Rummer 94
Zondag 26 November [911
34e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
er
f
ïgen
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Helen,
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
Handelsschool.
FEUILLETON.
pes,
vp
LANDBOUW.
k.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
irachte
sigheid
len en
antoor
itingen
en het
3
lat hij
ervvijl
goe-
5n ook
is vrij
1831"
iifslrialsrkr Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fO."ö,
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Advertentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. .Voor plaatsing van een groot aantal regel?en,
advertenties bij abonnement worden speciale zéér voordeelige contracten
gesloten. Reclames 16 cent per regel.
05
II. (Slot.)
Hebben we in een vorig nummer tal
van uitsprakeu en gegevens aangehaald,
waaruil men met alle recht kon con-
cludeereD, dat het nut en de noodzake
lijkheid eener handelsschool algemeen
worden erkend, thans rest't ons nog een
kort woord te zeggen op welke wijze
deze scholen tot stand moeten en ook
alleen kunnen komen. Want iets waar
van het algemeen belang, 't algemeen
•nut vaststaat en wat nu juist niet
in het onbereikbare ligt, moet ook kun
nen worden ten uitvoer gelegd. Dat de
gemeente Waalwijk op 't gebied van
onderwijs, een allerbelangrijkste zaak
voor de maatschappij, vooraan staat,
heeft zij steeds getoond, laatst nog door
't Rijk f 40,000 aan te bieden voor de
stichting van de vakschool. En met
succes, de vakschool komt er, het rijk
zal voor de rest zorgeD. Dat toont
deze gemeente nu weer met de aan
neming der plannen voor eene handels
school.
Men houde hierbij goed in 't oog dat
wij de school te Waalwijk slechts als
voorbeeld aanhalen, om te betoogen de
noodzakelijkheid dat de Prov. Staten hun
reglement moeten wijzigen, waardoor het
mogelijk zijn zal aan de plaatsen, die
eerlang eene vakschool voor handels
onderwijs oprichten, een flinkere subsidie
te verleenen. En wij kiezen dit voorbeeld
omdat in Waalwijk de plannen voor directe
oprichting geheel kant en klaar zijn en
't Rijk hiervoor reeds eene subsidie van
f 6000 toezegde en omdat de cijfers
die bij onze bespreking te pas komen
voor ons liggen.
't Is niet dat wij preeken alleen voor
eigen parochie, neen de Waalwijksche
school nemen we meer als voorbeeld,
want komt de gevraagde reglements-wij.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
wore en
:hap de
50)
Hij was niet iemand om zyne klanten na te
loopen. Zijne diensten werden sterk gezocht
onder zekere klas van menschen en hij had
weinig ledigen tijd. Zijn naam stond met vuile,
witte letters op de zwarte deur van zijne on
gezellige kamers op de vierde verdieping hier
heette hij Andres Larkspur, agent.
Men zal te gelegener tijd te weten komen,
hoe Honoria Eversleigh met het bestaan van
dozen man bekend werd.
Zij was alleen toen zij hem opzocht. Zy was
gonoodzaakt geweest Jane Payland veel ver
trouwen te schenken maar zij deelde haar
niet meer dan het hoogst noodzakelijke mede
van de sombere plonneD, die baar naar Londen
dreveD.
Zij had het geluk, den heer Andreas Larkspur
alleen en geheel tot haren dienst te vinden,
't Was een klein man met aschgranw haar,
ODgeveer zestig jaar oud, dor en schraal, in 't
bezit van eenen krommen neus als een havik,
lange, dunne armen, uitloopende in groote,
klauwachtige handen, als de klauwen van een
roofvogel. Óver 't geheel had de heer Larkspur
veel van een gier, die gedeeltelijk in een
mensch herschapen was.
Honoria werd geenszins afgeschrikt door het
uiterlijke van dien maD. Zij zag dat hij schrander
was en. oordeelde dat hij de rechte persoon
moest zijn om haar getrouw te dienen.
