jSummer 38.
Donderdag 12^Mei 19lO.
33° Jaaig
Toeeewiid aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Gemeenteraadsvergadering
PALJAS
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Uitgevek:
FETJ1LLBTON
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
DKUNEN.
Bt
Waalwpsche en Lanptraatsck Courant
w.1_ r A OA. rinminnnr n Si nOTl T nol1
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden fO. 5.
Franco per post door het gekeele rijk f0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentie* 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, grootc
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsmg opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Openbare vergadering van den ge
meenteraad op Vrijdag 6 Mei 1910 des
avonds ten 6 uur.
Voorzitter de Edelachtbare heer G.
van Huiten.
Ongeveer 6,20 uur opent de Voorzit
ter de vergadering, aanwezig de heeren
van Dal, van Son, Willemse, van Halder,
Brok, v. d. Geldt, van Huiten en van
Spijk.
De Voorzitter verzoekt den Secretaris
voorlezing te geven van de notulen der
vorige vergadering, welke na voorlezing
onveranderd worden goedgekeurd en
vastgesteld
Aan de orde
1. Ingekomen stukken
a. Goedkeuring van Ged Staten van
het raadsbesluit om af- en over te schrij
ven.
b. Procesverbaal van kasopneming.
In d.d. 22 Maart is bij den gemeen
teontvanger procesverbaal van kasopne
ming gedaan. Boeken en registers waren
in orde en een bedrag van f 2751,411 s
was in kas aanwezig.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. Schrijven van Ged. Staten, houden
de goedkeuring raadsbesluit om aan de
Hanze eene subsidie van f 300 te verlee-
nen.
d. Schrijven van de Hanze, houdende
mededeeling dat de bepaling onder sub.
2 vervat niet kan worden opgevolgd, wijl
dit dan geheel in strijd zou zijn met de
voorgeschreven regeling van de Prov
Staten.
Voorzitter. Die bepaling, dat inwoners
gaan voor vreemdelingen, kunnen wij
er ook wel van laten vervallen Zoo veel
vreemdelingen, dat jongens uit onze
gemeente er niet aan zouden kunnen
deelnemen, zullen er toch niet komen.
Wordt besloten de gemaakte bepaling
te laten vervallen.
e. Goedkeuring door Ged Staten van
het raadsbesluit tot onderhandsche ver
huring van een schoollokaal aan de Hanze
voor f250 per jaar.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
1. Een verzoekschrift om verharding
van een gedeelte weg op 't Semke, met
voorstel van Burg en Weth-
Uit de voorlezing van het adres blijkt
dat de bewoners paf staan van de be
wering door deu heer van Dal in een
vorige vergadering gedaan, n 1- dat de
bewoners over de aangebrachte verbe
tering goed tevreden zijn. Deze bewering
moet op een misverstand berusten, wijl
de aangebrachte verbetering, niets dan
zand, niets heeft gebaat. Nog deze week
kon 'n vracht van 710 KG. slechtsmet veel
moeite door twee paarden worden weg
getrokken. Adressanten vezoeken der
halve nog om verharding. Ook wijzen
zij in hun adres er meteen op, dat zij
steeds van nachtwakers zijn verstoken.
Voorzitter. Wij hebben een vorige
maal besloten, eerst eens af te zien hoe
de weg zich houdt- Blijkt 't later dat de
toestand nog onvoldoende is, dan zal
tot andere maatregelen worden overge
gaan. Nu hebben wij pas onkosten ge
maakt.
Van Dal. Ik begrijp niet waarom ze
nu juist mij moeten vernoemen. Andere
leden wisten het toch ook, daar had
men toch zelf tegen gezegd dat men
goed tevreden was over de verbetering.
Dat lid had het mij gezegd.
Van der Geld. Had een lid van den
raad u dat gezegd
Van Dal Ja, van Spijk.
Van Spijk. Ze hebben mij gezegd, dat
ze goed tevreden zijn.
Voorzitter. Ik zal hunne beweringen
niet tegenspreken, de weg kan wel betex
zijn, doch nu kunnen wij oo huu verzoek
toch niet ingaan. Later, als de financieele
toestand wat beter is, als de kas het
toelaat, voel ik er veel voor om, voor-
zoover er huizen staan, de weg te ver
harden, maar nu gaat 't niet. Wij hebben
pas een geldleening aangegaan van f 5000
nu moeten wij er weer een sluiten van
f2000 voor de verbouwing van de school
in de Wolfshoek en als wij dan alle
wegen eens moesten gaan verharden
waarvoor is en waarvoor dan nog zal
gevraagd worden, dat zou niet om te
doen zijn.
