Nummer 102 Zondag 24 December L911 34e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. KERSTMIS. Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. FEUILLETON. De Gedwongen Winkel nering in de Tweede Kamer. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. De Echo van het Zuiden, Waalwyksehe en Laigntraatsthe Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Kranco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden eca., franco te zenden aan den Uitgever UITGAVE: Advertentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regelsen, advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. >Vrede zij U Dat was steeds het eerste woord, dat uit den goddelijken mond klonk, als de verrezene Messias aan zijne geliefde apostelen verscheen. >Vrede zij UHelaas, klinkt deze goddelijke wensch in onzen tegenwoor- digen tijd bijna niet als een bespotting Waar vindt men thans dien vrede Is niet de ^«tevredenheid de stereotiepe verschijning in bijna alle maatschappelijke kringen Baseert zelfs niet een interna tionale partij van millioenen aanhangers op den grondslag dier ontevredenheid Ja, spruit uit deze ongelukkige malcon tenten-theorie niet een evangelie voort, dat, juist het tegendeel vormt van ons »Heilig Evangelie4 en dat zoo terecht genoemd wordt het >evangelie van den haat1* Menschen, die zich collega's noe men, worden opgezet tegen hunne mede arbeiders, doch in 't bizonder tegen de klasse der bezitters, welke laatste als de vijand van het volk wordt voorgesteld. En dan durven deze zelfde ontevreden heidszaaiers, deze scheppers van het >eyangelie van den haatc nog beweren, dat de Godmensch, die den>Vredeaan alle menschen van goeden wille* bracht •de eerste socialist was 1* Als er ooit een lugubere enormiteit uitgesproken is,dan is het deze godslastering wel »Vrede zij U Verdiep U een oogen- blik in de tegenwoordige internationale verhoudingen en wijs ons dan aan, waar de vredesengel een beschermend plaatsje gevonden heeftAan alle hoeken en kanten brandt het of hangt kruitdamp Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN." r 58) Zelden begon een jong paar het echtelijk leven onder schooners voorteekenen dau deze twee, toen zij terugkwamen op »Rivierzicht«. Kapitein Duncombe ontving zijn schoonzoon met het hartelijk welkom van den echten zeeman maar ettelijke dagen na de terugkomst van George Jernam ram de oude zeemau hem ter zijde en deed bera eene mededeeling, die den ander ten hoogste verwonderde. Gy weet, ik houd veel van RoBa, sprak hij. en zooala ge ook weet, als de Hemel mij met een zoon gezegend had, zou hij mij moeilijk dierbaarder kunnen zyn dan gij. Dus, wat er ook gebeure, gij, noch Rosa, moet aan mijne gehechtheid twijfelen. Beloof mij, George, dat gij dit ni t doen znlt. Dat beloof ik u van ganscher harte, antwoordde kapitein Jernam. Ik zou eerder er aan twijfelen, dat de zon ginds schijnt, dan aan uwe goedheid en liefde voor ons. Maar waartoe dit alles? Omdat ik u ga verlaten, George? Wat? Gaat gij heen? Ja, goede jongen. Gij ziet, een lui land- rotten-leven is mij onmogelijk Ik heb 't be proefd, maar 't gaat niet. Ik dacht dat ik genoeg troost zou vindeD, als ik ginds het water hoorde kabbelen en de schepen in den »Poel« zag liggen maar ja wel, ik verga van verlangen naar zeereeds zes maanden lang, zoolang mijne kleine Rosa niemand in de wereld had om voor haar te zorgen, bleef ik by haar en dat zou ik hebben volgehouden tot ik op mijnen post bezweek. Nu echter heeft zij een echtgenoot eu twee zeer ver trouwde dienstboden, die baar zouden bescher men als hy haar verliet, zooala ik voorzie dat in de lucht. Geheel Europa, ja men kan 1 bijna met alle recht beweren, geheel de wereld staat tot aan de tanden gewapend, elk oogenblik gereed