Rummer 86 Zondag 29 October L911 34e Jaargang, MAGGI ll il IA Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwij'ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Eerste Blad. 6 cent Dit nummer bestaat uit DRIE bladen FEUILLETON. LANDBOUW k ROM leder- en Se hoe,, enin voer en uitvoer van België. z 8 Dit blad kost slechts per week aan onze boden betaald. Telefoonnummer 38. Telegram-Adres ECHO. Volgens de officieele statistiek werden in België aan geverfd, verlakt of maro kijnleder ingevoerd gedurende de eerste zes maanden van de jaren 1911 1910 1909 Uit: Kilo's Kilo's Kilo's Nederland 12.282 17.101 10.555 Duitschland 217.153 207.105 203.294 Frankrijk 153.145 135.397 140.410 Ver. Staten 9.354 10.671 15.098 Engeland 67.457 80.009 59.672 De totale invoer van bovengenoemd leder bedroeg in die zes maanden van 1911 483.588 ko., tegen 459.416 in 1910 en 438.287 ko. in 't zelfde tijdvak van 1909. De uitvoer van geverfd, verlakt of niarokijnleer bedroeg van Jan.—Juli van de jaren 1911 1910 1909 NaarKilo's Kilo's Kilo's Nederland 8.791 9.107 17.861 Duitschland 76.915 104.350 93 892 Frankrijk 36.209 45.010 38.907 Ver. Staten 22.069 5.523 11.881 Engeland 130.098 19.996 6.069 Rusland 32.338 27 047 16.189 De geheele uitvoer hiervan beliep in de zes eerste maanden van 1911 365.073 ko., tegen 279.676 ko. in 1910 en 228.144 ko. in 1909 voor diezelfde maanden. De export van deze leersoorten is dus zeer vermeerderd (in 1908 bedroeg die voor het geheele jaar 377.513 ko.) Voor namelijk zijn het Engeland en Rusland, welke meer van dit leer uit België be trekken. De import en export zullen op die wijze elkaar spoedig nivelleeren, terwijl vroeger de export nog niet de helft beliep van den invoer. De invoerrechten van bovenvermeld leder bedragen in Belgie 30 frs. per 100 K.G. Aan „ander leder" (bestaande uit ge looid en getouwd leer) werd in België ingevoerd gedurende de eerste zesmaan den van de jaren 1911 1910 1909 Uit: Kilo's Kilo's Kilo's 1911 1910 1909 Kilo's Kilo's Kilo's 803.682 547.303 529.055 219.596 226.451 307.645 185.875 203.643 86.011 712.560 685.720 560.088 220.731 149.718 107.593 Nederland 36.302 41.443 40.178 Duitschland 53.099 56.297 62 076 Engeland 81.527 98.855 59.170 Frankrijk 76.591 97.814 81.045 De totale invoer van dit artikel beliep gedurende de maanden Jan.Juli 1911 290.245 ko., tegen 314.582 ko. in 1910 en 279.395 ko. in 1909. De import is over 't algemeen dalende. Aan „ander leder" werd door België uitgevoerd gedurende de zes eerste maan den van Naar Nederland Duitschland Engeland Frankrijk Turkije De totale uitvoer van dit artikel be droeg in de eerste zes maanden van 1911 2.411.051 ko. tegen 2.144,972 ko. in 1910 en 1.843.495 ko. in 1909. Den invoer met den uitvoer vergelij kende, blijkt de eerste eenvoudig in 't niet te verzinken en wordt de export nog steeds hooger, hetgeen inderdaad wel pleit voor de activiteit der Belgische iederindustrieelen. Het kleine Nederland neemt onder de landen van afzet de eerste plaats in op 't oogenblik. Een derde deel van den totalen uitvoer is thans naar ons land gegaan. Hoe zullen die cijfers echter worden, wanneer we hier invoerrechten verkregen hebben De invoerrechten op bovengenoemd leder bedragen in België 15 francs per 100 K.G. Hoewel er 10 pCt. ad valorem invoer rechten op buitenlandsch schoenwerk geheven wordt, blijkt uit bovenstaande cijfers duidelijk, dat er een snelle stijging valt waar te nemen, wat den import van vreemde schoenen betreft. Terwijl in het geheele jaar 1908 voor 2,705.190 fiancs werd geïmporteerd, is nu reeds in zes maanden bijna voor dat bedrag ingevoerd. Engeland voornamelijk expor teert blijkens bovenstaande cijfers zeer veel schoeisel naar