2- Een verzoekschrift om verharding
van een gedeelte parallelweg bij den
dijk aan den overlaat met voorstel als
boven.
Door adressanten wordt gewezen dat
de weg vanaf het tramstation langs de
molen tot aan den overweg slecht is,
zoo dat er geen vracht over kan worden
vervoerd-
Voorzitter. In den winter, bij regen
achtig weer, zijn de wegen altijd en
overal slecht. Regen is een overmacht
waartegen niets valt te doen.
Wanneer daar echter de weg overal
op zijn volle breedte werd gebracht, dan
geloof ik dat zonder verharding reeds
een goede verbetering was te brengen-
Ik stel nu voor om op het adres afwij
zend te beschikken.
Van der Geld. U zal er dus toch
naar laten zien en op breedte laten
brengen en nog wat in orde laten ma
ken.
Voorzitter. Ja.
Van Spijk. Op 't oogenblik is die
weg zoo slecht niet.
Hierna wordt 't voorstel van B. &W.
Vai „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
OF
jKorfoeitltouw aan Den JênvweftikdüanD.
aangenomen.
3*. Een verzoekschrift van den Boe
renbond om, evenals vroeger een post
te brengen op de begrooting voor den
dienst van 1912 voor onderhoudsbijdragen
voor springstieren met voorstel van B.
W.
Voorzitter. Het Dag. Bestuur stelt voor
niet zooals vroeger, f 2 75 op de begroo
ting te brengen, doch f 100.
Van der Geld. Is dat niet wat vreemd
Pas is die post van de begrooting geschrapt
en nu er weer een opbrengen.
Voorzitter. Het Dag. Bestuur heeft er
lang over gesproken en is tot de con
clusie gekomen dat het in het belang
van de gemeente is als er een goede
stier is, vooral met het oog op de ont
ginningen. 't Is hoogst wenschelijk dat
er dan wat meer beesten komen.
Van der Geld. Als er geen springstier
is zal de ontginning toch wel door gaan-
Van Dal. Zeker. Maar als er gelegen
heid is dat de beesten gedekt kunnen
worden zal er toch veel meer jong vee
komen, waarvoor men wei noodig heeft.
Van der Geld Ik ben eigenlijk maar
een leek in het vak.
Nadat de heer Brok op de wensche-
lijkheid heeft gewezen van een goede
controle en de heer van Son op het
noodzakelijke dat de bijdrage zoo moet
zijn dat de stierhouder in ieder geval
wat moet verdienen, aangezien er veel
werk aan is verbonden, wordt het voor
stel van B. en W. aangenomen.
4. Een verzoekschrift van de Gebr
Klijn, kunstmestfabrikanten verzoekende
leverantie van hulpmest voor gemeente-
landerijen met voorstel van B. en W.
Voorzitter. Voor het omwerken der
landerijen hebben wij jaarlijks heel wat
hulpmeststoffen noodig en daarvoor
vragen zij in aanmerking te komen.
In hun adres wijzen zij er op, dat zij
als ingezetenen voor leverantie toch op
de eerste plaats in aanmerking komen.
Voorzitter: in de toekomst zullen wij
er rekening mee houden en hun ook
laten inschrijven. Als het gehalte dan
goed is en de prijs concurreerend dan
kunnen wij het natuurlijk beter van hen
nemen.
Brok. Moet het gehalte eerst onder
zocht worden.
Voorzitter. Neen, het wordt eerst ge
kocht en dan wordt het op een proef
station onderzocht.
Van der Geld. Is vroeger ook al niet
eens door hen ingeschreven.
Van Son Ja, maar toen stond een an
der heel wat lager dan zij en het ge
halte was ook nog beter dan van hen.
Als het nu maar een bagatel scheelt,
dan wordt zoo precies natuurlijk niet
gekeken.
Van der Geld. Dus ingezetenen wor
den toch niet achteruitgeseld.
Voorzitter. In geen geval t Ligt in
de bedoeling van het Dag- Bestuur om
zooveel mogelijk alles aan inwoners te
gunnen.
