
kali min of meer. 't Kan niet anders, of
op dien kali-armen grond zal de guano-
bemesting een oogst geven bededen een
normale opbrengst, in vele gevallen zal
deze door het kali-minimum 9terk worden
gedrukt. Nu wordt de guano vaak naast stal
mest aangewend, waarin dan het kali-tekort
eeuigermate wordt rtrgoed en de oogst
daardoor gunstiger uitvalt. Zoo valt het den
gebruiker, die oppervlakkig te werk gaat
en door gebrek aan keuuis niet weet te be
cijferen, hoe hij het voordeeligst zijn akkers
bemest, niet zoo licht op, dat de guano
voor hem een onvolledige meststof is en
dat hij met de door hem toegepaste com-
hinalie van stalmest en guano duur uit is.
De lezer zal het nu verstaan bij guano
behoort in zulke gevallen kali te worden ge
geven. Dit kan men bijv. bij aardappelen
het best doen door toevoeging van patent
kali. Reeds eenige jaren geleden leerde ik
door een proef, hoe goed dit werkt. Ik
bemestte 2 Are aardappelland (zandgrond)
alleen met opgeloste Peru-guano725 KG.
per HA.op een ander even groot stuk
paste ik dezelfde bemesting toe, maar gat'
bovendien, om de ontbrekende kali aan te
vullen: 7 Kilo patentkali, dat was per HA.
350 KG. 't Kostte mij op dat stukje van
2 Are slechts 47 ets. Eu daarvoor kreeg
ik een meerder beschot van 66 kop (Liter)
groote en 16 kop poters. Die eenvoudige
pro^f kan ieder nemen. Sedert heb ik icderen
guano-gebruiker, dien ik ontmoette, aan
geraden „Strooi naast uw meststof uit
3 h 4 Kilo patentkali per Are, of G it 8
kilo kaïniet I"
C. B.
Al meermalen is gebleken, dat het
Fransche volk zeer spaarzaam is. In het
jaar 1869 was in de Fransche Staats-
spaarbanken slechts 711 inillioen frs.
belegddie som was in 1908 aange
groeid tot 1500 millioen-
Bovendien zijn volgens een pas ver
schenen boekje 65 milliard belegd in
Fransche fondsen en 38 in buitenland-
sche. Het Fransche volk is niet alleen
een spaarzaam, maar ook een rijk volk.
De Times verneemt uit Athene dat de
koning der Hellenen met zijne geheele
familie Donderdag aan den Piraens naar
Korfoe if scheep gegaan. De eerste-
minister wachtte de koninklijke familie
aan den Piraenes op. Op Korfo eworden
groote toebereidselen voor een feestelijke
ontvangst getroffen. De Koningin van
Engeland wordt daar Zondag verwacht,
en de Engelsche gezant zou gisteren
naar Korfoe vertrekken.
De Gaulois meldt, dat de Fransche
regeering op het verzoek van de Griek-
sche regeering, om haar een generaal
en vier officieren voor de hervorming
van het leger af te staan, gunstig beschikt
heeft. De namen van de naar Grieken
land uit te zenden officieren zullen spoe
dig bekend gemaakt worden.
inburgering bekomen waarvan niemand hem
den eigendom kon betwisten zoolaDg echter
de dood van den waren eigenaar onbekend
bleef.
Lavarennes bad overigens een goeden inval
g had toen hij zich de papieren van ridder de
Rollac toeeigende.
Hij had zich niet bedrogen in zijn vermoe
den, dat eebter door een nauwkeurig onder
zoek der gestolen papieren bevestigd was, dat
de joDge ridder, uit reden van zijn langdurig
verblijf in Amerika, weiuig betrekkingen in
Frankrijk behouden bad.
Dit was volkomen de weinig gekende per
soon die het best paste voor de gedaantever
wisseling welke hij beproefde.
Indien hij den naam aangenomen had van
eenen meer gekenden persoon, zou het niet
lang geduurd hebben of hij zon in de val
zitten. Hij was te doortrapt om ook zulke
onvoorzichtigheid nog te begaan.
Het was hem dus genoeg eenvoudig ridder
de Rollac te heeten en bij zou ermee tevreden
zijn.
Maar, het waB hem niet genoeg den naam te
dragen die hofjonker moest zich nu ook eene
plaats weten in te ruimen.
Hoe zou hij daartoe geraken
DesaaDgaande had hij nog geen plan vast
gesteld.
Door het aanhoudend verkeer der edellieden
die meest rond den troon des konings geschaald
waren en wedijverden met de vurigste aan
hangers van bet koningdom, hoopte hij weldra
vriendschappelijke betrekkingen aan te knoo-
pen fD zijne plaats in de gunsten des vorsten
te verwerven.
Hoe klein die plaats in den beginne zou
geweest zijn, zou hij wel zorgen ze te ver—
grooten.