Men heeft mij medegedeeld dat gij be
dreven zijt in 't opsporen van geheimzinnige
handelingen, aldus begon zij, en ik weDSchte
uwe bekwaamheden terstond in beslag te nemen.
Zijt gij vrij om u geheel aan mynen dienst te
wijden?
De heer Larkspur antwoordde zelden, al
ziging tot stand dan zullen daarvan ook
weldra Breda, Eindhoven en m. a.
plaatsen profiteeren.
De jaarlijksche kosten voor eene school
als te Waalwijk bedoeld bedragen f 14000.
Het rijk zal, zoo de Provincie bijdraagt,
eene subsidie verleenen van f 6000.
Geeft de provincie 25°/o in de kosten
der leeraren, is 25°/0 van pl.m. f 11 275
is pl.m. f2500, dau blijft er voor gebouw,
administratie, verlichting, verwarming,
coneierge enz. voor de gemeente over,
als we de opbrengst van 't schoolgeld op
f800 stellen, pl.m. f 4700.
Waar nu 't rijk voorgaat f 6000 subsi
die te verleenen en eene gemeente als
Waalwijk niet voor een plaatselijk belang
maar voor 't belang eener geheele nij
vere streek, een waar provinciaal belang
dus, f 4700 per jaar over blijkt te hebben,
kan en mag de provincie daar achter
blijven met eene subsidie als de ge
vraagde van pl.m f2500. Gedeputeerde
Staten spreken in hun advies om afwij
zend te beschikken, van 't niet stellen van
een precedent. We hopen dat de meer
derheid der statenleden juist deze daad
wil stellen om meteen uit te makeD,
dat het meer dan tijd wordt dat de
provincie mede de hand aan den ploeg
sla om den middenstand, de industrie
vooruit te helpen, om den toekomstigen
handelsman en handelsbediende dat vak-
onderwijs niet langer te onthouden, wat
vóór hem ambachtslieden en landbouwers
reeds zoo lang genoten en met zooveel
vrucht. Men ziet het allerwege, de
landbouwer gaat vooruit, ^de goede
ambachtsman vindt een goed stuk brood,
maar de handelsman, de middenstander,
eens de kern der maatschappij, raakt
meer en meer in de knel en toch mag
die in hoofdzaak de kosten voor dat
landbouw- en- ambachtsonderwijs wel
betalen. Waar moet hij, na de lagere
school en de m. u. 1. o. zijn handelskennis
op doen Wie geeft hem een goede en
billijke gelegenheid die kennis op te doen
in onzen tijd zoo dringend noodig En
moet daaraan de provincie, die zoo
vooraan staat op 't gebied van handel
en industrie niet meehelpen Moet de
provincie door 't weigeren dezer subsidie
waarmee de school valt of staat, deze
poging eener nijvere plaats om te voorzien
in die nijpende behoefte, die de eerste
was het ook op de eenvoudigste vraag, zonder
die van alle kanten te hebben bekeken en
nauwkeurig elk woord, dat tot hem gesproken
werd, te hebben overdacht.
Hy maakte voorzichtigheid tot hoofdbeginsel
van zijn leveD, en beschouwde elk wezen, dat
hij op zijn pad ontmoette, als min of meer
geneigd om hem beet te nemen.
De heer Larkspur stelde er eene eer in Dog
nooit te zijn beetgenomen.
Meer dan eens ben ik er bijna ingeloopen,
deelde hij aan zijne bijzondere vrienden mede,
als hij zoover ontdooide, dat by gemeenzaam
werd. 't Ging eoras langs 't kaDtje afmaar
ik ontkwam toch altijd netjes. Er zijn oude
vossen, voor wier looze stroken de fijnste
rat zich niet kan hoeden doch ik mag met
eenigen trots verzekeren, dat nog nooit een
vos mij heeft beet gekregen. Misschien moet
mijD uur nog slaan en zal ik op mijnen ouden
dag er nog inloopen.
