Nummer ^9.
Zondag 9 October 1910.
33e Jaarg
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
188NUGHT
Gemeenteraadsvergadering.
PALJAS
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen
ANTOON T IEL EN,
LANDBOUW.
SUNLIGHT
Uitgevek:
FEUILLETON
W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38.
OOGENBLIKKEN OM Uil
te blazen zijn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
W||B1|||
BESOIJEN.
De Echo van het Zuiden,
en l-angstraalsclie Courant
rsclitint Woensdae- en Z a t. e r rl a w
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Prarno per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stuk keugelden enz., franco zenden aan den
Uitgever.
Openbare vergadering van den ge
meenteraad op Woensdag 5 October
1910 des avonds ten 6 uur.
Voorzitter de Edelachtbare Heer Ver-
wiel.
Ongeveer 6,15 uur opent de Voorz.
de vergade'ing, aanwezig de heeren
Groenen, Both, Verwiel en Broeders
afwezig de heeren W. Klerkx, J v. d.
Heijden en W. Brokken.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1 Ingekomen stukken,
a. Procesverbaal van kasopnemingdoor
B. en W. opgemaakt der boeken en
kas van den ontvanger, waaruit bleek
dat een en ander in orde is bevonden
en het dien overeenkomstig bedrag,
f 180,43 in kas aanwezig was.
b. Een besluit van Ged. Staten van
den 18 Augustus j l. G. No. 154 waarbij
de gemeenterekening over 1908 wordt
vastgesteld.
c. Aanbieding der begroeting van de
Gezondheidscomm zetelende te Waal
wijk, over het jaar 1911, waaruit blijkt
dat het aandeel voor deze gemeente is
geraamd op f 68,48.
2 Burgemeester en Wethouders bieden
den raad aan de begrooting over het
jaar 1911 bedragende en iu ontvangst
en in uitgaaf f 10420,84.
Voorzitter. Ik stel voor deze begrooting
14 dagen ter visie neer te leggen.
3 Wijziging begrooling 1910'.
Voorzitter. Er is een onderwijzer 5
weken ziek geweest eu toen is in over
leg met het hoofd der school, door twee
kweekelingen, Klerkx en Blom, diens
plaats vervangen. Nu stellen wij voor
f2,50 per week aan ieder der kweeke
lingen uit te keeren.
Er is wel geeu post voor op de be
grooting gebracht, doch geen der heeren
zal hiertegen zijn dit alsnog te doen.
Met algemeene stemmeu wordt daartoe
besloten.
Voorzitter. De lantaarnopsteker Soeters
heeft mij, naar aanleiding van een besluit
genomen in de vorige vergadering om
de lantaars meermalen te laten branden
gevraagd om meer loon. Er zal ook
wel niets tegen zijn want hij moet nu
meer werk verrichten, 't Is nagegaan
hoeveel stookdagen er voorheen waren
en hoeveel er thans zoowat zulfen zijn
en in verhouding daarmede stellen wij
voor zijn loon met f 10 te verhoogen
Thans is dit f 62, zoodat het nu wordt f 72
Wordt goedgekeurd.
I)e heer Both vraagt of de huisjes
voor de nachtwachts staande naast de
woning van de firma C. G. van der
Heijden, geen eigendom zijn van de ge
meente.
Voorzitter. Die huisjes zijn door de
eigenares van het huis, afgebroken, Hier
in onze gemeente is er niets van te
vinden en ook op de secretarie in Waal
wijk is niets te vinden dat er op wijst
Vau „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
OF
(féffómltouw aait Deit J&tweftjluCaitJ.
123
Vader vader riep hij heel verbaasd en zich
de oogen wrijvend, wat is er gebeurd? Ia onze
Witte gevallen
Na eerst nauwkeurig te hebben nagegezien
of zijn zoon geen leed bekomen had, onderzocht
Belphégor het paard.
Dit verglaasde oog, die stijve pooten, die open
muil waaruit geen adem meer kwam, dit alles
bewees genoeg wat er ging gebeuren
Wat is er vroegJacques heel eenvoudig.
Er is.... dat de witte dood is, stamelde
I'aljas met tranen in de stem en ontroerd
gelaat.
En dit woord adood„ klonk zoo naar over
de eenzame vlakte, dat de kleine van het hoofd
tot de voeten rilde.
