Nummer 55. Zondag 10 Juli 19lO. 38° Jaavg Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. mm PALJAS ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. BEKENDMAKING. [en Sociaal Laboratorium. Uitgever: 'LAAT UW ZEEP SUNLIGHT ZIJN De besliste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor fijne kant en fijn linnen dei uitsluitend betrouw bare Zeep. FEUILLETON W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. NATIONALE MILITIE .t t .4 j .1 Wuli'lksckf en l.msslraatsrke Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 naanden fü."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gdden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0.60daarboven* 8 cent per regel, grcote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsiDg opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal /«gels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. 1242 NADER ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk Gezien de aanschrijving van den Heer Militie commissaris van den 27en Juni 1910, No. 68 omtrent het nader onderzoek van verlofgan gers der Militie te land Brengen by deze ter openbare kennis, dat de verlofgangers BERNARDUS GERARDUS VAN HILST, lichting 1903 uit de gemeente Waalwijk van het 3e Reg. Veld. Artillerie, WALTHERUS VAN BEERS, lichting 1904 nit de gemeente Onde-Tocge, van de Gompie Administratietroepen tot het ondergaan van het hiervoren bedoeld nader onderzoek voor den Heer Militiecommissaris moeten verschij- Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." OF (HjcHdenltotuv aan Dew cHymveftjlwliauD. 99.) Zy gaf zich ganscb aan ontmoediging over gelijk iemand die haar onmacht bewnst is en slechts een toeval der Voorzienigheid afwacht om een einde aan haar lijden te zien komen... Meer en meer voelde zy zich genoopt vertroosting te gaan zoeken op het graf barer moeder. Zij voelde eene voorliefde voor dit hoekje van het donkere dennenbosch waar de asch der markiezin bare moeder rnstte. Telkenmale het mogelyk was, cleed zij zich derwaarts voeren en bleef er in lange en diepe overwegingen verslonden. Zij vertrouwde haar lyden aan da zalige doode toe en vroeg baar raad alsof deze haar kon hooren en het scheen haar dat eene geheimzinnige stem antwoorddeHeb ge dnld, wacht En zy bad gedold en wachtte. Van tijd tot tijd vond zij dat bet gewicht harer vergulde keten te zwaar woog en dan raeB bij baar de gedachte aan vluchten op. Maar ale zij de kleine JeaDne bezag die langzamerhand tot het leven terngkwam, dan liet zy haastig dit voornemen varen. Zy vreesde dat het kind weer zou herval len en dat het misschien aan eenen gewis sen dood zon blootgesteld zijn, indien het moest verstoken worden van de goede zor gen welke het by baren grootvader genoot. Was het overigens wel mogelyk zoo maar te vlochten, zonder te weten waarheen? Neen, zy zou onderweg bezwijken, gelijk hare moeder zaliger en de kleine Jeanne, nen op Donderdag, den 14en Juli 1910, des voormiddags te tien uren, te Tilburg in de Boterhal. De verlofganger moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding en nit- rustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof mede gegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Hij zij daarbij indachtig, dat die verlofganger niet alleen tijdens den dunr van het onderzoek, maar in hot algemeen wanneer hij in uniform gekleed is, wordt geacht onder de wapenen te zijn, zoodat hij, die ongere geldheden pleegt of zich aan een straf baar feit schuldig maakt, hetzij bij het gaan naar de plaats van onderzoek, hetzij tijdens het on derzoek of bij het huiswaarts keeren, zal worden gestraft volgenshet Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande. Indien aan deze oproeping niet wordt voldaaD, wordt de ai ga in werkelijken dinnst ge roepen. Dit geschiedt ook le. indien de verlofganger bij herhaling kleedingof uit rusting,takken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont 2e. wanneer hij, zonder geldige reden, niet voorzien is van