Hierna wordt het voorstel van B, en
W. met algemeene stemmen aangenomen
5. Een verzoekschrift van Mart. Klijn,
smid verzoekende in aanmerking te
mogen komen voor werkzaamheden en
leverantie aan de gemeente met voor
stel alsvoor.
In zijn adres wijst adressant er op
dat hij belastingplichtig en dus in aan
merking voor leverantie aan de gemeente
komt.
Voorzitter. Het Dag. Bestuur verschilt
in deze van meening. De meerderheid
is echter van meening dat Klijn niet in
aanmerking daarvoor kan komen, wijl
hij in Elshout woont en daarom stellen
wij voor afwijzend op het adres te be
schikken.
Van Spijk. Hij is toch inwoner.
Voorzitter. Hij woont thuis in ja,
maar hij oefent zijn bedrijf toch in de
gemeente Elshout uit. Daar is zijn
werkplaats, dus buiten de gemeente.
Wanneer in Elshout op dezelfde manier
het werk wordt gegund heeft hij het
dubbel van Elshout en van hier.
Van der Geld. Als wij dit adres eens
aanhouden tet een volgende vergadering
en intusschen eens informeeren of die
regel bestaat.
De Voorzitter wijst er op dat men
daar geen rekening mee heeft te houden.
Het bedrijf is hier eenmaal in een andere
gemeente gevestigd, dus gaat het niet
aan om die in de regel te trekken.
Na nog eenige bespreking wordt het
voorstel vad B. en W. aangenomen met
algemeene stemmen.
6. Bespreking over het al of niet ver
harden van den parallelweg van af de
halte Elshout tot aan 't station, In de
laatste vergadering aangehouden, met
voorstel alsvoor.
Voorzitter. Het Dag. Bestuur stelt,
met het oog op den slechten finantleelen
toestand van de gemeente voor, hier
mede te wachten totdat de landerijen
wat meer opbrengen, dan kunnen wij in
dien geest gaan werken.
Van der Geld. En dan vooral flink
aanpakken.
Van Spijk. En dan nou geen voetpad
ook.
Voorzitter. Dat zal niet noodig zijn,
want later moeten wij het dan weer
laten opbreken, omdat een harde weg
gelegd zal moeten worden.
Van Dal. Dat kan maar hoogstens
een paar jaar duren, want de vooruit
zichten zijn er wel dat de landerijen
heel wat meer zullen gaan opbrengen
en dan kunnen wij jaarlijks de wegen
laten verharden en dan uit de gewone
inkomsten.
Brok. Ik kan mij niet goed vereenigen
met dat voorstel. In een vorige ver
gadering is toch besloten om daar een
voetpad te leggen-
83).
Het was wel degelijk Rollac die juist Made
leine verlaten had met dewelke hij de hoogor
gemelde samenspraak had gehouden maar
Belphégor had den tijd niet gehad hem te
herkennen.
Toe, toe dacht hij, zoo de ridder reeds
sedert verscheidene dagen hier was, dan zou
ik al nieuws van hem vernomen hebben.
Hij voelde nóchtans een onaangenamen in
druk en zijne rust was weeral gestoord.
Loop spoedig achter dien kerel en tracht
te weten waar hij naar toe gaat, bBVal hij aan
Grain-d'Amour en Jacquinet, ik zal alleen wel
huiswaarts keeren met al ons gerief.
Wees gerust, baas, antwoordde de hans
worst heel fier dat hij hem overtuigd had
Wees gerust, hij zal mij niet ontsnappen ik
houd een goed oogje in t zeil.
En ik heb goede beenen, voegde Jacqui
net er bij..
Terwijl zij den ridder nazetten, keerde
Belphhégor naar zijn logies, slecht geluimd,
en door een slecht voorgevoel overmeesterd.
XIII.
Na het tooneel dat tnsschen haar en dan
ridder had plaats gehad, was Madeleine in
eene diepe neerslachtigheid gevallen.
Da groote krachtinspanning welke zij in t
werk gesteld had om den bekoorder af te we
ren, had haar gansch ontzenuwd en zij was
aan het bedje van haar kindje nieuwen moed
gaan scheppen.
De kleine sliep.
De arme moeder drukte eenen zoen op haar
voorhoofd en nit vrees vau haar te wekken,
ging zij terng naar de andere kamer, de deur
zachtjes achter haar toetrekkend.