Ja, het oude paard vaD den trompetter, de
Veteraan van het grooto leger, die met de
troepen van Napoleon door de vlakten van
Kusland gereisd had, had zijne loopbaan
volbracht.
Al was het slechts in zijne oude dagen
geleerd geworden, toch was het moedig
gebleven en voor zijn taak gestorven het had
zijn laatste drafje afgeloopen, na een laatsten
dienst te hebben bewezen
Belphégor en Jacques knielden bij het lijk
Deer en weenden overvloedig.
De eenvoudige lieden waren zoo diep bedroefd
alsof zij eenen vriend of bloedverwant verloren
hadden.
Was de Witte inderdaad van hunne familie
Diet Van die familie die reeds verminderd was
nu nog kleiner werd
Ilad hij het lief en het leed met Belphéhor,
den goeden tijd en de ellende niet gedeeld en
meegeleefd En was hij zelfs geen artist van
den beroemden troep geworden?
Zijn meeBter sprak eene soort yan eenvou
dige, roerende lijkrede uit en bracht hulde aan
de goede hoedanigheden van het gedienstig
dier B
Wat een ongelnk Goede God Het is
de schuld van die vervloekte lieden die mij
achtervolgen... Gy waart niet jong meer, 't is
waar maar gij waart nog sterk... Uw tijd
was nog niet afgeloopen... Mijn goede vriend...
Ik heb u zoo goed verzorgd als ik kon en u
nooit mishandeld. Ik had u waarlijk beter
willen voeden, mijn arm beest; maar de tijden
waren slecht en wij, gij weet het wel, wij aten
ook niet altijd ons buikje vol... Gij zult niet
meer lijden, gij... Kust in vrede, gij hebt het
wel verdiend
Na vrije lucht gegeven te hebben aan zijne
droefheid, begreep Belphégor het gevaar waar
aan hij zich blootstelde indien hij langer ver
toefde,
Hij sneed de koord los, waarmede zijne reis
goederen op den rug van het paard gebonden
waren en stond op.
Vaarwel, Witte, mompelde hy.
k Waarwei Witte, herhaalde Jacques al snik-
En zijne armpjes om den kop slaande van
het doode beest, kuste hy den ouden vriend
eene laatste maal.
—Kom. kleine, kom, zei de goochelaar, wij
kannen hem helaas toch niet meer tot het
leven terng roepen
Hij nam de kleine bij de hand en beiden
gingen hunnen weg voort.
Aan den omdraai van de baan, keerden zij
zich een laatste maal om en zonden een laatste
groet aan hunnen gewezen gezel.
Reeds teekende het lijk zich nog slechts als
eene grijze vlek af.
-XIII
Zooals wij het gezien hebben, nadat de over
heden de vlucht van Belphégor hadden vast
gesteld, werd de politie in alle richtingen uit
gezonden om hem achterna te zetten.
of het eigendom der gemeente is. 't Is
wel niet in den haak, maar er is niets
aan te doen.
Voor den nachtwaker is het niet pret
tig, want bij regenachtig weer maakte
hij er nogal eens gebruik van.
Groenen. Ik heb gehoord dat de
nachtwaker geen wapens heeft, dat hij
alleen maar is voorzien van een stok.
't Komt mij voor dat het, vooral tegen
woordig nu men leest dat overal wordt
ingebroken, het noodzakelijk is dal hij
wordt voorzien van een vuurwapen. Dat
is in 't belang der gemeente en voor
den man zelf is het ook heel wat veiliger.
Voorzitter. Hij heeft geen wapens,
dat is waar, maar hij heeft er ook nooit
naar gevraagd ook. Hij is in zijn op
treden pootig genoeg en bovendien kan
hij van Liempt, die wel voorzien is van
een revolver, 's nachts ieder oogenblik
roepen.
Groenen. Dat hij van Liempt 's nachts
kan roepen is heel goed, maar stel, dat
aan 't eind van Besoijen of aan de
spoorlijn iets is te doen, dan gaat het
moeilijk om eerst van Liempt te gaan
roepen. Ik acht het beslist noodzakelijk
dat iemand die altijd 's nachts in dienst
is, en altijd alleen is, voorzien is van
een- vuurwapen.
Broeders- Ik ben het geheel eens met
den heer Groenen. Met een revolver
kan hij altijd heel wat meer doen. Ik
dacht dat hij ook altijd gewapend was.
