Nummer i Woensdag 10 Januari 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkerij Aotoon Tielen. Eerste Blad. Dit numner bestaat uit TWDE bladen FEHLLETON. Gementeraad. In de Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. VRIH.-CAPPEL. :h het >rand- gnaar ikelijk dcard beko- Waalwpsclie «n Lanptraatsclie Courant, Dit Blad versclnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnemeitsprijs per 8 maanden f0."&. Franco per posldoor het geheel© rijk f 0.90. Brieveningeaiden stukkengelden ©ei., franco te zenden aan Uitgever. den UITGAVE: Advkbtbntïën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, grooto letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige coutracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. fervolg.) Bij art. 13 bpalende Hoofdbewoners van bewoonde eigenaars, gebruikers of beheerders vai onbewoonde pcrceelen zijn op eerste aanzeggin g van Burge meester en Wch. verplicht tot het weg ruimen of doe wegruimen van sneeuw op den weg, e straat ot het plein, vóór of langs de erceelen, of tot het bij gladheid met and of asch te bestrooien of doen bestooien van dien weg, die straat of dat plein, zegt de heer van der Waals, dé dit artikel goed is voor een stad,-mar daar we hier allemaal aan een grint'eg wonen komt het mij voor dat hel ondoenlijk is- Of kan u mij soms infchten wat de strekking daarvan is. Voorzitter- Er kan zich een geval voordoen dathet noodzakelijk is, maar dat kan ik /el zeggen, dat het niet dikwijls zal Vorkomen. Van der Wals. Liefhebbers van de arreslede dot we er een dlspl ezier mee. Voorzitter, 't Is alleen de bedoeling bij sneeuwstom. Van der Vaals. De Quirijnssteeg b.v. die behoort ii eigendom aan mij, maar de gemeente Katsheuvel heeft het onder houd ervan, dus bij zoo'n geval zal er eerst naar dfc gemeente moeten worden gegaan om let te gaan zeggan. Oerlemans Volgens dit artikel moe ten 't de ei^naars doen. Doch het doel dat men er :ich mee voorstelt zal nooit te bereiken fijn. Neemt bij voorbeeld de Hoogeva.rt, daar zullen wij het voor onze perceebn doen, maar zal het dan niet blijken ien halve maatregel te zijn. Immers op het grootste gedeelte van den weg zal de sneeuw blijven liggen. Voorzitter. 't Is een maatregel die slechts in zeHzame gevallen in toepas- Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." 62) Ik vraag u ergens vergunoiDg voor, Ik ken u als een zwaike, weifelende bloodaard, die door u zelve nooit zult opkomen uit uw toestand van gtruïnoord losbol en armen zwerveling, Jly vergeet misschien, dat ik een contact heb, 't welk mij eenig belang by uw vermogen doet hebbeD, Ik voor mg vergeet dat niet. Als mijn ver stand mij zegt: handel, dan zal ik handelen, zonder uw oodeel te vragen. Als ik faal.dan snit gij mij nijne dwaasheid verwijten. Zoo gaat het in de wereld. En laat ons nu over wat aiders spreken. Wanneer gaat gij met uw neef Douglas Dale naar Dorsetshire. Waaron vraagt gij mij dat? Mijne vraag is slechts een gevolg van mijne belangstelling in uw welzijn en iD dat "an nwe naatbestaanden. Gij zult met Lionel Dale gaan jajen, niet waar? Ja, bi heeft mij nitgenoodigd den nog overigen jaclttijd met hem door te brongen. Op va'zoek van zijn broeder, zooals ik meen Jnist. tk heb Lionel niet ontmoet sedert de begraferis van mijn oom, zooals gij weet. Sir Regnald bad moeite deze woorden te nitei), DouglaB brengt de Kerstdagen bij zijn broeder door, en h\j zou gaarne zien, dat ik van de partij was. Gevolg gevende aan het verlangen van zijn broeder, heeft Lionel mij een zeer vriendelijken brief geschreven, om wij uit te noodigen te Hallgrove te komen, waarop ik toestemmend heb geantwoord. Niets natuurlijker. Er is over gesproken, dat gy een jachtpaard voor Lionel zoudt koopen, is dat niet zoo? Ja. ze weten dat ik een paardenkenner ben en Donglas zou gaarne zien dat ik zyn sing zal worden gebracht. Voor de Poorte. Wie zou het b.v. hier bij v. Riel wat onbewoond is, moeten doen Oerlemans. Op de Hoogevaart zijn de afstanden nog veel grooterNeemt het gedeelte maar vanaf Zuidewijn tot aan het Bruggetje en vanaf het kanaal tot aan mij. Dat is een Capelsche eigenaar en die kan je toch daartoe niet verplichten. Stam. Ik zou de gemeenteslee het maar laten opruimen- Van der Waals. In buitengewone ge vallen moeten wij het maar zelf laten opruimen. Dat is dan tevens iets voor werkverschaffing- Na nog eenige discussie wordt met algemeene stemmen besloten die be paling te laten vervallen wijl deze in de practijk zal blijken onuitvoerbaar te zijn. Bij art. 16 sub. b. bepalende dat het verboden is op Zon- en algemeen er kende christelijke feestdagen levensmid delen en andere waren luidschreeuwend of door eenig andere geluid b-v- bel of hoorn te koop of om niet aan te bieden zegt de heer v, d. Waals