Nummer 26
Donderdag 30 Maart 1911
34e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen.
Eerste Blad.
PALJAS
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
buitenland.
De nieuwe
Successie- Belasting.
FEUILLETON
Portugal.
Italië.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
IVanlwpsclic en Langstraalselie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
aan
den
UITGAVE:
AdvertbntiSn 1—7 regels f 0 60 daarboven 8 cent per regel, grcote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven;
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten,
gesloten. Reclames 15 cent per regel
In de Handelingen der Tweede Kamer
treft ons een klare uiteenzetting van bo
vengenoemd wetsontwerp door den Mi
nister zelt.
Die uiteenzetting moet velen, allen
erfeais-wachters b. v. aangenaam zijn.
Dat ze weten, wat ze zullen mogen
betalen.
Mogen, het is een ondeugend woord
van den Minister. Want het is een
voorrecht te mogen erven en van den
overvloed enkele percenten te mogen
afdragen aan de schatkist.
Hoeveel moet worden afgedragen is
rog niet duidelijk een ieder, meende
de Minister in een zijner eerste rede
voeringen. Wel staat dit alles in de
stukken, maar allen lezen deze niet.
Daarom gaf de Minister de volgende
uiteenzetting.
In de rechte nederdalende lijn en dus
wanneer er kinderen of afstammelingen
uit het huwelijk aanwezig ziin wordt
thans betaald aan successierecht 1 pCt.,
aan overgangsrecht 1/4 pCt., met opcen
ten respectievelijk 1,38 en 0,3473 te
zamen derhalve 1,721 /2 pCt. Gelijk men
ia bijlage A der Memorie van Toelich
ting zien kan, bedraagt het cijfer ge
middeld 1,60 pCt.
Volgens dit ontwerp zal voortaan van
f 50,000, die door deze erfgenamen wordt
verkregen, 1,50 pCt., worden betaald en
derhalve 0,10 pCt. minder.
Eerst bij verkrijging van f 80,000
wordt ongeveer evenveel betaald als
t hansdit blijkt uit bijlage B dier Memorie.
Daarna treedt geleidelijke stijging in,
zoodat bij verkrijging van f 200,000,
1 500,000 en l1/» millioen respectievelijk
Zal worden geheven 1,81, 2 07 en 2,36
pCt.
Ten aanzien van deze rechte neder
dalende lijn zijn de vrijstellingen voor
kleinere verkrijgingen aanmerkelijk uit
gebreid.
Tegenwoordig is slechts een verkrijging
van f 1000 geheel vrij, terwijl bij vet-
krijging van f 1000 tot f 1500 een bedrag
van f 500 wordt vrijgesteld.
Dc bepaling, kinderen beneden 21
jaren zullen worden ontlast, is primitief
door den heer Treub uitgedacht.
Ik heb haar van hem overgenomen en
betuig hem voor het denkbeeld hier mijn
openlijken dank.
Er wordt dan nu bepaald, dat bij ver-
krijging door personen beneden 21 jaren
geen recht zal worden geheven, als
minder verkregen wordt dan f 1000 plus
een bedrag, gelijk aan f 300 maal het
aantal jaren dat de verkrijger jonger is
dan 21 jaren. Met andere woorden, de
volgens de bestaande wet geldende vrij-
stelliug van f 1000 wordt volgens het
wetsontwerp voor elk jaar beneden den
21-jarigen leeftijd met f 300 verhoogd.
Erft dus een kind of kleinkind van 5
jaren niet meer dan f 5800 zoo betaalt het
niets.
Ook is in dit wetsontwerp een nieuwe
voorziening getroffen om den overgang
van algeheele vrijstellingen tot volledige
betalingen geleidelijk te maken Wordt
namelijk het vrijgesteld deel overschreden,
maar bedraagt de hoogere verkrijging
niet meer dan lVi maal het geheel vrij
gesteld deel, dan wordt de helft van
laatstgenoemd bedrag nog vrijgesteld.
