Nummer 17 Zondag 26 Februari lull Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkefij Antoon Tielen, D. Eerste Blad. k. PALJAS S4e -marfia u Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. BEKENDMAKING, LANDBOUW Electrische Centrale in Noord-Brabant. FEUILLETON 11 rt >P- na CL Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. :ilo in ill. 2 id- 3 A, UJ. 135 w. IT j 8 i 3. ie, eni tie? en en ud ter •en rer ate ers ies ren te art en, st— >nd eg, en, De- ven ien, net Jen id- iofe en, Doi, ied, els, »els en, der 592 De Echo van het Zuiden, Waalwtjkscbe en Langstraatsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0.w6. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Briereningezonden stukkengelden enz., franco te zenden litgever. aan den UITGAVE: AdvertbntiEn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten, gesloten. Reclames 15 cent per regel. ijen ■- Het Gemeetebestuur van Waalwijk maakt bekend, dat vQr belanghebbenden ter Secretarie ter iteege lijnnedergelegd de omwerp—zomer- dien'/regelinge: 1911 der verschillende spoor— wegnaatechappien. Kentueele opnerkingcn betreffende die dienst regiiDgsontwirpen behooren voor of op Maart 191 rechtstreek aan het Departement van Wterslaat te w»rden ingezonden. Waalwijk, 17 Februari 1911. Het Cemeentebestuur voornoemd, TH. ni SÜRMONT dè BAS SMEELE. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Aan het ripport der juridische com missie uitgebracht over het door Ged- Staten aangeloden ontwerp-verordening, houdende voorschriften omtrent produc tie en levering van electrischen stroom, oMnnen het g:bied der provincie Noord- l irabant, ontltenen we het volgende Het doel eer ontwerp-verordening is voor de provincie Noord-Brabant te re- servceren he; recht en de mogelijkheid om met uftduiting van anderen binnen het gebied dezer provincie een of meer centrale inrichtingen tot levering van electrischen stroom op te richten en te exploiteeren, en om, zoolang zij dat niet doet, bepalingen voor te schrijvea, op dat de exploitatie dezer inrichtingen zal geschieden niet alleen zóó, dat de vei ligheid van personen en goederen er niet door wordt in gevaar gebracht, maar ook zóó, dat electrische stroom over een zóó uitgestrekt mogelijk gebied en tegen een billijken prijs voor een ieder in deze provincie verkrijgbaar zal zijn. De vraag welke aan de juridieke sub commissie ter beantwoording was gesteld, was dus in 't kort samengevat, deze Bestaan er tegen de ontworpen veror dening wettelijke bezwaren, zijn die te ondervangen, en zoo ja op welke wijze Van «DE ECHO VAN HET ZUIDEN." tijk 412 OF (Crfóettttouw aati Dew Jêitwefijlicf>an<) 16) Gij zult M. de Rollao beter beoordeelen warneer «ij hem beter zult kennen, ant— wordde M. de Montbazon. Hij verdient mis- sciien wel eenige uwer kritiekou, voor wat hording en manieren betreft maar dit zal spiedig verbeteren nu bij zich in gezelschap be*mdt van edellieden, zooala gij, en eer bet eeiige dagen verder is, zal hg een volmaakt eddoaan wezen. lie kommandeur begreep dat bet onnoodig wat verder aan te dringen. Hij verliet den hertog, eenigszins gekrenkt over den misslag zyntr onderneming, want hij was bepaald ge komen om iemand naar zijo zie voor te itellan Er bleef hem niets meer over dan zijn wedervaren aan den markgraaf te gaan ver tellen en met hem de stijfhoofdigheid van den hertog te betreuren. - v Paljas stond dus volkomen in de gunst van den hertog. Niettemin bevond hg zich in den toestand van den soldaat die zich op het slagveld beroemde eenen vijand gevangen te hebben genomen en toen zgn kameraden hem van verre riepen «breng den gevangene hier* moest antwoorden «hij wil mij Diet loslaten*. Deze held was zelf verbluft over zijne zegepraal. Hij was in zgn eigen strik gevangeo. Hoe langer hg zijne rol zou spelen, hoe beter hg zich met de personaliteit van den ridder