Hij verdiende ook wel een belooning want
doodelyk gewond, op het slagveld van Lutzen
achtergelaten, (dat was immers het verdicht
sel dat bij vertelde) had hy zijn behoud slechts
aan een gelukkig toeval te danken.
Eenige boeren die hem te midden der
dooden ontdekt hadden en bemerkten dat bij
nog ademde, hadden hem naar hunne hut
overgebracht en gedurende verscheidene maan
den verzorgd totdat hij eindelijk naar zyn
vaderland kon woerkeersn, dat nu van het
juk des Uorsikaanschen dwingelands verlost
was.
Zoo zocht bij iedereen belang in te boezemen
toen hij, zooals wij vroeger gemeld hebben,
de geschiedenis van Mejuffur do Montbazon
boorde vertellen en vernam dat haar groot
vader geene moeite zou sparen om haar weer
te vinden.
Dat was voor hem een gewonscht buiten
kansje.
Van het eerste oogen blik af had de door
trapte gelukzoeker begrepen welk voordeel er
voor hem kon uitgetrokken worden.
Hij liet ook de gelegenheid niet voorbij
gaan*
Want zoodra hij de taak op zich nam Mej.
de Montbazon op te zoeken, was hij zeker het
vertrouwen en de vriendschap in te winnen
van den hertog, die volgens iedereen, een
edelmoedig en invleedrijk man was, zelfs indien
hij in zijne opzoekingen niet slaagde
Mocht 't hem echter gelukken, dan zouden
zijne pogingen nog veel rijker beloond worden.
Misschien zou het dan zooverre komen dat
hij eens naar de hand zou mogen dingen van
haar die hij aan de familie do Montbazon
teruggeschonken had.
Die verbintenis met eene der roemrijkste en
edelste geslachten van Frankrijk zou voor
gevolg hebben niet alleen hem rijkdommen te
schenken, ïuaar zon hem ook in eer en aanzien-
voor iedereen doen stijgen.
Dit zou de volkomen, de beslissende zege
praal wesen, welke zijn schurkeuleven moest
bekronen.
Foei don zijne nederige afkomst foei voor
zijn vorig handietenleven Foei zells voor
het eenvoudig adeltiteltje van ridder de Rol-
l&c
Hij berekende reeds den dood van den
ouden hertog en koesterde de hoop dat hy
door koninklijk besluit sou gemachtigd wezen,
zijnen naam en zyne titels te voeren.
Lavarennes zon don eeDS hertog de Rollac
Montbazon heeten en iedereen zon eerbiedig
bet hoofd buigen voor den hooswicht die het
masker van eerlijk man zon aangenomen
hebben.
Welke weerwraak welk gelijk in vreda en
pracht de vrucht van zijn bedrog te mogen
genieten
Zonder pocherij zou hij er mogen fier over
wezen, door een meesterlijke goocheltoer, het
spel gewonnen te hebben, dat hij sedert zijne
kinderjaren speelde en waarvan de inzet dik
wijls zijn eigen hoofd geweest was.
Men begrijpt dns gemakkelijk dat hij met
zooveel ijver het plan nastreefde waarop bij
zoo eene prachtige toekomst gebouwd bad.
Door een buitengewoon gelnk dat dik
wijls het voorrecht is van zekere schelmen
had hij van den beginne af het goede spoor
gevonden.
De ontmoeting van Belphégor op de kermis
van Saint-Lanrent waB een gelnkkig voorval.
OndoBks eenige moeielijkheden, had hij
hem haastig weergevonden en was er nog al
gemakkelijk in geslaagd de persoonlijkheid van
Madeleine vast te stellen.
Daarenboven had hij altijd door een
even gelnkkig toeval een edel grootoom
ontdekt, den gewezen groot-baljuw de Cour-
gemont, eenen boezemvriend van den hertog
van Montbazon.
Daar was voorzeker eeDa keerzijde aan dat
alles de tegenstand van Paljas, zijne vlocht
en menige anderen hinderpaal welke hii hem
voorbereidde, kwamen hem van tijd tot tijd
op den weg van het het geluk tegenhouden.
Maar, om het oven, hij had toch don
oppertroef in bet spel.
De dochter van den markies de Montbazon
leefde met eigen oogen had hij haar gezien
en had hij vastgesteld in welken toestand zij
zich op dit oogenblik bevond.
Nu zou zij hem niet meer kunnen ontsnap
pen, vroeg of laat zon hü haar weervinden.
De moeilijkheid bevond zich na heel on
gansch in de kens der beste middelen om de
jonge vrouw aan den goochelaar te ontrukken
en aan hare familie weer te geven.
Terwijl hij de vlnchtelingm op de hielen
zat, schreef Rollac brief op brief aan den
hertog.
(Wordt vervolgd).