Nummer 95
Donderdag 30 November L911
34e aargang.
i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij AntoonTielen,
Eerste Blad.
r ii tr
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
FEUILLETON.
Gemeenteraad.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
«n liiifslrailsrkr Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franro per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
UITGAVE:
Advertbntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en,
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Eaamsdonk.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Zaterdag 25 Novem
ber des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter de EdelAcbtb. heer Ridder
de van der Schueren.
Ongeveer 10 uur opent de Voorzitter
de vergadering en doet mededeeling dat
de heeren Simonis en de Bruijn kennis
hebben gegeven verhinderd te zijn om
deze vergadering bij te wonen.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1 Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Stateo houdende
goedkeuring onderhandSche aanbeste
ding tot het ophalen van straatvuil.
b. Idem om den post presentiegelden
voor Raadsleden te verhoogen.
c. Schrijven van de Commissie voor
den kring houdende verzoek om bij de
Regeering voor 1 Januari een adres in
te zenden en de Redacties van groote
dagbladen daarvan mededeeling doen.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. Schrijven van Ged. Staten houdende
de goedkeuring op de tapverordening.
Voor kennisgeving aangenomen.
2. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot niet inwilliging van het
verzoek van J. Leenaarts om eene bij
drage in zake den aankoop van Studie
materiaal voor de akte landbouw L. O.
Voorzitter. In het legaat vau Mr. Van
Cooth staat op bladzijde 42 van het
Testament dat 2 jaar na openbaring van
zijn testament, onderwijzers gesteund
konden worden uit dit legaat. Aange
zien die termijn reeds lang is verstreken
stellen Burg. en Weth. voor niet op
het verzoek in te gaan.
Aldus wordt met algemeene stemmen
besloten.
3. Alsvoor tot aanwijzing van een
deskundige ter voorlichting of de daar
voor vatbare bezittingen van de N. V.
Electriciteitsmaatschappij Raamsdonk
het toelaten, dat door de gemeente aan
genoemde Maatschappij een kapitaal ad
f 40,000, onder hypothecair verband
wordt verstrekt.
In haar verzoek wijst de Mij. er op
dat de aansluitingen zoowel voor kracht
als voor licht, in zoo groote mate zijn
toegenomen, dat uitbreiding, wil men
aan de verplichtingen, vastgesteld in de
concessie-voorwaarden, voldoen, beslist
noodzakelijk is. Er moet een groote
machine bijkomen. De commissie wijst
er verder op dat zij reeds herhaaldelijk
van particulieren geld heeft gekregen
en waar het zoo'n groot gemeentebelang
geldt, daar twijfelt de Mij er niet aan,
of de gemeente zal de gevraagde
f 40.000 wel willen leenen.
Voorzitter. Het dag. Bestuur met de
Lichtcommissie heeft dit verzoek dege
lijk onderzocht en stellen nu voor een
deskundige te benoemen die ons voor
licht. Wij moeten zeker weten of het
gevraagde kapitaal zonder eenig verlies
gegeven kan worden. Wij zijn technisch
niet goed op de hoogte en daar de
verantwoording groot is, stellen wij voor
dat het technisch bureau Nagtglas en
Versteeg te Amsterdam ons^voorlicht.
Timmermans. De raad blijft in ieder
geval vrij, niet waar.
Voorzitter. De bedoeling is alleen
maar dat we de firma Nagtglas en
Versteeg rapport laten uitbrengen waar
door wij op de hoogte worden gesteld.
Nadat wij op de hoogte zijn gesteld,
kunnen wij beslissen.
Zijlmans. Kan de lichtcommissie geen
inlichtingen geven.
Voorzitter. De verantwoording is
groot, daarom heeft de lichtcommissie
en het Dag. Bestuur besloten zich eerst
op de hoogte te laten stellen. Van
administratie hebben wij wel verstand
maar niet van het technisch gedeelte
en dit is hier mede een groote factor.
Ik zou er zoo direct niet op durven
ingaan.
Lankhuijzen. Is de commissie zoover
met hare inlichtingen, dat zij er zeker
van is dat het laten uitbrengen van een
Van »1)E ECHO VAN HET ZUIDEN."
51)
De man bladerde, terwijlehy sprak, onwille
keurig zijne boekon door. 't Was een groote
legger, met verschillende hoofden, mat eene
lompe, vinnige hand geschreven, hier en daar
met geheimzinnigen rooden cn blauwen inkt
aangestipt. Op eens hield Larkspur op met
omslaaD, daar zijne aandacht op zekere blad
zijde werd gevestigd.
