Nummer 80 Zondag 8 October L911 34e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwiiksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Eerste Blad. II1UÜT Officieel Rapport Dit nummer bestaat uit DRIE bladen FEUILLETON. SUNLIGHT Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. OOGENBLIKKEN OM UT te blazen zijn alleen mogelijk wanneer Sunlight Zeep wordt gebruikt. Zij bespaart tijd want de zuiverste zeep doet het werk. De Echo van het Zuiden, WatlwQkstie tl Laigstraitschc Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertentikn 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten, gesloten. Reclames 15 cent per regel. 1244 van de gedwongen winkelnering in de N.-B. Schoenindustrie. In een vorig nummer maakten wij reeds met een enkel woord melding van het officieel rapport uitgebracht over de gedwongen winkelnering in de N. B. Schoenindustrie door het oud-Kamerlid de-heer Staalman. Uit het 70 bldz. dikke boek ontleenen wij het volgende Algemeene opmerkingen Hoe is de gedwongen winkelnering ontstaan De dorpen in de Langstraat lagen vroeger geheel afgesloten. Dus sprak het bijna vanzelf, schrijft de heer Staalman, Van „DE EüHO VAN HET ZUIDEN." Ik zal geen woord meer uiten, mijnheer Eversleigh. Gij vroegt mij wat ik er van dacht en ik zei het openhartig. Maar om mijn oor- ieel onder de bedienden uit te spreken, zou ik even goed er over kunnen denken om op mijn boofd te gaan staan. Eerstens eet ik niet met de bedienden, maar bij den hofmeester, en ik kom zelden in aanraking met de mindere dienstboden. Dat doe ik niet, mijnheer Evers 'e>gh gij kunt denken dat ik trotsch ben, naar dat doe ik niet. Als hoogere bedienden door minderen ontzien willen worden, dan aoeten zij zichzelven ontzien. Goed, goed, Millard ik weet thans dat >k op uwe stilzwijgendheid rekenen kan. Gij kant nu gaan ik ben geheel in de war door deze afschuwelijke gebeurtenis. Zoodra de knecht vertrokken was, spoedde Reginald zich uit het kasteel en ging door den tuin naar het hek, waar hij Victor Car- rington den vorigen avond had ontmoet. Hij I bad wel geene afspraak met Victor en wist Mlfs niet of bij in de buurt was maar hy dacht dat het mogelijk was, dat de doctor 'srgens in de omgeving van den tuin op hem wachtte. Hij vergiste zich niet. Eenige minuten nadat hij door het hek was gegaan, zag by en marskramer naderen, beschut door de f ichadnw der benken. 1 Ik ben blij dat gij hier zyt, zeide Regi- !E*ld ik dacht wel dat ik u hier ergens zoo "atmoeten. En ik heb reeds een paar uren op n gewacht. Ik durfde geene boodschap sturen en tab dus slechts deze gelegenheid om u aan te dreöen afgewacht. dat zij, die de schoenen in de steden trachtten te verkoopen, er aldus den band met de centra van het verkeer onderhielden,|ook van daar de produc ten meebrachten, die men op het dorp voor het levensonderhoud noodig had. Niet gebonden door de regels, die de stedelijke regeeringen den gilden opleg den, scheen het natuurlijk, dat de baas4 die uit de stad «ellewaren*, koffie en suiker meebracht, deze met eenige winst aan zijne arbeiders verkocht, of wel hen niet in geld, doch in natura uitbetaalde. Een dergelijke toestand kan trouwens nog in onzen tijd overal waargenomen worden, waar de arbeiders min of meer geïsoleerd, ver verwijderd van de mid delpunten der bevolking leven, en waar de vrouw óf ontbreekt, óf zeif moet medewerken, óf door de groote afstan den niet in staat is hare inkoopen te doen. De >baas< voorziet dau in de hoognoodige levensbehoeften. Aldus treedt de onmiddellijke werkgever als winkelier op bij de polderjongens, in de venen, en bij tal van huisindustrien op de