Voorzitter. Neen, hij heeft er nooit
naar gevraagd.
Groenen, 't Is toch beslist noodzake
lijk. Ziet maar eens naar Brigadier Adams
dat was toen maar een gewone kippen
diefstal en toch werd daarbij al gescho
ten en wel met doodelijk gevolg.
Broeders, 't Is ook een betere waar
borg voor de veiligheid ook-
Voorzitter. Ik heb er volstrekt niets
op tegen en groote kosten is het voor
de gemeente ook niet. Ik zal met den
nachtwaker er over spreken.
Niemand meer het woord verlangend
gaat dfe raad over in geheim comité ter
behandeling van punt 4 reclame tegen
eenen aanslag in den Hoofdelijken omslag.
Adv retention 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties by abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Maar onvermijdelijke traagheid in het uit
voeren van offiëele bevelen, de ongelukkige
dronkenschap van Grain-d'Amour en de dichte
duisternis van den nacht waren zooveel om
standigheden die een goochelaar den tijd gaven
een goeden afstand op zijne vervolgers voor te
winnen*
Agenten en gendarmen kwamen dus onver-
richterzake terug.
'sAnderdaags wanneer zij zich weer cp zoek
begaven en de omstreken doorzochten,waren zij
niet gelukkiger en de opsporingen, de volgen
de dagen in de omliggende bosschen en dorpen
gedaan, bleven zonder uitslag.
De opsporingen werden echter niet voort
gezet tot op de plaats waar de Witte gevallen
wns, niet verre van de grens die het departe
ment der Gironde van dat der Charente-In-
ferieure scheidtwant niemand kon zich in
beelden welken grooten afstand die oude ver
sleten schimmel tuaschen hem en zijne ver
volgers op zoo weinige nren tijds gezet had.
Te dien tijde keDde men noch spoorweg,noch
telegraaf, ncch telefoon.
Het bestuur beschikte toen over de midde
len niet die hedendaags de overheid in staat
stellen bijna oogen blikkelijk in onderhandeling
te treden met eene andere stad.
Moest dit nu nog gebeuren, de prefect der
Gironde zou aanstonds eenige telegrammen naar
zyne onderhoorigen en zyne ambtgenooten der
aanpalende departementen gezonden hebben om
hun de persoonsbescbijving mede te deelen van
den vluchteling, die ongetwijfeld niet lang zou
vrij loopen.
Maar eertijds moest men zich wel bepalen
bij de middelen welke men bezat.
De langzame middelen welke men in 't werk
stelde bleven, zooals wij gezegd hebben,
zonder uitslag en wanneer men, na verloop
van eene week, vernam dat eenige boeren,
den dag na de vlucht van Belphégor, niet
verre van Chiersac, in de sneenw het lijk
gevonden hadden van een wit paard, daD
had men reeds het spoor der vluchtelingen
verloren.
Weldra hoorde men over hen niet meer
spreken.
Blangy nam, zooals gewoonlijk, de zaak heel
luchtig op en troostte zich met de gedachte
DE WEIDE.
II.
Ik zou verder de vraag beantwoorden,
wanneer de kalibemesting aan de weide
gegeven moet worden. Onder de verschillende
weideplanten, grassen en klaver zijn er vele,
die meer dan één jaar bestaan. Zeer veel
grassen zijn overblijvend, b.v. bijna alle
beemdgrassen, het. vlokgras, hel zwenkgras,
het gewone zaaigras en nog vele andere.
