jNummer 57. Donderdag 21 J uli 19lO 33c Jaarg Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad, ffi FESTIVAL. "paljas ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen- Uitgever: FEUlLLRTOiï WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Door uitsluitend Sunlight Zeep te gebruiken blijft het linnen en tafelgoed zoo wit als sneeuw. Ha jiSKlratlsrkt Courant, ■■■-,—■.■.11—! m_-.ii.si -u-j~u' UwMTirvrrüN 17 renels f 0.60 daarboven 8 cent per Dit Blad veracllijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden fü. o. Franco per post door het geheele rijk f0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den Advkktkntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegrvciv worden rJmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. QEDRUIKS AANWIJZING ROND IEDER STUK. De laatste Zondag van het festival is wederom schitterend geslaagd. Reeds vroeg in den morgen lieten enkele harmoniën hunne vroolijke toonen door onze straten kliuken, wat al spoedig onder het verbazend groote publiek een vroolijke stemming bracht. Precies half een zette de stoet zich in beweging. De samenstelling was als volgt 1. 's Hertogenbosch Harmoniekorps 's Hertogenbosch. 2. Liedertafel Euphonia Kaatsheuvel. 3. Fanfare H Familie Heusden. 4. Gemengd koor Vooruitgang zij ons doel» van Waalwijk en Besoijen. 5. Fanfare «Sophias Vereeniging». Loouopzand. 6. Liedertafcl »St. Tetrus» Boxtel. 7. Harmonie Deugd veredelt de Kunst Lage-Zwaluwe. 8. Liedertafel St. Cecilia Vught. 9. Harmonie St. Cecilia Haarsteeg. 10. Liedertafel >Echo der Duinen» Loonopzand. 11Leo's Mannenkoor 's Hertogenbosch 12. Koninklijke Harmonie «Euphonia» Kaatsheuvel. 13. Liedertafel Tot Bloei der Toonkunst Baardwijk. Een massa volk trok met den stoet, die ongeveer 1 uur aan het raadhuis was aangekomen, mee. Midderwijl de muzikanten zich voor de gezamenlijke uitvoering gereed maakten werd den Voorzitters en Directeuren van de deelnemende gezelschappen de eerewijn aangeboden. De Edelachtbare heer Th. de Surmont de Bas Smeele Burgemeester nam het woord. Hij zei, dat het hem ook ditmaal, evenals verleden Zondag, hoogst aan genaam was, om allen, die deeluemen aan het gouden feest van de Liedertafel Oefening en Vermaak», namens het Dag. Bestuur een hartelijk welkom toe te roepen. De Voorzitter van het feest comité zei vorige week in zijn openings rede dat Waalwijk bekend staat om zijn gastvrijheid. En dat is zoo. Gij zult óndervinden hoe Waalwijk hethare gasten weet aangenaam te maken. Te meer nu nog, wijl het een muziekfeest geldt. Muziek dat woord klinkt zoo aangenaam in de ooren. Muziek is het die de zorgen des levens verdrijft. Zei ik Zondag dat de sport hier de muziek niet kan verdringen, thans zeg ik dat d muziek hier pas zal ophouden als het hart op houdt met kloppen. Na allen nogmaals een hartelijk welkom te hebben toegeioepen en de verzekering gegeven te hebben dat Waalwijk alles 'zal bieden wat het te bieden heeft, dronk hij op den groei en bloei van alle deel nemende vereenigingen Een warm applaus bewees hoe allen met deze hartelijke woorden het eens waren. Den heer J. van Iersel, Vice-Voorzitter van het eere comité, nam daarna het woord om eenige woorden van dank tot den burgemeester te spreken. Namens het bestuur van de Liedertafel bracht hij een woord van dank aan B. en W. voor de aangenamee attentie hun hier bewezen. Hij dankt hein bijzonder voor de goede wenschen voor de Lieder tafel en de deelnemende vereenigingen geuit en spreekt den wensch uit dat hij tot nog meerderen groei en bloei, nog tal van jaren aan het hoofd moge staan van Waalwijk, de hoofdplaats van de nijvere