er op los te slaan. Tot zelfs de kleinste staten moeten in deze dagen van spanning en oorlogsge vaar hun wapenarsenaal open houden, om niet door de grootere overvallen of als stootkussen gebruikt te worden. Reeds maanden lang woedt de oorlog daar in het zwarte Afrika. Onder het gebulder der kanonnen en mltrailleuzen vieren de Italianen hun kerstmisfeest. En nog slechts eenige weken van te voren heerschte er tusschen de twee machtigste staten van Europa een span ning, die elkloogenblik tot een uitbarsting had kunnen leiden. En nog steeds ligt hier een gevaar, dat een Europee- schen oorlog niet uitsluit. Zoo ooit, dan klinkt, voor zoover het den wereldvrede betreft, thans het »Vrede zij UI* als een >contradictie in terminis* als een der bedroevendste tegenstrijdigheden En toch, ondanks deze in-treurige verschijn selen, zoowel op maatschappelijk als po litiek gebied, blijft voor eiken christen het »Vrede zij U zijn hoog-religieuse, zijn hoog-zedelijke waarde behouden. Dit Vrede zij U* klinkt vóór alles in dividueel, klinkt voor ieder persoonlijk nog in zijn volste beteekenis. Immers, moge het voor de volkeren als zoodanig ook gelden, voor den christen duidt het meer op den reinen zielevrede, op den vrede met zijn God. Natuurlijk sluit het ook in zich den vrede met den even naaste, want Bemin uw naaste gelijk u zeiven* is een onscheidbaar deel van den waren zielevrede voor ieder afzonderlek. Als dan ook in den Kerstnacht, schoo ner dan de dagen, uit reine kindermonden het »Vrede aan alle menschen, die van goeden wille zijn* zoo heerlijk en ont roerend door de gewijde gewelven klinkt, dan voelt elk rechtgeaard christen, dat het kleine Christuskindje ons ook thans eenmaal, vroeger of later, zal gebeuren. Das is er geen reden voor mij om hier te blijven aan den vasten wal, snakkende naar het mime sop. Meeat gij het dan werkelijk, dat gij ons wilt verlaten? riep George Jernam ait. Ik ▼rees dat gij 't hart van Rosa zult breken. Geen nood, George, antwoordde kapitein Daocombe. Als eene vrouw gehuwd is, wordt zij nagenoeg overschillig voor al wat haar echtgenoot niet is. Ik geloof wel dat mijn lief Roosje het zeer verdrietig zal vinden, afscheid te moeten nemen van haren ouden vader maar gy zult haar troosten en zij zal niet lang treuren. Daarenboven ga ik nntuurlyk niet voor goed weg. Ik ga maar eon uitstapje Daar Indië maken met eene lading drooge waar'k zal wat geld bijeenschrapen voor mijne aanstaande kleinkinderen, om daarna weer als een verich man terng te keeren en aan den huiselijken baard uit te rusten, 'k Heb reeds een schip naar mijn zin gevonden; ik zal dat ding uitrusten en vóór de maand uit ie ben ik weg. 't Wa» duidelijk, dat de oude zeeman het meende, weshalve George Jernam geene po gingen deed om hem van zijn plan af te bren gen. Ro8amunde pleitte met alle macht tegen het vertrek van haren vader; doch zij sprak te vergeefs. Kapitein Duncombe verliet Enge land in het begin van Juni, aan boord van een netten bodem, dien hij De jonge Vrouw doopte ter eere zijner dochter, George beloofde de terugkomst vau ziju schoon vader te zullen afwachten, voor hij zelf het zeegat uitging. ik kan my niet veroorloven eene maand of twaalf werkeloos te blyven. zeide by, en mijne vrouw zal dus niet zonder beschermer zijn. Het jonge paar nestelde zich alzoo op hnn gemak in dt villa, die zy nu geheel te hunner beschikking hadden. Dit nienw leven jwas voor Rosamunds een en al genot. Zij beminde haren echtgenoot met onvermengde liefdein bare dichterlyke ver beelding stelde zij zich hem altyd voor als den edelsten en braafBten aller menschen, en zy verwonderde sich over [haar geluk, wanneer zy hem aan hare zyde zag, zich geheel aan nog den waren vrede brengen wil, dat alleen bij die kribbe, waar