Nummer 6 Donderdag 19 Januari 1911 •14o .laargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. Leder en Schoenen. ""paljas Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. bui Ten LAN D. FEUILLETON Duitschland. Frankrijk. Zo° 1 Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. V De Kustverdediging. ië Echo van het Zuiden Waalwijksclie en Lanptraahehe Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden fO.'ó. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGA VE: Advertbntikn 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten, gesloten. Reclames 15 cent per regel. Men schrijft ons uit Duitschland Nog slechts eenige dagen en dan zal men op grond der inventarissen en de jaarbalans den toestand op de leder- markt over het afgeloopen jaar kennen. In den loop van het jaar is door des kundige schrijvers dikwijls er op gewe zen, hoe zwaardrukkend de economische verhoudingen in deze branche zijn ten gevolge van de voortdurende prijsver- hooging van het ruwe materiaal- Dit feit heeft natuurlijk grooten invloed uit geoefend op de resultaten in het afge loopen jaar verkregen. Toch zal men over den verkoop van lederwaren hier in Duitschland niet ontevreden zijn De statistiek over huiden in- en uitvoer, ook in verband met de inlandsche slachterij, toont aan, dat de Duitsche lederproductie in het afgeloopen jaar belangrijk geste gen is. En als nu desniettegenstaande op de magazijnen van fabrikanten en handelaars groote voorraden niet voor handen zijn, dan is dit het duidelijkste bewijs, dat het lederverbruik belangrijk gestegen is. Inderdaad is leder nog steeds een ge zocht en goedgaand artikel- Niet alleen in de schoen- en laarzenindustrie, maar ook in andere takken van nijverheid, welke de verschillende soorten van leder benoodigen, is het verbruik zeer aan zienlijk. Ook in talrijke nieuwe branches wordt dit artikel zeer gezocht. Zoo wordt thans veel leder verbruikt in confectie, en meubelfabrieken, in galanteriewerk- plaatsen, ja zelfs in de dameshoeden- branch. Daar bij deze luxeindustrie de prijzen ook luxeprijzen zijo, zoo is de afzet op dit gebied zeer loonend. Toch werpt deze meerwaarde-verkoop niet zooveel voordeelen af, dat men over t algemeen over de bereikte prijzen te vreden is- In het looiersbedrijf klaagt Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." men voortdurend over de wanverhouding die er bestaat tusschen de prijzen voor het ruw en 't afgewerkt materiaal. Iets anders is het met die fabrieken, die bizonder het luxe-leder fabriceeren. Daar zijn we merkten het reeds boven op nog goede prijzen te bedingen. Over 't algemeen zijn ook de lederhandelaars niet tevreden. De zaken vorderen een groot bedrijfskapitaal, belangrijke andere onkosten en veel risico, terwijl de win sten hiermede niet in evenredigheid zijn Door het hoe langer hoe meer naar voren dringen van het fabriekswezen, wordt de kleine fabrikant en het hand werk voortdurend bedreigd. De kolosale verbetering in de machinale schoenma kerijen heeft tengevolge, dat het machi naal werk, als niet direkt groote abnor maliteiten voorliggen, voor eiken voet pasbaar is en zoodoende het handwerk overal op de markt verdringt. Terwijl vroeger veelal de meening in het koo pend publiek had postgevat, dat men in een schoenwinkel geen passend voet- getuig koopen kon, koopt thans diezelfde clientèle het liefst machinaal werk. De pasvormen zijn dan ook zoo vervolmaakt en het koopen van pasklaar werk is zoo gemakkelijk en nog voordeelig daarbij, dat men zich waarlijk niet behoeft te verwonderen, over den steeds toenemen- den afzet van machinaal werk. Dat dan ook het afgeloopen jaar voor de schoenindustrie een vrij goed jaar was, zal na bovenstaande geen verderen commentaar