Nummer 87
Woensdag 1 November L911
34e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen.
Eerste Blad.
Gemeenteraadsvefgadeiing,
Dit nnmmer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpscli» en liangstraatsthe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Adyertentiën 1—-7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeveu;
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten,
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
1 1 II IJJ— 1
RAAMSDONK.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente op Zaterdag 28 October
des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter de Edelachtb. heer Ridder
de van der Schueren.
Ongeveer 10 uur opent de Voorzitter
de vergadering en deelt mede, dat de
heeren Simonis en Schoenmakers kennis
hebben gegeven verhinderd te zijn deze
vergadering bij te wonen.
De notulen der vorige vergadering
worden, na voorlezing, onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
AaD de orde
1. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van Mevr. Wed. Mr.
G. Heere, houdende dankbetuiging voor
den door den raad gezonden brief van
rouwbeklag.
b. Een schrijven van Ged. Staten,
houdende goedkeuring tot het doen van
buitengewone uitgaven.
c. Idem, houdende goedkeuring van
het kohier onderhoudsbelasting.
d. Procesverbaal van kasopneming.
Bij onderzoek bleek in kas aanwezig
te zijn f 1665.77V|, terwijl de boeken
ordelijk en regelmatig waren bijgehouden.
Voor kennisgeving aangenomen.
e. Een schrijven van het uitvoerend
comité tot overbrugging van de Bergsche
Maas bij het Keizersveer, houdende ver
zoek om aan bijgaand adres te zenden
aan H. M. de Koningin en leden van de
Tweede Kamer, adhaesie te betuigen.
Aldus wordt besloten.
f. Een adres van den President van
den R. K. Volksbond-
Uit het adies blijkt dat tegenwoordig
door de arbeiders erg wordt geklaagd
over de verkeerde practijken die onder
de bakkers bestaan. Het brood heelt
niet dat gewicht waarvoor bet is aan
gegeven. Adressant verzocht den raad
Van nDE ECHO VAN HET ZUIDEN."
44)
Toen zij gedaan had, kwam zij terng mat
een zegevierend lachje op hare dunne lippen,
den brief van lady Eversleigh in de hand
houdende.
Ook nu was het geschrevene met een cachet,
voorzien van eene letter, toegelaktdoch het
waB niet dezelfde als die, welke lady Honoria
Eversleigh er, een half uur geleden, opge
drukt had.
De dienstbode reikte den brief aan den
knaap over, die in allerijl verdween, zeer
te vreden dat hij zonder verder bemoeielijkt
te worden, het kasteel kon verlaten.
Hij ging regelrecht naar de kleine herberg,
waar hij naar den heer Brown vroeg.
Terstond trad die heer uit de gelagkamer
te voorschijn, waarin hij vertoefd had. Ge
durende den tijd, dien hij daar had doorge
bracht, had hy mat den kastelein een praatje
gemaakt en verder zorg gedragen dat hem
geen woord ontging van hetgeen in zijne na
bijheid door de andere gasten gesproken werd.
Hij nam den brief van den knaap aan en
beloonde hem met den beloofden shilling.
Vervolgens verliet hij het huis en volgde eene
dreef, die naar de rivier leidde,
In deze eenzame dreef brak hij den brief
open en las den inhoud, die uit de volgende
weinige regels schrift bestond
uDaar mijne eenige kans om aan vervolging
te ontkomen, is eenigermate aan uwe eischen
toe geven, stem ik toe u te zien en te spreken.
Als gij heden avond, te negen ure, mij wilt
wachten, aan den waterkant, links van de
brug, dan zal ik trachten daar op dat uur te
komen. God geve dat bet onze laatste samen
komst zy.«
een verordening te maken waarin be
palingen voorkomen, dat het brood een
voorgeschreven gewicht moet hebben
en ook dat geen ondeugdelijke waar mag
worden geleverd.
Wordt besloten dit adres in handen
te stellen van Burg. en Weth.
g. Een schrijven van het Hoofdbestuur
van de vereeniging tot bestrijding van
de Prostitutie, houdende verzoek om,
als nog geen bepalingen ter bestlijding
daarvan in de verordeningen voorkomen,
deze alsnog daarin op te nemen.
Wordt besloten dit schrijven in handen
te stellen van Burg. en Weth.
h. Een schrijven van den heer P. van
Dongen, houdende bericht dat hij is
aangeslaan in de hondenbelasting voor
een hond le klasse en dat hij het
geheele jaar nog geen hond heeft gehad.