dat zoete kindje sluimert onder de hoede van Maria en Jozef, den waren vrede te vinden is; dan wordt hij opgewekt om in de toe komst dien vrede, die hem voert tot goede, edelmoedige gedachten, woorden en daden, te blijven bewaren, kortom, dan voelt hij met verdubbelde en her nieuwde kracht de ware beteekenis van den christelijken wensch ZALIG KERSTFEEST l Bij de Vde afdeeling (Arbeid) bespreekt de heer Arts (r.k.) de gedwongen win kelnering in de Langstraat. Hulde brengt spreker aan den ambtenaar, die een onderzoek instelde en daarover een rap port uitbracht. Het rapport is het duidelijk bewijs, dat de civiel-rechterlijke regeling van het arbeidscontract niet voldoende is voor de bestrijding van dit euvel en spr. meent, dat een strafbepaling overweging verdient. Den arbeid ontbreekt de kracht en den werkgever het moreel besef om zich aan strafbare handelingen te ont rukken of ei zich aan te onthouden. De minister zegt, dat een beslissing nog niet genomen kan worden, omdat het onderzoek nog niet geheel afgeloopen is. Maar spreker meent, dat er reeds voldoende aanleiding is voor een wet telijke regeling. Voorts dringt spreker aan op over legging van het officieele verslag van den heer Staalman. Daaruit moet toch blijken dat de toestanden nog veel erns tiger zijn wat misbruikeu en woekerren ten betreft. De N. R. Crt. gaf onlangs zeer verontrustende mededeelingen over den toestand te Kaatsheuvelspreker is 't bekend, dat^daar weer een nieuwe pa troonswinkel is opgericht. Spreker betreurt het dan ook, dat de minister bezwaar maakte tegen depo neering ter inzage van het oorspronke lijk verslag van den heer Staalman. baar wijdende, en verheugd zijne genoegens voor baar ten offer te kannen brengen, even als zyn zucbt naar zijn vroeger zwervend leven. Ik geloof niet, George, dot zulk een geluk kan duren, zeide zij eens tot bem. Dat onbestemde voorgevoel zon weldra droe vig bewaarheid wordeD. De zonneschijn en de voortdurende vrede hadden het aanzien van onvergankelijk te zijn, maar een donkere mist kwam op, dia in een oogwenk den helderen horizont bedekte't geluk van Rosamnnde Jernam verdween als ware het een droom geweest. VIII. Een oude kennis. Joseph Duncombe was ter nanwernood eene maand van »Kivierzicht« afwezig geweest en tot nog toe was bet leven van de bewoner der plaats kalm en rustig voorbijgegaan, oc- bewogen als de effen oppervlakte van een meer. Zy zochten geen ander gezelschap dandatvnn elkander. De tijd snelde voort en de rnstige dagen lieten geene andere berinnering achter, dan die van eensgezindheid en vrede. Op zekersn somberen, regenacbtigen dag in Juli, veranderde dat levensgeluk van Rosa— mnnda Jernam eensklaps, terwijl de reden daarvan haar een geheim hleef. Na den geheelen morgen te hebben rond geloopeD, bedacht George Jernam, dat hy eene gewichtige mededeeling moest schrijven aan den kapitein van zijn schip de Pizarro. Zijne brieventasch openende, vond hy er geen velletje papier io. Hij deelde zijn bezwaar aan Rosamnnde mede, zooals hij haar van alle bezwaren deolgenoote maakte, en als altijd vond hy bij haar troost. Er ligt papier genoeg in de schrijftafel van papa, zeide sijneem dat maar, Maar beste Roosje, ik mag den lessenaar van uw vader toch niet openen in zijne af wezigheid. En waarom niet zei ze lachend. Denkt gij dat papa daarin eenig geheim verborgen hondt, of dat hy er een geheimzinnig pak minnebrieven in bewaart, met een blauw lint Zoolang wettelijke bepalingen ontbreken, is publiceering het beste middel. Voorts vraagt spreker den Minister, met zijn ambtgenoot van justitie te willen overleggen de vaststelling van een wet telijke regeling. De heer Drucker (v.