zou vereenzelvigen, hoe moeilijker zon hij ze kunnen afschudden. Dan gaat de commissie eenige artikelen na der Provinciale wet omtrent de regle- menteerings bevoegdheid derProv. Staten en komt dan tot de volgende conclusie De hoofdbeginselen, welke derhalve door eene Provinciale verordening omtrent levering en productie van electrischen stroom moeten worden in acht genomen zijn de navolgende I. dat zij geene bepalingen inhouden omtrent ontwerpen van algemeen Rijks belang. II. Dat zij geen onderwerp regelen, hetwelk de Rijkswetgever aan zich ge trokken heeft. III Dat zij niet alleen niet trede op het terrein, waarop alleen de Rijkswet gever regelend kan optreden, (zie ad I) maar ook, dat zij, door hetgeen zij re gelt, geene inbreuk make op de uitslui tende grondwettelijke bevoegdheden, aan lagere mach'en toebehoorende. Vervolgens komt een uitvoerige moti veering van het oordeel der juridische subcommissie omtrent de vraag in hoe verre deze hoofdbeginselen in het ont werp tot hun recht komen. Hieruit ontleenen we het voornaamste: Adprimum. Ged. Staten zijn blijkbaar van oordeel dat zij bij hun ontwerpver ordening niet hebben voorgesteld te regelen een onderwerp van algemeen of Rijksbelang, omdat zij meenen daarbij geregeld te hebben eene concessie. Concessies zijn evenwel niets anders dan vergunningen verleend door de Over heid om van hare eigendommen en van alles wat onder haar toezicht en beheer staat, een zeker gebruik te maken, o.a. tot de oprichting en exploitatie van eene onderneming van openbaar nut, zoo als bijv. de verguontng door Gedeputeerde Staten verleend aan den ondernemer van een stoomtram om ijzeren sporen op de provinc'ale wegen te leggen enz. Daarentegen zijn geene concessies de vergunningen verleend krachtens de Wa penwet, de Hinderwet, de Drankwet enz. deze vergunningen zijn niets anders dan wat de Engelschen noemen licences (ont heffingen van verbodsbepalingen) enz. Tot deze soort van vergunningen moet gerekend worden de concessie, waarvan in het ontwerp verordening de rede is. Immers Gedeputeerde Staten wenschen daar bepaald te hebben dat niemand in deze provincie (behoudens de weinig Die rol was onder veel oogpunten zeer moeilijk. Vooral de houding welke Belphégor tegen over Madeleine moest aannemen. leder oogenblik was hij op het punt zich door een woord of een gebaar te verradeD. En welke foltering, zoo aan de zijde te moeten leven van eene vroaw, waarvan hg gedurende verscheidene maanden was ge scheiden geweest en die hij bovenal beminde 1 Hij moest haar behandelen als eene vreem delinge, zich vergenoegen haar nu en dan eens de hand te kussen in de tegenwoordigheid van den hertog, terwijl hij integendeel van ongeduld brandde baar eenen malschen zoen op heide wangen te drukken baar altijd «mevrouw* noemen zelfs wanneer zij alleen waren, uit vreeB dat de eene of andere knecht hem zou gehoord hebbeD. Ik kau het niet langer uithouden, fluisterde hij in 't oor zijner vrouw, op zekeren avond, na het eetmaal, terwijl de oude edelman iD zijn zetel ingesluimerd was. Ik zou liever alles bekennen. Madeleine verzocht hom nog een weinig geduld te hebben. Grootvader is nog niet genoeg voorbereid, ze?de zij- Ik heb nog niet alles gezegd wat ik mij heb voorgesteld. Morgen zullen wij zien.. En het werd totanderendaags verschoven. Belphegor had bovendien nog andere be proevingen te doorstaan. Om langzamerhand den ridder aan zijne vrienden te kunnen voorstellen, gaf de hertog verscheidene foesten, waarop hij vrienden en familieleden uitnoodigde Te midden van al die edellieden, die slechts over zaken uit hunnen stand spraken of over de gebeurtenissen hunner ballingschap, of van de hofintriges, was de goochelaar dikwijls in gevaar de plank mis te schieten en slaagde er slechts in zgne dwaasheden te doen ver ontschuldigen door zgne ongeknnBtelde en eigenaardige