Langstraat. (Bravo's.) De burgemeester stelde hierna een dronk in op den directeur van de Lieder tafel den heer Jac. Sars. Daarra werd de feestmarsch, onder directie van den heer M. van Beurden, directeur van de Kon Harmonie Euphonia van Kaatsheuvel, uitgevoerd. Ook nu kwam de feestmarsch weer goed tot zijn recht. Nadat de stoet zich weer had samen gesteld, werd naar Musis Sacrum ge trokken. Daar aangekomen hield de Voorzitter der vereeniging, de heer A. C. van der Heijden de volgende begroe tingsrede Geachte PresidentenDirecteuren, Be- stuurs en werkende leden der aan dit festival deelnemende vereeni gingen Was het de vorige maal de taak van den President van het Feestcomité, den heer Houben, U hier toe te spreken, thans valt die eer aan mij tc beurt. Toen bij de nadering van ons gouden Jubileum, wij met het Feestcomité in overleg traden om te bepalen, op welke wijze wij ons feest zouden vieren, was ons besluit spoedig genomen het zou een concours of een festival worden. Daar wij bij gemis aan een voldoende localiteit van Qen wedstrijd moesten af zien, besloten wij een festival op de meest luisterrijke wijze te houden. Wij plaatsten een oproep in de bladen, richt ten eene uitnoodiging tot de muziek gezelschappen en in weerwil van het vele, dat hier, ginds en elders op mu zikaal gebied te doen was, mocht hei resultaat van ous pogen schitterend hee- ten, wijl niet minder dan dertig corpo- ratién aan onze roepstem gehoor gaven. En moet men zich hierover zoozeer ver wonderen Immers neen 1 Waar de woor- Vaa „1)E ECHO VAN HET ZUIDEN." den >concours of festival" gesproken worden, daar gaat 't als een electrische schok door de gelederen der muzikanten, die begrijpen, dat er een feest in aan tocht is, waarop de muziek, de schoonste, de goddelijkste aller kunsten, hoogtij viert- Wie toch zal den invloed, de wer king der muziek op het individu als op de massa naar waarde schilderen 't Is de muziek, het lied, dat u in de wieg in slaap zong; dat uwe dartele spelen begeleidde dat u, in den dienst des Vaderlands zijnde, te gemakkelijker de vermoeienissen van lange marschen en exercitien deed verdragen; dat, bij het sluiten eener levensverbintenis u als een zegenwensch toeklonkdat U als man sterkte in den vaak zoo harden en wree- den strijd om het bestaan; dat U, als grijsaard een panorama van liefelijke levensherinneringen voor den geest too- verdedat eenmaal ook klinken zal als afscheidsgroet, wanneer uwe kunstbroe ders met weemoed voor de laatste maal om uw groeve geschaard staan. Zoo komt de muziek in toepassing bij alle levensomstandigheden, zoo werkt zij heden, deed zij het in het verleden en zal zij het blijven doen ook in de toe komst. Raadplegen wij de oudste bron nen, de oudste gedenkstukken der be schaving, zij spreken van muziek en zang bespieden wij de wilde stammen in hunne ondoordiiDgbare bosschen, wij zien en hooren ze de muziek op primitieve wijze beoefenen- Slaan wij een blik in de ge- schiedboeken der Grieken en Romeinen, wij vinden de namen ran een Euterpe, Orpheus, Euphonia, Sappho e m. a. voor wier zang en accoorden dieren, planten zelfs de rotsen gevoelig waren, ja aan wie de goden zelfs het vermogen hadden geschonken het dorre stof leven en be zieling in te blazen. Zeide eens een hei- densch wijsgeer tot zijne leerlingen »Als ik gestorven ben, begraaf mij dan langs den weg, doch leg mijn ouden, trouwen wan delstok, die mij zooveel jaren tot steun en staf geweest is, naast mij, op dat, als de roofvogels mij te lijf zouden willen, ik mij kunne verdedigen, met hoeveel meer recht zou de musicus niet kunnen zeggen Leg naast mijn stoftelijk overschot