-d.) behandelt het ellendige euvel van de gedwongen win kelnering. In de vraag of een strafrech telijke bepaling gewenscht is, wil spreker zich geen partij stellen. Naast de opmerkingen van den heer Arts wenscht spreker echter een paar andere te stellen. Het gevaar bestaat, dat naar aanlei ding van dit rapport men verslapt tot alle pogingen tot bestrijding, zeggende dat er, zoolang er geen strafbepaling is niets aan te doen is. Men dwaalt ten eenenmale als men meent met een straf bepaling zonder meer het euvel te kun nen bestrijden. Want het euvel doet zich in zoo velerlei vormen voor, dat 't niet mogelijk zal zijn met een starfrechter- lijke regeling het doel te bereiken. In verschillende gevallen zal de straf echter machteloos zijn. Het sterkste staaltje bestaat te Loon-op-Zand, waar de werk- liedieden zich uitsloven om tegen St. Nicolaas hun patroons peperkoeken en een stuk van een geslacht varken te geven. De middelen tot het tegengaan zijn gelegen in verbetering van den toestand der industrie. Voorts in een krachtige actie, van de werklieden uitgaande. Reeds bereikten de vakvereenigingen op som mige plaatsen in dit opzicht al iets. Ook moet men niet, wat wij reeds hebben in de wetgeving vergeten of declineeren. De regeering had moeten doen uitkomen, wat de bestaande wet reeds geeft, 't Doet spre ker leed dit niet in het rapport te vinden. Het rapport maakt nu den indruk samen gesteld te zijn door iemand die met de wet op het arbeidscontract niet inge nomen is. Spr. noemt verschillende ge vallen uit het rapport, welke in strijd zijn met de wet van 1907, die een afdoende regeling is, maar laat men die wet met goeden wil toepassen en niet doen alsof die er niet is. Laat den minister die wet meer in eere houden dan in dit rapport is geschied. Dc heer Schaper (S. D. A. P.) heeft den heer Arts met sympathie gehoord. saamgebonden, dat bij aan allo oogen zou wenschen te onttrekken i Open den lessenaar maar gerust. George. Ik geef u volle permis sie eu als papa er wat over zegt, neem ik alles voor mijn rekening. De schrijftafel was een ouderwetsch meubel stuk, dat in een hoek stond van de kamer, die kapitein Dnncombe in gebrnik had, Maar hoe moet ik in dat kolossaal ge vaarte komen 't is gesloten, zeido George. Ja, dat weet ik wel, antwoordde zijne vronw. Gelukkig heb ik een sleutel die er op puBt. Daar is hij. Nu laat ik u met uw werk alleen en ga voor 't eten zorgen. Met een vriendelijk lachje verliet zij de kamer, den kapitein alleen latonde. Deze opende den lessenaar, vond een pakje postpapier, doopte eene pen iu den inkt en begon te schrijveD nLonden, 20 Juli. Mijn beste kerelEn nu waB ook bet gemakkelijkste gedeelte van zijn brief af. Kapitein Jernam rustte met de ellebogen op de tafel, in gedachten verzonken en recht voor zich uitziende. Plotseling viel zijn blik opeen voorwerp, dat tnsschen eenige pennen en pot- looden vlak voor hem lag. 't Was een gouden mnDtstnk. Hij werd doodelijk bleek toen bij het opnam en nauwkeurig beschouwde, 't Was eene kleine, Braziliaansche munt, oud eu afgesleten op de eene zijde was de letter G gekrast. De kleine, versletene munt was eene oude kennis vaD George Jernam, en 't was niet te verwonderen, dat alle kleur van zijne wangen week en eene doodelijke bleekheid zijn gelaat bedekte. Het mnntstnk was eene gedachtenis, die bij aan zijn vermoorden broeder had gegeven, toen zij van elkander zouden Bcheiden. En dat vond by hier, in den lessenaar van JoBeph Dnncombe Hij stond eenige oogenblikken sprakeloos, alg door den bliksem getroffen, zelfs niet in staat om te denken. By kon al het gewicht van zyne vondst niet terstond bevroeden Slechts de herinnering »on den warmen tro- pisohen avond, waarop hij en zijn broeder elkaar vaarwel zeiden, drong zich aan hem op, alsmede die aan 't heldere stergeflonker, dat hen Indien men