Het kind dus dat ik zooeven noemde
en dat bij een verkrijging van f 5800
nog vrij is zal bij verkrijging van een
hooger bedrag, tot f 8700, over f 2900
geen recht behoeven te betalen.
In de rechte opgaande lijn wordt
thans betaald een successierecht van
4,14 pCt en een overgangsrecht van
0,345 pCt., gemiddeld 4,36 pCt. Voor
gesteld wordt bij verkrijgingen tot f 1000
4 pCt., dus 0,36 pCt. minder dan thans.
Eerst bij verkrijgingen van pl.m. f 55.000
zal hetgeen thans betaald wordt gelden,
terwijl hoogere verkrijgingen bijvoorbeeld
van f 100,000, f 200,000, f 500,000 en
t 1,500,000 zal worden geheven resp.
4,535 pCt., 4,77 pCt., 5 055 pCt. en
5,35 pCt.
De vrijstellingen van f 1000, respectie
velijk van f 500, welke thans gelden voor
de rechte nederdalende linie worden vol
gens het wetsontwerp hier van krach'.
Dus ten deze ook een uitbreiding van
vrijstellingen.
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
OF
aau Dew J&isveftjkoCauD
Wat betreft de vererving tusschen
echtgenooten zonder kinderen, wordt
thans geheven een successierecht van
f5,52 pCt., een overgangsrecht van 2,76
pCt., gemiddeld 7,11 pCt. Bij dit wets
ontwerp wordt voorgesteld een heffing
bij verkrijging van f 10.000 6 pCtdus
1,11 pCt minder. Eerst bij verkrijgingen
boven f 100,000 werdt het tegenwoordig
percentage van 7,11 bereikt. Bij ver
krijgingen van f200,000, f 500,000
f 1,500,000 is het respectievelijk 7,535
pCt. 8,115 pCt. en 8,70 pCt.
De vrijstelling van f 1000, respectie
velijk f500, die voor deze vererving
thans niet geldt, word volgens het wets
ontwerp ook hier van kracht.
De verkrijgingen van broeders en
zusters. Thans bedraagt het percentage
5,52 pCt. voor hetgeen zij volgens de
wet zouden krijgen, en voor het meerdere
13,80, verder een overgangsrecht van
2,76 pCt., gemiddeld 7.58 pCt voor het
erfdeel ab intestato en over het meerdere
15,50 pCt. Bij het wetsontwerp wordt
voorgesteld te heffen tot een verkrijging
van f 5000 over het aandeel bij versterf
7 pCt., dus 0,58 pCt. minder bij verkrij
gingen van f 10.C00 wordt eerst 7 58
pCt. bereikt. Over hetgeen meer wordt
verkregen dan het ab-intestato deel
wordt het recht even hoog als bij verer
ving op niet verwante personen, n.l. als
aanvangspercentage 15 pCt., dus 0.50
pCt. minder dan volgens de bestaande
bepalingen. Bij verkrijgingen door kin
deren en kleinkinderen van broeders en
zusters, door ooms en moeien, oudooms
en oudmoeien, bedraagt het successierecht
voor het erfdeel bij versterf 8,28 pCt.,
het overgangsrecht 2,76 pCt, gemiddeld
10.59 pCt. Thans is voorgesteld bij
verkrijging tot i 5000 10 pCt.,. dus 0.59
pCt. minder. Eerst als plm. f 11,000
wordt verkregen, wordt 10.59 pCt. gehe
ven, met verdere opklimming tot hooger
bedrag. Voor hetgeen wordt verkregen
boven het aandeel bij versterf geldt het
geen is gezegd bij de vererving tusschen
broeders en zusters. In alle andere
gevallen wordt thans geheven een suc
cessierecht van 13.80 pCteem over
gangsrecht van 2,76 pCtgemiddeld
15,50 pCt, thans wordt voorgesteld: bij
verkrijging van f 5000 15 pCt. dus 0 50
pCt. minder. Eerst bij verkrijgingen van
f 10,000 wordt 15,50 pCt. betaald, met
opklimming voor hoogere bedragen.