Vooraleer Andreas Larkspur op de vraag
van Honoria antwoordde, bestudeerde hij haar
van het hoofd tot de voeten en begluurde haar
met een paar scherpe oogen, die eene zeer
onaangename uitwerking z uden gehad hebben
op ieder, die reden had om 't een of ander
geheim te houdeD.
De uitslag van dit onderzoek scheen vrij
bevredigend; want eindelijk beantwoordde de
heer Lorkspur de vraag der bezoekster op een
toon, diei hij welwillend trachtte te maker.
Gij verlaDgt te weten of ik u mijne
diensten kan verleenen vroeg hy. Dat hangt
van de omstandigheden af.
Van welke omstandigheden?
Of gij in staat zult zijn mij te betalen.
Ik heb op het oogenblik juist veel omhanden
en zooveel te doen als ik maar met mogelijk
heid kan.
Gij zult alles moeten laten varen en u
alleen en uitsluitend aan mijnen dienst wijden.
Sapperlootdat is nog al iets 1 riep de
heer Larkspur uit. Weet ge ook bij toeval
hoeveel mijn tijd waard is?
De heer Larkspur was inderdaad beleedigd
door de gedachte, dat iemand zich in staat
rekende, zijne onschatbare diensten voor zich
alleen in beslag te nemen.
Dat is eene zaak, die mij niet aangaat,
schrede durft zetten op dit terrein, dat
maar al te lang onbetreden bleef tot
schade \an zoovelen, wederom verijdelen,
omdat in 1904 de subsidie aan Eindhoven
werd geweigerd? Zijn in die zeven jaren
de ideeen nog niet zoover gekomen, dat
men weet dat ook de handelsman, de
industrieel z'rt^-onderwijs noodig heeft,
brood noodig r Wij zouden heeren Staten
leden niet gaarne verwijten dat hunne
idees op dit terrein nog niet zoover ge
vorderd zijn.
Laat ons nog eens even aanhalen wat
Dr. Fockens zeide omtrent de groote
kosten die de gemeente Waalwijk zich
zou moeten getroosten:
>De kosten die de gemeente zich op
legt zijn vooral de eerste jaren zwaar,
maar eene vooruitstrevende gemeente
moet zich daardoor niet laten weer
houden mede te werken aan het tot
standkomen van eene inrichting die voor
den toekomstigen handelsman en in
dustrieel zulke rijke vruchten zal afwer
pen en die het toekomstige geslacht zal
waarborgen den strijd om het bestaan,
beter toegerust me'c de meest nuttige
wetenschap dan thans met succes te
kunnen voeren.»
Nogmaals 't precedent moet gesteld
worden. Want in trouwe is f 2500 jaar
lijks te veel voor een dergelijk algemeen
belang. Laat Eindhoven, Breda en m. a.
volgen. Laat er na jaren 4, 5 dergelijke
scholen komen, zoodat elk centrum zoo'n
school heeft, dus dat de geheele provincie
profiteert van goed handelsonderwijs,
dan eerst zijn we waar we wezen moeten
al kost 't dau de provincie een f 10.000.
En dan het precedent wordt dit niet
reeds gesteld^ door 't voorstel van Ged.
Staten om aan de middelbare technische
school te 's Bosch f 6000 toe te staan.
En waar omstreeks f 30.000 wordt
toegestaan voor landbouw-doeleinden en
f20 000 voor ambachts- en teekenscholen
''daar mag eene jaarlijksche subsidie van
f 2500 die misschien na jaren zal aan
groeien tot zelfs 10.000 gulden voor vak
onderwijs voor den handelsman, indu
strieel, in 't kort voor den middenstander,
toch zeker in onze tijden geen onge
wettigde noch overdreven uitgave voor
eene provincie als de onze geacht
worden.
Wij hebben daarom alle vertrouwen
antwoordde Honoria koel. 't Geen ik van u
zal verlangen, zal waarschijnlijk uwen geheelen
tijd en al uwe aandacht vorderen. Ik heb
mijne maatregelen genomen om uwe diensten
ruim te betalen en zal het aan u zelf overlaten
den prijs te noemen. Ik vertrouw van u, als
van een eerlijk man, dat uwe eisch niet té
buitensporig zal zijndaarom zal ik dien
zonder aanmerking goedkeuren.