Adressant verzoekt mitsdien ontheffing
van betaling.
Wordt besloten dit schrijven in handen
van Burg. en Weth. te stellen.
i. Een adres van den onderwijzer
Leenaerts.
Adressant deelt mede dat hij bezig is
aan de studie voor akte landbouw. Deze
studie vordert veel en duurzaam mate
riaal als kostbare boeken en scheikun
dige apperaten. Daar ook het gewone
onderwijs er van profiteert als een onder
wijzer in het bezit is van akte landbouw,
verzoekt adressant eene bijdrage voor de
aanschaffing van zijne studie-materiaal.
Adressant is van meening dat deze bij
drage zou kunnen worden verleend uit
het legaat van Mr. Cooth.
Wordt in handen gesteld van Burg.
en Weth.
2. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders, tot het benoemen van eene
commissie van onderzoek in zake de
bezwaarschriften onderhoudsbelasting.
Wordt in handen gesteld van een
commissie bestaande uit de heeren J. de
Wit, Dorreboom en Timmermans.
3. Alsvoor tot inwilliging van het ver
zoek van de lahdbouw-vereeniging
»Raamsdonksve.er" om de beschikking
te mogen hebben over een lokaal met
vuur en licht ten dienste 'van een cursus
in bemestingsleer.
De voorwaarde waarop inwilliging zal
worden verleend, wordt voorgelezen.
Daaruit blijkt dat de cursus wordt ge-
I
Juist met klokslag van negen ure, kwam
eene donkere gedaante over de vlakke weide,
die aan den waterkant lag en richtte zich naar
het smalle jaagpad, aan den oever. Een man
wankelde hier op en neereen breed gerande
hoed bedekte zijn gelaat en hij had een kort
pypje in den mond.
Thans nam hy den hoed van het hoofd opdat
de avondwind hem verkoelen zou. Zijn haar
was zoo kaal gesneden als dat van een ge
vangene. De volle maan scheen hem in het
gelaat en ontdekte 'en somber uiterlijk, door
een wind geteisterd het gelaat van den
lindlooper die aan het hek van Raynham had
gestaan om den lijkstoet van sir Oswald te
zien voorbijgaun het gelaat van den land-
looper die in den stal van »De Hen en de
Kuikens zich had opgehouden het gelaat
van den man, die in Ratclit Highway bekend
was geweest als zwarte Milsom.
Deze man wachtte op Honoria Eversleigh,
in het maanlicht, bij het stille beekje.
Hij ging baar te gemoet, toen zij de weide
uitkwam en op pad zichtbuar werd.
Goeden avond, mylady, zoo sprak hij.
Ik geloof dat ik zeer nederig vergiffenis moet
vragen aan eene groote dame als gij dat ik
haar hierheen laat komen, om iemand zooale
ik, te woord te staan. Het moet u toch vreemd
voorgekomen zyn, bier zoo heimelijk heeD te
sluipen om znlk een ouden kennis te ontmoeten
als ik ben gij, de meesteres van dat
trotsche kasteel ginder. Ik voor mij vind het
toch bijzonder hard dat iemand geen bezoek
mag komen brengen aan zijn eigen.
Stil, zeide lady Eversleigh, noem mij
niet bij dien naam, als gij niet verlangt dat
ik u nog meer veracht dan ik nu reeds doe.
Wei zoo, dat is toch al bijzonder beleefd
gesproken van eene jonge dame tegeD...
Honoria legde hem, door een gebiedenden
wenk het zwijgen op.
Ik veronderstel dat gij hoopt voordeel
uit deze samenkomst te trekken, zeide zij.
Dat verwacht ik zonder eenigen twijfel,
antwoordde de landlooper.
In dit geval moet gij zeer zorgvuldig
vermijden eenige toespeling op het verledene
te makenanders kunt gij niets krygeD.
In het eerst antwoordde de man slechts
geven door den heer Schoenmakers en
dat het Rijk subsidie verleent.
De leerlingen moeten 21 jaar oud zijn
en jaarlijks zal een beredeneerd verslag
gegeven moeten worden.
Timmermans. Ik zou liever zien dat
in de bepaling werd opgenomen dat ook
leerlingen deel mogen nemen aan den
cursus die met vrucht een landbouwcur-
sus hebben gevolgd.
Hiertegen bestaat geen bezwaar.
4. Alsvoor tot inwilliging van het ver
zoek van de landbouwvereeniging
»Raam£donk(I)orp)" om alsvoor ten
dienste van een cursus in Paardenkennis.
