i> u n un e t? 101 Zondag 25 December iOlO. 33° J ang I Tweede Blad ai ir MENGELWERK Reclame. 9 Ingezonden Stukken. V- it inako Ei irsf nde d\G Alleen de nieren kimnen het bloed filtreeren. Geachte Redacteur- In de openbare vergadering van 12 dezer heb ik uitleg gegeven waorom ik op de ver gadering van 3 December heb vo'drgeatemd, dit doende onder protest daar meerdere punten niet voldoende waren onderzocht en o.tn. het gakozen bouwterrein niet was wat de des kundige raadgever had aangewezen. Dezi uitleg nu wenBch ik in uw geeerd blad te herhalen, wijl nw verslaggever, hoe voortrel- —^r gpvoelin woede, en hij doet iets wat bij. (lelijk, het rechte te treffen. Maar niets tot hiertpe zelfs in volslagen dronkenschap 5 schijnt hem passend toe. Alle* heeft Anneke a 1 e. 1 1 .1 J L./] n1l.td Kal t/\i\ f\n tipr_ »sp (Kerstvertelling.) Het is wederom Zaterdagavond en bijna kniddernach* Met kloppend hart en in loodelijken angst zit zij, gelijk zoo menigen IDQ^aterdagavond, te wachten op zijne thuis- orost, de thuiskomst van den dronkaard Jn haar kiud, haar eenig gebrekkig dochtertje, wacht met haar. Het ligt iu haar bedje met gesloten oogen, went moeder heeft het ver maand //Slaap, Antieke, slaap zacht. Af en. toe ech^'r, wanneer een diepe zucht hoorbaar wordt fluistert de kleine Moeder komt vader nog niet terug En de moeder weet geen antwoord. Zoo is het bijna iederen Zaterdagavond geweest, reeds vele maanden lang, en zij beeft allt» beproefd. Zij hetfi hem gesmepkt met zachte, liefdevolle woordeD, zij heeft ernstig met htm gesproken, zij heeft geweend en gebeden alles tevergeefs Niet altijd had zij hem zoo wakend ge wacht, maar dan was het nog erger geweest. Sidderend had zij dan te bed gelegen en hij, meenende dat zij sliep, raasde nog erger dau anders, schreeuwde om licht, en het kind door dit leren uit zijne sluimering wakker gcschiikt, werd lievig ontsteld. En nu wacht zij iederen Zaterdagavond. Niemand vermoedt, wat zij lijdt, slechts haar klein meieje weet het. Haar overbuurvrouw, de vrouw van den dagloooer Maarte.ns. had eenmaal tot ha-»r gezegd Nu ja uw man drinkt zich tegen woordig ook een fliuk stuk iu den kraag, maar enkel des Zaterdagsavonds als hij zijn loon heeft, gekregeu. Ik heb het wel ge hoord, maar dat beeft niets te beteekenen, eens in de week 1 Mijn man komt alle dagen dronken thui", dat is een kruis Dus zij wordt nog benijd, wijl haar man niet alle dagen drinkt 1 Groot* God bij haar is het zeker nog slechts een begin Hoejs hij er toe gekomen? Vroeger was bij toch heel anders, hij was eeu vlijtige, bekwame werkman, en zij waren zoo tevreden te zameu, niettegenstaande hun eenig kind. een ..wak, ziekelijk ichepseltje was. Dit onverdiende leed dioegen zij gezamenlijk, en zoo woog het niemand te zwaar. Hoe rustig was hun leven met hun drieën Dat is nu voorbijVoorbij de goede dsgen, dat hij des Zaterdags uit de naburige stad huiswaarts keerde en bij haar en tiun kind gezellig te zatnen zat. De herberg hei ft khet hem aangedaan, hij heeft geen rust meer in zijne geriefelijke woning, die zij toch 1 zoo rein en ordelijk houdt. Eiken avond verlaat hij het huis, maar hij komt op tijd 'm en nuchter thuis, hij weet, dat den volgenden morgen bet dagwerk roept, en zoo ver is hij nog niet, dat hij dit zou willen ver- waarlnozen. Als meesterknecht moet hij vroeg bij de hand zijü. Maar des Zaterdags avonds blijft hij in de stad, dau heeft hij tijd en Zondags siaap hij zijn roes uit. Ho« vermoeid is zij bij elke beweging 1 E11 hoe klopt, haar het arme, zieke hart in den boezem 1 Van week tot week wordt het helaas