Rummer 79
Donderdag 5 October L911
34e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tieten.
Eerste Blad.
MORAAL EN POLITIEK.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
I
De Echo van het Zuiden,
Wulvjjksehe en Langstraatscbe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Adveetentiën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten,
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Langzamerhand nadert het Vredes
paleis ter zijde van den Ouden Sche-
veningschen weg te 's-Gravenhage zijn
voltooiing. Reeds kunnen de vreemde
lingen, die ons vaderland en de residentie
bezoeken, van uit den trein de sierlijke,
maar on-Hollandsche torens begroeten,
welke van verre reeds de gezegende plek
aanwijzen, waar in 't vervolg door staats
lieden van alle landen zal worden ge
arbeid in het belang van den wereldvrede.
Verheffende gedachte, zeer zeker
Doch tevens voor hem, die zoekt naar
scherpe contrasten, eene gedachte, welke
veel andere, volstrekt niet van verhef-
fenden, maar van ergernis-wekkenden,
neerdrukkenden, treurigen aard wakker
roept, bij sommigen zelfs een stemming
van bitteren spot, van ironie en sarcasme
zal opwekken.
Immers, veronderstellen wij, dat hij,
die de torens van het Vredespaleis in
het oog kreeg, juist de courant dicht
vouwde, waarin hij het jongste nieuws
las over Marokko en Tripoli met de
beschouwingen van de toonaangevende
buitenlandsche bladen I
Een paleis voor den vrede, terwijl al
om de Europeesche Staten zich wapenen
en terwijl gewelddaden in vollen gang zijn,
welke men, indien het niet geheele vol
ken maar enkele individuen gold, met
geen andere namen dan die van roof en
diefstal zou betitelen 1
Ongetwijfeld is Turkije geen Staat,
waarvoor wij iets, wat naar sympathie
zweemt, kunnen gevoelen. (Voor welke
Mogendheid, als wij de vaderlandsliefde
een oogenblik terzijde stellen, kunnen
wij dit in onzen tijd wel Doch onrecht,
blijft onrecht, ook indien het Jood of
Turk door een Christen wordt aangedaan
en de onbeschaamde, grof cynieke wijze,
waai op in Italië een Tripolitaansche
>quaestie" in het leven heeft geroepen,
met eenig doel zich zelf ten koste van
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
Turkije op onrechtvaardige wijze te be-
voordeelen,moet eengevoel vanschaamte
en ergernis gaande maken in elk eerlijk
gemoed.
Een gevoel van schaamte of is het
niet waar, dat tegenover den Islam nog
steeds eene solidariteit bestaat van de
christen natiën van Europa 't Moge zijn,
dat de band, welke in de eeuwen, toen
de Islam dreigend en veroverend als een
gevaar voor geheel christelijk Europa
optrad, zóó sterk bleek, dat zij alle
christen-volken in legers van Kruisvaar
ders vereenigde, onder de Christenen
heel wat is verslapt, doch tusschen Mo-
hamedanen van verschillend ras, van
verschillende afkomst en huidskleur,
wordt die solidariteit, wordt de tegen
stelling tusschen Christenen en Islamieten
nog altijd gevoeld met onverminderde
sterkte.
Geen twijfel dan ook, of de aanslag,
door Italië beraamd tegen den grootsten
mohamedaanschen staat, tegen het Rijk
van den Turkschen Sultan, welke nog
steeds voor millioenen bij millioenen
geldt als het geestelijk opperhoofd, de
>Khalif" van alie ware geloovigen, zal
als een gruwelijk onrecht gevoeld worden
overal, waar de Islam gehuldigd wordt
in het grootste gedeelte van Afiika, in
geheel de zuidelijke helft van Azië, ook
in Nederlandsch-Indië Geen twijfel
evenmin, of de Christenen zullen collectief
voor dien aanslag aansprakelijk gesteld
worden.
Of voor deze laatste opvatting niets
te zeggen valt Wij hopen van harte,
dat de groote Europeesche dagbladen
de laatste dagen in mohamedaansche
landen niet of slechts weinig mogen ge
lezen worden. Reeds van ons, Christenen,
die Turkije toch altijd als een ouden,
thans vrijwel machteloos gewoiden erf
vijand, daarbij, niet het oog op de gru
welen in Armenië en elders, nog altijd
als een barbaarschen Staat te beschou
wen hebben maakt een gevoel van
weerzin zich meester, wanneer wij in
beroering komen met het koude cynisme,
waarvan de Regeeringen en de pers der
machtige volken van Europa bij deze
gelegenheid blijk gaven- Wat zal het dan
wezen bij geloovige en fanatieke Muzel
mannen I
36
Zijne edele in borat, zijn eerlijk karakter
dwongen iedereen eerbied af. Zyn overvloed
wendde bij aan ten dienste van anderen Zijne
hand was steeds geopend voor armen en lij
denden. Het was een hartelijk meester, een
zacht landheer, een toegenegen vriend. Geen
wonder das dat bet plotselinge bericht van
zijn dood als een bliksemstraal op ieder
werkte, zoowel in als bniten het kasteel.