Na voorlezing van de voorwaarden,
waarop inwilliging zal worden verleend
vraagt de heer van Dongen of het niet
noodig is dat in de bepaling komt te
staan dat de cursus uit zoo en zooveel
deelnemers moet bestaan, want zouden
er maar 3 of 4 leerlingen den cursus
volgen, dan zou spreker niet op het
verzoek willen ingaan.
De heer Timmermans zegt dat deze
cursus wordt gegeven door den heer
de Jong, veearts te Capelle en dat het
Rijk reeds geen subsidie verleend als
er zoö weinig deelname is. Een bepaling
in de voorwaarden vastleggen is dus
niet noodig.
Het voorstel van Burg. en Weth.
wordt hierna aangenomen.
5 Alsvoor tot inwilliging van het ver
zoek van H- H. van Alphen om eervol
ontslag als onderwijzer te Raamsdonks-
veer.
Wordt besloten met Ingang van 16
December eervol ontslag te verleenen.
6. Alsvoor tot inwilliging van het
verzoek van de Landbouwvereeniging
>Raamsdonksveer« om een subsidie van
f 100 en de beschikking over een lokaal
met vuur en licht ten dienste van een
cursus in runderkennis.
Door omstandigheden heeft de ver
eeniging geen Rijkssubsidie kunnen
krijgen en daar het met den financleelen
toestand er zeer slecht bijstaat, verzoekt
zij eeoe subsidie van f 100 en gebruik
making van een lokaal.
De heer Timmermans zegt bij het
voorlezen van de voorwaarden waarop
aan het verzoek zal worden voldaan te
hebben gehoord, dat er minstens 10
eerlingen moeten zijn en de leerlingen
18 jaar oud moeten zijn. Hij zou liever
zien dat ook leerlingen van 17 jaar,
die met vrucht een landbouwcursus hebben
gevolgd, mogen deelnemen aan den cursus
en ook aan de vereeniging over te laten
uit hoeveel leerlingen de cursus moet
bestaan.
De Voorzitter merkt op dat deze
bepaling door het bestuur van de ver
eeniging in haar verzoek zelf is aan
gegeven.
De heer Timmermans acht het wensche-
lijk deze bepaling uit de voorwaarden
te doen vallen.
Voorzitter. Toen de handelscursus om
subsidie heeft gevraagd, heeft de raad
er een dergelijke bepaling ingebracht,
dus moeten wij daarmee blijven doorgaan.
Timmermans. Ik zal er geen voorstel
van maken, niettegenstaande ik over
tuigd ben van de billijkheid.
Zijlmans. Ik zou er dat wel in zetten
want je ziet gewoonlijk met die cursussen
dat 't op het laatst op niets uitloopt
en wie van 't best uur neemt er notitie van.
Van Dongen. Dan zou ik het er ook
zeker bijzetten, feitelijk is het onnoodig
dan subsidie te geven als het bestuur
er nog niet eens belang in stelt.
De heer Timmermans zegt uit zijn
practisch leven een andere ondervinding
te hebben gehad.
De heer Zijlmans zegt dat hij een
ongen heeft gehad die 2 jaar een cursus
heeft gevolgd zoover als die werd gege
ven, doch geheel ten einde kwam ze
niet, daarom zou hij er de bepaling wel
degelijk in willen houden.
Hierna wordt het voorstel van Burg.
en Weth aangenomen.
Voorzitter. Ik stel voor de punten
7. Alsvoor om Ged. Staten te ver
zoeken het presentiegeld der raadsleden
voor het bijwonen der zittingen van den
Raad te verhoogen.
8. Alsvoor tot toekenning eenerjaar-
lijksche gratificatie van f 50 aan den
nachtwaker W. Waas.
9. Alsvoor om het ophalen van het
straatvuil voor den tijd van twee jaar
onderhands aan te besteden aan P. van
Leeuwen, alhier voor de som van f 200
s jaars.
Bij de vaststelling van de begrooting
te behandelen.
10. Vaststelling gemeente-begrooting-
door een ontevreden gebrom, doch eenoogen-
blik later prevelde hij
Ik wensch evenmin over het verledene te
spreken als gij, mijne schoone dame. Als de
herinnering aan dien tijd voor u Dietopvroo-
1 ijkend is, ik heb ook daar niets aangenaams
in te herdenken. Het is allemaal goed voor
eene jonge vrouw, die genoeg te eten en te
drinken heeft, haren neus op te trekken over
de manier hoe een ander aan den koBt komt
maar men moet op de eene af anderen wijze
leven. Als men den kost niet kan verdienen
op eene aangename wijze, dan moet men het
op eene onaangename wijze gedaan zien te
krijgen.