erger. Spoedig wellicht ia zij verlost van alle kwalen. Zij verlangt ook zoo naar rust. Maar haar kind haar Anneke..., moest zij dat niet achterlaten, dan stierf zij gaarne, nog heden. Maar nu, nu moet zij 'T wenschen te blijven leven ter wille van het arme schepseltje Reeds is middernacht voorbij Is er wtl 1 iets vreeselijkers dan zulk wachten. Van m den kerktoren klinkt het weder één. Een uur na middernaoht. En hij is er nog niet. Van uit het bedje klinkt de zachte stem Komt vader nog niet moeder Hij komt spoedig, slaap maar rustig, mijn Anneke. nog niet gedaan heeft, hij heft de hand op en laat ze zwaar neervallen op zijne vrouw. De arme weent niet, zij drukt alleen hare linkerhand op het hart en zitt hem aan met een blik, waarin alles ligt, wat zij gevoelt smart en verachting. Het zieke kind, dat de verlamde lede maten nog slechts met moeite kon bewegen, staarde van uit de kussens met wijd open gespalkte oogen op den vader en moeder. Dan ontwrong een erbarmelijk snikken zich uit hare borst, een snikken, dat telfs den dronkaard door het hart snijdt. Want zijn kind, het zwakke plantje, hij kan het niet zien lijden. Hij bemint het met alle kracht, die in hem is. met eeue medelijdeude liefde. En zoo ontnuchterde hem ook dit snikken. Hij nadert het bedje en tracht met zware tong, het kind gerust te stellen, tevens schuine blikken op de moeder werpend. Anneke wendt zich met moeite af, uiet het gezicht naar den muur, sidderend over het gehee.le kleine lichaam. Toornig wil hij opbruischen, maar hij bedwingt zich en zonder zich om zijne vrouw te bekommeren, die op den ouder, met leder overtrokken sioel naast den haard zit, werpt hij zich op zijne legerstede. Spoedig valt de dronkaard in een diepen slaap. Het steunen der vrouw, die van een hartkramp is bevangen reeds eenmaal had die kwaal haar aan den rand van het graf gebracht wekt hem niet. Anneke hoort bet kermen der moeder, het zóu moeder willen helpen, inaa het kan niet. Het ademt verlicht op, als na eenige oogenblikken alles stil wordt. Moeder slaapt, zoo denkt liet en eindelijk vallen ook Au- nekes vermoeide cogleden dicht. aden cstof. suur Hoor... nu strompelen de schreden op straateen slag tegen de deur... nu is bij daar. Wankelend, stamelend, zijn aangezicht ontsteld, de oogen flikkerend onrustig, m.t bloed beloopen. Met toornige, onverdiende verwijten overlaadt hij zijne vrouw. Zij kent dat reeds. Zonder een woord tegen ie spre ken, helpt zij hem met het uittrekken van laarzen en jas. Hare kalmte vertoornt hem nog meer, met hoonende woorden en zinue- looze beschuldigingen tracht hij haar te plagen. Zij spreekt niet tegen, verdedigt zich niet, magf als het razen en vloeken erger wordt, wijst zij met smeekend gebaar naar het bed}# van het kind eB zucht De arme kleine... zij is zoo bang Een oogen- blik is het, als ontnuchterde hem de schaamte over zich zelf, maar plotseling verandert dit De morgen breekt aan en als de metse laar zijn roes heeft uitgeslapen, vindt hij zijn kind sluimerend en zijn vrouw., dood 1 Anneke kan, niet begrijp n, waarom moe- der nooit m er wakker zal wordeu. Zij is bevreesd voor den vader, als nog nooit te voren. Vader is de schuld van alles.,, hij heeft moeder geslagen, hij heeft haar niet lief gehad en nu kau zij, Anneke, hem ook niet liefhebben, hem, die toch vanaf dezen morgen zoo goed eu zacht voor haar is, nooit meer driftig en ruw, hoewel hij zijn herbergbezoek blijft volhouden. De metselaar verkwijnt van berouw en zelfverwijt. Hij had heelemaal niet meer a»n hare kwaal gedacht en zij had ook nooit m*er geklaagd. En nu is