behoeven. Dat de handel hiermede geen gelijken tred kon houden, ligt, gelijk we reeds zagen, meer in het kostbare van de uitstalling en het luxe- rieuze der winkels vooral in grootere steden dan wel in den kooplust van het publiek. De fabrieken, in 't bizonder die, waarin fijner schoenwerk gemaakt wordt, konden vrij hooge winsten maken, te meer daar het den fabrikanten gelukt was, een prijsverhoOging hunner waren door te drijven, zonder dat echter het groote publiek daarvan veel bemerkt heeft. Kortom het afgeloopen jaar is voor het machinale werk weer een jaar geweest van vooruitgang, zoowel formeel als financieel. Voor het koopende publiek mag dit als zeer voordeelig beschouwd worden. Immers, aan het prijswaardige van het artikel verbindt zich ook de duurzaamheid en de degelijkheid, wat niet anders dan in het voordeel van den consument kan zijn. ^eföeuttoiiw aau OF Deu JêuwefijlwtëaviD. 152.) Hij Bprong zoo plotseling op dat hy de tafel omver wierp en de papieren op den grond vlogen. De goochelaar begon te dansen van vreugde, stond op zijnen kop en zijne handen tuimelde rond zijae kamer en begon dan weer te zingen Tra 1 la la la Tra deri dero Hij onderbrak slechts zijn gezang om nu en dan te herbalen terwijl hij zich duchtig in de handen wreef. Ach 1 de goede trek, myne edele heeren 1 Wij zullen nog lachen 1 wij zullen nog lachen Èn hy lachte op voorhand met de klucht die hij beraamde. Men zou waarlijk gedacht hebben dat bij zinneloos geworden was. Welke buitengewone ontdékking verwekte dan toch zulks vreugde bij den goochelaar De aandachtige lezing der brieven van Rollac had bij hem een zonderling en stoutmoedig plan doen oprijzen. Eerst had hij er aan gedaoht zich als een bode van den ridder in het hotel da Mont bazon aan te bieden, maar nu was bij heel en al van zienswijze veranderd. Waarom, vroeg hij zich af, zou ik mij niet aanbieden alsof ik zelf de ridder ware Indien hij niet dood is, dan is hij voorzeker nog voor eenigen tijd buiten staat naar hier te kunnen komen... De hertog zal mij met open armen ontvangen en mij toelaten mijne eerbiedige hulde voor de voeten zijner klein dochter neer te leggen... Ik zal hem de hand mijner vrouw vragen, dat zal heel geestig Toen de Waalsche pers in België, die haar inspiraties uit Parijs krijgt, haar campagne tegen het kustverdedigings- ontwerp begon, was het duidelijk dat daar Frankrijk achter stak. Het bewijs is er thans. Bij de behandeling der begrooting van buitenlandsche zaken in de Fransche Kamer heeft minister Pichon ronduit gezegd dat er, indien de versterking van Vlissingen tot stand dreigde te ko men, aanleiding kon bestaan, met de mogendheden, die daarbij belang hebben, van gedachten te wisselen. Die mogendheden zijn Engeland en België. Wat de Fransche minister zei is een nauwelijks verkapt dreigement. Onze regeering komt met haar ont werp voor wel heete vuren te staan. Met verzet in het binnenland en verzet in het buitenland zal zij hebben te kam pen. En wat haar positie zoo moeilijk maakt dat, indien zij het ontwerp mocht terugnemen of aanmerkelijk besnoeien, gezegd zal worden dat zij dit doet uit vrees voor Frankrijk en Engeland, even als thans reeds gezegd is dat zij het onder pressie van Duitschland heeft ingediend. Was die ongelukkige kwestie Van deeckeren er niet geweest, men zou, wat het buitenland betreft, veel onbe- vangener tegenover de zaak gestaan lebben. Thans blijft men en zal men, ondanks de meest besliste tegenspraak, blijven explolteeren wat de heer Van Heeckeren omtrent een brief van den Duitschen keizer verteld heeft. Het is w«T merkwaardig, dat terwijl een groot land op dit gebied kan doen wat het wil en noodig acht, een klein zijn verdediging niet mag inrichten zoo als