België. Aan schoenen werd in België inge voerd gedurende de eerste zes maanden van o 1 1 o 1 o 1 vri •a c Uit. ■o '5 óo S Door België werd u itgevoerd aan schoenwerk in de eerste zes maanden van 5 o> 1 o o o 1 Z z -2 on u i E- De schoenenuitvoer van België is dus iets achteruitgaande, hetgeen reeds eer der geconstateerd is geworden. Nederland heeft echter weer wat meer betrokken zoo ook Duitschland, daarentegen Fran krijk en Engeland veel minder. e met .smaak ikr'Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs perS maanden fU."6. Franco per post door bet geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden ena., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advkrtrntiën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, grcote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaat&iüg opgegevpu, worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige coutr&cten, gesloten. Reclames 15 cent per regel. IE- —mmmmmm 11 i i Van „DE EüflO VAN HET ZUIDEN." Wat bedoelt gy met een staaltje van hare kunst? De bittere tranen die zij zich afperste, toen mevrouw hoorde dat ze meesteres van Raynham was. Ik gelooi dat die tranen ongeveinsd waren, antwoordde de beer Dale ernstig. O 1 gij beschonwt eene erfenis das als een geschikt onderwerp voor weeklachten. Neen, Reginald, ik geloof dat eene vrouw die ziek tegenover haren echtgenoot hevige Terwijtingen te doen heeit en de middelijke oorzaak van zijn dood is geweest, wel aange daan kan zijn, als zij bemerkt hoezeer zij bet Tertrouwen van dien echtgenoot bezat. Bah riep Reginald verachtelijk uit, ik zeg u dat lady Eversleigh eene volmaakte tooneelspeeUter is, hoewel zij nooit voor een beter publiek optrad dan voor de lummels op eene boerenkermis. Weet gij wie mylady was, Toor sir Oswald haar nit het slijk opvischte. Weet ge 't niet?.» Dan zal ik u op de hoogte belpen. Zij was eens straatliedjeszangster, die de baronet op zekeren avond uitgeput van gebrek op de markt vau eene provinciestad TOod liggen. Hij raapte haar uit medelijden op 6d daar het schepsel bij toeval een lief gezicht had, was hij zwak genoeg haar te trouwen. Eerbiedig de feilen der dooden, antwoord de Lionel. De liefde van mijn oom was edel. Ik betreur Blecbts dat het voorwerp zijner liefde zoo onwaardig was. Kijk, kyk lachtte Reginald. Ik meende dat ge nu zooveel met haar ophad. Ik voel mij aangetrokken door elk be 'onwvol zondaar, zeide Lionel. 00 vn O) t- O O) b- CN CA) CN r— co O) m O CT) CT> a> V CO 1 O) Tf lO co CO CO O O) e CS u. Tf Tf cd cd 1 oT cd vri O vn lO t- r— t- CO LU CN O) r-- CA) V e O) Tf O) O vn O) O) vO O CO O O) Ti- co CO CN Ti O) CO CN vn CN O) CS CO ed CN r-3 r-3 v— kn lO co 1 co LU co co rH i CN c/3 CJ CN co co CO Tf CO r—t oo CO CO Ti" CO 1 00 O) CO n co O Ti" 00 1 co O) CS O) 1 rd co cd O) U LU Tf f» vO co CS CN co O) CN CO co _c 15 O E cu vn CN "O e - CU CS o •o -o T3 E CS c/3 L- «+- Tl e E E e CU CT5 SS SS V-4 E QJ 1— CU -o E CS CS u O) (U 1— CU ba CJ CA) u.' CU i— e CS cS V ba c u CA) E cci i— cU C/5 O H Q LU ÜJ LU N Ah ja, dat behoort tot uw vak, riep Reginald uit, die zijne bittere teleurstelling niet kon verbergen gij gevoelt u aangetrok ken door lady Eversleigh. omdat zij eene vermogende zondares iü en meesteres van Raynham, Gy zult hier eene poos yVerblij ven, en zoo mogelijk in de schoenen van sir Oswald komen. Ik geloof niet dat er eene wet bestaat, die verbiedt met de weduwe van zijn oom te trouwen. Gij beleedigt my gij beleedigt den afgestorvene, sir Reginald, door den toon waarop gij dit onderwerp bespreekt antwoordde Lionel Dale. Heden avond verlaat ik Raynham en er bestaat weiuig kans dat ik lady Evers leigh immermeer terng zal zien. Ik mag hare miBslageu niet