het gebeurd. Hij is haar moordenaar eB met zijne vrouw heeft hij ook zijn kiüd verloren En toch heeft hij beiden zoo innig bemind. Alleen dat ellendige drinken hij kan het niet laten, het is zoo verleidelijk met vroolijke kame raden bij het gelag te zitten thuis is het zoo stil en eentonig. En zoo velen doen het immers. Daarom was hij toch geen slecht mensch. En dat zoo iets moest komen 1 Zijn berouw helpt niets. Dood blijft dood. Maar nu moet hij toch gaan leven voor zijn kind leven en werken. Hij is naar de stad verhuisd, voor zijne liefde aan An. neke. Wie weet hoe lang hij het teere plantje nog behouden mag De oude tante die op zijn verzoek met hem is gaan wonen, meeut ook dat het kind niet laDg meer zal leven. Hij geloofde uat iu eene andere omgeving Anneke spoediger vertrouwen zou stellen, in den vader en daarom bad hij het geboorte dorp verlaten. Die verwachting was echter vergeefs. Sedert den dood der moeder was het kind steeds stil en bedroefd. Hij smeekte wel eens dringend om hare liefde, haar vertrouwen, want hij zou zoo graag eens een juichkreet van haar vernemen. Zij had toch wel in hare ziekte met moeder gescheitst en in de handen geklapt. O, als Anneke maar eens hare armpjes om zijnen hals wilde slaan, hem wilde liefkozen, hij zou niet meer drinken 1 Tevergeefs echter wachtte hij hierop. De gestorven moeder heeft alles mede naar het graf genomen. Vol angst blik! en de kinderoogen rond als hij nadert, iu niets schept Aniieke meer plezier. Hij brengt wel eens wat speelgoed mede en wanneer hij dan met zijne geschenken thuis komt eu ze iu Aunekes schoot legt, zegt ze alleen netjes „Dank u wel Vader.'' Geen vreugdekreet komt over hare lippen, en tevergeefs wacht hij op eene liefkozing. Hij voelt dat het kind zijn rechter is, de straf voor zijne zonde die hij bedreven heeft. Hij mist nu zijne vrouw het meest, die vrouw waar hij toch altijd gelukkig mee geleefd had. reeds gehad en alles heefi het zoo onver schillig aangenomen. Nauwelijks too veren zijue geschenken een zwak, gedwongen lachje op haar gelaat. O. en het kind wordt steeds zwakker, immer bleeker en bleeker worden de wangetjes. Hij zal ook hei kind verliezen, het zal naar zijne moeder gaan, dan ziju die twee vereenigd, en hij is alleen, uitge- stooteu uit den bond Hij vindt niets in de uitstallingen, en zoo gaat hij verder, verder tot de huizen verminderen en hij zich bevindt op den weg, dien hij zoo vaak gegaan is, toen zijne vrouw nog leefde, den weg naar zijn geboortedorp. Iets dwingt hem den weg te vervolgen, voor den eersten keer sedert hij in de stad woont. Hij hoort klokkeugelui en denkt aan het aanstaande Kerstfeest en met die gedachten stapt hij immer voort. Nu is hij reeds bij het kerkhof en met een beklemd gemoed zet hij daar zijn eersten voet en gaat langzaam voort. Bij een groenen grafheuvel knielt hij ueder, voor den eersteu keer. Gras is erop gewascher. en van een nabij gelegeu graf is het donkeie wintergroen er over gegroeid en kleine blauwe sterretjes blinken vriendelijk tusschen het dorre ge boomte. Hij wi! bidden hij stamelt het Onze Vader, aandachtig en smeekend gelijk een kind „Vergeef ons onze schulden,...' hier houdt hij op, eu een zware zucht ontsnapt zijne borst. Of zijne schuld hem eindelijk vergeven wordt Of zijue wereld>che rechter zijn klein meisje, hem nog eenmaal haar hart zal schenken Door al deze gedachten komt hij langzamerhand in een vredevolle stemming. Hij gevoelt zich als iemand, die iets beeft wedergevonden, dat hij verloren had en smartelijk had gemist.. Hij neemt het vaste besluit niet meer te drinken. Het kost hem moeite van den grafheuvel te scheiden. Maar hij moet huiswaarts. Hij heeft heden echter nog niets voor zijn kind. Toch komt hij niet gaarne met leege hand-u thuis. Wist hij slechts ietsZou Anneke pleizier hebben iu die reeds verdorde bloe men Wie weetHij plukt een handvol, groet nog eenmaal het graf en stapt dan in de schemering van dezen winteravond huis waarts, waar zeker zijn ziek kind hem* met ongeduld wacht. Thuisgekomen vindt hij Anneke in haar stoel voor de beeltenis v»n het Goddelijk kiudj.