het zulks het beste oordeelt. Niet alleen merkwaardig is dit, het is ook droevig met het oog op de inter- zyn... Kortom, eens als ik er binnen ben, zal ik wel zien welke wending de zaken ne men het voornaamste is en blyft altijd er binnen te dringen, en daarvoor heb ik nu het goede, het echte middel gevonden Na deze uitbundige ontboezeming werd Belphégor weer wat kalmer, hy herkouwde zijn plan nog eens en besloot het 's anderdaags reeds ten uitvoer te brengen. Wat is er zoo al noodig, dacht hij, om eenen ridder uit te maken Een schoon kleed, een degen en eene gepoudreerde pruik. Welnn ik heb juist wat men behoeft om dit alles te koopen. (En bij wikte de beurs welke Flora hem zoo toevallig overhandigd bad). Eene koets met lakeien?... Dat kan men zeker wel huren... met geld kon men overigens alles bekomen... Ah maar men moet ook schoone manieren hebben. Het is daarom niet noodig de zoon van Jnpiter te zijn Ik heb op bet tooneel acteurs gezien, die heel wel die rol speelden en ook maar eenvoudige kinderen van den eenen of anderen kunstenmaker waren net zooals ik En de goochelaar beproefde reeds zijne rol te spelen hij stak het hoofd omhoog, de borat vooruit, eene hand in het hart van zijn on dervest en deed alsof hij de andere op de handvest van zijnen degen leunde. Zoo wan delde hij door zijne kamer, keek verachtend neer, alsof er een dienstbode voor hem stond hoog eerbiedig als voor den meester des huizes eu sprak eenige volzinnen uit die hij heel beleefd en gewoonlijk in de hooge wereld gf- bruikt achtte Heer hertog, uw ootmoedige... Verrukt over uwe goedheid,.. Zit neer als ik u mag verzoeken. Hij zelf was tevreden over deze eerste re petitie, raapte de papieren op die hier en daar verspreid lagen en stak ze terng in de portefeuille, die hij in zynen binnenzak ver borg want hij mocht zich niet blootstellen deze kostelijke papieren te verliezen of te laten rooven. Eenige oogenblikken later ging hij de rue St. ABtoine af, riep eenen koetsier en deed zich naar eenen kostnmenmaker en daarna naar eenen hunrhouder voeren. Denzelfden avond was alles gereed en gere is nationale rechtszekerheid. De kleine landen zijn niet alleen zwakker dan de groote en staan derhalve bij deze in weerkracht achterzij mogen zich ook niet meer en beter verdedigen dan de groote oirbaar achten- Ondanks vredesconferenties en arbi tragehoven schijnen de begrippen van wat recht en billijk is er nog niet veel op te zijn vooruitgegaan. Hsgz. Thans is de vermiste ballon »Hilde- brancR», die 29 December opgestegen was, nabij Wildenbrach (Pommeren) in de Oostzee gevonden. De beide lucht reizigers bevonden zich nog in 't schuitje. In niet minder dan 92 vergaderin gen van kolenwerkery in het Roer-gebied werd Zondag met algemeene stemmen een motie aangenomen, strekkende tot verhooging der loonen. De Chiistelijke syndicaten gaan ditmaal samen met de >roode>. De Duitsche vakvereenigingen zijn het vorig jaar 200.000 man in ledental vooruitgegaan en tellen nu te zamen 2 millioen leden, driemaal zooveel als tien jaar geleden. De Spoorweg-rommel Op het net van de Ouest-Etat moet het dan wel een geweldige Janboel zijn. Nu is weer gebleken dat ruim zeven honderd goederenwagens, Fransche, Spaansche, Belgische >terzijde zijn gezet» op de thans niet gebruikt wordende lijnen naar de renbaan van Maisons- Lafitte. Uit de er opgeplakte etiquetten blijkt dat de meeste daar reeds geruimen tijd staan. Men vindt er wagons onder, gevuld met levensmiddelen, met de aan duiding »ijlgoed>, een verhuiswagen met een inboedel, zelfs een met geslacht vee. De reparatie-wetkplaatsen van de maat schappij bevinden zich te Sotteville-les- Rouen. Ook hier is het een gruwelijke verwarring, er staan talrijke wagens, welke