In alle gevallen dus dat ziet men
uit dit overzicht hoe ook, d.w.z. welke
graad van verwantschap er ook bestaat,
wordt dus zelfs belangrijk minder betaald
dan op dit oogenblik het geval is. Zij
dus die onder de bestaande wet het
meest van de belastingen te lijden hebben,
worden door de voorgestelde regeling
in veel betere conditie gebracht.
Nog een verandering, steunende op het
zelfde beginsel, mag ik hier memoreeren.
Bij de erfopvolging in de rechte lijn,
opgaande en nederdalende, heb ik al
gesproken o/er de uitbreiding van de
vrijstellingen, die daarvoor wordt Inge-
voerd. Maar ook bij andere verervingen
worden de vrijstellingen aanmerkelijk
ruimer gemaakt. Op dit oogenblik toch
wordt successierecht geheven, als de ge
heele nalatenschap meer dan f 300 be
draagt. In het ontwerp is dat veranderd
en wordt voorgesteld, dat voortaan elke
verkrijging van niet meer dan f 300 zal
zijn vrijgesteld. Het groote belang dezer
vrijstelling springt in het oog. Daaren
boven is nog om ook hier den over
gang tusschen vrijstelling en volle betaling
geleidelijk te maken, bepaald, dat bij
verkrijgingen tusschen f 300 en f 500 een
bedrag van f 100 zal zijn vrijgesteld.
Ziedaar het overzicht van hetgeen er
in het ontwerp staat.
De vervolging van de regeering tegen
de priesters en religieuzen duurt voort.
Te Oporto is gearresteerd de priester
Dr. Lelte d'Amorin, oud-directeur van
het katholiek blad A Palavra In het
noorden zijn verscheidene geestelijken
gearresteerd en naar de gevangenis te
Lissabon overgebracht.
Dc katholieke jongelieden te Lissabon
Oporto en Coïmbra, wier bondsgebou-
wen vernield zijn, hebben krachtig ge
protesteerd tegen het vandalisme en de
vervolging. Zij verklaren zich niet over
wonnen te gevoelen, doch nu méér dan
ooit besloten te zijn voor Kerk en Va
derland te zullen strijden Zij noodigen
alle katholieke jongelieden uit zich tot
dat doel te vereenigen.
Omtrent het ontdekte monarchistisch
complot wordt nog gemeld, dat het
hoofdkwartier der samenzweerders zich
te Oporto bevindt, waar vooral in de
3e en 8e reg inf. velen de monarchis
tische zaak zijn toegedaan. Het schijnt,
dat den militairen bevordering was be
loofd bij het slagen en pensioen bij het
mislukken van het complot.
Het oproer, waarbij allereerst de sol
daten en officieren, die aan de Republiek
trouw bleven, zouden worden gevangen
genomen, moest in de eerste week van
April uitbreken, eerst in het noorden,
daarna in het zuiden des lands, waarna
een gecombineerde aanval op Lissabon
zou volgen.
-,„i, I -
Te Rome zijn gisteren de feestelijk
heden begonnen tot viering van het
vijftigjarig bestaan van het koninkrijk
Italië.
In plechtigen optocht reed de konlug
naar het Kapitool, waar de voorzitter
der Kamer en de beruchte burgemeester
van Rome, Nathan, adressen van geluk-
wenschen aan den koning voorlazen.
De koning hield hierop een toespraak,
waarin hij de vcreeniging van Italië her
dacht.
De hoofdstad Rome aldus de ko
ning biedt het beeld van een rustig
naast elkaar bestaan van Kerk en Staat.
Deze frase is een groote leugen, als
men zich herinnert de schandelijke aan
vallen van den eersten magistraat van
Rome, Nathan, op den Paus, bij de Porte
Pia op 20 Sept van het vorige jaar.