Daarenboven liggen iu den bodem van een
grasland talrijke zaadjes van verschillende
plantjes, die in den; zom r gebloeid hebben
en welke zaadjes in het voorjaar zoo vroeg
mogelijk ontkiemen. Voor de overblijvende
gewassen in een grasland, die gedurende
den zomer zooveel mogelijk voedsel aan den
grond hebben onttrokken, doordat zij omhoog
geschoten zijnde, telkens weder van hare
stengels eu bladeren werden beroofd, is
het natuurlijk noodig, dat zij in den herfst
reeds weder nieuw voedsel in den grond
viuden, hetzij om dat in de wortelstokken
of onderaardsche stengels op te hoopen, om
in staat te zijn, in het voorjaar zoo vroeg
mogelijk nieuwe scheuten te geven, hetzij
om nog voor den winter nieuwe takken en
bladeren te vormen. Ook de zaadjes, die
reeds vroeg zullen ontkiemen moeteD den
bodem wel bereid vinden en men mag de
jonge plantjes niet laten verhongeren. Oin
deze redenen moeten wij dus als algemeenen
regel aannemen, dat de bemesting van de
weide reeds in den herfst moet plaats heb
ben. Als algemeenen regel, zeg ik Want
hél is mogelijk dal er bijzondere redenen
bestaan om pas in den wiuter of in het
voorjaar de weide te verzorgen. Het is na
melijk niet raadzaam om de weiden in den
heerfst te bemesten, in laagliggende onge-
draineerde landen, als het water er veel
afstroomt, evenmin in die streken, waar
het land in den winter geheel overstroomd
wordt. Doch in hooger gelegen landen kan
men de kalibemesting het best in den herfst
geven. De kali wordt toch door den bodem
geabsorbeerd, dat wil zeggen/^opgeslorpt
eu vastgehoaden" en door den gewonen
regen dus niet uitgespoeld. De laaggelegen
weide, die onderloopen in den winter,
moeten natuurlijk in het voorjaar zoo spoedig
mogelijk bemest worden en dat kan in den-
zeltden vorm en in dezelfde hoeveelheid
Bah de goochelaar heeft zich zeiven
uit de voeten gemaakt en ons van hem ont
slagen. Hij is waarscbijnlyk hier of daarvan
ellende omgekomen, ofwel, indien hij nog
leeft, hij weet wat hem te wachten staat en
zal zich wel koest houden. In alle geval
mogen wy hem als dood aanschouwen. Het
is waarlijk de moeite niet waard al de
gendarmen van Frankrijk op loop te zetten.
Wij hebben veel ernstiger zaken te behan
delen, parbleu I
De prefekt, die ook niet behendig in deze
zank gehandeld had, was van hetzelfde oor
deel als zijn overste.
Geloof mij vrij, mijnheer de Rollac,
voegde de graaf er bij, gij moogt uwe zen
ding als afgedaan beschouwen. Gy hoeft
slechts naar Parijs te gaan, bij mijnen neef
deMontbazon om hem de laatste gebeurtenissen
te vertellen. Hij verlangt vurig met u kennis
te maken en u zijne dankbaarheid te betnigen.
Maar de ridder dacht er heel anders over.
Hij had geheime redenen om dien tegen
slag niet zoo goedmoedig aan te nemen.
Eerst en vooral was hij in zijne eigenliefde
gekrenkthet speet hem innig dat hy zijnen
slag gemist had.
lovendien was hij niet al te gerust over
de gevolgen.
Nu dat PaljaB weer vrij liep, moest hij
bedacht zijn op nieuwe moeilijkheden, nieuwe
hinderpalen.
Zelfs in de veronderstelling dat de gooche
laar voor langen tijd in de onmogelijkheid
zou wezen iets te ondernemen, was het toch
zeker dat hij de wapens niet voor goed zon
afleggen den eenen of anderen dag zou hij
weer opdagen en alles komen storen.
Kortom, de man was niet gerust en zon
hot niet wezen, zoolang die vervloekte Paljas
in leven zou jsyn en kon te voorschijn komen
om zijne rechten als vader en echtgenoot te
doen gelden en de kleindochter van den
hertog de Montbazon, de zoogezegde gravin
Apiani, zijne vrouw to verklaren.
Het scheelde waarlijk maar weinig of Ma
deleine zou werkelijk weduwe zijn geweest.
Een goed gerichte dolksteek had Belphégor
naar de andere wereld kunnen zenden voor
altyd.
geschieden als de herfstbemesting. En hoeveel
kali moet nu in den herfst op de weide
uitgestrooid worden en in welken vorm geeft
men de kali het best? Onder de verschil
lende kalizoulen is kaïniet het goedkoopste
en om in het groot op de weide uit te
zaaien wel het geschiktst. Op zandgronden
op veen en moerasgrond en in het algemeen
nog op alle hnmusnjke gronden geve men
iu den herfst op de weid* kaïnier. Weiland,
dat nog niet bemest is geweest, kan men
met goeden uitslag 1200 K.G. kaïniet op
da hectare geven na eenige jaren kan men
die hoeveelheid terugbrengen tot 800 K.G.