de hem uitgereikte kleedingen uitrustingstukken en 3e. wanneer zijne kleeding— of uitrusting stukken bij dit nader onderzoek niet in vol doenden staat worden bevonden. De duur van dezen werkelijken dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald en bedraagt ten hoog3te drie maanden. De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping tot werkelijken dienst, wordt, na daartoe door den Minister vau Oorlog te verstrekken last, als deserteur afgevoerd en oebandeld. Ten slotte wordt de verlofganger opmerkzaam jemaakt, dat hij zich in geen geval kan ba roepen op het niet ontvangen eener bijzondere oproeping, maar dat deze open bare kennisgeving e»nig en alleen als bewijs geldt, dat de ver lcfganger behoorlijk is opgeroepen. Indien de verlofganger door ziekte of ge breken mocht verhinderd zijn op den tijd en de plaats hiervoren vermeld voor het onder- zoik aanwezig te zijn, zal daarvan zoodra mcgelyk ter Secretarie der Gemeente moeten wo-den overgelegd eene gelegaliseerde ge neeskundige verklaring, welke op ongezegeld papier kan worden gesteld. Waalwijk, den 1 Juli 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, TH. DE SURMONT DE BAS SMEELE. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. LANDWEER. INLEVERING VAN RIJKSGOEDEREN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk maken bij deze bekend, dat de in het verlofgangereregister dezer gemeente ingeschreven verlofgangers der Landweer, die in den loop van het ]aar 1910 aanspraak kunnen doen gelden op voor wier gezondheid zij reeds zooveel gedaan en geleden had, zou het onnoozele slachtoffer zijn van deze dwaze onderneming. Zij dacht er niet aan, de goede vrouw, dat zelfs, indien zij bij haar besluit gebleven ware dat tegen alle recht en reden inging, bet baar niettemin onmogelijk zou geweest zijn het uit te voereD. Want, zonder dat zij het wist werd zij van hsel nabij bewaakt door de lieden, die aan gesteld waren om haar te dieneD. Om die waakzaamheid te rechtvaardigen had de hertog gezegd dat de geestesvermogens van Mevrouw de gravin eenigszins verzwakt waren door het verlies van haren man. Dit voorwendsel werd des te gemakkelijker aangenomen daar iedereen de aanhondende droefheid der zoogezegde weduwe bemerkte. Derwijze was tevens voor de vreemde per sonen die het kasteel bezochten, hare zonder linge handelwijze uitgelegd. Overigens werd Madeleine zoodanig door haar verdriet overmeesterd en vervolgd, dat zij waarlijk ziek werd en begon te trenren. M. de Montbazou werd ongerust. Na er rijpelijk over nagedacht te hebben en veronderstellend dat het verblijf op het buiten, niettegenstaande alles wat bij deed om haar te verlustigen, misschien een nood lottigen invloed op hare gezondheid had, besloot hij dat eene verandering van lucht en omgeving misschien het beste genees middel zou wezen. Daarenboven, de winter kwam aan met sneeuw en ijs, men zou weldra van de jachtpartijen moeten afzien en van de wandelingen in het bosch en Madeleine gansch alleen in 't kasteel, aan baarzelve overgelaten zou zich nog meer aan die wanhopige gedachten overgeven die men vooral moest bestrijden. Nu dat zij reedB eenigszins beschaafd was door het verkeer met hooggeplaatste personen mocht hij baar geredelijk naar de stad voeren. Waarom zon hij hare opvoeding niet vol tooien om haar in de hooge wereld te leiden. Te Parijs zou het klatergoud van weelde en rijkdom misschien een gnnstigen indruk op hare verbeelding uitoefenen de altijd ver ontslag uit den dienst bij de Landweer, op grond van het laatste lid van artikel 31 der Land weerwet verplicht zijn, de hun van Rijkswege verstrekte wapenen, voorwerpen van ledergoed, kleeding en uitrustingstukken, reglementen en dienstvoorschriften, in te leveren ten Gemeente huize, te Waalwijk, op Woensdag 13 Juli 1910, des voormiddags ten 8 uur. Daar de verlofgangers moeten inleveren ALLE voorwerpen, welke zij hetzij bij hun vroeger korps hetzij bij de Landweer hebben, kunüeD, zij bij de inlevering verschijnen