% in diep gebed verzonken, H*t is reeds de negende avond dat Anneke daar zit te bidden, voor de bekeering van haar vader en dat zij gauw naar moeder zou mogen gaan In de kamer is het bijna donker, maar toch herkent het kind nog de bloemen die vader bevend in haar schoot legt. „Daar, Anneke, ik wi t niet, wat ik u mee zou brengen I* „Dank p wel, vader' het gedwongen lachje verschijnt weder „vanwaar zijn zij Vader'. De metselaar aarzelt een oogenblik. Dan zegt hij „op het graf van moeder hebben zij gebloeid was hedenavond, daar, en ik dacht misschien „Vader, lieve, beste Vader' als een verlossende kreet klonk het uit den bleeken kindermond en twee magere armptjes om klemden den hals van den man. „Gij waart daarginds, op dezen avond, en gij brengt mij bloempjes van moeders grat O, mijn gebed is verhoord Vader, dau hebt gij moeder toch lief gehad, al hebt gij haar ook.... O, vader... ik ben zoo blij... als ik nu spoedig in den hemel kom, kau ik moe der vertellen dat gij haar toch bemindet, niet waar, vader Wat zal moeder zich ver heugen Steeds inniger omhelst het kind de vader. Hij voelt zich verjongd, nieuw leven door stroomt hem. Hij heeft ziju kind weerge vonden, en in zijn kind zijn gestorveu vieuw. En hij weet, er is een genadige rechter En samen vieren zy vroolijk de volgende dagen het schoone Kerstfeest en danken den goeden God. Iedere drie minuten van het leven gaat het bloed door de nieren «>m gefiltreerd te worden. Wanneer het de nieren bereiktis iet zwaar beladen met gifiige onzuiverheden wanneer het de nieren verlaat, ia het 't zui verste bloed van het geheele lichaam. Doch wanneer de nieren niet behoorlijk werken wordt uw geheele gestel langzamer hand vergiftigd, want de in het bloed achtergebleven vergiften verspreiaen ziekte en verderf door het geheele lichaam. Gij gaat u zwak, prikkelbaar eu afgemat gevoelen. Uw slaap wordt verstoord eu is onrustig, eu somtijds hebt ge een gevoel of de rug u zou breken, wanneer gij u in het bed omkeert. '8 Morgens staat gij op met een ellendig gevoel iu uw rug en met pijn in de lendenen Uw oogen zijn dof en opgeblazen en uw handen en enkels zwellen op. Di urine heeft eeu onuatuurlijke kleur eu komt in zeer groote of zeer kleine hoeveelheden. Bij vochtig weer zijn uw ledematen stram en rheumatisch. Wanneer gij uw nieren verwaarloost zul len zij hun geschiktheid om het bloed te filtreere» verliezen, en hreidt uw kwaal zich langzaam uit tol lendenjicht, kwellende uiine- kwalen, niersteen waterzucht, heupjicht, chro nische rheumatiek, en verwoesting der nieren. Alleen een nieren geneesmiddel kan de nie ren heelen. Foster'* Rugpijn Nieren Pillen dienen enkel voor de nieren en blaas. Zij herstellen en heelen de nieren, en helpen hen om hun kracht te herwinnen tot hel filtreeren van het bloed en het afvoeren van vloeibaren onzuiverhedeu. Op iedere doos échte Foster's Rngpijn Nieren Pillen komt de naam van het ge- ueeemiddel voluit voor. Zij zijn te Waalwijk verkrijgbaar bij de WedOrie Duinoulio, Markt. Toezending geschiedt fraoco na ontvangst van postwissel f 1,75 voor ééu off 10.voor zes doozen. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) felijk zijne recensies verder zij, het volgende uw nummer van 19 dezer niet heeft weer gegeven Ik zeide dan dat ik door het knndig rapport van den heer van Mierlo voorgelicht eu door zijn verdere gegaveuB het nat eener gasfabriek inziende, er dan zelfB nog voor zon hebben gestemd, al mocht wijk A, niet aansluiten wijl ik mij bewust was niet te vertegenwoor diger te zijn van wijk A. alleen maar van de gansche gemeente waartoe dus ook Kaatsheuvel behoort. Dat ik echter omgekeerd van de KaatshenvelBche leden ook dezelfde ridderlijk heid mocht verwrehten, gedachtig dat zij eveneens de belangen hadden voor te staan van de gansche gemeente waartoe dus ook wijk A, behoort. Met deze aanvulling znlt U mij zeer ver plichten. M. de Redacteur, en heb ik hiermede myn laatste woord in deze materie gezegd. Hoogachtend, l)Ed. dw. dienaar, J. B. F. v. d. HEUVEL Loonopzand 21 Dec. 1910 TT Het is wederom Zaterdagavond, en tevens daags voor het groote Kerstfeest. De met selaar gaat van uit de kroeg langs de winkels hij zoekt iets voor ziju kind, om het bij zijne thuiskomst te verblijden een speeltuig iets lekkers, misschien gelukt het hem ein- Tot aan den herfst heeft Anneke, een en al liefde eu goedheid voor haar vader. De metselaar hoort nog eeue haar vroolijken lach, geniet nog de vreugde in stralende kinderoogen te blikken, als hij 'e avonds thuis komt. Iu den herfst toen de bladeren vielen, ging Anneke naar hare moeder. Die moest eindelijk vernemen, dat Vader haar bemind heeft 1' De metselaar is nu geheel alleen, alleen met de herinnering aan vrouw en kind en aan zijn schuld, maar deze her innering kwelt hem niet meer. Geachte Redactie. Ter toelichtiDg voor diepenen Uwer lezers die met eemge belangstelling de debatten lazen iD in uw blad van 19 dezer over de te Kaatsheu vel te bonwon steenkolengoslabriek, diene het volpende De Loonsche raadsleden wilden de gasfabriek gebouwd zien te Kaatsheuvel (wijk B) met aansluiting van wijk A (Loonopzand). Met deze aansluiting, die volgens den zaakui.digen beer v. M. gansch gemotiveerd wbb bij afname van 55000 M3 beoogden zy het huiselijk belang van duizend inwoners in het verlicbtingsgebied te Loonopzand woonachtig en tevens eene goede straatverlichting voor al hare inwonerB. Zij wenschten daarbij de hoogst mogelyke renta biliteit aan de fabriek te geven door deze te plaatsen nabij het tramstation Kaatsheuvel— Nieuweweg om de volgende voordeelen lo. goedkoop bouwterrein. 2o. natuurlijke ligging aan verharde wegen langs tramlijn. 3o. goedkoopere constructie der gasfabriek zelve wegens hoogere ligging der bouwplaats waardoor besparing aan grondwerken en voor deeligeraanvoer van bouwmaterialen. 4o. goedkoopere aansluiting van wijk A daar Kaatsheuvel—Nieuweweg ruim 20 min. dichter bij Loonopzand is dan Kaatsheuvel Kattensteeg 5o. voordeeliger, sneller en zekerder fco— lenaanvoer. 60. voeg bij al die voordeelen de aanwijzing van den deskundige zelf. De KaatsheuTelsche leden wilden ook de gasfabriek doch gebouwd in de Kattensteeg. Waarom? Om door dezelve te komen tot een verharden weg naar, en tot overkapping van het statiou Kaatsheuvel -Gapelle. De Gasfabriek in spe moest das bij hare geboorte al bt-el wat toeren maken En al betoogde du het com missielid v.d. H. in verband met bovengenoemde voordeelen, dat de waterweg ook werkelijk dB weg was tot geregelden kolenaanvoer en van af de haven van Waalwijk de Hollandeche Buurtspoorwegen de beste aanvoerder, d en dan liever zich voor altijd gewaagd aan de