Van de verschilleude grondsoorten moeten
de zandgronden de meeste kaïniet hebben
n.l. ongeveer 800 K.G. per hectare. De
zwaardere gronden kunnen volstaan met
400 K.G. en aan de zavelgronden geve men
000 K.G. Al da meststoffen die men op
de weide gebruikt, moeten goed fijngemaakt
worden. De kaïniet is nogal vochtaantrekkend
en vormt nog al eens kluiten. De kunst-
mestbreker moet hierbij goede diensten kun
nen doen. Eenige ureD niet meer
voor dat men kHÏniet zaait, kan men het
*oor de weide bestemde slakkenmeel. Daar
door wordt het droog en beter strooibaar.
Nadat de meststoffen zijn uitgezaaid, zorge
men er voor, dat men in het voorjaar de
weide goed egt. De lucht treedt zoodoende
in den bodem en doet dan de mestsloffen
beter tot haar recht komen.
Kalf bij dc verschilleude kluversoorteu.
Op alle gronden, in alle streken, op al
lerlei manieren zaait men klaver, als onder
gewas, ook ais hoofdgewas. Met welk doel
men de klaver ook teelt, hetzij als groen-
bemesting, hetzij om zaad te winnen, hetzij
ais veevoeder, als zij met oordeel behandeld
wordt, is het een in de vruchtwisseling zeer
noodig en zeer voordeelig gewas. De klaver
moet, om den grootst mogelijken oogst op
te leveren, om veel zaad en veel blad te
geven, bemest worden met kali, phosphor-
znur en kalk. Klaverland mag niet te droog
zijn en moet nel kdk bevatten. De klaver
onttrekt minstens 150 K.G. kalk aan den
grond. Daarenboven heeft alle klaver, waar
en met welk doel ook gezaaid, phosphórzunr
en kali noodig. Gij weet het bij ondervin
ding als men op de wei klaver wil zien,
moet men met kaïniet en slakkenmeel wer
ken. Geeu wonder, dat de klaver, als af
zonderlijk gewas, ook beide noodig heeft.
Een hectare klaverland heeft minstens noodig
Maar de aankomst van ongenoode voorbij
gangers had hem gered. Buiten alle verwach
ting, was hij ook aan het gevaar ontsnapt in
een gekhuis te worden opgesloten.
De razerny welke de ridder gevoelde door
deze dubbele mislukking, wus zoo groot, dat
hij de meening van Blnngy heel Biecht ontving
Hij antwoordde heel bits dat hy wist wat
er hem te doen stond, en dat hy niet zon
loeven tot het einde toe zijne zending te vol
brengen, al moest hy door iedereen verlaten
worden.
Hij beBloot dus dadelijk te vertrekken,
maar werd erin belet door eene onverwachte
ziekte.
Hij bad eene verkoudheid opgedaan, die
met andere onrustwekkende verschijnselen
gepaard ging.
Hij was gedwongen zich te bed te leggen
en bleef gedurende meer dan eene halve week
aan eene hevige koorts onderhevig.
Van den beginne af had Gastel—Blangy
bevelen gegeven om hem goed te doen ver
zorgen hij had hem daarenboven een der
beste geneesheeren der stad gezonden en
deed alle dagen naar zyne gezondheid ver
nemen.
De ziekte was zeer erg, zonder doodelijk
te zyn.
Gedurende het eerste tijdperk der ziekte,
was de lijder zijnen toestand niet bewust:
hij ijlde gedurigi
Hoe groot was dus zijDe verwondering,
toen hy, op zekeren morgen, weer tot bezin
ning kwam en nevens zijne bedsponde de gekke
figuur van Grain-d'Amour zag staan.
Hij dacht eerst de Bpeelbal eener begoo
cheling te zijn.
Hij richtte zich in zijn bed op
Wel zoo dengnietriep hij met gram
schap, wat doet gij hier? Vertrek! Vertrek
zeg ik u
Ik waak over u, mijnheer, antwoordde
de gewezen hansworst heel eenvoudig.
Weihoe I gij bewaakt mij Wat be-
teekent dat?
Dat beteekent heel eenvoudig dat ik het
mijnen plicht geacht heb mijnheer niet over
te laten aan de zorgen van vreemdelingen,
zoodra ik vernomen had dat manheer ziek was.