Nummer 101 Donderdag '21 December 1911 34e Jaarg til Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. binnenland/ Waatvi|ksche Stoomdfukkerij AntoonTielen, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. FEUILLETON. Gemeenteraad. Courant Dit Blad vr.rscuijnt W o e u s d g- en Zaterdagavond. \bouneinentsprijs per 8 maanden t 0. 5. ?*amo per post door het geheele rijk 1 0.90. trieven, ingezonden stukken, gelden er»»., franco te lenden Aan den Uitgever UITGAVE: w Telefoonnummer 88. Telegram-Adres ECHO. Advertkntiün 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groot# letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal rtgelseu, advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracteu gesloten. Reclames 15 cent per regel. „Een Unicum." Onze lezers zullen de polemiek ge zien en mogelijk gevolgd hebben, die in ons blad gevoerd wordt tusschen P. en den heer Conradi- De eerste heeft den laatste verweten, dat hij op eene vergadering van de drankbestrijders de leden van den raad, die tegen de sub sidie voor deze vereeniging stemden heeft aangevallen. Dit alles is heel gewoon, beiden heb ben ons driemaal plaatsruimte verzocht en die hebben wij hen ook zonder meer verleend. Wij hebben met deze polemiek niets uit te staan, wij konden geheel buiten de zaak blijven. Wij voor ons mengen ons niet in al die plaatselijke harrewar- dcrijen ea zouden het ook thans niet doen, zoo wij niet dezer dagen een schrijven van den heer Conradi (die tusschen haakjes gezegd o.i. in al z n stukken een groote dosis pedanterie opdischte, zon der te antwoorden op datgene waar het overging) zoo pedant en zoo brutaal, dat wij 't onzen lezers niet onihouden zullen. Op den voorgrond moeten we nog even stellen, dat wij beide inzenders evenveel malen 't recht gaven op onze ruimte. Het pracht-epistel luidt dan Waspik, 17 December 1911. Mijnheer 1 Naar aanleiding van dat geschrijf uit Waspik van een zekeren P. wou ik nog een enkel woord aan U richten. lo. Ik heb altijd gemeend, dat een fatsoenlijk blad geen ingezonden stukken opneemt, waarin iemand openlijk of be dekt wordt aangevallen, zoo de inzender er zijn naam niet onder durft plaatsen. 2o. Ook meen ik, dat het bij elk fatsoenlijk blad gebruikelijk is om aan den persoon, die in een behoorlijk on derteekend ingezonden stuk wordt aan- Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." gevallen, een ex. toe te zenden, opdat deze zich kunnen verdedigen. 3o. Hier te Waspik en ook in den omtrek daarvan, heeft 't publiek zich reeds een oordeel gevormd niet alleen over de handelwijze van dien anouiemen schrijver, maar ook over die van den uitgever, welk oordeel nu juist niet in mijn nadeel uitvalt. 4o. Mocht ik het noodig achten om nog iets ten paplere te brengen naar aanleiding van dien ongenoemdtn Was- pikschen Scribent, die hier trouwens ge noeg bekend is en niet in zeer hooge achting staat, dan zal ik me tot andere bladen wenden (gelukkig zijn die er nog 1) of tot ons orgaan «De Kruisbanier», die een oplage heeft van 31000 ex. Dan zal ik daarin heel de toedracht der onderhavige zaak uiteenzetten, aan het publiek maar dan in ruimer kring het oordeel overlatend over het ge drag van den karakterloozen inzender, maar ook over dat van den Uitgever van «De Echo van het Zuiden." Groetend H. K. Conradi. Dat lijkt nu zoo echt op den leeuw, die zich woedend keert en wentelt in een net, waarin hij steeds verder wart, of wel op dien leeuw en die mug, waar over La Fontaine 't wel eens gehad heeft. Eigenlijk was 't genoeg dit arro gant briefje en daarmee des heeren Conrandi's houding tegenover ons, aan de publieke be en veroordeeling prijs te geven. Een enkel woordje nog. lo. Wij gelooven dat een pretentieus en verwaand man, als