Het pnbliek waB eenparig verontwaardigd
over de handelwijze van Honoria Eversleigh.
Wie over de vrouw van sir Oswald Bprak, kon
geene scherpe woorden genoeg vinden.
Men dacht dat zij den vorige avond,
voor immer, op bevel van haren echtgenoot,
het kaeteel verlaten bad. Niets kon dns de
verbazing evenaren, die zich van ieder meester
maakte, toen zij* het met menschen gevolde
binnenplein opkwam, eenige minuten nadat
men den dood van Bir Oswald bad ontdekt.
Baar gelaat was witter dan marmer en die
bleekheid kwam te meer uit, daar zy sterk
afstak, bij hare zwarte kleeding.
Is het waar riep zij met een wanhoops
kreet uit. Is hij dood
Ja, lady Èversleigh. antwoordde generaal
Desmond, een Indisch officier, een oud vriend
van den gestorvene. Sir Oswald is dood
Laat my naar hem toegaan Ik kan het
niet gelooven ik kan niet ik kan niet
riep zy ontstnimig nit. Laat my by hem gaan..
Zij die by de boekery stonden, zagen haar
Dan met blikken, die het grootste afgtyzen
uitdrukten. Zy hielden deze uitingen van
wanhoop slechs voor de kunstgrepen van eene
Volmaakte huichelaaster.
Laat my by hem gaan I Om Gods wil
laat mij hem zien smeekte zy met gevouwen
banden. Ik ban niet gelooven dat hij dood is.
Reginald Eversleigh stond by de deur der
boekery, bleek als do dood, afzichtelijker dan
de dood zelve. Hij had tegen den deurpost
geleund, alsof hij zich niet Btaande kon hou
den maar toen Honoria naderde, ontwaakte
hij als uit eene soort van verdooving en strekte
zijnen arm uit, als om baar den toegang tot
de kamer van den doode te beletten.
Dat is geen schouwspel voor u, lady
Eversleigh, sprak hy gestreng. Gy hebt geen
recht, daar binnen te gaan. Gy hebt onder
dit dak geen recht hoegenaamd.
Wie durft my verbannen vroeg zij
trotsch. Wie kan mij mijn rechtbetwisten
Dat doe ik beide, in hoedanigheid van
naaste bloedverwant van uwen overleden echt
genoot.
En in hoedanigheid van Victor Carriog-
ton's vriend, antwoordde Honoria, haren be
schuldiger strak aanziende. O Reginald
Eversleigh, 't is een treffend plan en dit
ontbrak er Blechts aan om er de kroon op te
zetten. Mijn val was het eerste bedryf van
dit drama de dood van mijnen echtgenoot
is het tweede. Het verraad van uwen vriend
bewerkte het eerste gij hebt bet tweede
volvoerd. Sir Oswald Eversleigh is ver
moord
Een onderdrukte kreet van afschuw ont
snapte tegelijk aan elks lippen. Toen het
vreeselijke woord „vermoord" werd herhaald,
werd de deur geopend door den dokter, die
tot nu toe bij het lijk was geweest.
Wie sprak daar van moord vroeg by.
Dat deed ik, antwoordde Honoria. Ik
zeg dat de dood van mynen echtgenoot geen
plotselinge slag van den Hemel is. Er is hier
iemand die weigert mij het lijk te laten zien,
opdat ik de hand niet op hetzelve legge en 's
Hemels wraak over den moodenaar inroepe 1
Die vrouw is gek stamelde Reginald
EvetBleigh.
Zie hem aan, die daar spreekt riep
Honoria uit. Ik ben niet krankzinnig, Regi
nald Eversleigh, hoewel een sterker geest dan
de myne, sou bezweken zfjn onder hetgeen
gij en uw eedgenoot my hebt doen lijden. Ik
ben niet krankzinnig. Ik zeg dat myn echt-
Wei zeker, het bezit van Tripoli en
Barka moet van belang worden geacht
voor Italië. De positie van dat Rijk als
Middellandsche Zee-Staat zou door dat
bezit versterkt worden. Andere Euro
peesche Mogendheden zijn Italië reeds
vóórgegaan. De omstandigheden schijnen
thans gunstig. Waarom zou Italië dus
niet eenvoudig nemen datgene, wat het
verlangt te bezitten De zaak schijnt
zóó volkomen natuurlijk en redelijk, dat
geen der overige Mogendheden aanlei
ding vindt tot eene, zelfs hoogst vrede
lievende interventie. Zij zouden immers
in gelijke omstandigheden hoogstwaar
schijnlijk hetzelfde doen.