De koning vergeleek voorts de onde
en nieuwe grootheid van Rome.
Die vergelijking is ook niet erg ge
lukkig en niet erg juist en Nathan moet
bij die woorden van den koning wel
diep gezucht hebben, want de stad Rome
bezwijkt onder haar schuldenlast en
financieelen warboel.
De feestelijkheden bestonden voorts
in de opening van een tentoonstelling
van schoone kunsten in tegenwoordig
heid van den koning, ministers, gezanten
enz.
Keizer Wilhelm en keizer Frans Jozef
hebben telegrammen van gelukwenschen
gezonden.
175)
Daarin stak een zilveren medaillon met het
portret van oene jonge vrouw, aan wien de
ridder zijn hart had geschonken op den rug
van het medaillon waren deze woorden gegrift
„Aan mijnen welbeminden Contran de Roliac"
Mijn kameraad, die voor mij geene geheimen
had, had mij meermalen dit aandenken laten
zien. Hij had mij verscheidene malen gezegd
en 's morgens vóór den slag nog herhaald
^Indien ik op het slagveld sterf, dan zult gij,
als het mogelijk is, dit portret nemen en
weergeven aan baar die het mij geschonken
heeft". J 4 u
Vooraleer mijnen vriend te begraven, en
om zijnen laatsten wil te volbrengen, sneed
ik de voedering van zijne jas los en nam er
het juweel uit dat bij zelf erin verborgen had.
Tot hiertoe heb ik den wensch vandendoode
nog niet kannen volbrengen... In afwachting
sla ik het voorwerp zorgvuldig gade ziehier
het medaillon
En triomfantelijk haalde M. de Préval het
zilveren medaillon te voorschijn dat met de
■wapens van den ridder geteekend was en
reikte het der baron over.
Meer dan honderd getuigen zonden des
noods bevestigen hetgeen ik u vertel, voegde
hy er bij. Denkt gij nu nog altijd dat de
indentiteit van den officier, die te Lutzen
gedood en begraven werd, niet genoegzaam
ii vastgesteld
M. de Courgemont bezag aandachtig het
opschrift dat op den rug van het kleiue portret
gegrift was.
Hij wist niet wat te denken maar dorst
zijnen tegenspreker toch niet meer bespotten.
Voorzeker mompelde hij, ditmaal heel
ernstig geworden, er schuilt daar iets zonder
lings, iets buitengewoons achter...
Maar niets bovennatuurlijks antwoordde
M. de Piévol. Ik geloof aan geene spoken en
gij ook niet, zeker
De prokureur duidde met een gebaar aan dat
hij niet bijgeloovig was.
Welnu, vervolgde de oud-officier, indien
gij wilt, heer prokureur, zullen wij samen nn
do zaken eens terug opstellen, gelijk ze gebeurd
zijD. In uwe hoedanigheid van magistraat zijt
gij zaker, beter dan wie ook, geschikt om een
onderzoek te geleiden en iets klaar te trekken.
Uwe ondervinding uwe behendigheid...
M. de Courgemont boog het hoofd met
geveinsde zedigheid en trommelde met de
vingers op de tafel.
De oplossing van het raadBel dat wij
voor handen hebben, is vergemakkelijkt door
de onbetwistbare feiten die ik u zooeven heb
aangehaald.
Het is duidelijk, verklaarde de prokureur
dat, indien de man dien gij begraven hebt,
waarlijk de ridder Contran de Roliac was, de
man dien ik tot hiertoe als mijn kleinneef
heb aangezien, eenvoudig een schuamtelooze
bedrieger is I...
Natnnrlijk en 't is juict tot dat besluit
dat ik wilde komen.
Maar dat kan ik moeilijk aannemen...