beoordeelen, noch de geheimen van haar hart doorgronden. Ik geloof dat hare smart van heden ongeveinsd was. Omdat eene vrouw gezondigt heeft, is zij niet onvermijdelijk onvatbaar voor goede indrukken. Gy zijt in eene zeer toegevende bni, Lionel, zeide sir Reginald glimlachendmaar gij kunt u die weelde veroorloven. De heer Dale antwoordde niet op die onbe schofte taal. Sir Reginald en zijne twee neven verlieten het dorp ltaynham met dezelfde dilligence. De avond was schooner dan de dag was geweest de volle maan verlichtte het landschap met haar zacht schijnsel, toen de reizigers naar het ond kasteel opzageD. De baronet beschouwde het landschap met onbegrensde woede. Het nare, mompelde hij, het hare, zoo lang zij leeft. Eene vrouw zonder naam heeft mij de erfenis ontstolen, welke de mijne be hoorde te zijn Dat zij echter voorzichtig weze. Wanhoop is onbeschroomd; nog kan mij een middel van wraak overblijven. Terwijl de reiziger dus overpeinsde, stond eene bleeke vrouw voor een der ramen van het kasteel Raynham, den blik op de wouden latende rusten, waar de maan in bare pracht op scheen. Het mijne, prevelde zij, deze bosschen en landerijen behooren mij aan mij, die den honger in de oogen heb gezien aan my die het een voorrecht rekende, in eene ledige schunr te slapen. Dat alles is het mijne, doch het bezit er van is my geen genot. Mijn leven o\ o o> O CA) Tf Ti- tI- co O CO co CO Ti- co O) E 00 CO 00 O OO O vn O) CS u- cd O oi cd Tt cd LU 00 CN vn TT vn CN T— co c/3 O O CO vn vn CO O CN Ti- vn CN t- vn E ai O) Tf co O) vn o i— oó cd 1 oó Tf cd LU 00 Tl" CN vn co vn c/3 O co vn u Tf vn co Tf vn E co r- vn CN 1 Tf i— CN vri cd cd LU r— o «—1 vn Tf cS a CS T3 E i— v "O OJ T3 C CS V SS o u. tr> <u *2 bC 3 Q e O) St T3 E cC c cS _e 1c 6 T3 E SZ O en <U e u. U. UI Ü- T3 E u, O) CA) N oo CO e V T3 e CS V "O n CO O) CN (O oo t- co <o "O" O co CS Tf O) r-' 00 r— cS es O is door zulk een wreed noodlot vergald, dat rijkdom en aanzien geene waarde voor mij hebben. XIII. De kracht van het geduld. 's Morgens vroeg na de begrafenis, kwam een knaap aan de hoofddear van het verblijf der bedienden en vroeg om de kamenier van lady Eversleigh te sprekeD. liet meisje, hetwelk die betrekking vervolde werd geroepen en vroeg wat men van haar verlangde. Zij heette Jana Payland, was geboortig van Louden en eene waardige bewoonster dier wereldstad door hare opvoeding. Voor zij in dienst van lady Eversleigh trad, had zij weinig gemak of weelde gekend. Daar door was zij eenigerraate de belangen harer meesteres toegedaan en helde er toe over deze voor onschuldig te houden, hoewel ook baar bet verhaal van den nacht, doorgebracht op Yurborough Tower, te onzinnig en ongelooflijk voorkwam. Jeane Payland was vieren twintig jaar oud, lang, slank en bedr;ivig. Zij maakte geene aanspraak op schoonheid, maar bezat wat men uo«mt een hoogst fatsoenlijk uiterlijk. Zij giDg naar het kleine voorportaal, waar den jongen stond te wachtenzij was verontwaardigd dat iemand zich zoo vroeg by hare meesteres durfde aanmelden. Wie zijt gij en wat verlaDgt ge? vroeg ze toornig. Ik ben, met uw verlof, de zoon der weduwe Beckett, antwoordde de knaap, blijk baar doodsbang voor de dame in zwarte zijde en met het nette mutsje, en ik heb dezen brief gebracht, dien ik aan de kamenier van de lady moet geven. Die ben ik, antwoordde de meid. De knaap overhandigde haar een smerig papier, met eene flinke duidelijke hand aan lady Eversleigh geadresseerd. Wie gat u dat? vroeg Jane Payland, met walging het vuile omslag beschouwende. Esn landlooper gaf het my een land- looper, dien ik in het dorp ontmoette ik moet Tarwe. Als ge op kleigrond woont, spreekt i het van zelf, dat ge wintertarwe zult