Daar is het, zeide hij daar is de zaak
waarvan ik sprak. Vijf honderd pond voor
cfe ontdekking van den moordenaar of moor
denaars van Valentin Jernam, kapitein en
eigenaar van de Pizarro. wiens lijk beneden
Wapping in de rivier word gevonden, den 3d
April 1835. Dat is nog een beroerde ge
3chiedenis en ik ben, tot nog toe, nog niet
goed achter het hoe en waarom kunnen
komen.
De heer Larkspur zag thans op en bei peurde
dat het gelaat der dame aschgrouw wns ge
wordeD.
Hebt gij kapitein Jernam gekend V vroeg
hij.
Neen; doch hem wel eens gezieD, en de
gedachte dat hij vermoord is. treft mij diep.
antwoordde Honoria, hare aandoening t.cach
tende te overmeesteren. Gelooft gij die af
Echnwelijke misdaad aan het licht te kunnen
brengen
Dat weet ik niet, zeide Andreas, op den
toou van een man van zaken voor wien eeno
moord eene zaak is als eene andere. Gij moet
begrijpen dat, als er eenigen tijd over znlke
zaken is heengegaan, zonder dat er iets is
uitgelekt, men op een toeval moet rekenen
om er ooit iets vau te ontdekken. Er bsstaan
van die govallen waarvan men nooit hut fijne
rapport looneud is. Is dit niet het geval 1
dan zou het kunnen gebeuren dat het
weggegooid geld is.
Voorzitter. De kwestie is maar kan
de gemeente belangstelling toonen zonder
eenig gevaar voor het kapitaal. Is er
een onderpand van voldoende waarde,
dan geloof ik niet dat de gemeente
eenige vrees behoeft te hebben.
Lankhuijzen. En dat zal moeten
blijken uit het technisch rapport. Ik ben
het er mee eens, de commissie kan in
deze zonder voorlichting niet blijven.
De heer van Dongen zegt dat de
deskundigen alleen de werkelijke en blij
vende waarde kunnen bepalen.
De heer Timmermans zegt dat het in
dit geval noodzakelijk is dat een rapport
door een deskundige wordt uitgebracht.
Hij hoopt echter dat dit duidelijk zal
zijn.
Van Dongen Is de firma er op in
gericht dat zij zoowel van ifet technische
als van het administratieve gedeelte
rapport kan uitbrengen.
Voorzitter, Ja, het bureau -egt voor
alles te zijn ingericht,
Hierna wordt het voorstel van Burg.
en Weth. met algemeene stemmen aan
genomen.
4. Bezwaarschrift van P. A- van
Dongen tegen zijn aanslag in de honden
belasting, met ontwerp-besluit van Burg
en Weth. tot inwilliging van het bezoek.
Voorzitter. Gebleken is dat de heer
P. A. van Dongen niet meer in het
bezit van een hond is geweest, daarom
stellen B. en W. voor het verzoek in te
willigen
Timmermans. Als de heer P. van
Dongen ons zegt dat hij geen hond
meer heeft dan gelooven wij dat gaarne,
en daarom kan ik mij ook volkomen
met het voorstel van B en W. vereenigen.
Maar het schijnt dat de hond onbeheerd
losloopt en in zoo iets vooiziet de politie
verordening. De Voorzitter, als hoofd
der politie kan zorgen dat die hond uit
de wereld komt.
Voorzitter. Dat is een zaak die over
gelaten wordt aan B. en W.
Timmermans Ik zeg dit niet alsof ik
daarmede wil zeggen dat die hun plicht
niet doen, volstrekt niet, maar ik wil er
maar op wijzen dat die hond onbeheerd
loopt en dus uit de wereld moet worden
geruimd.
Hierna wordt het besluit van B. en
W. vastgesteld.
5. Ontwerp verordening op het be
graven en het vervoer van vee, dat uit
nood is geslacht, of den natuurlijken
dood ot ten gevolge van een ongeval is
gestorven.
Na voodezing wordt deze verordening
conform het ontwerp vastgesteld.
6. Alsvoor op het vervoer van lijders
aan besmettelijke ziekten en maatregelen
ter bevordering der volksgezondheid.
Na voorlezing wordt deze verordening
conform het ontwerp vastgesteld
7. Alsvoor op levensmiddelen, genot
middelen en gebruiksartikelen.