Hm mompelde de achterdochtige Andreas
Weet ge wel, mevrouw, dat dit bijna te royaal
kliokt Ik beu een oude dienstdoener, mevrouw,
en heb de opmerking gemaakt, dat lieden die
dadelijk met beloften gereed zijn, gewoonlijk
genegen zijn niets te geven, als het werk is
afgeloopeü.
't Is nog geene reden om mij te beleedigeD,
omdat bedriegers u bndrogen hebben, hernam
Honoria. Ik wilde uwe diensten voor mij in
beslag nemen; maar ik mag niet verder gaan,
nu ik zie dat mijne aanbiedingen beleedigend
worden beantwoord. Ongetwijfeld zijn er meer
mannen als gij in Londen te vinden, die mij
in mijne zaken kunnen bystaan. Ik heb dus
de eer u te groeteD.
Zij stond op en was op het punt de kamer
te verlateD. De heer Larkspur begon echter
te gelooven dat hij te achterdochtig was geweest
en dat deze eenvoudig gekleede dame misschien
eene zeer goede klant kon zijD.
Vergeef mij, mevrouw, sprak hij, als ik
eeD wat te achterdochtige kerel ben. Gij weet
dat het in mijn vak ligt achterdochtig tezy'D.
Als gij mij mijn tijd kunt betalen, zal ik mij
geheel aan uwen dienst wijden, want ik wil
liever slechts eène zaak aan mijn hoofd hebben,
dan er zooveel tegelijk in mijne hersens op en
neer te voelen rijden Doch gewoonlijk weten
dames niet wat zaken zijn, hoe bekwaam zij
ook in andere dingen mogen wezen in piano
Bpelen, voetenkleedjes ot geborduurde pantoffels
maken, enz. enz. Ik wil wedden dat gij uwe
oogen zult openspalken als ik u vertel, dat
mijne zaak my meer dan zestien pond in de
week waard is, de eene door de andere gere
kend en daar gij u waarschijnlijk tot hiertoe
slechts met sajet en wol hebt beziggehouden,
zult gij er niet aan denken dat zestien pond
in de week, acht honderd 'sjaars is.
De heer Larkspur, hoewel weinig gewoon
in de goede opvatting, het meeleven
der nooden des tijds, den goeden kijk
in het huidige en vooral in de toekomst,
bij onze Statenleden. Zij moeten over
tuigd zijn van de absolute noodzakelijk
heid van handelsonderwijs aangegeven
door den inspecteur Dr. Fockens, be
lichaamd in de plannen der gemeente
Waalwijk. Zij moeten weten dat geen
dag meer gewacht mag worden, dat de
handelsman en industrieel haken naar
onderwijs ingericht op den handel dat
duizenden in onze provincie de beslis
sing dei Staten met groote belangstel
ling wachten, omdat hiervan voor hen
en hunne kinderen zooveel afhangt, om
dat hiermee zal aanbreken een nieuw
tijdperk in onze handels- en industrie-
wereld De Statenleden weten tevens
ook dat het handelsonderwijs met deze
subsidie staat of valt en wij meenen dat
zij 't aan huone verantwoordelijkheid
tegenover den handel, de industrie, den
middenstand verplicht zijn deze ter hulp
te komen en daarom voor deze subsidie
en de reglements-wijziging te stemmen.
Indien er hier reeds bijzonder handels
onderwijs bestond, zoude de noodzake
lijkheid zeker niet zoo dringen. Maar
waar daarvoor alsnog geen kans bestaat,
gezien het feit dat zoovele plaatsen nog
wachten op bizonder lager onderwijs, waar
toch de grondslag wordt gelegd en ook
gezien het feit der gemengde bevolking
onzer streek, zooals ons gemeentebestuur
in zijn circulaire aan de Statenleden zoo
terecht opmerkte, daar dunkt ons is het
overduidelijk dat Waalwijk met de ge
heele streek als eerste en later de straks
komende centra, moeten worden geholpen
aan die vurig gewenschte en hoogst
noodzakelijke school en wachten wij dan
ook met alle vertrouwen de beslissing
der Staten af in deze belangrijke zaak,
waarvan zooveel voor den vooruitgang
van ons gewest afhangt.