IN BURGER- KLEEDING. De aandacht wordt gevestigd op de volgende wetsbepalingen dat een arrest van twee tot zes dageD, le ondergaan in de naastbij gelegen provoost of hel naastbij zijnde huis van bewaricg, door den Landweerdistrictscoramundant kan worden op gelegd aan den verlofganger lo. die zonder geldige reden en hiervoren genoemde voorwerpen niet inlevert; 2o. v iens wapenen, ledergoed, kleedingof uitrustingstukken, leglementtn of dienstvoor schriften, na inlevering niet in voldoenden staat worden bevonden; 3o. die wapenen, ledergoed, klecdingof uit rustingstukken, reglementen of dienstvoor - schriften, aan een ander behoorende, als de zijne inlevert; dat onverminderd de hiervoren genoemde straf van twee tot zes dagen arrest, de verlofgaDgei, bedoeld onder lo. en 3o., gehouden is aaD de verplichting tot het inleveren, hetzij in hun geheel, hetzij iu hun geheel, hetzij voor het aangewezen deel, van de hiervoren genoemde voorwerpen te voldoen op den tijd en de plaats, daarvoor nader te bepalen. De verlofganger, die bij herhaling wapenen, ledergoed, kleedingof uitrustingstukken, re glementen of dienstvoorschriften, aan een ander behoorende, als de zijne inlevert, wordt in werkelijken dieBSt geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald, die levens het korps van het leger aanwijst, waarbij de werkelijke dienst moet worden vervuld. De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld, nadat tot zijne afvoering als deserteur door den Minister van Oorlog de last is verstrekt. Nog wordt den verlofgangers uitdrukkelijk herinnerd, dat het niet omvangen eener hoof delijke kennisgeving hen niet ontheft van de verplichting tot inlevering van de hie: voren bedoelde voorwerpen, maar dat deze openbare kennisgeving EENIG en ALLEEN als bewijs strekt dat de verlofganger behoorlijk met de op hem rustende verplichting is in kennis gesteld. Indien de verlofganger wegens ziekte, verblijf buitenslands of andere geldige redenen verhin derd is persoonlijk de wapenen, het ledergoed, de kleedingen uitrustingstukken en de re glementen en dienstvoorschriften in te leveren, dan is hij, of zijn, bij onmacht zijnerzijds, zijne naastbestaanden gehouden, er voor te zorgen, dat de inlevering door een ander geschiedt. Van de geldigheid der redenen van verhindering moet blyken uit een bewijs, dat bij den Burgemeester aangevraagd en door dezen afgegeven of zoo noodig gelegaliseerd wordt. Dit bewijs moet bij de inlevering worden overgelegd door den persoon die namens den verlofganger tot de inlevering nieuwde vermaken zouden haar verleiden en de ingeboren behaagzucht der vrouw opwek ken zoo dat zij weldra in dit nienwe leven smaak zou vinden. De hertog dacht er ernstig aan naar Parys te vertrekken toen hij weinige dagen daarna een twee brieven ontving. De eerste kwam van den ridder Rollac, en berichtte den hertog dat Paljas hem ont snapt was zonder zijn voorstel te willen aannemen. „Maar, voegde hij er bij het inzicht van den deugniet is duidelijkzijn tegenstand en de moeilijkheden welke hij ons berokkent hebben één doel, zyne overgave des te duurder te doen betalen. In afwach ting troost hij zich over de verdwijning zijner vronw tusschen pot eu pint en drinkt zich regelmatig zat. Weldra zal hij zóó ellen dig wezen dat wij hem gemakkelijk znllen kunnen overreden." Graaf de Gastel Blangy meldde, onder andore zaken, aau zijnen neef: „...lk moet u het volgende herhalen dat ik bier zelf uit den mond des konings veronmen heb op het laatste avondfeest der Tnileries. Uw naam werd uitgesproken zijne Majesteit riep „hertog de Montbazon Die staat zeer hoog in mijne achting aangeschreven, maar het is wel de zonderlingste man dien ik ooit gekend heb. Zoudt ge gelooven, mijne Hoeren, dat alhoewel hij een der mannen is die het meeste diensten aan onze zaak hebben bewezen, bij ons tot hiertoe nog geene enkele gunst gevraagd heeft Hij ontvliedde de vermaken der stad, gelijk een menschenhater en blijft daar gelijk 'n kluizenaar in zijn