mijn gelietkoosd instrument, mijne zangpartij, opdat ik op den groo- ten dag kan plaats nemen in het koor OF cRoefDmtionw aait Dm 101.) Maar, waar zou hij zoo eene vrouw vin- den 'i Zij moest meer zijn dan eene gewone gou vernante, eene vriendiu, bijna eene moeder, bijgevolg tot den adel behooreD. Het was voorzeker niet gemakkelijk zooveel hoedanigheden in éénen persoon vereenigd te ontmoeten. Ja. dat is het wat onB ontbreekt, dacht de hertog op zekeren morgen, terwijl hij malsch in een praebtigen zetel Louis XI nabij den haard gezeten waB waar in een warm vuur opflikkerde... Dat is bet waar lijkMaar wie?... Hy zat zich het hoofd te breken om ïeta in zijne eigen familie te vinden of al de bevriende familiën na te gaan, hij vond mear nergens den raren vogel dien hij zocht. Parbleu 1 riep hij eensklaps, zal ik ge dwongen zijn te hertrouwen om aan mijne kleindochter eene grootmoeder te schenken? Dat zou waarachtig aardig wezen Hij lachte zelf met deze zonderlinge gedachte en terwijl hij het vuur aanpookte, begon bij weer na te denkeD. De intrede van Beaugrand kwam hem storen. Weluu? wat is er? vroeg de hertog ongeduldig. De heer baron de Courgemont vraagt of monseigneur hem wil ontvangen, ant- woordde de dienaar. Courgemont I dat geloof ik wolBreng ^hem aaustonds binnen. Toen de gewezen groot-baljuw binnentrad omhelsden de twee grijsaards elkander. Zoo mijn waarde baron, riep da her tog, zeg mij eens aan welk mirakel ik het te danken heb u eens hier te zien? Aan geen mirakel, maar, helaasaan den nood. Wat is er u overkomen? Niets goede. Maar. laat hooren? Het duurt nu reeds verscheidene maan den dat ik van de rechtvaardigheid en de goedheid des Konings verwacht, weer in het bezit gesteld te worden van hetgeen my door de Revolutie ontnomen werd en ik wacht nog altijd, gelijk zuster Anna uit het sprookje, zonder iets te zien komeD. En nu hebt gij eindelijk besloten zelf te komen Gelijk ge zegt. Ik ben gekomen, des te meer daar de toestand ginder nietjmeor uit te houden is. Ah zoo ge wist in welken staat ik mijn baljuwschap weergevonden heb Ik heb het door uwe brieven vernomen. Mijne brieven hebben u slechts een flauw denkbeeld van de werkelijkheid kunnen gever. Al mijne landerijen zijn in handen van parvenus on er schiet mij geen duim grond meer over. Een herbergier, die den titel draagt van gemeentemagistraat stelt mij de wet en al die vlegels die zich ten onzen nadeele vet gemest hebben, zijn daarbij zoo onbeschaamd Kortom, mijne zuster en ik, wij zijn gedwongen in eeno soort van duivenhok te wonen gelijk arme bedelaars. Onze achterneef Rollac, die ODgelukkig onze armoede van nabij gezien heeft'zou u daarover verder kuünen inlichten. ilk geloof u. En nu wij van den ridder spreken, laat mij toe u nogmaals geluk te wenschen waarde hertog, over het welgelukken uwer onder neming. Hij heeft n uwe kleindochter weer geschonken Wat zijt gij toch gelukkig I Zeker, en ik zou zoo gelukkig wezen als het mogelijk is indien... Maar laat ons over u zelvon spreken, mijn waarde Courgemont. Wanneer zijt gij aangekomen Dezen morgen zelf met de diligence ge lijk een gewoon buraer. Mijne zuster en ik, wij zijn afgestapt in den „Tinnen Schotel en om den Koning van het heelal, den Meester der kunsten het eeuwig «ho sanna" toe te jubelen. Den meester der kunsten, zeg ik, doch inzonderheid den Meester der toonkunst, die op bijzondere wijze door Hem bevoorrecht is. Zullen de gedenkstukken van bouw schilder beeldhouw tooneelkunst enz. eenmaal der vernietiging zijn prijsgegeven, de muze alleen heeft Hij den stempel der eeuwigheid op het voorhoofd gedrukt, het lied zal ln de