De bemesting der ooftboomen in den
Herfst.
Over bemesting der oofdboomen geeft
C. Heine, oppertuinman der Posener
aanplantingen, in no. 32 van de Garten-
zich te verwonderen, was toch eenigszins ver
baasd, dat de dame hare oogen niet wijder
opende op dit bericht.
Als gij met uw vak gewoonlijk acht hon
derd pond 'sjaars verdient, antwoordde zij
kalm, dan znhk u twiDtig pond 's weeks geven,
om vun nwe diensten uitsluitend te profiteeren,
dat maakt duizend en veertig ponden 'sjaars.
Nu was de heer Larkspur bepaald vorwon-
derd, hoewel hij zichzelveu genoegzaam meester
was om daarvan niets te laten blijken.
Daar had hij nu eene vrouw voor zich, die
zich voorwaar niet uitsluitend met tapisserie
werk had beziggehouden en die rekenen kon
als Bartjes.
Hm I mompelde hij weer, te voorzichtig
om eenig blijk te geven dat hij zich wilde
haasten, zulk een voordeelig aacbod aan te
nemen. Dnizend pood 'sjaars is zeker eene
ronde som, maar hoelang zal dat duren I Als
ik hier terugkeer, zijn mijne zaken in de war
en waar zbI ik andere vindeD, als ik met n
klaar beu?
Ik zal u voor één jaar in dienst nemen.
Neen, daar treedt ik niet in gij moet
er drie jaar van maken.
Dat is mij ook W6l, antwoordde Honoria
ik zal nwe diensten waarlijk wel gedurende 3
jaar noodig hebben.
De heer Larkspur betreurde het, dat bij geen
zes jaren bedongen had.
Neemt gij deze voorwaarden aan? vroeg
nu Honoria.
Ja, antwoordde de politieman, schijnbaar
hoogst onverschillig. Ik geloof dat ik wol kan
toetreden tot dit accoord, hoewel ik tevens
geloof dat ik meer geld kon maken, door vry
te blij ven en aan te nemen wat mij in den
mond mocht loopen. Maar verder. Hoe zal ik
betaald worden Gy moet in aanmerking nemen
dat gij my geheel vreemd zijt.
Dat begrijp ik eu gij behoeft my niette
vertrouwen, hernam Honoria. Ik zal u iedere
maaDd tochtig pond betalen.
Tachtig pond elke maand van vier weken,
merkte de voorzichtige Larkspur aan tochtig
ponden voor elke maan—maand. Daar is een
verschil in zooals gij ziet, en in zaken hond
ik er van, de puntjes op de i's te zetten.
Ongetwijfeldantwoordde lady Evers
welt 1911 eenlge beachtenswaardige
aanwijzingen. Daar staat o.a. De ooftboo
men hebben al de stoffen noodig, welke
zich in stalmest bevinden, zooals stikstof,
kali, phosphorzuur en kalk. Intusschen
is de behoefte aan kali, phosphorzuur
en kalk gemiddeld veel grooter dan men
tot heden heeft gemeend. Verder moet
zich de toevoer van de verschillende
meststoffen richten naar de plaats der
boomen, naar den aard van den bodem,
de ontwikkeling van de verschillende
deelen van het gewas, als, hout, knop
pen enz. dat wil dus zeggen, dat men
met een eenzijdige bemesting evengoed
schaden kan als met in 't geheel geen
bemesting. Alle ooftboomen moeten in
den herfst met kaïaiet bemest worden.
Het kaïniet bevat kali, dat onontbeerlijk
is voor de hout- blad- en vruchtvorming.