manieren. Werd hij aangesproken over zaken waarvan hg niets kende, dan onderbrak hij den spreker Daarmede houd ik mij niet bezig. Ge moet weten dat ik vooral een Babelman ben Dat was zgn gewoon antwoord. Bah 1 dacht hg, 't is toch maar eene beteekende uitzonderingen van art. 2) het electrisch bedrijf mag uitoefenen dan wanneer zij daartoe concessies hebben verleend, waarvan het logisch gevolg is dit, als Provinciale Staten mochten be sluiten, dat de provincie Noord-Brabant zelve het electrisch bedrijf zal uitoefenen zij voor haar het recht wenschen te ver zekeren, dat alleen de provincie binnen haar gebied, behoudens bedoelde uit zonderingen van dat bedrijf het mono polie zal hebbeD. Hierbij worden als gezaghebbende aan gehaald eenige citaten uit Oppepheims >Ned. Gemeenterecht.* Aan verschillende gemeenten zou door de verordening verboden worden zelf een electrisch bedrijf aan te leggen en te exploiteeren. De sub-commissie ontraadt de aanne ming van 't voorgestelde ontwerp. Gelijk de kinderen! De rooden hebben, toen alles nog in Doch vrijheid van bedrijf en mono- I voorbereiding was en nog geen sprake polie van bedrijf zijn zonder eenigen twijfel ontwerpen van algemeen of rijks belang. Bij de Hinderwet is reeds alles gere geld wat noodig is om vergunning te bekomen tot de oprichting van eene electrische fabriek. Zij valt immers onder die fabrieken, waarvan de rede is in art- 2, le en Ibis der Hinderwet, zooals blijkt uit de omschrijving van zoodanige fabriek, welke voorkomt op blz. 88 van het aan de Provinciale Staten ingediend rapport over de levensvatbaarheid en het nut van een of meer electrische centralen in deze provincie. De oprichting van dergelijke fabriek behoort alzoo tot die aangelegenheden, van wier regeling de Rijkswetgever zich volledig heeft meester gemaakt en Pro vinciale Staten zijn daarom niet bevoegd om, zooals in art. 1 van het ontwerp verordening wordt voorgesteld, voor te schrijven, dat behalve de vergunning die voor de oprichting en inwerking stelling eener electriciteits fabriek (wel te onder scheiden van eene door electriciteit ge dreven inrichting, hoewel die krachtens de wet van 16 Juli 1907 (Stbl. no. 2,6) ook onder de Hinderwet valt) vereischt wordt, ook nog noodig is eene door Gedeputeerde Staten te verleenen ver gunning of concessie. Schreven de Provinciale Staten dat voor, zij zouden eene bepaling voor schrijven omtrent een onderwerp van een algemeen rijksbelang dat bereids bij de wet geregeld is. Het ontwerp verordening is naar het oordeel uwer Subcommissie wijders ook nog in zooverre in strijd met de wet. als daardoor inbreuk wordt gemaakt op de door de Grondwet en de artikelen 135 en volgende der Gemeentewet. kon zijn van eenige vaste basis van fei telijke wetgeving op sociaal gebied, luide geschreeuwd om een ziekte- ouderdoms- en invaliditeitsverzekering. Nu de regee- riog met hare ontwerpen zoo goed a's gereed is, worden ze daar onverschillig voor en schuiven andere zaken op den voorgrond als den 10 urigen arbeidsdag, echter op een wijze, zooals deze geen enkele wetgever vaststellen kan, en het algemeen kiesrecht. Dus net als de kin deren. Geeft men deze een speelgoed, zij zijn er eenigen tijd blijde mede, doch spoedig verlangen ze weer iets anders en.... dwingen daarom. Welnu, de rooden dwingen thans niet zoozeer meer om de noodige sociale wetten o, wee, als ze er kwamen, de maatschappelijke wonde werd daii voor een deel geheeld l doch bezonder om algemeen kiesrecht, als panacée voor alle mogelijke sociale kwalen. Doch voelt men de draagwijdte dezer taktiek niet Het is om te voor komen, dat er.... iets gebeurt I Krijgen ze het zoo ver, dan heet het>Zie je wel, burgers en buitenlui, die mooie christelijke regeering heeft totaal niets tot stand gebracht 1 Weg met haar 1* Rechts, pas op je tellen en zorgt, dat de sociale wetten in