De moeite naar het zoeken van voor
wendsels kunnen de Italiaansche staats
lieden zich dan ook veilig sparen. Het
belang van Italië brengt mede te nemen
en het heeft er de macht toe. (Ten
minste, het gelooft dit). Dit eene en
andere schijnt voldoende reden tot een
oorlogsverklaring, indien Turkije onrede
lijk genoeg blijkt, om de inbezitneming
zijner provinciën niet zonder slag of stoot
toe te laten.
Hoever de huichelarij en het cynisme
bij dezen aanslag gaan, kan op bijzon
dere wijze blijken uit een karakteristiek
feit, gisteren door de dagbladen bekend
gemaakt.
Italië heeft aan de andere Mogend
heden te kennen gegeven, dat het zijn
volstrekte wil is, het geschil met Turkije
tot Tripoli en Barka te beperken, met
volstrekte eerbiediging der integriteit
van het Turksche Rijk in Europa. De
bedoeling is duidelijkItalië ducht, dat
ook anderen het daarbij wel hoofd
zakelijk Oostenrijk en Rusland, wellicht
ook Montenegro en Griekenland op het
oog hebben gehad van de gelegen
heid zullen gebruik maken, om zich,
terwijl Turkije in oorlog gewikkeld is
met Italië, van brokstukken van het
Turksche Rijk meester te maken. Dat
mag nietItalië en Italië alleen moet
de vruchten plukken van zijn roovers-
publiek I
Wij leven toch in een zonderlinge
wereld, een wereld vol onopgeloste en
onoplosbare raadselen en tegenstrijdig
heden.
Dezelfde Mogendheden, welke heden,
genoot vermoord is; ik verzoek aide aanwe
zigen, wel op mijne woorden te lettenik
heb geen ander bewijs voor hetgeen ik ver
klaar, dan mijn gevoelmaor ik weet dat dit
mij niet bedriegt. Wat u betreft, Reginald
Eversleigh, ik weiger uwe rechten onder dit
dak te erkennen, Als weduwe van sir Oswald
beroep ik mij op mijn recht als vrouw des
huizes, tot de uitkomst heeft bewezen, dut ik
hier niets meer te bevelen heb.
Dat waren stoute woorden van iemand, die
in aller oogen eene schuldige vrouw waB, welke
door haren echtgenoot was verdreven.
Generaal Desmond nam op zich voor haar te
antwoorden. Hij was de oudste en aanzienlijk
ste der nog aanwezige gasten een man
voor wien sir Oswald steeds hooge achting had
gekoesterd.
Ik geloof zeker niet, dat iemand hier de
rechten v&b lady Eversleigh kan betwisten,
totdat het testament van sir Oswald gelezen
en zijn laatste wil bekend zij, sprak hij. Wat
er gisteren tusschen mijnen armen vriend en
lady Eversleigh heeft plaats gehad, is haar
alleen bekend. Zij heeft alleen rekenschap aan
haar geweten te geven, en verkiest zij onder
dit dak te blijven, dan kau niemand zich ver
meten haar te verjagen, tenzij ingevolge den
uitersten wil van den afgestorvenen.
Het testament zal spoedig bekend zyn,
zeide Reginald, en dan zal die schuldige vrouw
dit huis niet meer door hare tegenwoordigheid
verpesten.
Ik vrees Reginald Eversleigh niet, ant
woordde Honoria, met vorstelyke kalmte.
Laat gebeuren wat wil, ik wacht den uitslag
af. Ik wacht om te zien, of de misdaad zege
vieren zal, of dat misschien op het laatste
oogenblik de hand der Voorzienigheid zal
tusschen beide treden, om de misdadigers te
treffen. Mijn vertrouwen op de Voorzienigheid
is onwrikbaar, mijnheer Eversleigh. En nu
verzoek ik n, ter zijde te gaan en my naar
mijnen echtgenoot te laten gaan.