zaaien, want tarwe is en blijft op de klei een zeer voornaam gewas. Vooral, als de prijzen stijgende zijn, wordt er heel wat land met tarwe bezaaid. Denk echter niet, dat, als ge niet op de klei woont, ge geen tarwe moogt verbouwen. Ook op lichtere gronden, b.v. op veen gronden, welke op een goede manier ontgonneD zijn^ zelfs op zandgronden kan men met eenig succes tarwe vei- bouwen. Taaie en natte gronden zijn echter voor tarwe niet te verkiezen. De beste zaaitijd is einde September of be gin October, maar men zaait ook later, zelfs nog in November. Sommige variëtei ten zijn beter tegen de winterkoude be stemd dan andere. Men noemt ze win- tervast, terwijl de andere winterzwakke vaiiteiten heeten. Natuurlijk kunnen de wintervaste variteitcn, zooals Essec, Dui- vendaal, Wilhelmina, Mansholt's witte dikkop, wat later gezaaid worden dan andere, minder wintervaste soorten, Voor het welslagen van den tarweoogst is het echter in elk geval noodzakelijk, dat, voor de vorst invalt, de planten een behoorlijke ontwikkeling hebben. Om die in een betrekkelijk zoo korte groei periode, soms met weinige zonnige dagen te verkrijgen, is een behoorlijke, volle dige bemesting een hooge noodzakelijk heid. Ik weet het, men bemest de tarwe niet gaarne zoo zwaar omdat men bang voor legeren ismaar bij een goede variteitskeuze er zijn variteiten die weinig of niet legeren en eenvolle- dige bemesting, dus een bemesting waar bij ook een voldoende hoeveelheid kali en phosphorzuur gegeven wordt, is de kans voor het legeren der tarwe als het ware uitgesloten. Het legeren der tarwe is zeer vaak het gevolg eener eenzijdige bemesting. De tarwe heeft van nature veel stikstof noodig. Een vrij groote oogstt bijv. 55 HL. van 76 kg.: 4110 kg. zaad en 6000 kg. stroo onttrekt aan den grond 110 kg. stikstof, dat is meer stikstof dan zich bevindt in 700 kg. chilisalpeter. Maar diezelfde oogst ont- op antwoord wachten en hbt terugbrengen naar de herberg „Do Hen en de KuikenB." Hoe durft gij een brief aan mylady brengeD, dien u door eeu landlooper was overhandigd, natuurlijk een bedelbrief. Ik weet niet hoe ge 't durft doen. Ik bedoel er geen kwaad mede, veront schuldigde zich de joDge Beckett. Hij zeide als mylady dien brief onder de oogen krygt, zeida hij, dan zal sij er spoedig genoeg op antwoorden, zeide hij, en nu, neem uwe beenen op uw nek, er is leven en dood mee gemoeid en verlies goen tijd. Deza woorden brachten Jane Paylaud guheel in de war. Wat moeBt zij doen? Zij meende dat die brief niets bevatte dan een verzinsel van een bedrieger, en het zou dwaasheid zijn er hare meesteres mede lastig te vallen. Maai de brief mocht toch eenB van gewicht zijn? Hoeals die woorden van den jongen iets bijzonders beteekenden Was het haar plicht niet het papier aan lady Eversleigh te over handigen Blijf hier tot ik terugkom, zeide zij, den jongen de bank wijzende, welke in het voor portaal stond. De jongen ging op het uiterste pontje van de bank zitten, met zijne pet op de knieën en Jane Payland giDg heen. Zij ging regelrecht naar de kamers van lady Eversleigh. Honoria hief de oogen met op toen Jane Payland de kamer binnenkwam. Eene uitdruk king van weemoed lag over baar gelaat verspreid en hare gedachten waren zeer treurig. Vergeef my dat ik u stoor, mylady, sprak Janemaar een knaap uit het dorp beeft mij een brief gebracht die hom door een land looper was overhandigd, en bij sprak hierover zoo zonderling dat ik meendi u er van te moeten verwittigen. Tot verwondering van Jane Payland, sprong lady Eversleigh overeind, als ontwaakte zij plotseling met schrik uit hare peinzingen en kwam naar haar toe. Geef mij den brief, zeide zij kortaf. Zij rokte het morsig en gekreukeld