Vurivmer 86
Zondag 29 October 1911.
34 Jaargang
Tweede Blad.
Gemeenteraadsvergadering.
Brieven en Schetsen.
en
VLIJMEN.
(Slot.)
C. Wagenberg. De heer Mommersteeg
zit zoo hoog op te geven van de be
langen der gemeente te dienen, maar u
|s vroeger ook al lang lid van den raad
geweest, 't Schijnt dat ge toen de be
langen van de gemeente niet erg hebt
behartigd, want ge zegt dat de ambte
naar goed kan gemist worden waarom
hebt ge dan vroeger, toen er nog niet
zooveel werk was op de secretarie er
niet opgewezen, dan hebt ge toen, vol
gens uw eigen beweren, de belangen
toch leelijk verwaarloosd.
Voorzitter. Geeft u hier eens een
antwoord op, mijnheer Mommersteeg.
Mommersteeg. Insinueeren doet U
heel netjes.
Voorzitter. Neen, geeft u daar nu
eens een antwoord op.
De heer Mommersteeg antwoordt niet.
Van Buul. Daar wil ik Wagenberg
wel eens op antwoorden. Er was vroe
ger ook wel een ambtenaar, maar toen
was de secretaris altijd op het gemeen
tehuis.
Voorzitter. Is het niet altijd zoo ge
weest dat een ambtenaar wel eens een
keer verlof krijgt, mijnheer Zwaans, zegt
u nu uw opinie is.
Zwaans. Ja, maar ik ben ook niet
voor afschaffing van een ambtenaar, wel
tegeu verhooging van diens salaris.
C. Wagenberg. Ik was van meening
dat wij hier zaten om de belangen van
de gemeente te dienen, maar ik zie wel
in dat er hier leden zitten die alleen
een veete die zij tegen den Voorzitter,
hebben, uitvechten. Dat zien we nu
ook weer aan dat staaltje dat van Buul
heeft uitgehaald. Als dat hier de ma
nier van werken is, dan zal ik ook laten
zien dat ik haar op mijn tanden heb.
Van Buul. Dus ge wilt ook dwars
worden.
C. Wagenberg. Waarom niet, net zoo
goed als gij.
Voorzitter. Mijnheer Mommersteeg,
geef u eens een antwoord op die vraag
die mijnheer Wagenberg u heeft gesteld,
of kan U daar geen antwoord op geven.
Mommersteeg- Je wilt je altijd z'en
te verweren en als ik dan zeg dat je
den boel verknoeid hebt, dan is het
maar, dat is niet aan de orde.
Voorzitter. Maar u zei dat een amb
tenaar niet noodig is, zijn de zaken dan
omgekeerd, is er minder werk, of wat is
het dat u beoogt.
C. Wagenberg. Dwarsdrijven anders
is* hij niets van plan.
Mommersteeg. Als je altijd op de
secretarie zijt wanneer je daar moet zijn,
en smiddags niet naar je mandenmakerij
loopt, dan spreken we wel verder.
Voorzitter. Is mijn werk dan achter.
Mommersteeg. Als je maar 3 klerken
hebt zitten, dan hebt jij het gemakkelijk.
De Voorzitter wijst er op, dat op een
onlangs gehouden vergadering van den
buitenpolder een voorstel ter tafel kwam
om verhooging van salaris te geven aan
den penningmeester. De gemeente
Vlijmen was bet toen die daartegen
protesteerde, aanvoerende dat, voor het
werk dat gedaan moest worden, het
salaris hoog genoeg was. Het werk, dat
er gedaan moest worden, kan ik, zoo
zei de Voorzitter, niet dat ik begeerig
op het baantje ben, wel in 6 uur af.
Maar wie hield er toen een lang pleidooi
om het sala'is te verhoogen. Hij, mijn
heer Mommersteeg, die durft zeggen dat
hier geen ambtenaar op de secretarie
noodig is. Ook op de vergadering van den
polder voor de algemeene omkading
kwam, toen er eenige meerdere werk
zaamheden waren te verrichten, een
voorstel om het salaris te verhoogen.
Van Heesbeen. Hij heeft hetzelfde
salaris gehouden.