Hoe zou ik mij zoo bedrogen hebben
Hoe buitengewoon uwe vergissing ook
zij, is en blijft het toch altijd gemakkelijker
do feiten die ik heb aangehaald, aan te nemen
dan ze te loochenen. Mag ik u eene vraag
stellen
Spreek.
Hoe lang was het geleden dat gij den
ridder de Rolluc niet meer gezien hadt, toen
de man, dien gij voor hem aanschouwt, zich
na den oorlog van 1813 bij u aanbood
Ik had hem sedert zijne kindsheid niet
meer gezieD.
Ah 1 dat is een gewichtig punt. Uwe
vergissing is heel natuurlijk uit te leggen
Gy waart niet in staat uwen kleinneef te
herkennen en gy hebt de verklaring geloofd
van dien zoo gezegden bloedverwant...
Ik moet bekennen dat hy onverwacht
nit de lucht is gevallen. Het was verleden jaar
op St Lodewijksdag. Ik was toen to Courge
mont, mijne onde verblijfplaats, waar ik na
mijne terugkomst uit de ballingschap was weer
gekeerd. Zyoe aankomst verwonderde my wel
een beetje maar ik vond dat hij zoo wel op
zijnen vader geleek, dien ik goed gekend bad...
Toevallige gelijkenis...
Hij wist mij over onze familie zulke
nauwkeurige bijzonderheden mede te deelen...
Die hii had weten in te winnen of die
gij hem zelf door uwe vragen in den mond
legdet Hij deed gelyk de kaartenlegstors die
u zoo behendig weten te ondervragen dat zij
weldra weten wat zy u moeten zeggen...
M de Coorgemont dacht een oogenblik na
Inderdaad, zegde hy, ik herinner my
nog dat hij op zekere ponten den bal miSBloeg
of niet dnrfde uitspreken, maar ik sloeg er geen
acht op. Wat my vooral trof en wat by zonder
mijue zuster tegen de berst stiet, waren de
gemeene manieren van den ridder. Maar ik
schreef dat toe aan zijne reizeD en zyn verblijf
in Amerika. Daarenboven, hij was heel jong
wees geweest en zijne eerste opvoeding was
verwaarloosd...
Wel 1 zeer wel 1 dit alleen is genoeg om
te bewijzen dat deze man oen bedrieger is
want Contran was een heel hoflelijk man.
Zoodat ik mij heb laten beet nemen f...
riep de baron.
Dat sch'ynt mij overvloedig bewezen, zei
M de Préval En daarenboven, voegde hy er
bij, vrees ik nog dat die bedrieger oen deugniet
van de ergste soort iB.
Ah En waaruit veronderstelt gy dat
vroeg de magistraat meer en meer verlegen.
Uit hetgeen ik heb vastgesteld, vooraleer
de laatste eer aan mijnen vriend te bewijzen
Ik heb u reeds gezegd dat zijne zakken leeg
en omgekeerd waren. Men had dus zijne pa
pieren en zijn geld gestolen. Daarenboven, en
hierop vooral roep ik uwe aandacht in, hy
was door eene misdadige band gestoken ge
weest. -o
Waaraan hebt gy dat gezien
Ik wilde zijne wonden onderzoeken. z.yn
been was door eenen kogel verbrijzeld geweest
muar hij had ook eenen doodelyken steek in
de richting van het hart, die blijkbaar met
een mes, en niet met eenen sabel of eene
bajonnet was toegebracht Wat meer is, by
had dien steek niet in het gevecht bekomen,
want zijne jas was niet doorgestoken, hetgeen
bowijst dat de steek gegeven geweest was,
nadat de jas ontknoopt was geweest om den
diefstal te plegen... Is het niet waarscbyDlyk
dat hij das vermoord werd door eenen yan
die lijkroovers die op de slagvelden neervallen
gelijk de raven? Kortom, tien tegen een, is
het te verwedden dat de moordenaar van nwen
kleinneef juist de man is die nn zijnen naam
en zijne titels draagt
Een bedrieger een moordenaor mis
schien stamelde M. de Courgemont heel
verslagen. M de prévalt dit alles
schijnt my duidelijk uit de aaneenschakeling
der feiten voort te vloeien. Ik begryp dut deze
bestatiging eene onaangename verrassing voor
n is. Maar gelief my te verontschuldigen. Ik
heb gehandeld om wille van de waarheid en
het recht. Een man die plichtig is aon eene
dubbele misdaad, moet ge?tr»ft *or£eJ i
geldt zelfs de eer uwer familie dot die bedru ger
üoo haftst mogelijk n,t den wag gem.mdworde.
