Jïtimmer 96
Zondag 3 December 1911
34e Jaargang
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Waaiwiiksche Stoomdrukkerij AntoonTielen.
Eerste Blad.
Te bekomen in ruil
[en prachtige Wandkalender 1912
Een Kindersprookjesboek,
lier verschillende Schilderijtjes,
f 10 r
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
FEUILLETON.
Handelsschool.
Telefoonnummer 38. Telegram-Adres ECHO.
voor 9 Sunlightzoep-omsJagen
voor 14
voor 59
Zie verder circulaire rond ieder
stuk zeep. 1445
Wartaal.
Wat stoom is voor
||Ji**lsr de industrie, is ad-
verteeren voor den handel, n.I.
de groote drijfkracht.
tVaalwijksc!ic eis Lmgstriatsckt Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
abonnementsprijs per 8 maanden fO."ö.
ifranco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stokken, gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
UITGAVE:
Advektentibn 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regeken,
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige coutracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Wij meenden tot dusverre dat het
gewoonlijk een eigenaardigheid was van
>drinkebroers« om wartaal te verkoopen.
Dat men zulks echter ook kan ver
wachten van Geheel-onthouders4 bleek
ons dezer dagen, uit een blaadje (wij
houden ons maar aan dezelfde bena
ming) dat ons werd toegezonden en
dat heet »De Geheel-onthouder4.
Wij hebben voor eenigen tijd een in
gezonden stuk opgenomen, waarin X
eenige uitspraken aanhaalde van een
zekeren dokter Granville, waarin deze
tot de conclusie kwam, dat het gebruik
van geestrijke dranken niet gevaarlijk is,
en soms zelfs aanbeveling verdient.
Wij hebben dit stuk buiten onze ver
antwoording opgenomen, omdat wij
geen motief zagen het te weigeren als
>ingezonden stuk4, na al hetgeen we
reeds zelf hebben geschreven en opge
nomen tegen het drankmisbruik. Het
stuk is door een anderen schrijver kort
nadien in een ander ingezonden stuk in
ons blad met tal van citaten kranig
1 weerlegd. Wij zouden nu willen vragen
welke groote fout zit erin, het >hoor en
wederhoor4 toe te passen, wat wij
steeds doen en zullen blijven doen, ge
dachtig 't spreekwoord >du choc des
opinions jaillit la vèri é4. Heel ge
woon dus I
Het bovengenoemd blaadje »de Geheel-
onthouder«zegt dan o.m. »dat een drank-
»verkooper in Brabant erin geslaagd is,
>in ons blad het abetoog4 van Gran-
>ville als* ingezonden stuk geplaatst te
»krijgen. De uitgever redacteur heeft,
»naar we zullen hopen voor diens repu
tatie, geen kans gezien om de plaat-
>sing te keeren, gevraagd als ze werd
sdoor een goeden klant4
Zie je. dat is nu redactie-werk van
een geheel onthouders-blad. Het cur
sieve Brabant4 zal wel weer de nadruk
willen leggen op het donkere Zuiden
of zoo iets. En de redactie daar in
Deventer weet zoo precies, dat een
drankverkooptfr dat inzond, dat de
redacteur-uitgever dat moest opnemen,
omdat het kwam van een goede klant.
De redactie schijnt weinig idee te
hebben van een blad, wiens redac
teur, (nu juist niet met het oog op goede
klanten,) Steeds beide partijen aan 't
woord laat en niet te weten dat juist in
eene zoo allergewichtigst vraagstuk als
drankbestrijding, deze het meest ge
baat is met het »hoor en wederhoor4,
omdat daardoor de ellende van drank
misbruik en de noodzakelijkheid van
zijne bestrijding te meer uitkomt, omdat
daardoor de waarheid des te meer triom
feeren zal 1
Als ze dat beter begreep en een vol
gend no. van ons blad gelezen had,
zou ze haar „onzin artikeltje4 aan ons
adres wel in de pen gehouden hebben.
Wij zijn overtuigd dat ze dan meer goed
bereikt zou hebben, dan met die min
achting over provinciale-blaadjes, die
allemaal samen misschien heel wat meer
invloed hebben dan de groote pers en
in ieder geval heel wat meer dan een
blaadje als de »Geheel-onthouder» welker
redactie dc goede zaak waarvoor ze
strijdt, op die manier meer bederft dan
goed maakt. Wij meenen dat het meer
op haar weg lag, allen, ook »de pro
vinciale blaadjes» aan hare zijde te
scharen, dan ze op die wijze van zich
af te stooten
Zij moest zich beter op de hoogte
stellen alvorens een oordeel uit spreken
en dan zeker nog niet op zoo'n onbehol
pen manier.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.'