Van Heivoort. Deze kwestie is ook
niet aan de orde mijnheer de Voorzitter
De heer J. Wagenberg zegt dat hij het
voorstel van B. en W. om den ambtenaar
verhooging van salaris te geven, niet
kan steunen, niet dat de persoon hem
minder sympathiek is, dat blijft bij spr.
buiten spel, maar volgens zijn meening
zijn er geen grondige motieven genoeg
om daartoe over te gaan. Ia een vo
rige verg. heeft de Voorzitter ons willen
overtuigen en gewezen op een aantal
gemeenten waar een hooger salaris
wordt gegeven. Hij is toen zoo vrien
delijk geweest mij een boekje ter hand
te stellen, een jaarverslag, waarin staat
aangegeven welke gemeente een amb
tenaar heeft en hoe groot het salaris is
dat hij geniet- Spr- zegt dat boekje te
hebben nagezien en in de lijst van de
provincie Noordbrabant, die hier toch
zeker maatgevend is, geen enkele ge
meente te hebben gevonden tusschen
3 en 4-duizend zielen welke een hooger
salaris dan f350 verleent. Ook in de
Provincie Zeeland en Limburg, misschien
een vijftal plaatsen er buiten gesloten,
wordt er geen hooger salaris gegeven.
Spr. leest een aantal gemeenten voor
waar een ambtenaar is, wat die voor
salaris geniet en plaatsen waar geen
ambtenaar is.
De Voorzitter merkt op, dat er eenige
plaatsen zijn opgenoemd waar wel een
ambtenaar is. Voorts dat het ook waar
kan zijn, dat op plaatsen van gelijke
grootte of zelfs nog iets grooter, er geen
ambtenaar is. maar dat er dan eenige
volontairs op de Secretarie zijn die
worden opgeleid en waarvoor men nog
geld ontvangt, die jongens verrichten
dan mede het werk.
De Voorzitter zegt verder dat het de
wensch is van Ged. Staten dat B en W.
dit voorstel deden.
Het lid Boom zegt in de verg. van
B. en W. niet direct voor verhooging
van het salaris te zijn geweest, doch
naar aanleiding van enkele besprekingen
omdat Ged Staten een ambtenaar
zoo wat 850 bunder land waarvan aan 1 werking zullen ongeveer f 400 bedragen.
in 't bezit van een diploma, toch ver
ons 500 bunders behooren, zoodat er
nog 350 bunder overschiet en van die
350 zijn er misschien nog geen 40 bun
der die aan vreemdelingen toebehooren.
Voorzitter. Die dragen tevens bij in
de personeele belasting.
Mommersteeg. Ik zou het rationeeler
vinden alles van de personeele belasting
te halen. Maar ik ben in het geheel
niet voor belastingheffing. Ik zou nog
eens in den Bosch probeeren of het zoo
nog niet eens kan en de begrooting
inkrimpen zooveel als maar kan. Ik zou
het nog eens een jaar probeeren.
De Voorzitter zegt dat B. en W. ook
niet voor belastingheffing zijn, maar er
is geen anderen uitweg te vinden In
den Bosch is alles al door B. en W.
gedaan om het nog eens te probeeren
voor een jaar, maar ze zeggen daar
maar dat de kwaal chronisch is. Als wij
een leening sluiten moeten wij kunnen
aan wijzen waarvan de aflossing en rente
zal worden betaald.
Mommersteeg- Ik zou me er nog maar
eens tegen verzetten.
De Voorzitter zegt dat hij er alles al
voor heeft gedaan, dat hij over deze
kwestie met verschillende hoofdambte
naren heeft gesproken, doch hoeveel
moeite hij gedaan heeft, het hem niets
heeft mogen baten.
Van Heesbeen We kunnen toch wel
weer eens goede jaren ook krijgen.
Zwaans. Je kan probeeren, maar ik
geloof niet dat het iets zal uilhalen.
De Voorzitter zegt dat hij de begroo
ting zoo krap mogelijk heeft opgemaakt
hooging zouden gaan geven, kon ik met en de ontvangsten van de landerijen
het voorstel meegaan. zoo hoog mogelijk heeft geraamd om de
Mommersteeg. Dan zullen wij een begrooting kloppend te krijgen,
anderen ambtenaar aanstellen. Mommersteeg. Dan zou ik maar wat
Voorzitter. Daar hebt u het recht meer leenen om met de rest de rente
niet toe. en aflossing te betalen.
De heer Boom zegt zich er vroeger Van Helvolrt. De Voorzitter heeft in
altijd tegen verzet te hebben om volon- de vorige vergadering gezegd dat hij
tairs op de secretarie te nemen, doch kans zag om dat nog met de gewone
toen van Esch was gekomen en hem de inkomsten te doen
Voorzitter er op wees dat men hem er De Voorzitter merkt op dat er voor
een groote dienst mee zou bewijzen, dat de landerijen geld noodig is en dat dit
de jongen wilskracht had om zich in niet met de gewone inkomsten mag
het vak te bekwamen, ben ik gezwicht worden gedekt.
en ik geloof thans dat we er dejongen Van Helvoirt. Dan zou ik nog eens
zeker een dienst mee hebben verricht, probeeren een tijdelijke
Spr- zegt verder dat van Hooff iemand goedgekeurd te krijgen
I)le perceelen zijn dan ook zeer goed
te maken. Er is een gedeelte bij waar
zand zit en een gedeelte waar klei is.