kasteel in Normandië opgesloten. Sire, heb ik geantwoorp, laat mij toe u te herin neren dat de hertog niet meer jong is en diep door het ongeluk beproefd wordt. Ja, dit weet ik, antwoordde mij den koning, zijne schoondochter, zijn zoon, zijne kleindochter. Maar zijn fortnin is hem heel en gansch bewaard gebleven en zijne kleindochter heeft hij eindelijk weergevonden. Men zegt dat zij weduwe en zeer schoon is waarom biedt hij haar in het hof niet aan? Dat zou voor hem eene gelegenheid zijn ook weer te komen. Ik geloof waarachtig dat hij pruilt I" Kortom, mijn waarde neef, men wenscht vurig u in de 'luileriën weer te zien en uwe oude vrienden verschenen is. Indien de verlofganger zich tot het inleveren van zijne wapenen, ledergoed kleeding— en uitrustingstukken en zijne reglementen en dienst voorschriften buiten zijne woonplaats moet be geven, geniet hii, als de afstand van de woon plaats tot de plaats van inlevering meer dan TIEN K.M. bedraagt, vrij vervoer naar laatst genoemde plaats en terug. Waalwijk, den 21 Juni 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De burgemeester, TH. DE SURMONT DE BAS SMEELE. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. IV. Gelijk we in ons vorig artikel terloops opmerkten, bepaalt de ^Arbeidswet in de Mijnen,» dat de werktijd slechts 8 uur met inbegrip van afdaling en op- stijging duren mag, doch overuren zijn toegestaan. Buiten vorenstaande paragraaf bevat genoemde wet of wetten, want er zijn er twee op den arbeid in de mijnen, nog vele andere, die al even doeltreffend zijn als de bovenaangegevene. Zoo verbiedt zij den arbeid van vrouwen en Van jongens onder 13 jaar, zoowel onder als boven den grond, sluit jongens onder 18 jaar van verschillende werkzaamheden uit en verbiedt Zondags- arbeid, behoudens speciale uitzonde ringen. Een eigenaardige bepaling is, dat de ondernemers van kolenmijnen tot een ziekte en ongevallenfonds voor hun werklieden moeten bijdragen naar rato der opbrengst van de mijn en wel voor elke ton bruinkolen l1/* cent, voor elke ton andere kolen 2'/a cent. De wet op goud en andere mijnen- bevat nagenoeg dezelfde voorschrilten, echter zonder de verplichte bijdragen tot een ziekte en ongevallenfonds. Teekenend zijn nog de bepalingen, dat de werklieden voor hun achterstallig loon bevoorrecht zijn op de concessie en dat zij twee vertrouwensmannen mogen aanstellen, die minstens eens per maand de myn in alle deelen mogen inspecteereu. Elk ongeval in de mijn wordt, behoudens tegenbewijs, geacht aan de schuld van den werkgever te wijten te zijn. verwachten u ook. De koning is niet alleen van deze zienswijze iedereen betreurt uwe afzondering en zou wel graag kennis maken met de gravin Appiani..." Bij het ontvangen dezer twee brieven, was het besluit van den hertog de Montbazon onwederroepelijk genomen. Vooral de brief van Blangy had veel indrnk gemaakt. Ondanks zijnen ouderdom, was de hertog nog vlug ter been en de vreugde zijne klein dochter te hebben weergevonden en het be drijvige leven dat hy op het veld leidde, hadden hem verjoDgd. De ouderlingen hebben ook hunne behaag zuchthet was genoeg dat iemand hem zon gezegd hebben dat hij niet jong meer was om hem aan te zetten het bewijs te leveren dat bij nog zoo vlug was als menig andere joDgeren van zijn leeftijd. Eenerzijds voelde hij zich aangeprikkeld door de gedachte ven weer op het tooneel te verchijnen, waar hij vroeger geschitterd had. Anderzijds hoopte hij zijne kleindochter tot zijne inzichten te bekeereu en zijne eigenliefde waa er door gevleid, toen hij vernam dat men aan het hof reeds over de schoonheid sprak van zyne kleindochter en dat hare plaats op voorhand in de hooge wereld aangeduid scheen. Toen men Madeleine meldde dat men weldra zou vertrekken, deed zij niet de minBte tegen werping. Zij hief slechts de oogen ten hemel alsof zij wilde zeggen Wat kan het mij schelen bier of ginder te leven, vermits ik van mijnen man en mijnen zoon gescheiden ben Buiten mijne liefde is