Door het Gemeentebestuur van Waal
wijk is in dato 29 November 1911, het
navolgende adres aan Statenleden ge
zonden.
Edelgrootachtbare Heer.
Ons rondschrijven van 22 dezer, naar
aanleiding van het betoog van Dr. Van
Gils te Rolduc in zake subsidieeriug
der handelsschool, die 'wij te "Waalwijk
zouden wenschen op te richten, wordt
door Zijn Eerw. becritiseerd in het
NoordBrabantsch Dagblad 4 Het Huis
gezin» van 28 dezer. De wijze waarop
zulks geschiedt, noodzaakt ons ander
maal op deze quaestie terug te komen,
waarbij wij dan echter zullen over het
hoofd zien den voor ons onaangenamen
toon, waarin het betoog van den schrij;
ver werd gesteld. Wij vragen dan nog
maals beleefd Uwe aandacht.
Ons hierboven aangehaald schrijven,
opgezét als een zakelijke beschouwing
over de practische bezwaren, die worden
meegebracht door het oplossen der
quaestie van het handelsonderwijs voor
onze gemeente naar de plannen van Dr
Van Gils, moet als zoodanig blijven be
schouwd en wanneer wij dan ook aan
haalden, dat wij niet afkeuren dat de
schrijver (Dr. van Gils) propaganda maakt
voor de beginselen, welke hij voorstaat,
moet daaruit niet meer gelezen worden
dan wij schreven.
In zijn tweede betoog vraagt de schrij
ver of aan ons Bestuur de zorg behoort
voor eene streek van gemengde bevol
king. De vraag is o. i. niet zuiver ge
steld. De [feiten zijn aldus: Waalwijk
zou wenschen op te richten eene ge
meentelijke handelsschool Die oprichting
is voo? eene geheele streek, de nijvere
Langstraat met omgeving van het groot
ste. belaag. De oprichting der handels
school te. Waalwijk had geen zin, wan
neer de naaste omgeving niet een vol
doend aantal leerlingen kon leveren en
52)
Doch dat „rust nemen" log nooit in den aard
van George Jernara, en nu was dat denkbeeld
hem minder aangenaam dan ooit, nu de deel
genoot van de zoo welverdiende rost, hem geen
lokaas meer voor dien tijd aanbood die
goede, oude Val, zooals hij zijn broeder weer
begon te noemen, nu de indruk van afschuw
weer begon te slijten en hij zich den verloren
vriend weder in de oude gedaante voorstelde.
Liet had geene bekoriDg meer voor George,
want lang nadat de brief van Joyce Harker
hem was geworden, kon hij er niet over denken
hij verzette zich tegen zijn leed en werkte
hard, zooals menschen gelukkig moeten werken,
onder al do omstandigheden en wisselvallig
heden des leveDS, tot aan de laatste wisseling
toe. In den beginne bezielde George Jernam
Blecbts eene onleschbaro dorst naar wraak op
ds moordenaars zijns broederB, bijna zoo hevig
als de wraakzucht, die Joyce Harker bezielde.
De inborst dier twee verschilden echter aan
merkelijk. George had nog de vasthoudendheid,
noch de verborgen kwaadaardigheid van deD
gunsteling zijns gestorven broeders en het zon
den meer openhartigen, opgernimden koop
vaardij—kapitein onmogelijk zijn geweest zijn
laven te wijdeD, zooals Harker deed, aan eene
langzame, geduldige wraakoefening.
Hy*bad de brieven van Harker met warmte
beantwoordhij had zonder voorbehoud 't
be8teden van geld goedgekeurd, zoowel wat
reeds was uitgegeven, als wat beloofd was aan
den bekwamen politieman, aan wien Harker
het onderzoek naar de moordenaars van Va
lentin had toevertrotftod. Hij had elke mede-
deeling met angst en ongeduld verbeid, en
nooit was hij weer aan land gekomen, noch
had hij de brieven geopend,';die hem bij zijne
aankomst wachtten, zonder dat opnieuw de
wonden werden opengereten, hem geslagen bij
de eerste tijding van zijnB broeders dood.
Gelukkig was George Jernara een bedrijvig
manzijn leven was vol afwisseling en tref
fende gebeurtenissen. Er kwam een tijd, dat
hij wel niet vergat, maar minder dikwerf en
minder pijnlijk zich zijns broeders afsterven
te binnen bracht en dat hij het doel, hetwelk
Joyce Harker, onverzettelijk nastreefde, als
eene onschuldige hersenschim begon te be
schouwen. Hoewel een practisch man op zijne
wijze, had George Jernam een zeer duister
begrip van de levenswijzo der misdadigers
reeds lang had hij zich do hulp der geheime
politie ontzegd en alle hoop laten varen om
de moordenaars te ontdokkeD.