Zijn de banden daar weg, dan is het nog
geschikt voor best hooiland. Een andere
bewerking zal ongeveer f 300 kosten,
maar dan is het niet zoo goed. Op de
Wielkatnpen B een perceel groot 3.33
II A. op een gedeelte daarvan heelt
dit jaar haver gestaan, het gras dat er
nu staat is niet best. Om daar bandhout
te pooten zou f 100 kosten en stekhout
f150.
De heer Mommersteeg zegt het vreemd
te vinden dat toen hij er op heeft ge
wezen dat tegen Kuijk aan geschikt land
lag, er gezegd werd dat het in 't geheel
niet geschikt was.
Voorzitter. Dat heb ik niet gezegd.
Mommersteeg, Ik heb toen toch rap
port uitgebracht.
De heer Mommersteeg wijst er verder
op dat zijn bevinding is, dat de Wielkam-
pen, die kolossaal veel geld hebben
gekost, niet goed zijn beheerd, dat had
hij beter verwacht. Een gedeelte is door
koeien vertrapt en is nu totaal ongeschikt.
Een verwarde discussie ontstaat nu.
De heer Boom zegt die verwijten niet
aan te nemen van den heer Mommer
steeg. Hij zet uiteen hoe de landerijen
er vroeger uitzagen en leest uit een
tabel voor wat de kosten van bewerking
hebben bedragen, de landerijen vroeger
opbrachten en thans. Hij wijst er verder
op hoe het gras op de Zilverkampen is
aangelegd en hoe dit als de beste ma
nier door alle deskundigen wordt ge
prezen Spr. zegt tegen den heer Mom
mersteeg, dat hij door dergelijke praat
te verkoopen, zich een leek in 't vak
toont en wijst er verder op dat de heer
Mommersteegnog niets kan zeggen. Eerst
moet alles van A tot Z worden bezien
dan kan pas worden gesproken.
De heer Mommersteeg repliceert en
zegt dat met verbetering niets wordt
verdiend. Daar heb je bv. de Zilver
kamp, zoo gaat spr. voort, daar hebt ge
voor f 50 straat en kunstmest opgegooid
en hij bracht dit jaar f 53 op. Op de
Wielkampen wordt ook gemest en dan
laat men zwaar vee er op loopen, dat
zou kosten f 600 of f 60 per H.A.
De heer Mommersteeg acht het raad
zamer eerst een proef met een of twee
HA. te nemen. Op die manier loopen
de menschen er ook niet in.
De Voorzitter wijst er op dat in
Drunen de grond slechter is dan hier
en dat men daar voor f 3000 heeft ver
werkt en het land toen reeds opbracht
f2100
De heer Boom is van meening dat
men. met geen 2 IIA. moet beginnen
daar zoo'n proef toch niets uithaalt.
Een verwarde discussie ontstaat over
deze kwestie. Het slot is dat besloten
wordt een gedeelte land te verpachten
en een gedeelte zelf te bewerken- Al
leen de heer Mommersteeg was tegen
dit besluit.
De Voorzitter deelt nog mede datH.
Heesbeen aan den Dijk een tipje land
wil huren voor 60 cent per jaar. 't Is
maar een spietje wat nooit is verpacht.
Wordt goedgevonden.