verafgelegen dorpen. Indien men de steden buiten beschou wing laat, kuanen de gemeenten, waar de schoenenindustrie gevestigd is, geo- graphisch onderscheiden worden in drie groepen Verreweg de belangrijkste nijverheid is gevestigd in het midden der provincie, in een groep gemeenten, die zich langs de Langstraat uitstrekt en Oostwaarts loopt tot Oisterwijk en aangrenzende gemeenten. Dan is er eenige industrie in de na bijheid van Eindhoven en eindelijk in enkele gemeenten nabij en aan gene zijde van de Limburgsche grens. De gemeenten, waar minder dan 10 schoenmakers gevestigd zijn, zijn bij deze voorstelling niet aangegeven. In het geheel zijn er dus, met inbe grip van de aangrenzende Limburgsche gemeenten, ruim 5500 arbeiders in de Noord - Brabantsche schoenenindustrie werkzaam, van welke ongeveer een derde gedeelte niet vrij is van den aankoop der winkelwaren. De schrijver geeft dan een beeld van de ontwikkeling der schoenenindustrie en begint vervolgens aan de beschrijving der toestanden te Gij hebt gehoord van.... van.... Ik meen van alles gehoord te hebben. Wat beteekent dit, Victor Wat beduidt dat allemaal Het beduidt dat gij een bijzonder ge lukkige kerel zijt en in plaats van dertig jaar te wachten en bet genot te hebben nw oom een ouden suffer te zien worden, gij ter stond n een van de schoonste landgoederen van geheel Engeland kunt toeëigenen- Gij wist dan dat bet testament gisteren avond gemaakt was Ik vermoedde het. Hebt gij Millard gezieD. Neen, ik heb Millard niet gezien. Hoe kant gy dan iets weten van mijns ooms testament Gisterenavond is het eerst gemaakt. 't Doet er weinig toe, Reginald, hoe ik het weet. Ik weet het laat dat n genoeg zijn 't Is al te vreeselijk prevelde de jonge man na eenig stilzwijgen 't is verschrikkelijk Zoo riep Victor Carrington uit, zyn makker met diepe minachting recht in 't ge laat ziende. Zoudt gy liever dertig jaar op het goed gewacht hebben Zoudt gij liever twintig jaar er op hebben zitten kijken Of tien jaar Neen, Reginald Eversleigh, dat hadt gy niet liever gedaan. Ik ken u beter dan gij u zeiven kent, en ik zal voor u ant woorden. Had het leven van uw oom in uwe geopende band gelegen, en kon het geëindigd zijn door 't slniten van die hand, gij had haar gesloten, mijnheer Eversleigh, hoe liefhebbend ge als neef ook mocht zijn. Gij zijt een huichelaar, Reginald gij bedriegt uw eigen geweten. Het is beter zooals ik, geen geweten te hebben, dan het te bedriegen. Reginald antwoordde niet op deze minach tende woorden. Zijne zwakheid van karakter plaatste hem geheel in de macht van zyn vriend. Beiden wandelden zwijgend naast el kaar. Gij weet niet alles wat er op het kasteel sedert nw vertrek is voorgevallen, zeide Regi nald eindelyk Lady Eversleigh is teruggekomen 1 Lady Eversleigh 1 Ik dacht dat zij gis- terennamiddag Raynbam verlaten had. Dat werd algemeen verondersteldmaar Kaatsheuvel. Een bezoek aan deze plaats wordt reeds dadelijk getroffen door het feit, dat de van de straat zichtbare winkels slechts weinige zijn en dat deze dan nog een buitengewoon gering werk van hun ne uitstallingen maken. Hier vindt men bovendien nog de voor het oog van den vreemde verborgen winkels, die door hun typisch voorkomen de beschrijving overwaard zijn. Men treedt b.v. een dubbel huis binnen, dat vooral in deze armelijke omgeving den indruk maakt van door zeer wel varende lieden bewoond te worden. De marmeren gang en de meubileering van de vertrekken ter weerszijden van deze bevestigen die impressie. Aan het einde van deze gang vindt men een ruimte, die, slechts spaarzaam van uit een steegje naast het huis verlicht, alles bevat, wat men