Nu volgde er gedurende eenige oogenblikken
stilte. Lady Eversleigh trachtte de aandoening
te overmeesteren, die haar bestormde, niette
genstaande haar kalm uiterlijk. Zwarte Milsom
liep gemelyk naast haar, wachtende tot zy
spreken zou.
De plek was eenzaam. Lady Eversleigh en
haarfmetgazel hadden alle reden om te ver
onderstellen dat zij alleep waren.
Dit was evenwel het geval niet. Hoe veria
ten de plaatB ook wezen mocht, toch bevonden
die twee zich daar Diet alleen Een vrouwelijk
wezen sloop voort in de schadnwe en was lady
Eversleigh van het kasteel tot op deze plaats
gevolgd. Die persoon bevond zich in hare on-
middolijke nabij beid, toen zij met zwarte Milsom
aan den oever der rivier wandelde.
De spion sloop langs de heg, welke de weide
van het jaagpad scheidde zoo beschut was
zij in staat, bijna elk woord te verstaan dat
er gesproken werd zoo duidelijk klonken de
stemmen in den stillen avond.
Hoe hebt gy mij hier gevonden? vroeg
lady EverBleigh ten laatste.
Bij toeval. Gy hadt uwe maatregelen zoo
fijn genomen toen gij 't in uw schoon hoofd
kreegt om ons te laten zitten, dat al ons zoe
ken vergeefs was, wat we ook deden om u te
vinden. Ik gaf het op en begon eene verkeerde
karweitoen liep alleB tegen en ik werd
weggezonden. Nu ben ik echter weer vry en
ben van plan een goed gebruik van die vrij
heid te maken, dat verzeker ik u, mylady. Ik
kon weinig vermoeden hoe fijntjes gij uw nest
had gebouwd, terwijl ik aan geene zijde der
dienst 1912.
De heer Timmermans, rapporteur der
commissie brengt verslag uit. Hij deelt
o.m. mede dat de commissie voorstelt
enkele posten te verlagen. Zij doet dit
niet uit beknibbeling, maar om te trach
ten geen belasting-verhooglog te bren
gen, ja als 't kan, zelfs eenige verlaging
daarin te brengen. De post jaarwedde
voor een ambtenaar ter secretarie wordt
met f 100 verminderd, wijl nu geen
ambtenaar er is in bezit van 'n diploma.
De commissie stelt voor om de druk
werken en inbinden van boeken en hec
aanschaffen van schoolboeken en school-
behoeften voortaan aan te besteden en
alles zooveel mogelijk t^ gunnen aan in
woners.
Burg. en Weth. zullen zooveel als mo
gelijk is hieraan gevolg geven.
Aan den nachtwaker W. Waas wordt
een gratificatie verleend groot f 50's jaars.
De kosten voor verlichting door straat
lantaarns bedraagt f2200; met genoegen
kan de commissie meedeelen dat het
in 't voornemen ligt van B en W. om voor
taan ook Id de morgenuren de lantaarns
te doen branden.
De post onderhoud van wegen wordt
gebracht van f 2500 op f 2400 en die
van kosten ter voorkoming van besmet
telijke ziekten, wordt van f 130 op f 25
gebracht.
De commissie kan zich ook vereeol-
gen om een post van f 250 op de be
grooting te brengen voor het ophalen
van straatvuil.
De heer van Dongen vraagt of het
Dag. bestuur tevreden is over de wijze
van werken van v. Leeuwen en of hij
verplicht is de modder die midden op
den weg ligt te ruimen.
De Voorzitter zegt dat het Dag. be
stuur tevreden is over de werkzaamhe
den. Het gebeurt echter dat de menschen
de vuilnis brengen als hij weg is.
De heer v. Dongen wees nog op den
smerige toestand van de Schoolstraat.
Het voorstel van B.en W. wordt
hierna aangenomen.
De heer Timmermans zegt dat er met
het oog op den financieelen toestand nog
geen post op de begrooting is gebracht
kunnen worden voor een schoolarts.