willekeur van voerlieden en alles per as aan gevoerd want, ziet Ge de heeren hebben een hekel aan de trammaatschappij en bijgevolg ook aan hare mildste tarieven dan liever er op los gebouwd en ja de deskundige .de fabriek rendeert toch. begrepen en Loon op zand mag ,zoodra dit blijkt, aansluiten ;voor— waar een plezierig vooruitzicht. Met beaten dank. FELIX Loonopzand 20 Dec 1910 Mijnheer de Redacteur. Veroorloof mij in uw blad emige kantteekeningen te maken op het inge zonden stuk van een zekeren F- Coolen en A Marcelis uit Tilburg voorkomend in het nummer van Woensdag 14 De cember. Deze heeren trachten den Nederl. R. K. Lederbewerkersbond als een bandelooze bende, en den heer Roestenberg, be ambte van geuoemden bond als een Robespierre* iu de 2e macht aan te dienen bij de lezers van uw blad. Naar aanleiding waarvan Op Don derdag 8 December hield de afdeeling Drunen Elshout van den N.R.K L.A.B. eene propaganda-vergadering te Elshout in de zaal der Eerw. Broeders. Coolen, voorzitter van de Christ Leder- bewerkersvereeniging uit Tilburg was (naar hij schrijft) ook naar die vergade- rlng getogen om den heer Roesten- berg >eens» in het openbaar te hooren spreken. Zeg, Coolen, heb jij Roestenberg nog nooit in 't openbaar hooren spreken Weet je 't niet meer, hoe openbaar Roestenberg kort geleden tegen u sprak in Dongen Coolen wilde dien dag eens een bezoek brengen aan de z.g. Langstraat, om met de arbeiders »eens« wat te praten over vakorganisatie Neen, Coolen, zoo dikwijls u reeds in de Langstraat zijt geweest, spraakt u niet over vakorganisatie, maar hield u wat onzinnige en verwarde praatjes over den vorm der vakorganisatie. En als u dan in Kaatshenvel kwaamt en daar op het kantoor van den N.R K.LA.B. met een heel zoetsappig gezicht Roestenberg en ondergeteekende wat stroop om den mond smeerde en over de degelijke werkzaamheid van on zen Bond de loftrompet staakt, ging u eenige dagen nadien de werkzaamheid van onzen Bond afbreken eu den Eerw. Adviseur in een hatelijk daglicht stel len in het blaadje >De Christelijke Strijder*. Daarom noemen de katholieke arbei ders der Langstraat dat blaadje niet anders dan »De Christelijke Verrader»: een juiste naam I behalve dat er 't Chris telijke gerust kan afgelaten worden. Aan dat blaadje, Coolen, gooit gij en de leden van uw vereenigingetje al uwe centen weg in plaats van die te be- - steden aan degelijke vakactie. Gij, Coolen, noemt u propagandist der Christ, vakorganisatie en meent daarom naar... Elshout te moeten komen. Och Coolen, wat zijt u toch flink pro pagandist 1 Hebt u in Tilburg al uit gepropageerd Daar wonen 800 Leder bewerkers en van al die lederbewerkers heeft uwe vereeniging na 4 jaren arbeid, volgens 't adresboek reeds 24 leden, zegge en schrijve vier en twintig, kunnen winnen, dus zes per jaar. Blijf derhaive voorloopig in Tiiburgdaar is werk genoeg voor u. Of is uw licht daar reeds uitgedoofd en meent u uw licht thans te moeten ontsteken in het kleine eenvoudige landelijke plaatsje Elshout waar hoogstens een 20taUëderbewe»kers wonen, die katholiek zijn in me g en been Wat doet u, Coolen, toch s er ds n -a- onze vergaderingen komen. Hebt u sdf niet zooveel fut, dat u de me^chen bn elkaar kunt krijgen, en moeten wij cr steeds voor zorgen, dat ook aan u de gelegenheid gegeven worde..-., propa^ ganda te kunnen maken. Tracht tocM zelf de menschen bij elkaar te brengen.... en loer niet steeds op onze vergaderingen om daar de rust te komen verstoren door uwe on-katholieke propaganda voor

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1910 | | pagina 5