gewoon is in een volkomen uitge- rusten winkel te vinden. Achter dit ver trek is dan meestal de zgn. werkplaats, die echter vaak slechts bestaat uit een kamer, waar het >tuig« wordt gesneden en het werk wordt uitgegeven en in ontvangst genomen. Door het steegje naast het huis is deze werkplaats bereikbaar; de arbeiders die daar moeten komen, kunnen den winkel niet mijden, zij doen dus, na hun geld ontvangen te hebben, eerst hunne inkoopen. In vroegere jaren zagen zij zelfs slechts zeldzaam geld, doch werd zoo goed als de geheele verdienste ver rekend met de in ontvangst genomen winkelwaren. Daar was alles te koop wat een ar beidersgezin behoefteetwaren, brood, koffie, tabak, ellewaren, enz. Thans nog bestaan verschillende pa troonswinkels, doch reeds vóór het ingestelde onderzoek waren er, onder den druk der krachtig eaktie van de r. k. vakvereeniging, verschillende verdwenen. Gedurende de enquête, toen de aandacht opnieuw op dezen ongewenschten toe stand viel, hieven niet minder dan 14 patroons hunne winkelnering op. Thans zijn er echter nog evenveel werkgevers met ongeveer 200 werklieden, die zulk een nering doen. Mag er met eenige voldoening op gewezen worden, dat de tijdens het onderzoek opgeheven neringen van pa troons waren, die te zameD 475 arbeiders in dienst hadden, niet zonder bedenking is het feit dat een 3-tal dezer opgeheven winkels vervangen zijn door neringen van meesterknechts of verwanten van bazen. Evenmin als elders is ook hier van directen winkeldwang sprake. De meeste patroons verklaren zeer beslist, dat de arbeiders geheel vrij zijn, om al of niet bij hen te koopen, al voegt de een of ander er wel eens bij, 'dat hij natuurlijk dengeen, die niet bij hem winkelt, niet als een trouw arbeider kan beschouwen, en hem dus bij minder werk het eerst voor ontslag in aanmerking doet komen. Toch waren er ook werkgevers, die mededeelden, dat zij. indien de arbeiders niet bij hen koopen, 27s cent per paar afgeleverde schoenen op het maakloon korten- Eén patroon, die zijn winkel opgeheven had, liet dezen maatregel gepaard gaan met een vermindering van loon van 2 cents per paar, hetgeen voor de arbeiders een winstderving beteekende van f0.60 a f0.70 per week of plm. 10 pCt. van het verdiende loon. Dé combinatifiwinkelier-schoenmaker- patroon sluit ook in zich, dat deze er de voorkeur aan geeft, om gehuwde arbeiders in dienst te nemen een on gehuwde kan bij zulk een werkgever moeilijk werk krijgen. Vaak kan hij aan dit bezwaar slechts tegemoet komen door bij menschen in te trekken, die zich verplichten hunne waren bij den patroon te koopen. En mocht een thuiswerker den moed hebben, den winkel niet te bezoeken, dan is er voor den patroon een zeer eenvoudig middel om zich van dat minder gewenschte element te ont doen. De man moet lang wachten op grondstoffen, of deze worden van slechte hoedanigheid gegevenhij wordt, wat men zeer teekenend noemt: »dood- gevoederd Zelfs zijn er patroons, die zooveel om slag niet maken, en die eenvoudig den thuiswer-ker >gedaan> geven, wanneer hij niet meer in een winkel koopt. „Ik heb", zoo zeide een werkgever met groot cynisme, een mijner knechts, die niet meer bij mij wilde koopen, ont slagen eerst heb ik, natuurlijk zonder iets te zeggen, hem langzamerhand f 10.