Wordt de financleele toestand beter
dan hoopt de commissie dat daarvoor
wateren was. Evenmin dacht ik er aan, dat ik
u op deze plaats juist dan in het gezicht zou
loopen, als ik er het minst aan dacht. Ik wai
onder een hoed te vangen, toen ik gisteren
die prachtige begrafenis uit het kasteel zag
koinan en nw gelaat voor een der portieren
van een rijtuig zag. Ge moet duivels bij de
hand geweest zijn en zoo geslepen als een kat,
om een baronet als nw man te krygen en
daarenboven zoo'n onden gek, die u zijn gansch
boeltje naliet, nadat gij hem zoo slecht be
handeld haet. Wist nw man wie gij waart,
toen hij u trouwde?
Hij vond me, uitgeput van honger, in
de straten van een landstadje liggeD. Hy wist
dat ik hulpeloos was, zonder geld, zonder
huisvesting. Desniettegenstaande nam hij mij
tot zyne vrouw.
Ah zoomaar er was toch iets dat
hy niet wist. Hy wist niet dat gij de dochter
waart van zwarten Milsom dat bracht gij hem
niet aan 't verstand, daar wil ik een eed op doen.
Ik zeide hem niet hetgeen ik weet onwaar
te zijn, antwoordde Honoria kalm.
O, dat is onwaar?.. ZooGij zij t zeker
mijne dochter niet?
Neen, Thomas Milsom, dat ben ii met
ik weet en ik voel dat ik het niet ben.
Wat bliksem 1 riep zwarte Milsom woest,
als gij mijne dochter niet zijt, hoe komt het
dan dat gij mij zoolang vader genoemd hebt i
Omdat ik gedwongen werd. Ik her
inner mij dat my gezegd werd, u vader te
noemen. Ik herinner mij dat ik geslagen werd,
omdat ik weigerde geslagen tot ik toegaf,
omdat ik vreesde doodgeslagen te zullen wor
den O, ik had eeD aangename vroolyke jengd,
niet waar. Thomas Milsom Eene jeugd, waarop
ik niet met welgevallen terug kan zien. En nu,
daar gy ziet dat de fortnin mij uit het slyk
heeft opgeheven, waarin gi] mij geworpen had,
nu komt gij mij zeker vragen om uw deel van
dat geluk?
Ja, zoo omtrent, mylady, antwoordde
Milsom doodbedaard. Om eenige groote woorden
min of meèr bekommer ik my niet, ze slaan
geen armen of beenen stok. Waar ik echter
wel om geef, dat is geld klinkende munt in
't handje, en nog wel heel veel. Gij kunt mij
zoo hard raken als ge wilt, met nwe Bchoone
praatjes, als ge maar opdokt, maar geld moet
er zijn, goed of kwaadschiks, ik moet eene
flinke som hebben om mede te kunnen uit
knijpen,
Hebt gij eene groote som noodig t vroeg
Honoria kalm. Hoeveel verlangt gij te hebben
Wel, ik wil geen misbruik van uwe
mildheid maken, daarom zal ik matig zyn Om
te beginnen laat ons vijf duizend ponden
zeggen.
En gij denkt dat van mij te krijgen
Natuurlyk
Vyf duizend ponden
Vijf duizend ponden klinkende specie.
Lady Eversleigh bleef plotseling staan en
zag den man vlak in hot gelaat.
Gij zult geen vijf duizend pence hebben l
riep zy nit. Het geld van mijn gestorven
echtgenoot zal niet in uwe handen komen, om
tot misdaden en liederlijkheid te dienen. Als
gij verkieBt ordelijk te leven, dan zal ik u
honderd ponden 's jaars geven het zal u alle
drie maanden uitbetaald worden, door mijn
zaakgelastigde te LondeD. Maar meer krygt
ge geen halve penDy.
Hoe bnlderde zwarte Milsom in ziedeD.
den toorn HoeJenny Milsom, lady Honoria
Eversleigh, of hoe gij o nog anders gelieft te
betitelen - denkt ge dat ik daarin berusten
zal Denkt ge dat ik mynen mond zal houden
als gij mij niet flink betaalt Gij weet niet
met wien ge te doen hebt. Morgen zal iedereen
in het dorp weten, welke hooggeboren dame
daar op het kaBteel woont men zal weten
wol eene gehoorzame dochter de eigenares van
Raynbam is en hoe zij haren vader barrevoets
door het slijk laat gaan, terwijl zijne in haar
riJÜ Gij knnt vertellen wat gy wilt.
Ik zal een heelen boel vertelleD, daar kunt
ge op rekenei
Zult ge ook vertellen hoe Valentin Jernam
aan zijn eind kwam vroeg Honoria op zon
derlingen toon.
(Wordt vervolgd.)