Daarenboven bevindt er zich keukenzout
in, dat een middel is tot verhooging van
het weerstandsvermogen der boomen,
voornamelijk van de steenvruchten- Ver
schillende proeven, waarbij gewoon keu
kenzoutaangewend werd bij perzikboomen
wijzen op den voornamea rol van dit zout
Het phosphorzuur in den vorm van su-
perphosphaat en slakkenmeel bevorderen
de knopvorming, veroorzaken krachtige
bloesems, goede vruchtzetting en een
goed aroma. De kalk is noodig tot de
steenvorming der vruchten. Op lage
gronden, waar de bodem eenigszins zuur
achtig is ^n de boomen aan kanker en
gomvloed lijden is een bemesting met
gebrande kalk zeer wenschelijk. Verder
is het zaak van gewicht, dat de verschil
lende meststoffen op den bepaalden tijd
gegeven worden. Het is bekend, dat
kali en phosphorzuur soms lang onop
gelost in den bodem kunnen liggen en
eerst na langen tijd en na met vochtige
bodembestandeelen in aanraking geweest
te zijn, oplossen en verspreiden. Opdat
alle gronddeelen, tusschen de wortels
en wortelhajen dus met kali enz. door
trokken worden is het noodig in den
vorm van kaïniet en ook het phosphor
zuur reeds in den herfst te geven. Hoe
'vroeger men kaïniet aan de vruchtboomen
geeft, des te meer nut zullen zij er van
hebben.
Het is duidelijk, dat in die streken,
waar men ondergewassen heeft gras,
leigh mot eeu minachtenden glimlach. Ge zalt
niet bedrogen worden. Gij zult elke maand
vooruit betaald wordeD, en als gij zekerheid
voor bet vervolg wilt hebben, kunt gij n tot
mijue bankiers wenden. Ik heet mevrouw
Henriette Eden en mijne bankiers zijn de heeren
Conti b Co.
Niets kan juister en zakelijker zijn, gaf
hij te kennen. En wanneer hebt gij mijne dien
sten noodig, mevrouw Eden
Terstond. Er is eene kamer open in 't
huis, dat ik bewooD. Gij moet die betrekkeu
om altyd bij de hand te zyn, als ik u iets heb
mede te deelen. Kan dat?
Wel zeker kan dat, antwoordde de heer
Larkspur. Maar ik vrees dat ik dan nog iets
zal moeten bedingen.
Spreek vrij uitmen zal u betalen wat
gij eiecht,
Dank u. Gij begrijpt dat als iemand van
myne jaren er aan gewoon is geraakt op eene
bepaalde plaats te leven, dan is het zeer moeily k
voor hem zich elders te gewennen. Maar om
u genoegen te doen, zal ik myne zaekjes byeen
pakken en mijn domicilie overbrengen naar de
plaats, waarvan gij spreekt.
Goed, verzekerde Honoria kortaf en gaf
hem de straat en bet nummer van het hnis op.
De heer Larkspur zag vreemd op, toen hem
Percystreet werd genoemd want by kon het
zich niet verklaren hoe eene dame, die hem
meer dan dnizend pond 'sjaarB kon betalen,
in znlk eene achterbuurt wilde wonen.
Kunt gij morgen nwe nieuwe woniDg
betrekken? vroeg Honoria.
Wel neen, mevrouw gij moet m^j eene
week tyd laten. Ik moet eenige zaken, die ik
nog in handen heb, eerBt afdoen of voor mijne
lastgevers aan anderen overdragen ik moet
myue boeken in orde breDgeD.'k fleb ettelijke,
zeer voordeelige zaken in handen, dat verzeker
ik n. Een onder anderen zon my eene groote
som in handen hebben gespeeld, als ik ze had
knnnen ten einde brengen. Doch in myn vak
hangt alles van den tijd af, zooals gij ziet,
mevrouw, 't Gaat langzaam Die zaak heb ik
reeds om en by de drie jaren aan de hand
gehad en er is nog weinig van terecht gekomen.
(Wordt vervolgd).