- die hij achter was, van zijn loon inge ven morgen kwam zij en eischte by baren gestorven echtgenoot te worden toegelaten. En dat was nog niet alles, Zij verklaarde openlijk dat hy vermoord is, en beschuldigde mij van die misdaad. Dat is verschrikkelijk, Victor Dat is verschrikkelijk, en daar moet in eens een eind aan gemaakt worden. Heel goed maar. hoe daar een eind aan te maken vroeg Reginald. Zoo die vrouw hare beschuldiging herhaalt, wie zal haarden mond snoeren Gij moet de zaak omkeeren. Als zy u weer beschuldigt, dan moet gij haar beschul digen. Als sir Oswald vermoord is, wie is er dan eerder toe in staat dan die vrouw, wier haat en wraakzucht waren opgewekt tegen haar echtgenoot, die weigerde haar weder op te nemen, nadat zij hem schandelijk ontvlocht was Dat moet ge zeggen, en daar het publiek tegen haar is ingenomen, zal zij zich in een zeer onaangenamen toestand bevinden, zoodat zij tevreden zal zijn, zich voortaan maar stil te kunnen houden over sir Oswald. Gy twyfelt er toch niet aan. dat mijn oom zyn natuurlyken dood is gestorven t vroeg Reginald, met een zonderlingen ernst. Gij denkt toch niet dat hy vermoord is Wel komaan Waarom zou ik dat den ken antwoordde de dokter, volmaakt opzijn gemak. Niemand, behalve gij en lady Evers leigh, hadden eenig belang bij zijnen dood of bij zijn leven. Als hij zijnen dood door eenig helsch hulpmiddel vond, dan is zij de persoon, en hare daad moet aan het licht gebracht worden. Ge moet sterk blijven, Reginald, onthoudt dat. De twee mannen namen afscheid, na te hebben afgesproken, elkander den volgenden dag, op hetzelfde uur en dezelfde plaats, weder te zullen ontmoeten. Reginald Eversleigh keerde naar het kasteel terug, neerslachtig en weinig gerust gesteld binnenkomende, bemerkte hij dat de geneesheer van Plimborongh in zyne afwezigheid was aangekomen, en hy hoorde dat dezen tot den volgenden dag zon blijven, wanneer zijne tegenwoordigheid bij het on derzoek vereischt zou worden. Jozef Millard deelde hem dit mede. Het onderzoek Het onderzoek vroeg Reginald. houden, en toen het laatste betaald was, heb ik hem op staanden voet weggestuurd Menschen, die niet bij mij koopen, wil ik niet in mijn dienst hebben.» Wat deze winkelnering voor de ar beiders beteekent worde in onderstaande regels uiteengezet. Kaatsheuvel onderscheidt zich thans gunstfg van de later te behandelen dorpen, doordat daar de levering van ellegoed zoo goed als niet meer voor komt. De levering van grutters- en kruide nierswaren wordt daarentegen door de in stand gebleven winkels nog krachtig bevorderd. Een euvel van ernstige beteekenls is, dat enkele patroons ook het brood aan hunne arbeiders leveren. Twee fabrikanten zijn tevens bakker; 4 doen het brood bij hunne arbeiders bezorgen door een door hen aangewezen bakker, met wien zij daartoe een over eenkomst hebben aangegaanéén pa troon doet het brood leveren door zijn schoonvader. Diens arbeiders hebben op een door hem aangegeven dag, aan hem op te geven, hoeveel brood zij voor de volgende week behoeven. Deze neemt dan 1 of 2 cent winst per brood en houdt het bedrag voor geleverd brood van het loon af. Een enkele maal heeft de financieele verrekening met de vrouw van den patróón plaats, onmidde- lijk nadat het loon is uitbetaald. Voor de genoemde winst hebben de patroons dus niets te doen en loopen zij ook geen enkel risico Aldus komt van enkele arbeidersgezinnen f0.50 of f 0,60 per week in den zak van den werkgever terecht. Vooral in de vroegere jaren dreven de schoenmakerspatroons vaak hun be drijf zoo goed als uitsluitend met het geld van de bakkers en de leveranciers der winkelwaren. Eerstgenoemden klagen al thans, dat zij nog groote sommen van de schoenfabrikanten te vorderen heb ben. Deze betalen toch gewoonlijk met wissels op hunne afnemers van schoen werk. Vrij algemeen is de verplichting der huisarbeiders om de benoodigdheden voor de werktafel (het zgn. omraad) bij de werkgevers te koopen. Ja, de gerechtelijke schouwing moet plaats hebben, 't