Slechts eejjs na den moord hadden Joyce
Harker en hy elkander ontmoet. George bod
eene lading te Hamborg gelost en daar met
den vriend zijns broeders eene samenkomst
gehad. De beide mannen bespraken al wat er
reeds vruchteloos verricht was en wat er nog
te doen overbleef, om, zooals Harker hoopte,
tot eenen gunstigen uitslag te komen. Joyce
had nooit eenig bewijs knnnen vinden voor
zyue verdenkingen tegen zwarten Milsom
onophoudelijk had men gezocht naar den ouden
man, die de rol vervulde van grootvader der
schoone zangeresdoch alles tevergeefs, 't
'Eenige wat men te weten was gekomen, bestond
hierin: dat hij in een hospitaal was gestorven,
in eene stad in het Noorden, en dat het meisje
zich uit de voeten had gemaakt, zonder dut
men ooit iets verder van haar had vernomen.
Joyce Harker had zwarten Milsom niet uit
het oog verloren, tot diens loopbaan geheel
gestuit werd door de verbanning, welke den
schurk naar het buitenland had doen gaan.
Doch alle pogingen van den trouweD wachter
waren vruchteloos geweest, om de ontbrekende
schakel te vinden, die tusschen zwarten Milsom
en den dood van Valentin Jernam bestond. Al
zijn onderzoeken en bespieden, al do opmerk
zaamheid die hij aan elk gerucht schonk, dat
hem ter oore kwum, al zijne pogingen om
Dennis Wayman te overvallen dat alles
kon er hem niet toe brengeu, om zekerheid
omtrent dit eene pent te erlangen, hetwelk
bij hem vast stond, dit namelijk: dat Valentin
Jernam in do herberg van Ratcliff Highway
was geweest, op don dag van zijnen dood.
Toen Joyce Harker inzag dat zijne pogingen
vruchteloos waren, verliet hij zijne kamers
in het buis van Wayman en vestigde zich in
een zeer eenvoudig kwarlier van Poplar, waar
hij veel zaken voor Goorge Jernam verrichtte
en altijd in verstaudhonding bleef mot den
politie-man, aan wien hij het onderzoek had
opgedragen en die niemand anders was dan
do heer Audreas Larkspur.
In een der eerBte van de vele brieven, welke
George Jernam na den dood van zijn broeder
aan Llarker schreef, gaf de koopvaardij-kapiteio
aan zijnen ijverigeu vriend en zaakgelastigde
eenige aanwijzingen tan opzichte der oude
tante, aan welke de beide verlaten knapen
zooveel verschuldigd warea in hunne onaan
gename jaugd, en die zij zoo voortdurend had
den in hunnen maunelijken leeftijd. Deze
aanwijzingen bevatten een verzoek aan Joyce
Harker om Suzanna Jernam te bezoeken en
George allo bijzonderheden mede te deelen
over het levön die waardige dame, haar uit
zicht, bare gezondheid en in het algemeen
alles omtrent hare omstandigheden.
Ik zou de goede, onde ziel zijn gaaD
bezoeken als ik Val had gezien, zooals ge
weet, zoo schreef Georgemaar het eene
mocht, zoDder mijne Bchuld, evenmin ge
beuren als het andere. Doch gij aoudt mij
genoegen doeD, met voor mij naar AU an bay
te gaan, haar op te zoeken on haar te doen
weten, dat haar vagebond van een ne^f. baar
niet vergat.
Joyce Harker ging derhalve naar het dorp
in Devonshire en diende zichzelven aan bij
de tante van George Jarnam, De oude dame
was veol veranderd, sedert zij voor het laatst
een gast in haar lief, gezellig huisje had ver-
verwelkomd, sedert zy met kinderlijke ver
bazing en genoegen naar de zeeverhalen van
haar Valentin had mogen luisteren en zij te
zameu nog eens de dagen van zijne vriende
lijke jeugd hadden herdacht. Da ontijdige en
vreeBelijke dood van den koopvaardij-koopman
had haar sterk aangegrepen en haar vervuld
met wenBchen, gelijk aan die welke Joyce
Harker koesterde, hoewel zy daarvan in
moet alzoo onze school steunen op de
bevolking van de geheele streek. En
wanneer onze gemeente zich dan groote
geldelijke offers wil getroosten, dan is
zulks niet voor de ingezetenen van an
dere gemeenten, maar omdat hare inge- j
zetenen daarvan de meeste vruchten
plukken en dat deze voor eene gemeente
als de onze niet geiing zijn is voor een
ieder overduidelijk.