Dan haalde zij eenige geldstukken uit haren
zak en begon ze te tellen, tewijl zo tot zich
zelve sprak
Slaap zacht, lieve engel, dat zal u goed
doen... Ah! zoo die dokter... Maar tien frank
Neen ik heb mij wel niet bedrogen... ik
ben zoo zeer ontsteld dat ik niets meer weet
wat ik doe... Vier, vijf, zes... Ah daar is
nog één frank... zeven frank I Dat is alles wat
wij bezitton, en ginder bij den hertog thuis...
Neen, neen, ik mag er niet aan denken
Zij werd door een aankomend gerucht
onderbroken.
Zij rilde, gelyk iemand die op heeterdaad
van misdrijf betrapt wordt en stond vóór haren
man dien zij niet had hooren binnen
komen.
De goochelaar was even zeer ontroerd als
zij zelve.
Zijt gij daar, Bel riep zij... wat hebt
ge mij verschrikt.
'Welnu ja, ik ben het, antwooordde by,
ik heb mijne gewichten wat lomp laten vallen
hij had ze grammoedig neergesmeten
maar ge moet daarom niet zoo beven...
Hij deed alsof hij zeer kalm was, maar zijn
gefronste wenkbrauwen, de bleekheid van ziju
gelaat en de angstige uitdrukking van zijnen
blik verrieden hetgeen er in zijn binnenste
omging.
Het was blijkbaar dat het stormde in zijn
hart.
Maar, wat bebt ge dan toch, vroeg
Madeleine, gij schijnt zoo zeer ontroerd?
Ik heb niets, zegde hij heel droogjes.
Is de ontvangst niet goed geweest
Toch wel... zeer goed... Ik heb drie pond
en zes stuivers verzameld.
En waar is Jacques?
Belphégor antwoordde eerst op deze vraag
niet.
Hij dacht bij zich zeiven
Ik zal mij waarschijnlijk bedrogen heb
ben mij dunkt dat de ridder zoo groot niet
is...
Wel, wel herhaalde Madeleine, zijt gij van
zin mij eindelijk te zeggen wat er aan scheelte
En bij zich zelve docht zij
Zon hij hem ontmoet hebbsn
Zij zochten beiden hoe malkanders ontroe.
ring uit te leggen.
In stede van te antwoorden begon 1 »ljas te
ondervragen.
Is er iemand hier geweest, terwijl ik op
de markt aan 't werk was?
Neen! antwoordde de jonge vrouw eenig-
zins verlegen - want zij had de gewoonte
niet te liegen wie zou er wel gekomen zijn t
Wij hebben hier noch vrienden noch kennis
sen, buiten vrouw Trien. Zij is nog eenigen
tijd bij mij gebleven... en wij hebben samen
over Jeanne gesproken.
Zoo zei Paljas heel droogjes, want hij
scheen te voelen, dat zijne vrouw hem leugens
wijsmaakte.
Zij zwegen.
Beiden gaven zich aan hunne gedachten over
en aarzelden rechtuit over het feit te spreken
dat hen verontrustte.
Op dit oogenblik dacht Madeleine slechts aan
ééne zaak het middel vinden om de noodige
tien frank biieen te krijgen en den vermaarden
dokter te kunnen ontbieden.
Zij zou dit geld van vrouw Bejm wel kun
nen leenen, maar dan was de moeilijkheid
slechts verschoven en geeuzins opgelost, want
vroeg of laat zou zij deze schuld toch moeten
terug betalen en daarenboven vreesde zij van
de dienstwilligheid van vrouw Trien misbruik
te maken.
Deze scheen overigens meer bereid om
raad dan om geld te geven, alhoewel zy met
den toestand van Madeleine heel wel bekend
Geld vragen haren man, dorst zij niet, uit
vrees van hem te bedroeven. En daar hij se
dert het ongelukkig voorval van Courgemont
ialoersch, ongerust en zelfs slecht geluimd
was, wilde zij hem alle reden tot misnoegdheid
S^Oh hoe zou zij die kleine Bom bijeenkrij
gen, zonder hem te verontrusten?
Dit was het raadsel waarvan zy op dit
oogenblik de oplossing zocht.
Wanneer de gezondheid van de kleine wat
boter zon zijn. dan zou zij ook beter aan de
bekoringen van den ridder kunnen wederstaan
en zonder vrees de aanwezigheid van Kol ac
kunnen bekend maken om zich onder de be
scherming van haren man te plaatsen.