zich de heer Con radi doet kennen, absoluut niet de aan gewezene is om te oordeelen ovef de fat soenlijkheid van ons blad. De heer Con radi Is openlijk aangevallen over ver wijten die hij in een publieke vergade ring den leden van den gemeenteraad zou hebben naar't hoofd geslingerd. Dit is toch zeer zeker eene zaak van publiek of algemeen belang. Zeer zeker achten wij een strijd waarbij belde tegenstanders fier en frank hun naam doen kennen veel flinker, 't Neemt niet weg dat er dikwijls omstandigheden komen dat men zijn naam niet wil en kan noemen, en dat de zaak waarover 't gaat toch goed, ai is 't misschien niet m r even goed gediend wordt, zonder dat men zijn naam noemt. Waar hier de zaak onder 't gehoor van een groot aantal gemeentenaren Is geschied door een ambtenaar der ge meente, had de heer Conradi gewoon cunnen antwoorden, zich zoo noodig verdedigen of rechtvaardigen, of z'n mond moeten houden, beter dan te schelden In elk geval heeft hij niet 't minste recht ons er verwijt van te maken, dat wij dit stuk opnamen van P. met of zonder nadere aanduiding, 't Geldt hier een zaak van algemeen belang. Hij zelf vordert onze ruimte en maakt er ons ver wijt van, dat wij die ook aan een ander geven. 2o. Elk fatsoenlijk blad stuurt een courant, als de redactie zelf polemiek voert, maar moeit zich al heel weiuig met schrijvers en inzenders van inge zonden stukken. Dit nummer b.v. zult U wel ontvan gen hebben, nietwaar 3o. U kunt zich vrij uw oordeel vormen over den inzender, dien gij na tuurlijk niet kent en over onzen Uit gever, dat zal hem vrij koud laten. Er is weer publiek, dat er anders over denkt (zie o. a. de rubriek Ingezonden Stukken.) 4o. Werkelijk niets zal ons aangenamer zijn dan dat U zich tot andere bladen wendt. U hebt als ontwikkeld man, alleen blijkbaar de beschikking over woorden als scribent* onfatsoenlijke bladen,* >over den knie leggen,* met smodder gooien* enz Gun dat dan andere bladen. Gun het zoo gewenscht uw «Kruisbanier* met eene oplage van 31000 ex Maar voeg erbij hoeveel ex. in Waspik en omge ving ervan komen en hoeveel belang al die verdere lezers zullen stellen in uwe plaatselijke ruziemakerij.» Het oordeel over het gedrag van den Uitgever van «De Echo van het Zuiden» die alweer de snoodheid beging beide partijen aan 't woord te laten, ook in deze zaak, wachten wij gerust af. Maar hoe 't publiek denkt over het gedrag van den heer Conradi, dat kon ook wel eens minder gunstig zijn en o i. zeer terecht in de onderhavige kwestie. HAARSTEEG. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Hedikhuijzen op Dinsdag 19 December. Voorzitter de Edelachtb. heer v. d. Geld. Ongeveer 10.15 uur opent de Voor zitter de vergadering aanwezig zijn alle leden. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Aan de orde J. Vaststelling begrooting burgerlijk armbestuur. De ontvangsten en uitgaven bedragen f 1805.25. Aldus wordt vastgesteld. 2. Gemeenschappelijke regeling vooreen veearts. Voorzitter. Er is een schrijven uit Heusden outvangen. Ze hebben met ons verzoek, om de overeenkomst voor 10 jaar aan te gaan, doch dat men ieder jaar, mits daarvan 3 maanden te voren per aangeteekend schrijven mededeeling aan den burgemeester van Heusden wordt gedaan, er onder uit kan gaan, rekening gehouden, zoodat er voor ons geen reden meer is om niet toe te treden. Brands Moet Plankeel en de deze nu bij iedereen komen. Voorzitter. Ja. Brands. Als Plankeel het maar doet, omdat hij weigerde om bij Van Oud- ïeusden te komen. Voorzitter. Hij zal het wel doen en anders komt maar eeus bij mij. 3. Ingekomen stukken. a Een schrijven van de Eerw. Overste van het Liefdegesticht, houdende dank betuiging voor de verleende subsidie groot f 25. b. Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring besluit tot het aangaan van een tijdelijke geldleening. c. Idem besluit verkoop van grond. d. Idem goedkeuring begrooting. e. Idem vaststelling gemeente-rekening. Idem vaststelling strafverordening. Voorzitter. De heeren zullen wel heb ben gezien dat de urinoirs bij de kerk geheel en al zijn versleten. Het is een toestand geworden die noodzakelijk ver betering behoeft. f En wijl de waterbakken juist in t ge zicht van de kerk staan, zou ik er een gebogen ijzer willen voorzetten. Alle leden zijn van meening dat die toestand dringend verbetering eischt. Voorzitter. Vinden de heeren dan goed dat wij het in orde laten maken en daar voor de begrooting wijzigen. Aldus wordt vastgesteld Voorzitter. In de vorige vergadering is vastgesteld een regeling voor den stierhouder. Bij die vaststelling heb ik er reeds opgewezen dat het in strijd was met ons belang. Later, nu Vughts geheel is vrijgesteld, is dit nog meer gebleken. Ik stel dan ook voor onze stierhouder even lang vrij te stellen als Vughts daartoe vergunning heeft. Aldus wordt besloten. Bij de rondvraag wijst de heer de Kort er op, dat de straat in Hedikhuijzen moet worden begrint, aangezien de weg nu zeer slecht is. Voorzitter. Daar wordt voor zorgge dragen. I Vughts. De Bokhovensche weg is ook slecht. Die moest meer rond gelegd wor den, dan liep het water er af. Nu blijft het er op. Voorzitter. Daar wordt in 't voorjaar voor zorg gedragen. Hierna sluit de Voorzitter de verga dering. 57) lk heb mijne redenen, antwoordde hij. Victor Carriugton beeft mij eeDS een dienst bewezen, ten minst# hy trachtte dit te doen Al slaagde bij niet, mijne verplichting i# er niet te minder om. en hij is een man, die zich van syne verplichtingen zal kwijten. XVIII. Voor anker. Het leven ging op „Rivierzicht" kalm voorby zonder de min«te gewichtige gebeurtenis, na het vreeaelijk voorval der geestverschijning van den gierigaard Screwton, tot op zekeren zomer avond kapitein Dnncombe zeer opgeruimd thai# kwam, een oud vriend medebrengende, over wien hij dikwerf met zijne dochter gesproken had, maar met wien zy nog geen kenni# had gemaakt. Deze vriend was niemand anders daü ae kapitein van de „Albatros", de eigenaar van de „Stormvogel" en de „Pizarro". De kapitein van de „Albatros" vond te Londen genoeg te doen. Hij was juist van een Afrikaansch tochtje teruggekeerd en ho«wel hem de reden niet uit het hoold was gegaan, waarom hij de 1 atute maal Eng' laud had be zocht eene allertreurigste en ak lige gescbi- deuis waa hij toch zeer welgemoed. De eerste dagen wareu nauwelijks voldoende voor al hetgeen George Jernam en Joyce Harker elkander hadden mede te deelen. welke laatste krachtig medehielpin het kalefateren van het Bchip. George was reeds eene week te Londen, ▼oordat hij den braven Joe Dnnconfbe ont moette. De twee mznnen waren reeds vrienden geweest van het oogenblik af, dat de eerste, nog een knaap, als bootsman onder den eige naar van de „Meermin" diende. Zij liepen elkander in een der straten van de bnnrt van Wapping tegen het lijf. Joe Dnn combe was nitgelaten van vreugde, een onden keunis to ontmoeten cn liet niet los voor George hem naar „Rivierzicht" volgde, om een huisolyk maal, zooais hij het noemde, te deelen. Het huiselijk maal bl<-ek een uitstekend diner te zijn, want mejuffrouw Mngby was niet weinig trotsob op hare kookkunst, en een goed middagmaal op te dissohen, was een genot dat zy zich niet licht liet ontnemen. Suze diende achter tafel in baar zondagschea japon en met hare fraaiste muts op. Gedurende het feest zat Rosamnnde naast haren vader na 't diner, toen de gordijnen waren neergelaten en de lamp helder brandde bereidde kapitein Duncombe punch in eene omvangrijke Jepansche