In een vorige vergadering is een adres
ingekomen van de R. K. Volksbond,
mede naar aanleiding van dit verzoek
in deze verordening ontworpcD.
Na voorlezing vraagt de heer Schoen
makers of de landbouwers naar aanleiding
van art. 12 ook verplicht zijn een af-
schiift van deze verordening op te
hangen.
Voorzitter. Ja, als men er een beroep
van maakt.
Schoenmakers. Ik bedoel die land
bouwers die zoo nu en dan maar eens
aaD een buur een halve liter melk ver-
koopen ot eens een enkele keer een
pond boter, of dan weer eens wat erwten.
Voorzitter. Hij maakt er dan toch
tevens een beroep van.
Schoenmakers. Direct maakt hij er
toch niet precies een beioep van.
Zijlmans. Ik heb niets gehoord over
het vervalschen van melk. Men hoort
nogal eens klagen dat de boeren water
bij de melk doen.
Voorzitter. Mits dat ze dat aan den
kooper kenbaar maken, mogen ze dat
doen.
Timmermans. De vraag door den
heer Schoenmakers gesteld of een land
bouwer die slechts nu of dan eens een
halve liter melk of wat ook verkoopt
vind ik zeer ad^rem. Dat moet hier nu
duidelijk worden gezegd. Ik zou zeggen
volgens de letter, dat het niet in de
bedoeling van den ontwerper heeft ge
legen, dat dergelijke landbouwers ver
plicht zijn een ontwerp verordening op
te weten komt; maar veelvuldig zijn ze niet.
Toeval is eene groote hulp en de mannen van
mijn vak moeten altijd naar een toeval op den
nitkijk zitten, of zij zullen vele goede kansen
missen. Gij ziet die roode teekens tusschen
al die strepen met blauwen inkt? Zij duiden
aan dat die zaken Z3er duidelijk en helder
zijn de blauwe strepeD geveu te kennen dat
ze duister zijn. Gij ziet er is meer blauw dan
rood in, hetgeen aanduidt dat de zaak nog in
een nevel gehuld is.
Honoria Eversleigh boog zich over den schou
der van den ouden man en las hier en daar
eenige regels
sGezien in Den Vroolyken Pekbroek, Ratchiff
Higliwoy, eene gemeene kroeg bezocht door
zeelieden. Gezien met twee mannen, Dannis
Wayman, eigenaar van Den Vroolyken Pek
broek en een ander, genaamd Milson of Mil-
som. De laatste is sedert verdwenen. Men
meent dat hij naar de kolonieën ia overgebrabt;
daar ginder heelt men niets van hem vernomeD.»
Na deze opmerking stond iets lager een be
richt, dat als met vlammende letters Honoria
EverBleigh tegenblouk
nMen weet dat Valentin Jernam verliefd
was op een meisje, dat in de herberg Den
Vroolijken Pekbroek tong. en men vermoedt
dat bij door midel van dat meisje in den valstrik
gelokt werd. Zij wordt beschreven als ongeveer
zeventien jaren oud, zeer schoon, met gitzwart
haar en dito oogen,
De heer Larkspur sloot het boek voor lady
Eversleigh verder kon lezen. Doodsbleek od
in het hart getroffen, nam zij weder plaats.
Al de schande en de pijniging van haar
vroeger leven, dat haar reeds als meisje met
algrijzen vervulde, werd haar plotseling voor
oogen gesteld, door de nota's in den legger
van den politie-dienaar.
Ik denk er over, om mijn geluk te be
proeven. of ik daar niet achter kan komen,
zeide Andreas Larkspur. Vijf honderd pond
is wel wat moeite waard. Ik verbeeld mij dat
ik vroeger of later de hand zal kunnen leggen
op de moordenaars van Valentin Jernam.
Wie stelt er die belooninfl op? vroeg
Honoria.
Het gouvernement biedt honderd pond
aan George Jernam de overige vierhonderd.
te hangeD. Dergelijke landbouwers hebben
dan wel een tiental beroepen. Acht de
raad het echter wenschelijk dat ook die
landbouwers worden verplicht een af
schrift op te haDgen, dan kan ik mij
daar mee vereenigen, maar zoo het nu
staat, geloof ik niet dat het noodig is.
Simonis. Het is toch g%en bezwaar
een dergelijke verordening op te hangen,
Voorzitter, 't Is geen uitgaaf zoo'n
verordening. Volgens mij bestaat er
geen twijfel of hij die verkoopt, maakt
jsen beroep ervan.