slechts een kleine herstelling be hoeven, vergeten op de zijsporen, waar telkens maar weer nieuw materieel wordt bijgeschoven. Zoo zelfs dat de achterste wagens de stootblokken hebben vernield en van de rails af in een sloot zijn gereden. En niettegenstaande de directie ver klaart dat de ophooping van goederen aan de verschillende sta'ions het gevolg is van een tekort aan materieel, wordt geen enkele poging gedaan, om in deze chaos orde te scheppen. De versterking van Vlissingen in de Fransche Kamer. Ons ontwerp kustversterking is in de Fransche Kamer besproken. Ingeleid door Delafosse, die de versterking van Vlisningsn een groote strategische be- teekenis acht en in het voordeel va» Duitsch land. Het is toch vreemd. De menscben der Triple-enteuie (Franl- rijkDuitschlandEngeland nerhaleu maar steeds, dat de versterking onzer en gebruik zou maken van onze havens zou van groote strategische beteekenis is. En in ons land, redeneeren sommige des kundigen net zoo lang tot zij meenen, dat er nooit gevaar voor vreemde invallen op onze kusten kan ontstaan. Die buitenlanders willen onze kustver- sterkiog tegenhouden. Maar zij doen niet anders dan aan hen, die van de noodzakelijkheid er*an nog niet overtuigd zijn, tot de wetenschap brengen, dat versterking der kusten onverwijld dient aangepakt. Als er werkelijk geen kans bestond, dat de Triple-entente bij een strijd met de Triple-alliautie (Duitschland—Oostenrijk— Italië) hulp zou krijgen over onze kusten gebruik zou m&keu van onze havens, zou men dan denken, dat deze Triple-entente zich tegen het ontwerp kustverdediging zoo druk zou maken Het ia van groote Btrategische beteekenis, z i Delafosso. Eu Duitschland zou er het grootste belang bij hebben. Volgens Reater antwoordde de Minister van BuitenTndsehe Z-iken Pichon, dat het plan tot versterking van Vlissingen van 1904 dagteekeut en in verschillende landen pro testen uitgelokt heeft, vooral in België. De Minister is het mei Delofosse eens, dat er zoo de versterking van Vlissingen inderdaad geld roor de uitvoering van zyn plan. III. 's Anderendaags, omtrent 1 uur na den middag, zat de hertog de Montbazon met twee zijner nauwe bloedverwanten, de kommandenr de Pnffières en de markgraaf d'Arpignol, die hem een bezoek brachten, in eene der zalen van het hotel. Die oude edellieden kendeu het geheim dat het bestaan van Madeleine omhulde en dat zooveel mogelijk voor iedereen verzwegen werd ook sprak de hertog hun zeer vrij en zeer openhartig over de onrust welke h(j voelde aangaande den toestand zijner klein dochter. Het gesprek rolde juist over dit ontwerp en iedereen was verhengd over de goede tyding welke zij vernomen hadden. Weihoe de goochelaar is naar Amerika ingescheept 1 Maar, dan is alle moeilijkheid uit deu weg geruimd. Van dien kant hebben wij niets meer te vreezen. Die lastige kerel is naar de maan... Nu zal men volkomen het spoor van dit misbuwelijk kunnen doen verdwijnen. Mijn beste gelnkwenschen. Mijn hartelijkste komplimenten. Ah 1 ik ben uiterst tevreden over dien uitslag, zei de hertog 1 Ik begon waarlyk reeds te wanhopen, toen ik opeens voor een tiental dagen een briefje van Rollac ontving, waarbij deze mij meldde dat hij er eindelijk te Rouaau in gelnkt was, met medehulp van onzen vriend Courgemont, den beruchten Belphegor en zijnen zoon in 't net te krijgen on ze zonder verder omzien naar Amerika gezonden had. Derwyze is alle opspraak, alle echandaal vermeden. Einde wel, alles welzei de kommandenr. Zeer wel bevestigde de markgraaf, die eenigszins doof was én daardoer de gewoonte bad aangenomen gelyk een echo de laatste woorden te herhalen van hetgeen de anderen zegden. Dit ia eeu eenvoudig zeker middel om aan een gesprek deel te nemen, zonder