etherische gewesten alle eeuwen door gezongen en gespeeld worden. En daarom, mijne heeren, zijt trouw aan uwe vereeniging, zingt en speelt uw lied met een vreugdevol hart, wetende, dat gij daardoor beschaving kweekt, vriendschap en levensvreugde wekt. Laat u niet ontmoedigen door tegenspoed, dien elk gezelschap op zijne beurt onder vonden heeft. Ik weet het, en de heer v. d. Meeren van Loonopzand zeide het zoo teekenend in de begroe tingsrede bij gelegenheid van het wel geslaagde festival der Sophia's-Vereeni- ging: »Het leven van een gezelschap is maar al te vaak een worstelen tegen wind en stroomen* Ook wij behoeven geen profeten van het Oude verbond hier op te roepen om klaagzangen aan te heffen, wij hebben ze genoeg binnen de muren dezer zaal gehoord- Wij allen ondervinden vaak genoeg tegenwerking zoo in de vereeniging zelve als daar buiten afgunst en jaloesie sluipen onop houdelijk rond, onze beste bedoelingen worden vaak miskend of verkeerd uitge legd en toch ondanks dat alles, welke vreugde deed u den boezem zwellen, als uwe vereeniging huiswaarts keerde, bekroond op den wedstrijd, toegejuichl op een festival of na een welgeslaagde uitvoeringWas dat voor u niet weken maanden lang een bron vaD genot i Wanhoop niet, al dreigt thans de muzt teruggedrongen te worden door over dreven sport. Versta mij goed: over dreven sport. In onzen tijd van >sne leven* en zenuwachtige oveispanninf moeten wij iedere oefening toejuichen die het bloed sneller doet stroomen, d« slappe zenuwen en spieren spant en staal en daardoor het lichaam grooter weer standsvermogen schenkt, mits er geei overdrijving in het spel kome. De edel het is aan u dat ik mijn eerste bezoek breng verschoon mij zoo armoedig gakleed bij u te verschijnen. Uw portier bekeek zoodanig mijne versleten kleederen, dat hij aarzelde mij door te laten.,. Stoor u aan dit alles niet, mijn waarde, gij overdrijft.. En hoe stelt het mevrouw de Vermandois. Hare gezondheid is, Goddank heel goed, en zij zou mij volgaarne bij u vergezeld heb ben ware zij niet verlegen geweest want zij lijdt meer dan ik aan ODzen ondergang. Gij kent hare fierheid zij is geene vrouw die zich 1 met den huidigen staat zou kunnen tevreden stellen. Zij is het die mij tot deze reis heeft aangezet en mij heeft doen begrijpen dat de afwezigen altijd ongelijk hebben, en dat al mijne aanvrageD misschien onbeantwoord zou den blijven zoo ik zelf niet eens uitzag... want ik wacht al zes maanden... En wat hebt gij aangevraagd De restitutie van mijne goederen en de herstelling in mijn vroeger ambt of eene ver- &°- Mevrouw de Vermandois heeft gelijk gij moet u ver toonen, uwo rechten doen gelden. Ik ben er ook vast toe besloten. Wij zullen de stad niet verlaten vooraleer vol doening te hebben bekomen, maar een «tootje zou toch altijd helpen en men zegt dat gij by den koning heel hoog in aanzien staatik had dU!_gHet°his"waar dat Zijne Majesteit hot verlaugen heeft uitgedrukt mij weer te zien en mij persoonliik geluk te wenschen omdat ik mijne kleindochter weergevonden heb. En vermits ik voor mij zeiven mets te vragen heb, zal ik heel mijn vermogen en mijnen invloed gebruiken om n dienstig te kunnen W6IeDAh 1 wat ben ik u dank verschuldigd riep de gewezen groot baljuw, ik verwachtte dit overigens van uwe goedheid, Dit zal mijne zuster wat gerust stellen en haar beletten de een of andere dwaasheid te begaau. Verbeeld n dat zij zelfs sprak een gehoor aan den Koning te vragen om hem over zijüe onver schilligheid te berispen Dit ware voorzeker een verkeerd middel geweest om iets te bekomen, zeide hertog, die nu opeens een gelukkigen inval kreeg. Geloof