De heer van Engelen dankt hierna
vanaf deze plaats de kiezers die in hem
vertrouwen hebben gesteld en zegt zijn
beste krachten te zullen geven om mede
te werken aan den bloei van de ge
meente wat hij lang, onder voortdurende
vriendschap, hoopt te doen.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
geldleening I is niet goed. Jong vee of schapen kan
je op zulk land laten loopen, maar geen
is' die "van zijn salaris niet behoeft tel" C.Wagenberg. Benoemt daar een koeien. Dat is nou alles wat er van
bestaan. Nu het salaris gaan vermin- commissie voor. komt en daar heeft het land nu 2 jaar
deren gaat natuurlijk niet, maar als van Voorzitter. Ik wil wel met een com- renteloos voor gelegen Nu zeg je we
Hooff hier weggaat zou hij het aanvangs- missie naar den Bosch gaan. Dat de dat de haver zooveel heeft opgebrach
salaris niet zoo hoog stellen, wat voor heden Mommersteeg, Wagenberg en.- maar je kan wel alles zeggen,
een ambtenaar, die niet in het bezit is Mommersteeg. Ik ga niet mee hoor, Boom. U zegt dat daar nu van
van een diploma, ook niet zoo nood- als ik ga, dan ga ik alleen. mest; maar daar wil ikov^ u
zakelijk is. Na nog eenige bespreking zegt de ging van hebben. Mijnheer de Voorzitter,
Voorzitter. Men zou dat salaris dan Voorzitter nog een ander middel te kan de opzichter n et eens hier komen,
meer als een, vergoeding kunnen geven, hebben om een geldleening goedgekeurd Mommersteeg. Ik heb mijn e g
Van Heivoort. Uit uw woorden blijkt te krijgen zonder tot verhooging van oordeel. „j
dat u zoo het werk wel af zou kunnen belasting over te behoeven te gaan, De opzichter verschijnt ter verga r
en dac u dus geen ambtenaar in het doch daar zal ook geld voor noodig zijn Voorzitter. Driek, hoeveel kunstn
bezit van een diploma noodig hebt. 't en dat is n.l. een post op de begroo- is op de Zilverkamp gestrooid.
Is mooi dat van Hooff een diploma ting te brengen als opbrengst b. v. van De Opzichter. Er is geen ku
heeft en ik gun 't hem al had hij 10 bandhout. Daar kan f800 voor opge op geweest, bui gemeester, alleen
diplomas, maar dat is allemaal voor zijn bracht worden en daar kon de rente en straatmest met wat koeten van rijt
eigen bevordering. aflossing mee geschieden. Op zoo'n verwerken f 3ü heeft gekost.
De Voorzitter wijst erop dat de ont- manier, zegt de Voorzitter, zie ik ook Voorzitter. En hoeveel heeft j p
wikkeling van een ambtenaar ook ten n0g wel kans de leening goedgekeurd gebracht, Driek hlircyP_
goede komt aan de gemeente er op te krijgen, in den Bosch zullen ze dan De Opzichter. 1-1 gul g
wijzende als hij dom was en de amb- wel zeggen, dat we er nog niet aan meester. nrUW ie-
tenaar, er van een advies geven als nu willen. Voorzitter. Dank je wel, Driek, je
inzake het request van Buul weinig zou C. Wagenberg. Maar dan moet eerst kunt nu weer gaan. a-hnnrd
komen, waar de gemeente natuurlijk de besloten worden om bandhout aan te Voorzitter. e u g
dupe van werd, doordat er dan een leggen. mijnheer Mommersteeg, dat is wat an-
nieuwe verkiezing moest plaats hebben, Voorzitter. Ja. de's d*n uw ew J rt
wat de gemeente weer een gulden ot C. Wagenberg. En waar. wel dat u tegen e
30, 40 zou kosten. Voorzitter. De leening die noodig is te zeggen. rrP7^a(\e- van
De Voorzitter wijst er verder op dat voor het pooten van bandhout kan van De heer Boom g
het zoolang niet meer zal duren dat het Lje gewone inkomsten worden genomen, den opzichter nader toe.
Rijk de salarissen van de gemeente- Mommersteeg. Ik zie wel in dat het De Voorzitter «gt dat de Tofhfm
ambtenaren gaat regelen en uitbetalen. hleruit te halen Is. straatmest te verzamelen door hem
Na nog eenige discussie trekken B. Voorzitter. Alvorens tot die bespreking is genomen en voor de gemeente v
en W. hun voorstel in en zal later een over te gaan moet ik eerst nog aan de deelig is ge e en te zijn. w l r~
andere regeling worden vastgesteld. Lrde stellen punt I De van dl debattin
6. Aangehouden voorstel tot het aan- 4 Aanbieding begrooting 1911, slui- dringen op be. g nncreveer
gaan eener geldleening. tende met een bedrag aan ontvangsten aan, aan, aangez en
Voorzitter. De heeren zullen zich nog en uitgaven van f 27590.80. Een afschrift 10 uur is gewordem
wel herinneren dat besloten is aan het zai de leden worden toegezonden en de De eer J. ag g ans dient te
algemeen armbestuur een buitengewone begrooting zelf 14 dagen op de secretarie men is agecuaa handen zullen
subsidie te verleenen van f500 en dat ter visie worden nedergelegd. worden gesproken waar banden zullen
op de tweede plaats een verhooging van De Voorzitter deelt hierna mede dat worden gePoct- besloten
polderlasten moet worden betaald en de landerijen in verband met de leening Na een ge scu baud-
dat de landerijen een groot tekort heb- in twee deelen moeten gescheiden wor- op de Wielkampen kosten mee
ben opgebracht zoodat een leening van den, een voor hooiland en een voor hout te pooben. t bedragen,
f 5500 moet worden aangegaan. B. en bandhout. Hierna geeft hij het woord zal de ^eenin|» verder nog
W. stellen voor een belasting te heffen aan wethouder Boom die uiteenzetwaar De heer oon den boer
van 15 opcenten op de personeele be- goed land is om bandhout te pooten. op, dat het in e 2ijn om
lasting en 10 opceDten op de onge- Hij wijst er op dat in het Ven tegen en in dat van g d
- - -Tsii nwkniik aan c*een Derceelen worden!In t Ven land te ^ij
met landbouwers met de verplichting dat zij
bouwde eigendommen. B. en W. zijn
gaarne genegen hierover een bespreking
te houden.