het Staatsblad komen De Tuberculose onder Jut Rundvee en haar bestrijding. Op een belangrijk geschrift, dat boven- staanden titel draagt en uitgaat van de Directie v. d. Landbouw, willen we de bijzondere aandacht onzer lezers vesti gen. De strekking daarvan is de vee houders voor te lichten hoe zij hun vee stapel vrij van tuberculose kunnen maken halve lengen ik heb nooit met den sabel ge vochten, 't is waar; maar ik kan gemakkelijk eenen sabel inslikken. Op een dezer feesten, vroeg hem opeens M. de Montbazon Hebt gij geene bijzondere kennis aan de familie Lansac, mijn waarde ridder Ham antwoordde Belphégor, die voor de eerste maal dien naam hoorde nitspreken, bijzondere kennis wel niet. Ab ik dacht dat gij by den graaf de LanBac voor de eerste maal mgneu cozgn Castel-Blangy ontmoet hadt Castel-BlaDgy, nw cozgn herhaalde de goochelaar, voorzichtig gelijk een man die den stap waagt op eenen grond die gansch omringd iB door hinderlagen Ja, hernam de hertog, het is aan hem, gg hebt het zeker niet vergeten, dat ik het gelnk schnldig ben met n in onderhandeling te zijn getreden. Zulke zaken vergeet men nooit, mon seigneur. Gg woondet een feest bij in het hotel Lansac. Wel zeker wel zeker 1 Kozijn vertelde in uwe tegenwoordigheid de droeve geschiedenis van den markies, mijnen zood... Ik was er diep door getroffen En 't is alzoo dat gg het plan hebt op vat mij uwe diensten aan te bieden om Made leine op te zoeken. Gelukkige inval Ja, mijn waarde ridder, goddelijke inval Door de Voorzienigheid ingegeven. Om nu op het begin van ons gesprek weer te komen, wil ik u zeggen dat Lansac, de graaf, het hoofd vai den stam, bij wien deze eerste ontmoeting plaats had,... zich heden aTOisd in ons midden bevindt. Ah bij is bier zei Paljas, die zich haast niet wist goed te honden. Ja, ik wacht hem gij znlt hem binnen eenige minuten uwe buide kunnen aanbieden. Dat zal mij genoegen doeB stamelde Paljas, wien het woord in de keel kropte. Hij vroeg zich af hoe hg zich ditmaal uit den slag zou trekken. Eene keonis die ik nooit gezien heb en bijgevolg niet ken, dacht bij, die ware maar of houden, terwijl voorts wordt medege deeld in hoeverre zij daarbij op gelde- lijken steun der Regeering in de toekomst mogen rekenen. Iedere veehouder dient dus van deze brochure kennis te nemen ze is gratis verkrijgbaar bij voornoemde Directie (adresTournoolveld 6. 's Gra- venhage) en Landbouwvereenigingen, vooral mogen niet nalaten een aantal exemplaren ter verspreiding onder haar leden aan te vragen. De hoofdinhoud willen wij in korten trekken vermelden. Een doeltreffende bestrijding der T. is mogelijk geworden, en nu men haar oor zaak kent zijnde een smetstof, een uiterst kleine bacillus (een staafvormige splijtzwam) de eigenschappen hiervan, welke men heeft bestudeerd, en ook de omstandigheden, die aan de ontwikkeling der bacillen bevorderlijk of nadeelig zijn. Men weet, hoe de smetstof in het lichaam iomt: meestal langs de ademhalings- en spijsverteringsorganendat de ontwik keling buiten het lichaam niet plaats heeft maar dat de smetstof, welke vrij goed tegen uitdrogen bestand is, toch lang in den stal kan blijven leven. Dit hangt af van omstandigheden. Scherp zonlicht en zuivere lucht werken doodend, even als verhitting (van de melk) en ontsmet tingsmiddelen in bedompte donkere, slecht geventilleerde stallen kunnen de bacillen daarentegen een heelen tijd blijven leven. Hiermee zgn dan tevens reeds enkele middelen ter bestrijding aangewezen zindelijkheid, een ruime goedverlichte stal met ruime standplaatsen en een goede luchtverversching (ventilatie) zijn niet alleen krachtige hulpmiddelen om de vat baarheid voor tuberculose te verminde ren, maar zij zullen ook in 't algemeen de gezondheid van het vee ten goede komen. Voorts is is er geen krachtiger middel om de tuberculose te bestrijden dan een veelvuldig