zich aan dwaasheden bloot te stellen. Waarlyk, hernam de hertog, M. de Rollac heeft in heel die zaak eene behen digheid en eene verkleefdheid aan den dag gelegd, waarvoor ik hem mijnen inaigsten dank wil betuigen. Gij hebt uwen gezant nog nooit gezien. Nooit. Dat is nogal zonderling. Zeer zonderling 1 herhaalde de markgraaf. Ik ken slechts den ridder door zijne brieven. In den beginne had de baast waar mede er diende gewerkt te worden om het spoor niet te verliezen, hem belet tot bij mij op Montbazon te komen, waar ik mij deBtyds bevond. Sedert dien heeft hij er eene zekere „coquetterie" in gezien, zich voor ray niet aan te bieden dan wanneer wij heel en gansch van dien goochelaar zouden verlost zijn.. Dit bewyst hoe nauw hem zijne zending aan het harte lag, zei M. de Puffières. Eo bij heeft de zegepraal behaald, voegde d'Arpignol er bij. Ik wachtte hem gisteren, vervolgde de d e hertogCourgemont, die langs Parijs kwam om naar Douai te reizen waar hij het ambt van procureur des konings moet bekleeden had zich voorgesteld hem naar hier te geleiddenmaar hij hij heeft hem moeten te Versailles laten waar zij samen vertoefd hadden, Die arme ridder is het slaohtoffer geweeBt van een betreurenswaardig voorval. Ja, een laffe aanranding Booswichten zyn hem 's nachts op 't lijf gevallen op het oogenblik dat hij terugkeerde van een feest en zij hebben hem zoodanig mishandeld, dat hy ervan te bed ligt. Heeft men die booswichten kunnen aan houden Neen, ik geloof het niet. M. de Kollnc lydt aan een hevige koorts en heeft bijgevolg noch hunne persoonsbeschrijving, noch eenige aanduiding kunnen geven; maar vooraleer Versailles te verlaten, heeft Courgemont het gerecht van de zaak verwittigd en het is te hopen dat zij niet ongestraft zullen blijven. Waarlyk de politie slaapt in onze steden. Die M de Boonaparte heeft alles in de war gebracht. Is het dan te verwonderen dat men met zulke politie den beruchten schurk Lavarennes niet weet aan te bonden Lavarennes .'ja'tis misschien Lavarennes die de dader dezer moordpoging is, opperde de marktgraaf.... ZoDder het te weten, had de man juist ge raden dat den beruchten schelm eene rol in deze zaak gespeeld bad, maar hij veronderstelde niet dat die rol gansch lijdend was geweest. Wat er ook van zij, besloot de hertog, ik vrees dat de ridder verplicht zal wezen nog eenige dagen te bed te blyven. Ook heb ik besloten te doen inspannen om ginder zelf nieuws over zyne gezondheid te gaan ver nemen...». Nauwelijks had hij deze woorden uitgesproken of een kamerdienaar verscheen De heer ridder de Rollac. z°gde hij, heeft aan monseignenr doen vragen of monseig neur hem wel zou willen ontvangen. By dien naam sprongen de drie edellieden verwonderd op. Weihoe l de ridder hier nu reeds riep de hertog verwonderd, of ik hem wil ontvangen? Dat geloof ik wel, en nog wel aanstonds 1 Als men van de dnivel spreekt.. mom pelde de kommandenr den marktgraaf in het °°1 Dan ziet men zijnen staart, volledigde deze. En terwijl zij nieuwsgierig naar de deur keken, trok de kamerdienaar achteruit en ri p: De beer ridder C -ntran de Rollac. Op hetzelfde oogenblik kwam da bezoeker de zaal binnengestoven, gelijk een accrobaat die een groote sprong gaat doen. Het kostuum dat B-lphégor aangetrokken had om zijne rol te spelen was riet al te wel gekozen want hij kende niet veel van de gewoonten en gebruiken van de groote wereld Hij droeg een hofcostnnm van bleekgroen fluweel met grooten kanten jaboteene wit- Batijnen broek, rosachtige zijde kcusen, eene gepondreerde pruik gelijk alleen de ouder hogen er nog eene droegen en om deze eenigs zins belachelijke kleeding te volledigen droeg hij den degen aan de zijde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1