Maar op eeDS zoo maar zeggen «ons kindje
sterft weg, gebrek aan zorgen «en de tnan
die ons geluk bedreigt is hier weer teruggeko
men* dat was te veel en zou den geest van
Belphegor kunnen op hol brengen.
Da uitdrukking van haar gelaat gaf duide
lijk den strijd te kennen, dien zij m hare ziel
voerde^ar waaraan donkt ge dan toch vroeg
Paljas weer, zijne vrouw vlak in de oogen
kl^He?d was niet meer mogelijk langer te
zwijgen zonder plichtig te schijnen en het
vermoeden van Belphegor aan te hitsen.
Zij nam het moedig besluit rechtuit te
vragen wat zij verlangde, zonder echter te
zeggen waarom.
Waaraan ik denk antwoordde zy....
wel ik denk... dat ik zou willen geld hebben.
Belphegor was niet gewoon haar zoo te
hooren spreken. a;:j arrt
Daarenboven was bij sedert eenigen tijd erg
kitteloorig geworden.
Hij begreep de bedoeling zijner vrouw en
meende dat zy hem gebiedend toesprak.
Geld l herhaalde hij. En met een gebaar
van diepe verbittering voegde hy erby
Oh! ja, veel geld, al het geld dat de
groote heeren u zonden gegeven hebben I...
Madeleine was diep gekrenkt over die «n-
speling van haren man die hare inzichten
mi!^eiZij't gij hek wel, Bel, die mij zoo durft
toespreken? vroeg zij, half verstikt door de
tranen die in hare keel kropten.
Wel zeker wie anders zon het zijn t
Gy hebt ongelijk, Bel... vooral op dit
00Ganb8ch'verblind door zijne jaloerschheid en
zyne kwade vermoedens, liep 1 aljas al meer
en meer het spoor bijster.
Op dit oogenblik 1 riep hij opgewonden.
Wilt gij zeggen> Mevrouw, dat net u spijt
geweigerd te hebben flin n
Ik hebt ge mij ooit hooren klagen
(Wordt t irvolgd
Oh men klaagt en kreunt niet luidop,
neen maar men zucht en weent achter den
rug en tracht het medelijden der vreemde
lingen op te wekken... Men voelt zoo eenen
aandrift voor weelde en rijkdom... Het bloed
van Mevronw staat op tegen de armoede/...
Oh dit hertoginnenbloed 1
Ah 1 pas op 1 Bel, riep de vronw zich
fier oprichtend en de hand voor de oogen
leggend, gij hoont en vernedert mij 1...
Maar de barakspeler hoorde of b3greep
niets meer en ontlastte al de verbittering in
die hem op het harte drukte in eene koortsige
alleenspraak
Domoor arme sukkelaar die ge zyt I
Wat knnt gij inderdaad doen om hare ge
boorte te doen vergeten maar, zoek don
zoek raad, martel uwen geest af. Komaan,
zeg eenB, wat gij gevonden hebt om die prinses
gelukkig te maken?.. Hebt gij goud, paleizen,
rijtuigen, dienstknechten die gekleed zyn
gelijk tamboers-majoors? Neen, gij hebt niets
gij zijt maar een goochelaar, een hansworst,
gelijk uw vader...
Gij knnt haar niets geven dan uwe liefde I
Maar wat geeft zij daarom? Wat geldt uwe
liefde Gy ziet immers wel dat gij haar
verveelt... dat zy daar beweegloos Btaat, zon
der u een woord te zeggen... zonder u te
bezien... Ah 1 ik heb bet reeds geraden gy
wilt mij verlaten, niet waar?... my ontvluch
ten 1 Welnu, gy zyt vry ga maar... laat my
maar alleen
Bel smeekte Madeleine, die bem
wilde bedaren.
Zwijg bulderde, hy uitzinnig van woede.
Ah zie 1 ik ken mij zeiven niet meer 1 Ik
zon... ik zou een ongeluk doen I...
Zij ging achteruit en slaakte een luiden
kreet.
De goochelaar bleef pal staan zijne samen
gekrompene gelaatstrekken ontzenuwden, zyn
blik werd min boos, zijne armen vielen hem
langs zijn lijf neer.
Hij bleef eenige oogenblikken roerloos, stom
met gebogen voorhoofd Btaan.