kom; want het maken van punch was 't zwakke pnnt vau den geluk kigen vader. Dit dineetje en de geheel* ortvangst ware® zoo aangenaam en huiselijk als men slechts kon verlangen en George Jernam had te lang noch huiselykheid noch genaak gesmaakt, om er niet al h#t «treelende van te gevoelen, t Wa# voor Joa Duncombe een ganot, aijn ouden makker weer bij zich t# hebben.'t Gezelschap van een zeeman i# even opwekkend voor een anderen zeeman als de friasche zeewind, waa neer men dien in laugen tyd niet gevoeld heeH. l l Gij weet niet, George, welk feest het voor mij is, een oud scheepsmakker nog een# hij mij te hebben, zside Duncombe. Myne kleine Rosa en ik leven bier z->er aaugeraam hoewel ik haar krapgenoegbood.dat verzeker ik n, voegde hij er ra*t voorgewende n'r«ng- betd bij maar 't is een moeilijk w»»rk voor iemand, die meestent; d# op zse iv geweest en zich un ouder vervelende landrotten moet gewennen. Gij mr>et nooit met een landrot trouwen, Rosa, indien ge niet wilt dat ik u tot den laat sten cent onterf 1 riep hy uit, zich tot zijne dochter wendende. Jufvrouw Rosamunde Duncombe blooadn natuurlijk toen zij dezen uitval vernam, zooal# jonge damsi er een handje van hebben om te bloaeD, alt de mogelijkheid vordt veronder steld dat zy verliefd kunnen worden. George Jernam zag dien blos en hy was van oordeel dat juffrouw Duncombe het liefste meisje wm, dat by ooit had gaaien George Jernam bleef tot zeer laat op de villa, want de gastvrye eigenaar wilde zijnen vriend maar niet laten vertrekken. Hoe lang blijft gy in LondeD, George/1 vroeg hij, toen de jonge man afscheid nam. Eeae maand minstens, misschien wel twee maanden. Dan komt gij toch zeker heel dikwyJs hitr. Gij eet eiken Zondag met ons, dat spreekt van zelf, want ik weet dat gy hier geen ster veling kent behalve Harker; kom nu en dan eens uanloopen en breDg hem mederook nw sigaar hier iu den tam, in 't gezicht van het heldere hier voorbykubbi lende water en op al de echepeu in don „Poel", die hun want tegen den blauwen hemal doen uitkomen dan zal ik u enne kom punch maken en Rosa z»l oea iets voorzingen terwijl wij drinken Men kau licht begrijpen, dat George Jernam die ovarvlotd van tijd had, niet weigerde zijn oud kapitein genoegen te doen en zich geens zins wilde onttrekken aan eene gastvrijheid, die hom zoo gul werd aangeboden. fin ging dikwerf in den schemer—avond een paar uren op „Rivierzicht" doorbrengen, waar hy altyd hartelijk welkom was. Uy wan delde in den tuin met Duncombe en Rosamunde over vreemde landen en vreemde avonturen pratende. Harker vergezelde hem niet altyd; soms gebeurde hot wel. en dan scheen Rosamunde bijronder blijde, hem te zien, Harker lette met moer op haar dan ander» en wijdde zich altyd geheel aan Joe Duncombe, die nog al dikwerf lui was en gene»gi om zyne sigaar binnens kamers te rookeo. Bü zulke gelegenheden wandelden lieorge eu RosamuDde samen den tuin door de zeeman onderhield zyne schoone gezellin met de be schrijving van al het vreemde, dat hy gezien en van de meest romantische ontmoetingen die hy gehad had. 't Was alsof eeni zeevarende „Othello-t verhaalde, en nooit voelde DeBde— mosa zich meer aangetrokken door het v#r— Waardeering. Door het bestuur van de »Ned. Kath. Journalisten-vereeniging* wordt ons plaat sing verzocht van het volgende schrijven Den Zeereerw. Hooggel. heer P. Geurts. Het bestuur der »Ned. Kath. Journa- listenvereeniging* voelt zich gedrongen, bij uw aftreden als hoofdredacteur van »De Tijd* zijn leedwezen te betuigen over het verlies, dat de Katholieke Jour nalistiek, waarvan gij een sieraad waart, door uw heengaan leidt. Leedwezen tevens over de grievende bejegening, u kort voor en ook na het scheiden van zekere zijde aangedaan, terwijl gij op a 11 e r waardeering voor haal van baren dapperen Moor, dan ja ff rouw Dnncombe door dat van den kupitien. Een der ramen van de voorkamer, waar Job Duncombe het liefste znt, zag uit op den tnin. en nit dit raam ken de eigenaar van de MoermiD, dien van de Albatros met zijne dochter zien. terwijl zij naast elkander bet zorgvuldig onderhouden pad op en neer wandelden. Hij zette dan gewoonlijk een zeer geslepen gelaat en ging zelfs eens zoo ver, zijnen neua zeer kenmerkend met zyn voor vinger auD te raken. 