Het verwijt van Dr. van Gils, dat wij
bij het neerschrijven der zinsnede gelet
op de ligging onzer gemeente in het
midden eener streek van gemengde be
volking" met de topografie de hand
zouden gelicht hebben, kan ons niet
treffen. De schrijver zelf verzuimt naast
de plaatsen als Capelle en Sprang,
door spoor of tram met Waalwijk ver-
jonden, melding te maken van de niet
Katholieke bevolking van Heusden met
Heesbeen en Oud-Heusden, Vrijhoeven-
Cappel met Loonschen Dijk, Raamsdonk
dorp) ,s-Gravemoer, terwijl de Gemeente
Besoyen, door hem Katholiek genoemd,
voor één derde een niet Katholieke be
volking telt en dan nog niet gesproken
van het geheele land van Altena dat on
danks zijn minder goede communicatie
toch wel zijn contingent zal leveren.
Wij hebben van Dr. van Gils niet te
ontvangen zijne voorlichting omtrent de
paedagogische beteekenis van een meer
uitgebreid lagere schoolaan onze openr
bare school is sinds jaren verbonden
eene school voor M U.L.O. Wij ge
waagden niet van die paedagogische be
teekenis noch gaf 't door ons geschrevene
aanleiding daaruit te concludeereu om
trent ons inzicht als Dr. Van Gils doet.
Wij hebben zonder meer aangehaald het
feit, dat Waalwijk sinds jaren eene bij
zondere lagere en meer uitgebreid lagere
jongens) school werd toegedacht en wij
vernemen thans uit de beste bron, dat
aan de tot stand koming van die school
in de eerste jaren niet kon worden gedacht
al zijn, zooals Dr. Van Gils schrijft de
terreinen reeds verkregen; al werden
reeds ernstige onderhandelingen gevoerd
en al verkeert Waalwijk niet meer in die
bijzondere omstandigheden, waarop de
schi ijver doelt. En wanneer wij onze
handelsschool noemden eene school van
middelbaar onderwijs, dan is dit op ge
zag van Dr. Fockens, den Inspecteur
van het middelbaar onderwijs.
En wat is het nu dat de schijver ons
aanbiedt terwijl hij tracht de oprichting
onzer gemeentelijke handelsschool te ver
hinderen hij spoort aan tot een reuzen-
petitie aan de Regeering ter verkrijging
der subsldieering van confessioneele
handelsscholen, hij zal ons met betrek
king tot de oprichting eener R k. Handels
school, in onze gemeente steunen waar
hij kan, hij geeft den raad Roomsche
cursussen op te richten tot het kweeken
van Roomsche leeraren voor de akten
middelbaar en ten slotte hoopt hij, dat-
de discussien door hem in het leven
geroepen zullen bijdragen om het vraag
stuk van het Rootffëch-houden van onzen
middenstand en onze hoogere klassen
in ons Roomsch Brabant met bekwamen
spoed onder de oegen te zien.
Onze practische handelaar kan zich noch
met toekomstbeelden, noch met theo
retische beschouwingen te vreden stellen,
hij vraagt steun in den moeilijken strijd
om het bestaan dat die steun hen niet
worde onthouden.
Resu.neerende houden wij staande
onze reeds te Uwer kennis gebrachte
meening dat de oplossing van het vraag
stuk van het handelsonderwijs naar de
plannen van Dr. Van Gils voor onze
gemeente ernstige practische bezwaren
meebrengt, welke practische bezwaren
en de bizondere te onzer kennis geko
men omstandigheden van die aard zijn
dat in de naaste toekomst de oplossing
naar die plannen geheel onmogelijk is
en dat eene gemeentelijke handelschool
te Waalwijk met het oog op de streek,
die er belang bij heeft, zeer op hare
plaats is.
En waar onze Christelijke Regeering
voorgaat deze gemeentelijke handels
school te subsidieeren met f 6000,
daar twijfelen wij niet dat ons Christe
lijke Provinciaal Bestuur 's-Regeerings
voorbeeld zal volgen.