Mommersteeg. Ik geloof niet dat je
veel vreemdelingen zal treffen met die
belasting maar wel je eigen. Er liggen
Ni uwkuijk aan geen perceelen
gevonden die geschikt zijn om met [landbouwers mer ue
en no. 2
in aanmerking komen. De kosten van
De Straatverlichting.
Ja, geachte lezer, gij zult dit een simpel
en eenvoudig onderwerp vinden, hetgeen
ik volkomen met U eens ben, doch de
straatverlichting in ons lieflijk dorpje
Waspik is voorzeker een beschrijving
over waard. De indruk, welke de heldere
verlichting in Waspik 's straten op ons
maakt, is vooral nu bijzonder levendig
daar wij thans in den tijd leven, dat wij
het voorrecht genieten iederen avond
het heerlijke kunstlicht te kunnen aan
schouwen en te genieten van zijne ge
notvolle gave. Ik haast mij reeds om het
nu eerst wat meer nauwlettend te be
schouwen, want nog eenige dagen en
de maan zal weder haar licht werpen
of niet werpen op Waspik's dreven maar
dat is zeker, de lantaarns zijn dan uit
en blijven uit.
In het gure najaar, wanneer de wolken
onheilspellend door de lucht jagen en
af en toe een flinke regenbui de straten
vuil en modderig maakt, de vallende bla
deren en de noodlge klei, die de wielen
der karren en wagens op de keien ach
terlaten, cr het hunne aan toevoegen, om
alles glad en vettig te maken, worden
wij, arme inwoners, overgelaten aan de
goedheid van Madame la Lune, of zij
genegen is haar schijnsel te werpen op
deze brei en pap en op de menschen,
die er over heen moeten balanceeren,
want van loopen is geen sprake meer.
Spottend kijkt zij op ons neer en als
met een grijnslach op haar gelaat, komt
zij somwijlen tusschen de wolken door
gluren, om dadelijk weer te verdwijnen
en alles in stikdonker te hullen, het
is alsof zij ons tergend toeroept. >Wat
heb ik jullie lekker te pakken.*
Gelaten in ons lot kledderen en pion
sen wij maar verder door de straten,
het vuile, slijkerige water der plassen
spattert en spittert ons om de ooren.
Haastig grijpen wij naar onzen zakdoek,
doch nauwelijks zijn de herinneringen,
aan den laatsten plas weggeveegd of
met een fllnken plons trappen wij in
een tweeden, die ons het noodlge op
lijf en leden stuurt, op gevaar af van
een buiteling te maken die onze kleeren
een modderbad zal geven, waarvan men
schrikt en beeft. Gramstorig schuiven
wij verder over de kliederige massa tot
dat wij eindelijk tot overmaat van ramp
in botsing komen met een ander lid
van de Maatschappij, zoodat een van
ons den gevreesden toer met de beentjes
om hoog ten uitvoer brengt en de an
deren niets anders kunnen doen als een
verontschuldigend >0, pardon* stamelen.
Wij meenen nu wel goed te huis te
zullen komen, maar wacht even een
eindje verder sukkelend, hebben wij een
minder aangename en zachte ontmoeting
met een lantaarnpaal, die ons zoo goed
van dienst had kunnen zijn.
Onze woede stijgt ten top en bij ons
zelve beginnen wij alles te verwenschen
doch wij verliezen den moed niet en
hoopvol wankelen wij op een lichtstreep
aan, die hier of daar uit een winkelraam
op 'de beslikte kelen schiet.
Met argusoogen onderzoeken wij den
naasten omtrek om de beste plaatsen op
van