Spijt mij dat ik het u zeggen moet, maar er loopt een praatje, dat hy eene zelfmoord heeft begaan die arme maD Zelfmoord ja... ja... dat is mogelijk. Hij kan eene> zelfmoord gepleegd hebben, mompelde Reginald, 't Is verschrikkelyk, niet waar, mynheer De twee geneesheeren en de rechtsgeleerde, de heer Dalton, zijn in de boekerij, 't Lijk ïb in cle groote slaapkamer overgebracht. De rechtsgeleerde kwam op dit oogenblik uit de boekerij en wendde zich tot Reginald. Kan ik u eenige oogenblikken spreken, mynheer Eversleigh i vroeg hij. Zeker. Hij ging in de boekerij, waar hij de twee geneesheeren vond en nog iemand, dien hy hier niet verwachtte. 't Was een land-edelman, een rijk grond bezitter en magistraatspersoon, die Reginald Eversleigh van zijne jeugd af gekead had. Hy heette Gilbert Ashbnrne en was iemand van zeer veel invloed in de omstreken van Rayn- ham, waar hij een aanzienlijk landgoed bezat. De heer Ashbnrne slond met zynen rng naar den ledigen haard, sprekende met de twee geneesheeren, toen Reginald binnenkwam. Hij trad eenige stappen nader om den jongen man de hand te geven, waarop hy zijne geliefkoosde magistrale houding weer aannam, leunende tegen den schoorsteenmantel, met de handen in zijn zakken. - Mijn waarde heer Eversleigh, zeide hy, dit is een vreeselijk geval verschrikkelyk Ja, mijnheer Ashbnrne, de plotselinge dood van mijn oom is inderdaad treffend. Maar de wyze waarop hij gestorven is 1 't Is niet alleen het plotselinge van 't geval, maar de wyze. Gy vergeet, mijnheer Ashburne, kwam een der geneesheeren tnsBchen beide, dat de heer Eversleigh niets weet vaD hetgeen ik heb ontdekt. Zoo Weet hy daar niets van Daar was ik niet van bewast. Gy hebt geen ver~" moeden dat hier een valsch spel wordt gespeeld mijnheer Eversleigh vroeg de ambtenaar. Neen, antwoordde Reginald. Lr is slechts één persoon, die ik eenigszins *ou kunnen verdenken, en die persoon heeft zelf dat ver moeden geuit op een toon, die aan het ylen van een krankzinnige deed denken. Gij bedoelt lady Eversleigh vroeg de doctor van Raynbam. Vergeef ray, vervolgde de heer Ashbnrne maar deze zaak is zoo akelig, dat ik genood zaakt ben pijnlijke onderwerpen aan te roeren. Is er iets waar van een praatje, dat tot mij kwam, over de ontvluchting van lady Evers leigh, op een bnitenpartijtje Ongelukkig is dat gerncbt maar al te waar. De vrouw van mijn oom is in den voorlaatsten nacht ontvlocht, doch zy kwam gisteren terng en had een onderhoud mA mijn oom. Wat toen voorviel, kan ik Diet zeggen, maar ik veronderstel dat myn oom haar verbood onder zyn dak te blyven. Oogen— blikkelijk daarna verliet zij hemen hy ontbood mij daarop en gaf my zyn voornemen te kennen, om mij in mijne vorige plaats, als zynen erfgenaam, te herstellen. Ik weet zeker dat hij dit niet zou gedaan hebben, zoo hij aan de onschuld van zijne vronw geloofd had. Verliet zij het kasteel op zyn bevel Ik veronderstel dat zy heenging maar van morgen kwam zij terug en beriep zich op haar recht om hier te blyven. Waar heeft zij den nacht doorgebracht t Niet in hare vertrekken dat heb ik vernomen van hare kamenier, die meende dat zij Raynham voor goed verlaten had. Zonderling riep de magistraat uit. Als ly schuldig is, waarom blijft zij dan hier, waar men bare schuld kent, waar zij vao ten misdaad kan verdacht worden van de vreeselijkste aller misdaden Van welke misdaad Van moord, mijnheer Eversleigh. Het grieft mij, u te moeten zeggen dat de twee geneesheeren eensgezind van gevoelen aijn, dat de oorzaak van nws ooms dood vergif is. Morgen zal er eene lijkschouwing plaats hebben. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1