wil, is wel spoedig een straf bepaling te krijgen. De heer Druker heeft eigenlijk partij gekozen tegen een strafrechterlijke be paling. Maar spreker wijst er op, dat de wet op het arbeidscontract daar toch ook niet veel geeft. De heer Drucker wee9 op de velerlei vormen van de gedwon gen winkelnering, doch dat geldt b.v. ook voor de oplichting, wat strafbaar stelling toch niet belet. Is zijn optimisme voor de uitvoering van het arbeidscon tract niet ontstaan, doordat hij de wet een te goed hart toedraagt De werk man zou een proces moeten beginnen tegen zijn patroon en dat kan hij niet doen dan gaat hij onmiddellijk de laan uit. Men moet niet met ingrijpen be hoeven te wachten, totdat de werkman optreedtmen moet den patroon kun nen aangrijpen zonder dat de arbeider behoeft aan te klagen. Het feit alleen, dat er een strafbepa ling is, zal uitwerking hebben. Wat het optreden der vakvereenigin gen betreft, spreker hoopt er het beste van maar 't zal lang duren. Men kan in zoo'n geval echter niet alles verwachten van vakvereenigingen en welgezinden. Men moet een andere richting inslaan. Daarom bracht spreker hulde aan dezen minister voor het onderzoek. Maar na a zegge men nu b en verzamele mate riaal voor een zelfstandige wet als die van minister Ruys de Beerenbrouck. Laat de minister beginnen met deze zaak voor te bereiden, opdat als hij eventueel weggaat een wetsontwerp gereed ligt, misschien ingediend is. En laat de heer Drucker daaraan dan medewerken, al zal hem dat wel eenige opoffering kosten. Over de gedwongen winkelnering zegt spreker nog, dat hij niet begrijpt, waar om het rapport niet overgelegd is. Wat houdt men achter, de minister schijnt 't ook niet te weten, dat geeft aanleiding tet achterdocht. De Minister heeft zich verbaasd over het verzoek tot overlegging van de oor spronkelijke verslagen. Meent iemand dat er iets achtergehouden is, laat hij 't dan zeggen. Waar zou men heen moeten, indien dergelijk inferieur werk ter griffie moest gelegd worden Meent iemand, dat in het rapport een andere indruk gegeven bescheen, toen zy elkaar de hand ten afscheid reikten. Daarna vroeg hij zich af, hoe dat bekends muntstuk, 't wolk hij voor zijn vertrek uit zijn zak gehaald en waarop hy de voorletter van zijn naam gekrast had, in 't bezit kon zijn gekomen van Joseph Dnncombe. Hy was geen man van de wereld, by was niet in staat logisch en kalm te redeneeren over het lot dat zijn broeder had getroffen. H(j deelde de ingewortelde overtuiging van Joyce dat de moordenaar van Valentin zich niet altyd verborgen kon honden en vroeger of later bet toeval 't geheim zon ontsluieren. Thans was dat oogenblik gekomen, meende hy. Hier, op deze plaats, in de nabyheidvan 't tooneel van het vreeselyk voorval, moest hy de hand op een voorwerp leggen, dat hem duidelijk bewees dat Valentin op eenige wyze met Joseph Duncombe in aanraking was gaweeBt. En toch, Joseph Dancombe en George hadden het ongeluk, dat den vermoorden zeeman had getroffen, lang en breed besprokep en nooit had kapitein Duncombe op eenigerlei wyze laten vermoeden, dat hy met de omstandigheden bekend was. Dat was vreemd. Nog onbegrijpelijker kwam het George Jer nam voor, dat Valantin van die gedachtenis op de eene of andere wijze afstand on hebben gedaanwant zijne laatste woorden waren geweest Dat stnkje goud zal ik tot aan mijnen laatsten snik bewaren, George, ter herinnering aaD uwe trouw en liefde. Er had iets meer tnsscfien deze twee broeders bestaan dan gewone broederlyke genegenheid de band van eene vreugdeloos te zamen door- gebiachte jeugd had ben verbonden en eene vriendschap tusschen hen doen ontstaaD, zooals men zelden zal aantreffen. (Wordt vervolgd,)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1911 | | pagina 1