Van den Heuvel. In a»t. lc staat
dat tarwe en roggebrood moet voorzien
zijn van het gewicht. Wordt het ont
werp zoo aangenomen, dan wordt toch
niet ten goede gekomen aan het adres
van den R. K. Volksbond, want dan
kan de een zijn brood 8 of 9 H. Gr.
maken en de ander 1 K.G. en dan
allemaal voor eenzelfde bedrag verkoopen
Van Dongen, 't Zou een lompe mensch
zijn die brood gaat koopen bij een
bakker waar hij minder gewicht krijgt.
W. Simonis Er zijn gedwongen koopers..
Van den Heuvel- Er zijn een massa
hoepelmakers die hun spanen bij een
bakker brengen. Haalt hij daar zijn
brood niet, dan zegt hij, houdt jij je spanen
maar.
Timmermans Dat is dan zoo'n soort
gedwongen winkelnering.
Van den Heuvel. Dan zijn er ook nog
veel menschen die gedurende den winter
niet betalen, die kunnen ook al niet
gaan waar ze willen. Er zijn in onze
gemeente wel 250 menschen die verplicht
zijn. Om deze toestand uit den weg te
ruimen heeft, naar ik meen, de R K.
Volksbond haar adres gezonden. Het
bezwaar kan ook makkelijk worden uit
den weg geruimd door voor te schrijven
dat het tarwe en roggebrood aan een
voorgeschreven gewicht moet hebben.
Witte brood kan hier bulten vallen. De
heer Lankhuijzen, als oud-armmeester,
zal hierover ook wel wel weten mee te
praten. Als meo de brooden b.v. allemaal
1, I1/, en 2 K.G. zwaar laat maken, dan
is aan het bezwaar tegemoet gekomen.
Alle leden kunnen zich hiermede ver
eenigen.
Na nog eenige discussie wordt ook
besloten dat alle landbouwers verplicht
Wie is George Jarnam?
De jonge broeder van den kapitein, zelf
ook een koopvaardij-kapitein, eigenaar voo
verscheidene schepen, een rijk man, als ik
mij niet vergis. Hy kwam hier vergezeld van
een leelijk ventje, Joyce llarker, eene soort
van boekhouder, geloof ik, die sterk aan den
verslagene gehecht was,
Ja, dat weet ik, prevelde Honoria.
Zij was zoo vreeBelijk geschokt op het hooren
van Valentin Jernum's naam, dat haar alle
tegenwoordigheid van geest begaf.
Hebt gij dien bochel gekend riep Larks
pur uit.
Ik bob wel eens van hem gehoord, stotterde
Honoria.
Er volgde een oogenblik stilte, gedurende
hetwelk lady Eversleigh zich herstelde van den
schok, dien de berinnering aaD vroegere ge
beurtenissen haar had veroorzaakt.
Het zal niet kwaad zyn als ik u reeds
heden eenige voorloopige aanwijzingen ver
strekt, zeide zij, op baar gewonen toop. Ik
zal u ook eene kas-aanwijziDg geven voor de
vier eer6te wekeD.
Andr.as Larkspur draalde niet om zijne
bezoekster pen on inkt te verschellen. Zij
haalde een zakboekje te voorschijn en schreef
een bewijs voor tachtig pond op naam van
den heer Larkspur, welk briefje zij ondertee-
kende «Henriette Eden.«
Als gij dit briefje aanbiedt zult gij u
kunnen overtuigen, ot uwe betalingen verder
geregeld zullen geschieden, zeide zij.
Zij overhandigde nu het briefje aan den heer
Larkspur, die het Bchijnbaar onverschillig be
schouwde en in zijn jaszak liet glijden.
Nu ben ik bereid om uwe orders te
ontvangen, mevrouw, sprak hij vervolgens.
Eerstens moet ik u verzoeken, antwoordde
Honoria, geene pogiDg hoegenaamd aaD te
wenden, om mijne geheime drijfveeren te leeren
kennen, wat ik ook van u moge vordereD.
Dat spreekt van zelf, mevrouw. De drijf
veeren mijner patronen zijn mij onverschillig
ik heb er niets mede te makeD.
Het verheugt mij dit te hooren-De zaak,
waarvoor ik nwe hulp inroep, is zeer buiten
gewoon en er zal misschien een tyd komen,
dat gy aan de goede gesteldheid mijner her
senen zult gaan twijfelen. Doch wat ik ook
doe, hoe geheimzinnig mijuo daden ook mogen
zyn, wees verzekerd dat er een onwrikbaar
doel aan ten grondslag ligt, en dat elk mijner
gedachten elke, zelfs de meest eenvoudige
mijner handelingen, naar dat doel zal streven.