Met ware Hoogachting,
Burgemeester en Wethouders
van Waalwijk.
heftigheid verschilden. Het voornemen om
wraak te nemen ep de moordenaars van 'haar
jongen, zooals zij hem altijd noemde, vond
weerklank bij de' oude vrouw en zij dankte
hem inuig voor zijne gehechtheid aan den
meester, dien hij verloren had. Eene weder
zijdeche neiging bezielde weldra beiden, en
toen de bezoeker haar verliet, na in alles de
wenschen van George ten hare opzichte te
hebben vervuld, met al de vrijgevigheid die
da dankbare neef hem had aanbevolen
noodigde SuzanDa Jernam hem uit om al
zijnen vrijen tijd bij haar door te komen
brengen, onder de opmerking evenwel
Ik ben geen zeer aangenaam gezelschap,
mijnheer Harker, noch voor u, noch voor
iemand want ik kan slechts over George en
Valentin prateD.
Ik stel ook weinig belang iD iemand of
iets anders, mevrouw JermaD, antwoordde
Harker; wij zijn dus, zooals gij ziet, jnist
voor elkaar geschikt.
Zoo hechtte nog een andere band Joyce
Harker aan George Jernam, in de persoon
namelijk van diens eenige overgeblevene
bloedverwante. Do eerste bracht driemaal
eenigen tijd door in het kleine zeedorp, waar
de afgestorvene een gedeelte van zijne jeugd
had geleefd, voor dat hij en George elkander
weer in Engeland ontmoetten.
Toen zij elkander eindelijk weder zogen,
was de moord van Valentin een geheim,
waarover reeds vijf jaren verloopen waren, en
de heer Adreas Larkspnr was geen stap nader
tot de oplossing gekomen. Hij was genoodzaakt
geweest te erkennen.dat hij het rechte spoor
nog niet had gevonden, en dat hij den moed
begon te laten zakken. Het verdwijnen van
zwarten Milsom uit den kring van den ge
wonen dieventroep. waaronder hij verkeerde,
kon Larkspnr zich gemakkelijk verklaren,_en
de omstandigheid dat hij ha een verdwijning
geene enkele aanwijzing meer ontvang over
het sombere uiteinde van Jernam, bevestigde
den slimmen vob in zijn vermoeden, reeds in
zijne eerste bespreking met Harker geuit, dat
die misdadiger de man was.
Bij deze veronderstelling bad men niets
anders te doen dad te wachten tot de waardige
balling zijn tijd had uitgediend en zijn vader
land met een bezoek veroerde, om hem dan
nauwkeurig te bespieden, hetgeen, al was bet
tot heden vruchteloos geweest, zeker wel eenige
zijner daden zou aan het licht brengeu.
Zoo stonden de zaken toen kapitein Dun—
combe het verlaten hnis kocht, dzt znlke
vreeselijke huurders had gehad, eerst in den
persoon van den ouden vrek Screwton en
daarna in dien van zwarteD Milsom. Aan Joyce
Harker was die eigendoms-overdracht niet
ontgaan, en hij had een belangstellend oog
gehouden op de herschepping vun het onge
zellig, vervallen verblijf in eene vroolijke,
doelmatige, fraaie woning. Had hy geweten
dat Valentin Jernam daar zijne laatste levens
uren had doorgebracht, dat zijn geliefde meeBter
daar eenen geweldigen dood bad gevonden,
met hoeveel meer belangstelling zou hij dat
werk dan nagegaan hebben. Doch hoewel,
evenals het verblijf van zwarten Milsom, deze
nieuwe woDiDg een bijzondere aantrekkings
kracht voor hem bezat, was hij er ver af, te
vermoeden dat binnen die muren den sleutel
te vinden was tot het geheim, waarvan hij de
oplossing met zooveel inspanning zocht.
De nieuwe bewoner van nRivierzicht" kende
Joyce Harker en droeg den zonderlingen man
eenige achting toe. Kapitein Duncombe en de
gunsteling der Jernams hadden niets overeen
stemmend in karakter, richting of manieren,
en de afstand, die den koopvaardij—kapitein
op de maatschappelijke ladder scheidde van
den armen, hoewel Bcbranderen dienaar, was
nog al a nmerkelijk, zelfs bij de weinig strenge
rfscheiding *van standen onder menschen van
hun beroep. Maar Joe Duncombe kende George
Jernam en was bem zeer gencgeD. Hy was in
Engeland toen Valentin vermoord werd en had
opgemerkt met hoeveel trouw en ijver Harker
zijn best had gedaan. Hij had den man eenigen
tijd uit het oog verloren doch toen hy de
villa kocht en gedurende den tijd der verbou
wing en der verbeteringeu, die in dat onher
bergzame oord werden aai gebracht, had hij
Harker bij toeval ontmoet, bij welke gelegen
heid de geldelijke omstandigheden van George
Jernam laDg en breed besproken waren, be
nevens diens vrijgevigheid ten opzichte van
Harker.
(Wordt vervolgd).