papier driftig uit de hand harer kamenier. Gij kunt gaaD, zeide zy. Ik zal schellen als ik u noodig heb. trekt aan den grond 85 kg. kali, dat is ongeveer zooveel kali als zich bevindt In 700 kg. kainiet of 350 kg. patentkall en daarenboven wordt door zulk een oogst nog uit den grond gehaald o.a. 45 kg. phosphorzuur en 18 kg. kalk. Nu is er geen enkele landbouwer die zóóveel stalmest In voorraad, dat hij het tarweland de genoemde hoeveelhe den voedingsstoffen door middel van stalmest zou knnncn geven, aangenomen dat hij zijn tarweland met stalmest zou willen bemesten. Vandaar dat kunstmest op tarwe noodzakelijk is. Het chilisal peter op tarwe wordt slechts voor een klein gedeelte in het najaar gegeven. Bij het zaaien der tarwe dient men on geveer 100 K.G. chilisalpeter per Hec tare in te eggen. Doch voor dien tijd moet de grond bemest worden met kai niet en slakken of met patentkali en super. De eerste kan men geschikt op lichtere, de laatste op zwaardere gronden geven Van kainiet en slakken geve men resp. 400 KG. per Hectare, terwijl men 200 K.G. patentkali en 300 K.G. super moet geven. Ia het voorjaar, zoo spoe dig als de groei maar eenigszins kan hervat worden, zaaie men weder 100 kg. chilisalpeter per hectare uit, om dit later, zoo noodig, nog eens te herhalen. Niet alleen de bemesting, ook de be werking van het land heeft grooten in vloed op den oogst. Als het eenigszins kan, moet men eeuige malen ploegen. Men kan ook met den cultivator den stoppel roeren, het land opeggen om het onkruid te vernietigen en daarna een of tweemaal ploegen, de tweede maal wat dieper dan de eerste. Als de grond zich gezet heeft, begint men te zaaien. Zooals ge ziet, elscht het tarwe land veel verzorging, maar het loon Is naar evenredigheid. 't Zon Jane Payland heel wat waard geweest zijn, badde z\j by het openen van dien hrief tegenwoordig kunnen wezen, doch zij had geen enkel voorwendsel om te blyven. Zij ver wijderde zich dus en begaf zich naar de kleedkamer harer meesteres, welke kamer, even als de overige vertrekken, op den gang uit— k wam Een kwartier later werd er gescheld en Jane spoedde zich naar de zitkamer- Do lady zat nog by den haard. Haar lessenaar was open en stood op de tafel naast haarop den lessenaar lag een brief, zoo versch ge schreven, dat het adres nog niet droog was. Dit moet ge aan den knaap geven, die beueden staat te wachten, zeide Honoria, op dien brief wijzende. Ja, mylady. Jane Payland verwijderde zich. Op haren weg van de kamers van lady Eversleigh naar de vertrekken der dienstboden, had zij gele genheid om het adres te beschouwen. Het luidde alB volgt: Den heer BrowD, in „De Hen en de Kuikens." De brief was met een eenvoudig cahet, waarop slechts één letter stond, dichtgelakt. Jane Payland kende de hand harer meesterez en zag terstond dat het adres niet geschreven was met het gewone handschrift van lady Eversleigh. Het schrift was veranderd. Klaarblykelyk was dit das een brief, dien de lady niet gaarne, als van hanr afkomstig, zou willen erkennen. Met elk oogenblik werd bet geheim meer duister. Jane Payland hield veel van hare meesterez doch er waren twee zaken waarvan zy nog meer hield. En die waren macht en voordeel. Als zij het geheim van hare meesterez machtig was, dan zag zij zich den weg tot beiden ge opend. Daardoor kwam het dat Jane, toenzy bijna aan het portaal was gekomen, waar de jongen wachtte, plotseling van plan veranderde en op bare Bchreden terugkeerde. Zij spoedde zich door een nauwen gang, den trap der bedienden op, naar hare eigene kamer. Daar bleef zij vijftien of twintig minuten bezig met iets, waarvoor zij de kaars moest aansteken. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1