Indien gij, nu mijne nitleggmgen, nog twijfelt,
stel mij dan tegenover den zoogezegden Roliac.
De prokureur was gansch verslagen; maar
bi; kon zich niet weerhoaden bet klare door
zicht van M. de Préval te bewonderen.
Het spijt my. mynheer, dat gy geen
magistraat zijt, gij zoudt een uitstekende^on
derzoeksrechter wezen. Gy hebt my byna
overtuigd en ik dank u voor uwe verklaringen,
hoe pijnlijk zij mij ?°kf. I,. J!?.!
gewichtige, zeer gewichtige zaak... en juist
daarom zult gij begrijpen dat ik ernstig na
denke en my nog verder mhchte, vooraleer te
handeleo.
Dat is uw recht, heer procureur, ant
woordde de oud-officier, diep buigend.
ben niet ongerust over den uitslag van uw
onderzoekrichting zou ik u verz0eken deze
zaak geheim te houdeD.
Wees gerust, heer proknreur, dat is ook
noodig, want anders zou onze mau lont
kunnen riekei).
Deze gewetensvolle overweging deed M. de
Courgemont de onvoorzichtigheid betreuren
welke hij had begaan met aan Hercules het
tusscheng'eval te vertellen van zijn eerste on
derhoud met M. de Préval en met hem aan
te zotten aan zijnen kleinneef over te maken,
wat hy vooreerst slechts als eene kluchtige
misgreep bad aangezien.
Wanneer de bezoeker was vertrokken, bleet
M. de Coorgemout, verbaasd, ia eene diepe
overweging verzonken.
Vruchteloos poogde hij opmerkingen te stel-
len tegen da bevestigingen van M. do Préval
Deze opwerpingen moeBtsu ten onder doen
voor bet liebt der rede.
Bijzonderheden, waar hij in den beginne
geen acht op sloeg, kwamen menigvuldig tn
zijn geheugen betrekkelijk den dnbbelzinnigen
perscon die zich voor den ridder de Roliac
had uitgegeven hij zag hem thans zooals hy
wezenlijk wa3, by herinnerde zioh zyue ver
dachte houding in menige omstandigheden, en
onder andere, de zonderlinge voorstellen, welke
aijn neef hem to R< uaan had gedaan. Was dit
plan om zich van Belphégor te ontmaken met
hem te vermoorden, niet datgene van eenen
man die verdiende opgeknoopt te worden
De baron was gelukkig het krachtdadig te
hebben van de band gcwezöD. Was het niet
reeds te veel dat hy de band geleend had aan
do oplichting van den goochelaar en zynen
aoon in zoo weinig wettelijke voorwaarden
- E-n bedrieger een lijkroover een
moordenaar, riep hy uit terwijl hy in zyn
kabinet heen en weer wandelde. Is h6tm°-
celiik Die kerel heeft mij bedrogen, hy heeft
zich van miinen invlood bediend l Ziet eens
hoe belachelijk ik hier nn sta 1.
En de hertog die mij meldt dat de ridder
bij hem gevestigd is. Hij heeft hem lief, on
danks zijne gemeene manieren, hy geeft hem
een voorschot op den bruidschat hy staat
hem de baud van Madeleine toe. en deze wacht
niets anders at dan hare echtbreuk Be'P"
hégor, o.n met hem in den echt te treden...
(Wordt vervolgd,)