Ik vraag naar niets, mevrouw.
Eu gij zult mij blindeliugs en getrouw
dienen
Ja, mevrouw, getrouw en blindelings.
Ik geloof dat ik u kun vertrouwen, ant
woordde Honoria op hoogst ernstigen toon.
Nu zal ik vrij uitspreken. Er zijn twee mannen
die moeten bespied wordeD. Ik moet met elke
daad van hun leven bekend worden elk woord
dat zij sprekeD, elk geheim van hnn hart moet
ik weten. Ik wensch de onzichtbare getuige
vau hunne eenzaamheid te zijn, eene outastbare
getuige van alles, waarmede zij zich bezig
houden. Ik wensch met mijn geest altijd bij
hen te zijn, al ben ik er niet lichamelyk
tegenwoordig. Ik verlaDg hen voet voor voet
te volgen, hoe verborgen of kronkelend hnnne
paden ook zijn mogen. Dit is het doel van
mijn leven; doch ik ben eene vrouw, ODmoch—
tel ijk om vrijelijk te handolen, gebonden, ge
kluisterd als vrouwen immer zyn. Begrijpt gij
nu wat ik van u verlang
Ik geloof js.
Mijnheer Larkspur vervolgde H -noria
met kracht. Ik wil dat gij mijn tweedeik zult
worden. Ik wil dat gij de schadnwe dier twee
mannen zult zijn in welke gedaante ook, gy
moet ben vervolgen, dag en nacht. Ik begryp
't is eene moeilijke zaak die ik u opleg gy
moet beslissen of zij onuitvoeröaar is.
Onuitvoerbaar, mevrouw i Wel neen,
zeker niet. Niets is onmogelijk voor ïemaDd,
die een twintigtal leerjaren heeft gehad als
agent van Bowstreot. Gij weet niet wat wy
knnnon doen, als wij er ons eenmaal toe zetten.
Ik heb veel hooren praten van Fouche, die
aan het hoofd stond der politie van Bonaparte
Maar, goede gonstFouché was een kind by
ons. Vroeger heb ik wel zooveel, ja, nog meer
gedaan dan gy daar opnoemt. Gij hebt mets
anders te doen dan mij de namen en de be
schrijving te geven der personen, diegy bedoelt,
en laat de rest dan maar aan mij over.
De een is Bir Reginald Eversleigh, een
baron van zeer gering, vermogen, ongehuwd»
wonende op kamers in Villiers street. Ik heb
reden te gelooven, dat hij een losbol is, een
speler, een valsch speler.
Goed, antwoordde de hoer Larkspur,
eenige aanteekeningen makende in een smerig
zakboekje.
De tweede is een geneesheer, met name
Victor Carrington, een Franschman, maar do
Engelsche taal volkomen meester, een man
die zijne jengd hier heeft doorgebracht. Deze
twee zijn vrienden en meestal bij elkander.
Als gij den eene bespiedt, dau kan de andere
u niet ontgaan.
Voortreffelijk, mevrouw, wees nu gerust,
antwoordde de politieman, even bedaard als
had hij de meest alledaagsche bevelen ont
vangen.
Hij geleidde Honoria tot aan de denr zijner
kamer en liet haar zijn steil trapje afdalen,
zoo goed en zoo kwaad als zij kon.
XVI.
Op post.
George, de jongere broeder van V.lentin
Jernam, had, na den moord van den braven
en edelen zeekapitein, gedurende vijf jaren op
alle zeeën gezwalkt.
't Was kapitein George voor den wind gegaan
en weinige koopvaardijkapiteins waren rijker
dan de eigenaar van de Pizarro, de Stormvogel
en de Albatros.
Met deze drie bodems voortdurend in t
ruime sop, was George Jernam op weg om
schatrijk to worden.
Zijn leven was, na zijns broeders dood, vol
wisselvalligheden geweest, doch die geheim
zinnige gebeurtenis had voor hem het genot
van zijn voorspoed bedorven en het verlangen
naar de rozenkleurige toekomst van een ge
lukkigen haard in oud—Engeland, uIb zijne
omstandigheden hem zonden veroorloven zijne
rust te nemen, in waarde doen verminderen.
(Wordt vervolgd).