Reginald Eversleigh durfde aan de weduwe
het recht niet meer betwisten, de kamer van
den doode te betreden. Hij week voor haar
ter zyde zij ging binnen en knielde aan de
zijde van haar echtgenoot. De heer Dalton
de rechtsgeleerde, bewoog zich zachtjes door
zooals Italië, zich aan den brutaalsten
roofaanslag schuldig maken of dien, ge
lijk de overige Staten, volkomen lijdelijk
en onverschillig aanzien, zullen over eeni
ge maanden bij het in gebruik uemen
van het Vredespaleis bij monde van
hun vertegenwoordigers de roerendste
en aandoenlijkste verzekeringen afleggen
van hun liefde voor den vrede en voor
de zegepraal der gerechtigheid.
En in datzelfde Vredespaleis zullen
later deftige, oude diplomaten vergade
ren mannen hoog staande niet alleen
in geleerdheid en in kennis van Staats
wetenschap, maar ook zedelijk hoog
staande mannen, op wier persoonlijk
karakter niet de minste smet, niet het
minste vermoeden van oneerlijkheid kle
ven mag, of zij zouden in de kringen,
waarin zij zich te bewegen hebben, geen
dag langer geduld worden- Maar die
zelfde hoogst aanzienlijke en eerbied
waardige mannen zullen, met de leiding
der buitenlandsche politiek hunner Re
geeringen belast, geen oogenblik aarze
len, hunne medewerking te leenen tot
daden van onrecht en gewelddaden,
welke in het particuliere leven op veel
verkleinde schaal toegepast, door hen,
vóór alle anderen, zouden verafschuwd
en met de krachtigste woorden zouden
veroordeeld en gebrandmerkt worden.
De hoogst correcte, hoogst gedistingeer
de koppen van allerlei voorname bui
tenlandsche staatslieden Engelsche
vooral komen, terwijl wij dit schrij
ven, ons van zelf voor den geest. Wie
zal de hier bestaande werkelijke tegen
spraak ooit oplossen.
Treurig ook is het te zien, hoe over
't algemeen de groote pers, zoodra een
nationaal voordeel te behalen valt, alle
begrippen van recht en onrecht ter zijde
stelthoe ook in dergelijk geval de pers
in andere landen zich door de meest
cynische belangen-politiek laat leiden.
Er zijn ongetwijfeld uitzonderingen, doch
talrijk zijn deze in de meeste gevallen
niet. Men herinnere zich slechts de hou
ding der over 't geheel hoogstaande
Engelsche pers gedurende den Boeren
oorlog in Zuid-Afrika I
Wij, die, zooals over 't geheel de Ne-
derlandsche pers, geen invloed op de
wereldpolitiek kunnen oefenen, stelden,
er niettemin prijs op, dit woord van
de kamer, overal zegels op de sloten leggende
en do papieren bljeenzamelende, welke over
de tafel verpreid hadden gelegen. De genees
heer van de plaats, die in der haast was
geroepen, stond bij het lijk. Een knecht was
naar de naastbygelegen stad gezonden, op on
geveer zeven ure afstand, om een geneesheer
van eenigen naam te ontbieden. In die dagen
had men weinig spoorwegen en geen telegraaf
om iemand van het eene einde van het land
naar het andere te ontbieden. Maar de ver
maardete geneesheeren die ooit bestonden,
hadden aan sir Oswald geen uur leven meer
kunnen schenkeD. Al wat de geneeskunde thans
nog kon uitwerken was de oorzaak van des
baronets dood op te sporen.
Langzamerhand verliet iedereen het voor
portaal en 't werd weder stil in 't kasteel.
Al de nog aanwezige gasten maakten toebe
reidselen om te vertrekken, met uitzondering
van generaal Desmond.
Deze verklaarde, dat hy wilde blyven tot
na de begrafenis.
Ik kan van eenig nnt zyn om de belangen
van mijnen gestorven vriend te behartigen,
zeide hij tot Reginald Eversleigh. Er is slechts
éèn menucb, die het verlies van uwen oom
dieper zal gevoelen dan ik, en dat is de arme,
onde Capplestone. Hij is nog hier, zoo ik meen
Ja, het podagra houdt hem nog steeds
op zijne kamer.
Reginald Eversleigh was geenszins ingeno
men met het besluit van den generaal. Hy
zou liever alleen in het kasteel zyn gebleven,
't Was of de onde vriend van zynen oom zich
als heer van de plaats wilde aanstellen. De
trots van den jongen man verzette zich tegen
den toon van commando en zyne vrees
vreemde en afgryselyke vrees maakte de
tegenwoordigheid van den generaal byzonder
pynlyk voor hem.
Joseph Millard was, eenige oogenblikken
nadat mén den baronet dood had gevonden
naar Reginald gekomen, om hem den inhoud
van het nieuwe testament mede te deelen.