't Is eene partij, sprak by. t is eene beklonken zaak, of ik heet geen Joe Dun— C°Snze Trott liet die avondwandelingen ook niet onopgemerkt, Zy deelden den.ionemenden jongen bakker mede dat er binnen kort broi- *?>e uwe, natuurlijk 1 riep de hakker uit, F'-ei, schaam u, onbeschaamde jongen riep Saze uit, blozende tot zij rooder was dan de vuurroods linten op hare muts gy begrypt heel goed wat ik meen. Noch kapitein DaDCombe, noch baze irott hadden het mis. De Albatros kon met binnen de drie maanden, nadat Gnoge Jernam het eerst Rivierzicht bezocht hnd, voor den vol genden tocht gereed zijn; de kapitein van dat schip scheen ook geene haast met de herstel ling te maken. Toen de Albatros weer te water ging, zeilde hij uit op een tochtje van slechts zes maanden en toen George Jernam den Engelschen hodem weer onder de voeten had, kwam hy terug om Rasainnnde Dnncombe als zijne wettige vrouw op te eischen. Joyce Harker keurde deze schikking volkomen goedmaar toen ook hy afscheid had genomen van Georgs Jernam wendde hij zich af, mompelende: 'k Geloof dat bij werkelyk Valentin vergeten heeft. Maar dat heb ik niet neen? zeker niet. Ik hecht nog meer aan hem, nu ik alleen overblijf. Vroeg in de lente kwam de Albatros be houden in den Poel terog. George had be loofd, dat Rosamunde van zyne.komst ver wittigd zou worden, voor hy voet aan wal had gezet - en hy zorgde er voor, zyn woord te houden. Op zekeren dag in Maart, zag zij een schip op de rivier zeilen, met eeoe witte vlag van de grooten mast waaiende. Op die vlag kon men bet woord Rosamunde met groote roode letters lezen. Toen zy dit zag, wist zy dat haar minnaar teruggekeerd was. Geen ander schip dan de Albatros kon znlk een naam voeren. 't Scheen Rosamunde toe dat George nog flinker, trouwhartiger en schooner was dan toen hy wegging; hy kwam terug, meer aan haar gehecht dan vroeger, zoo meende zy,en waarlijk, die man zou ook wel bijzonder kondbloêdig hebben moeten zijn, die niet warm was getroffen geworden door de on schuldige kiuderiyke gehechtheid, die Rosa munde by elk woord liet blijken. Binnen eene maand na de terugkomst van den zeeman werd de bruiloft gevierd. Zyn aanstaanden schoonvader aansprekende, zeida hlli Ik weet dat gij Rosa gaarne by u wilt houden; welnu, dat zal gebeuren. Ik zal bier wel ergens een lapje grond vinden en my een hutje bouwen bij de rivier. Kom wat gekheid 1 had kapitein Dnncombe uitgeroepen. Als gij zulke dwaasheden doet, dan krijgt ge Rosamunde niet. lk heb er niets tegen, dat zy er een echtgeuoot op nahoudtmaar zoodra zy myn huis verlaat voor iemand wie dan ook, in de gansche Christenheid, dan onterf ik haar tot één cent, en die cent zal nog wel een verkorvene zyn De kapitein van de Albatros nam zyne jonge vrouw op een klein hnwelyksreisje naar Devonshire mede, en op dit aangename uit stapje maakte Rosamunde kennis met de tante van haren echtgenoot. Snze Jernam was ten hoogste ingenomen met het blauwoogige, »m- vondige, nederige meisje en leerde in de weinige dagen dat zij baar by z.ch bad, tear met een moederlijk gevoel liefhebben een groot voorrecht voor Rosa by t begin van het nienwe leven dat zij nn intrad. (Wordt vervolgd.) !l

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1