me vrij, de koning is niet ondankbaar en vergeet ook zijne vrienden niet, maar hun getal is zoodanig groot, dat hy letter luk door aanvragen baBtorrad wordt. Natuurlijk zyn doze, die zich aan het Hof vertoonen do eers ten aan de beurt. Tracht u onder dit getal te bevinden en ik zal voor hot overige wel zorgeD. Morgen reeds, zoo gij wilt, zullen wij samen naar de Tuillerien gaan. Tot uwe bevelenik ga aanstonds de goede tijding aan mijne zuster melden. Weihoe? gij loopt?... Hebt gy dan geen UJÜ,gIk moet u rechtuit bekennen dat ik uit spaarzaamheid geen rytuig genomen heb. Ja, mijn waarde hertog, daartoe ben ik genood zaakt... ik ben te voet gekomen en zal ook zoo weerkeeren... Oh volstrekt niet, dat wil ik niet, ver klaarde M de Montbazon die altijd zijn plan vervolgde. Gij zult een mijner rijtuigen nemen en mijne beste groeten aan Mevrouw de Ver mandois aanbieden, zult gij haar, vriendelijk verzoeken met u ons eenvoudig ontbyt te komen deelen. Dit zal eene gelegenheid wezen om u mijne kleindochter voor te stollen. Gij zijt waarlijk te goed Gij zult mij ook toelaten uwe reispakken te doen afhalen. Onze reispakken?.-. Wat beduidt... He I mijn waarde Courgemont, denkt gij dan dat ik zou dulden dat min eene af spanning gelogeerd zondt zyn Mijn huiB is het uwe zoolang gij te Parya verblijft. Dat is te veel, myn waarde hertog, en ik weet waarlijk niet of ik uw aanbod mag aanvaarden. u Uwe weigering zou my krenken. Het is overigens noodig dat gy bij mij zijt opdat ik spoedig uwe zaken zou kunnen afhandelen, Daarbij zal Mevrouw de Vermandois Madeleine gezelschap houden voor wie dit heel nuttig zyn zal. Zij is bekoorlijk het goede kind, maar, onder ons gezegd, zy moet nog een Jeetje de goede wellevendheidsmauiereu loeren. Mevrouw zal haar daarvoor eeu goede geleidster zyn en het voorbeeld bij het woord kunnen voegen zij zal haar veel beter opleiden dan ik zelt bet zou kunnen doen en zal my een grooten dienst bewijzen. Wij zullen niettemin u zeer dankbaa ZIJüi Wij houden samen immers geene rekenin antwoordde de hertog en ik zie niet in, welk verdienste ik mag hebben met de gastvryhei aan mijne vrienden aan te biedeD. Ik boo wel dat gij da „Tinnen Schotel" niet bove het hotel de Montbazon zult verkiezen Ho in 't geheel niet 1 Welnu 1 't is besloten ik wacht u De hertog bolde Beaugrand en gaf bevel i te spannen. Terwijl men zijn bevel ten uitvoer bracn ging bij voort met don baron nog een weiu t0 Kor^daarua kwam de kamerdienaar meldi dat het rytuig gereed was. De twee oude edellieden onderbraken hum samenspraak en de gewezen grootbaljuw d straks, toen hij binnen kwam, heel bedremme was over zijn versleten jas, verliet nu li hotel met tier opgeheven hoofd alsof zyne hoi reeds verwezentlijkt ware geweest Het speet hem niet zijn duivenhok te hebbi verlaten. Denzolfden dag nog hadden da baron zyne zuster bunnen intrek in bet hotel - Montbazon genomen. De edele weduwe, die niet gemakkeli afstand deed vau hare fierheid, had met zoud protestaties de gastvrijheid van den hert aangenomen, maar eindelijk liet zij zich ov< halen door de beweegredens van eigenbela welke haar broeder aanhaalde en gat toe. Ook was de soort van voogdijschap welke gekregen had was over Madeleine uit te oefen goed voor haar hoogmoedig karakter gescb. en zij vervulde nauwgezet haren plicht zi vergoedend dat Hercules onder hare hand w< geHetbwaB voor de vrouw van den goochelt eene echte foltering, zoo gedurig onder t'rannie dezer oude heks te moeten staan. Mevrouw de Vermandois had het inderdt heel hoog op met alle verouderde voorooi deelen. (Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 1