Mijnheer deelde ons zelf mede, dat hij
u tot erfgenaam van al zijn goed maakte, sprak
de knecht. Wij behoefden er geen geheim van
te maken, zeide hy, en wy teekenden net
testament als getuigen, Peterson, de bottelier
veroordeeling eener politiek van root
en onrecht, welke tot schande strekt der
christelijke natiën van onzen tijd, te doen
vernemen, Dat door anderen grooter en
invloedrijker dan wij, gezwegen wordt,
ergert ons en schijnt ons onverklaarbaar.
Eigenbelang, zoo al geen hoogere
beweegreden, moest, dunkt ons, vooral,
de kleinere natiën in dergelijke gevallen
tot krachtig protest nopen. Voor elk
van haar geldt hetHodie tibi eras mihi.
Wat een anderen zwakke heden weder-
vaart, kan morgen ons eigen lot worden.
Hoe door de Europeesche diplomatie
onder zekere omstandigheden een aan
val op onze Nederlandsche onafhankelijk
heid zou beschouwd en beoordeeld wor
den, kunnen wij, eenigermale althans,
nagaan, wanneer wij zien, welke de hou
ding dier diplomatie is bij een klaar
blijkelijk onrecht, zooals Italië thans op
het punt staat te plegen.
Dat het bovendien voor ons, als ko
loniale Mogendheid, welke veel mil
lioenen Mohamëdanen aan haar gezag
onderworpen heeft, geen onverschillige
zaak kan wezen, indien door een andere
christen Mogendheid eene rechtmatige
verbittering in de geheele mohamedaan
sche wereld wordt gewekt en ook elders
dan in Afrika en in Turkije het sluime
rend fanatisme wordt wakker geroepen,
hebben wij boven reeds met een enkel
woord te kennen gegeven.
De toekomst
Door het vuur der Italiaansche pant
serschepen en hunne in sbarbettes* op
gestelde monsterkanonnen zal, naar alle
waarschijnlijkheid, weldra dood en ver
derf gezaaid worden op de kusten en
in de havensteden van Tripoll, met
gevolg, dat aan de Turksche macht over
dat gedeelte van Noord-Afrika, het
laatste gedeelte, dat Turkije nog in zijn
macht heeft, een einde komt.
Hoeveel anders en edeler was de strijd,
welken in vroeger eeuwen de christen
volken van Europa tegen de macht van
het Mohamedanisme gestreden hebben 1
Toen gold het geen politieken naijver
of rooflust, geen uitsluitend materieele
koopsmansbelangen, doch het ging erom,
het H. Graf en de overige plaatsen,
welke den Christen heilig en dierbaar
en ik.
Ge zijt immers zeker dat gij u niet
vergist, Millard. Sir Oswald, mijn arme oom,
zeide dat?
Hij zeide het met dezelfde woorden,
mynheer Eversleigh, en ik hoop, mijnheer, dat
als gij heer van Kaynham zult zijn, gy niet
znlt vergeten dat ik uwe belapgen altyd tronw
behartigd heb en n belangrijke bijzonderheden
mededeelde, toen ik weinig dacht dat gy het
goed zoudt krijgen.
Ja, ja, Millard, ik zal niet ondankbaar
zyn, antwoordde Reginald ongeduldig want
in de vreeselyke spanning waarin hy verkeerde,
was die man hem een doorn in het oog. Ik zal n
rnim beloonen voor vroegere diensten, daar
kunt ge zeker van zyn, voegde hy er by.
Dank n, mijnheer, prevelde de man, zich
verwijderende.
Blijf, Millard sprak de jonge man. Gy
zyt twintig jaren bij mynen oom geweest. Gy
moet iets van zijne gezondheid weten. Weet
gy ook, of hy ooit aan eene hartkwaal leed
Neen, mijnheer, hij leed nooit aan zoo
iets. Er waB nooit een sterker heer dan sir
Oswald. Gedurende al den tijd dat ik by hem
was, herinner ik mij niet dat hy ooit één dag
ernstig ongesteld was. En wat zijn sterven aan
eene hartkwaal betreft, mijoheer Eversleigh.
ik geloof er niets van.
Maar by eene hartkwaal is de dood
meestal plotseÜDg en de kwaal doet zich ge
woonlijk slechts door den dood kennen.
Ik weet het niet, mijnheer. Geneesheeren
weten daar natuurlijk meer van maar ik moet
zeggen dat ik er niets van begryp, dat sir
Oswald zoo ineens is heengegaan.
Het is beter, Millard, dat gy uw oordeel
voor u hondt. Zoo dergelijke praatjes beneden
onder de bedienden liepen, dan kon dat kwaad
berokkenen.
(Wordt vervolgd).