verblijf der dieren in buitenlucht. Wie dan ook zijn runderen gedurende den staltijd de gelegenheid kan geven eiken dag een uur of langer in de open lucht op een afgesloten niet te klein terrein rond te loopen, zal daarbij goed varen. Dat de hoeveelheid melk door de dagelijksche heweging zal afnemen, behoeft men niet te vreezen integendeel zal de ervaring leeren, dat het omge- beter weg gebleven I En hij. de graaf, indien hg den ridder goed kent, dan zal bg vinden dot hij sterk veranderd is, als hij mg ziet..,. Hemel kon ik er maar van door trekken Het is een zeer vriendelijk man ver volgde do hertog. Zeer vriendelijk... PaljuB voegde er binnensmonds bij Maar het zon mij toch groot plezier doen hem niet te ontmoeten 1 En Inid op Ik heb veel over de verdiensten hooren spreken van M. Grand-Sac, maar... Lansac, ridder. Lansac, verbeterde de hertog glimlachendgg verminkt altijd de namen. Gg hebt gelijk, mijne tong wil daarheen niet keeren.... ik vermink soms mijn eigen naam Dat is zonderling. Niet waar Gg zegdet dus Ik zegde dat, alhoewel ik reeds de eer had aan den heer graaf de Lansac te worden voorgesteld, ik juist toch geen zijner intieme vrienden ben. Te midden der talrgka, edele g'noodigden die zijne zalen vulden zal hij misschien op mij niet veel acht hebben geslagen. Toch wel, bij herinnert zich uwer nog heel wel. Dat is vleiend voor my. En, zoo besloot M. de Montbazon. gij znlt heden de gelegenheid hebben met hem nader kennis te maken... Tot straks... Loop naar den duivel mompelde Belp hégor, wanneer de hertog den mg had ge keerd. Hij bracht het overige van den avond m gednrigen enrust door od luisterde altijd naar den naam die door den kamerdienaar werd aangemeld, tekenmale dat er een genocdigde binnenkwam. Hij was overigens wel besloten de plaat te poetsen, zoodra hg den gevreesden naam zon hooren uitspreken Hij had echter niet noodig tot dit uiterste middsl zijne toevlucht te nemen de gevreesde Lansac kwam niet. Maar de wisselvallige komst van dien heer had hem op zijne hoede doen zgn. Hij was natnnrlgk aan alle ontmoet ng«n blootgesteld en zou er niet altgd zoo goed vanaf komen. En nochtans moest hij vooral zorgen dat zgne listen niet ontdekt werden door een noodlottig toeval. Dat was eene eerste noodzakelijkheid. 's Anderendaags was hij, na eene samen spraak met M. de Montbazon, meer besloten dan ooit de ootknooping van het spel zooveel mogelijk te verhaasten. De hertog, die naar gewoonte voor den middag, afwezig was geweest, kwam heel op geruimd thuis. Onze zaken gaan opperbest, mijn waarde ridder, zegde hij, ik heb den minister van justitie gesprokon, hij zal de echtverbreking verhaasten het onderzoek desaangaande in gesteld, wordt rond afgehandeld, de magistraat heeft reeds mgne mondelingsche getuigenis opaeoomen en de geschreven verklaringen van Castel-BlaDgy en Couraemont binnenkort znlt gij ook geroepen worden om togen den goochelaar te getnigen en voor het einde der week is alles gedaan. Belphégor verbleekte Par bleu 1 bromde hij, met moeite zich bedwingend, de heeren reenters slapen niet bg het werk. Oh gewoonlijk dnnrt een proces gelijk dit veel langer, maar gij begrijpt, dat dank aan mijnen invloed, en vooral daar de gooche- helaar afwezig is... Ja, ik begrijp, die afwezig is heeft altijd ongelijk. En daarbij, wij edellieden, zijn niet gemaakt om lang aan de deur van het ge rechtshof te staao schilderen, gelijk de kleine hnrgerB Hebben wij niet altijd het recht en bet gelijk langs onzen kant Het zon er lief nit zien, dat het gerecht op onze aanvraag niet wat spoediger zou baDd len Zoodns. voor het einde dezer week zal m^j Madeleine de vroaw niet meer zijn van Paljas I Juist. Haar gewezen echtgenoot zal op haar nht het minste recht meer bezitten Niet het minste. Zij zal heel gansch vrij wezen (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1