alles m'j onverschillig. De hertog had" het ook zóó begrepen Mijne dochter, sprak hij, denk toch een Diet dat ik u uit dwingelandij mijnen wil oplegtwee zaken liggen mij nanw aan 't hartuwe eer die ook db mijne is, en uw geluk Ik zie wel dat gij nog steeds denkt aan hem, wien gij nw leven door een onver- breekbaren band verbonden acht. Welnu! al moest zulks u ook pynigeu, toch wil ik mijnen plicht tot op het einde toe volbrengen en u onderrichten van hetgeeD hij doet... Madeleine, ongerust, hief het hoofd op. Dit laatste is o.i. te sterk, al moet erkend worden dat de meeste mijn ongelukken te wijten zijn aan de mis plaatste zuinigheid der mijnbezitters, om genoegzame voorzorgsmaatregelen te nemen. In elk geval is de Nieuw Zeelandsche mijnwerker er heel wat beter aan toe dan zijn Europeesche collega's, voor wie de wetgever nog niet zoo ingrijpend en doeltreffend gezorgd heett. Een zeer opmerkelijk verschijnsel i> dat juist daar, waar de meest Europeesche staten dwingend optreden, n.l. op het gebied der ziekte- en invaliditeitsver zekering, ons laboratorium het particulier initiatief huldigt. Het eenige wettelijke voorschrift in deze is het boven vermelde omtrent de verplichte bijdrage der ondernemers vau kolenmijnen tot een ziektefonds hunner werklieden. Te opvallender is dit, wijl andere sociale voorzieningen zoo nauwkeurig geregeld zijn. Zouden de NieuwZee landsche wetgevers meenen, dat de werkgevers van zelf tot dezen maatregel overgaan f Of zou de gedachte voorzitten, dat het loon der werklieden zoo hoog is, dat zij gemakkelijk eigen zieken en invaliditeitsfondsen kunnen oprichten. In elk geval schijnt ons het gemis van een wettelijke regeling voor een ziekte en Invaliditeitsverzekering een leemte toe in het stel sociale wetten, welke j Nieuw-Zeeland rijk is. Wellicht moeten wij de oorzaak van deze opvallende leemte daarin zoeken, dat de wetgever nog geen kans ziet, om deze beide regelingen geheel voor rekening der' rijkskas te nemen, daar men het systeem van dwangverzekeringen met bijdragen der werkgevers en werknemers niet voor doeltreffend schijnt te houden. Dit komt uit bij de z.g. wet op de Staatspensionreering. Deze is niet, gelijk in Duitschlaud, een verpiichte ouder- domsverzekering, maar een, naar alle regelen der kunst, geordende stauts- pensionneering van alle mannen en vrouwen, die 65 jaren oud zijn, 2 jaar in Nieuw Zeeland gewoond hebben en geen jaarlijksch inkomen genieten van 52 pond sterling of f 654. Luister hernam M. de Muutbazon terwijlt hij den brief Rollac te voorschijn haalde. Eu bij las met luider stem de eenige regels waarbij Rollao hem meldde dat PaljaB slechts aan zijne vionw scheen te denken om den toestand uit te buiten en zich verder aan den drank overgaf, oyder voorwendsel zich over haar vertrek te troosten. Bij deze verklaring, werd de jonge vrouw doodsbleek. Hemelriep zij, dat is onmogelijk En nochtans is dat zoo 1 bevestigde de hertog. Maar... de bewijzen De getuigenis van den ridder volstaat Die man is uwer onwaardig hij vergeet u, vergeet h9m dus ook Neen neen dat is niet mogelyk Hij die mij zoo zeer beminde herhaalde Made leine. Wees overtuigd, mijne dochter, drong de onde edelman aan en breek eens en voor goed af met het verleden. Laat u niet langer ver leiden door uwe eigene begoocheling en nw| goed hart. Zij zweeg gedurende eenige oogenblikkan, verplet onder dit onverwacht verdtiet. Maar) opeens slaakte haar moederhart En mijn kleine Jacques Wat zal er van hem geworden Zoo gij het het goed acht zullen wy hem j aan zijnen vader ontrukken die hem overigens» niets dan slechte voorbeelden kan geven. Ik zal daarover eens nadenken. Uwe belangen berusten in nwe haDdcn. Wees gerust en ook wel overtuigd dat uw grootvader voortaan uw eenige steun is... De hertog drnkte baar eenen zoen op het voorhoofd en verliet de zaal, terwijl Madeleine weenend in eenen zetel neerviel... Drie dagen later vertrokken zij naarl Parijs. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 1