dat hij het te verkoop aanbieden van alle artikelen geheel zou willet verbieden. Stam. Ik zou ook beslist niet laten verkoopen en ook niet buiten laten werken ook. Voorzitter. Daar kunnen wij niets aan doen, dat is bij de Zondagswet geregeld. Van der Waals. Wat Stam daar zegt heeft alle grond, 't Gebeurt nu dikwijls dat als de menschen naar de Kerk gaan er hier en daar staan te werken. Dat is hinderlijk. Voorzitter. Daartegenover kunnen wij niets doen. Wat bij een hoogere wet is geregeld, daar mogen wij niet tusschen komen, Als er niet gewerkt mag worden, zouden de café's gesloten moeten blijven. Van der Waals. Dat is binaenshuis, dat moet eenieder voor zichzelf weten. Maar op Zondag langs den openbaren weg iets ten verkoop aanbieden moet finaal worden verboden. Oerlemans. Luidkeels schreeuwen mag niet, hier en daar fatsoenlijk aanbellen mag wel. Voorzitter. En daa kunnen de men schen zeggen dat ze op Zondag niet broeder een goed beest voor den winter bezorgde. Wanneer moet het beest gekozen worden? vroeg Victor zonder erg. Zoodra mogelijk. Da volgende week gaan wij naar Hallgrove. Zoodra Douglas mee naar den paardenkooper kon gaan, zal ik een paard uitkiezen, om het naar zijn nieuw verblijf te zenden, opdat bet gewend zij voor het aan 't werk moet. Best. Geef er mij keonis van, als gij naar den paardenkooper gaatmaar als gij mij daar ziet, sla dan geen acht op mij, of knik mij ter loops toedoch zorg vooral de aandacht van Douglas Dale niet op mij te vestigen, of mij aan hem voor te stellen. Waar ie dat dienstig voor vroeg Reginald, zyn makker wantrouwend aanziende. Waar zou dat anders toe kunnen diene i dan om een namiddag uit te gaan. Uwe ach terdocht zal toch geen kwaad vindon in het zeer eenvoudig verlangen om eens bij een paardenkooper te gaan rondkijken. Vergeef my, mijn beste Carrington, riep Reginald nit. Ik ben prikkelbaar en licht ge raakt. Ik kan die ellendige historie op Raynham maar niet vergeten, Ja, het verwijt van gefaald te hebben, antwoordde CarringtOD. Verder werd er niet gesproken. De macht welke de krachtige geest van den dokter op de zwakke inborst var. zyü vriend uitoefende, was onbegrensd. Reginald Eversleigh vreesde Victor Carrington- Doch er was nog iets anders dan die voortdurende vrees in zijn gemoed, daar schuilde ook de hoop in, dat hij door de plannen van Carrington alsnog het vermogen zou machtig worden, hetwelk hem ontglipt was. Het zoo even vermelde gesprek had plaats op d6u dag na de samenkomst van den heer Larkspur met Honoria. Drie dagen later ontmoetten Reginald Evers leigh en zijn neef elkander in de club, met het voornemen om samen naar de stallen te gaan van den beer Spavin, in Brompton Rond en daar de jachtpaarden in oogenscbouw te nemen. De phaëton van Dale waohtte voor de club en bij reed met zyn neef naar de stallen. De heer Spavin was een der fatsoenlykBte koopen. Heelemaal verbieden gaat niet wel dat ze niet luidkeels mogen schreeu wen of bellen want daardoor zou de orde en veiligheid verstoord kunnen wor den. Stam. Ik blijf er bij dat op Zondag in 't geheel niet op de openbare weg moest mogen worden verkocht. Van der Waals. Ik begrijp er niets van dat wij deze bepaling niet in de politie-verordening mogen vastleggen. Wij zijn toch een christelijke natie en mogen wij dan niet christelijk zijn. Wel worden bepalingen in het leven geroe pen dat menschen, handelaars in garen en band, enz. die in de week willen venten aartoe eerst verlof moeten komen vuigen, doch een bepaling maken dat men Zondags niet mag verkoopen op den openbaren weg, dat mag niet. Dat acht ik strijd met alle christelijke beginselen en met alles zooals we hier zijn. Als wij het niet mogen doen is het treurig. Oerlemans. Zeg dat er een is die het zou willen doen, dan zou hij toch geen koopers vinden. Van der Waals. Wij moeten er ge woonweg geen aanleiding voor geven. De posterijen sluit, in Engeland, wat ons een schoon voorbeeld geeft, rijden zelfs geen treinen Hier zegt de Re geering dat dit niet doenbaar is, maar hier in onze gemeente kunnen wij het beletten. Voorzitter. In de oude politle-veror- heeft hieromtrent nooit iets gestaan en toch is er nooit iets verkocht. Van der Waals. Daarvoor wordt de politie-verordening herzien. Voorzitter. Er is toen toch nooit ver kocht en dat zal nu ook wei niet ge beuren. Van der Waals. Elke gelegenheid om het te doen moet worden ontnomen. In Amsterdam Is het wel verboden om na 9 uur geopend te zijn of anders wordt men veroordeeld en dat is dan nog wel in de week en zouden wij dan hier, hier waar het zoo klein is, nog niet kunnen bepalen dat men op Zondag niet langs den openbaren weg mag verkoopen. Ik maak er een voorstel van. Voorzitter. Je kan het er Inzetten, maar dan wordt de verordening niet goedgekeurd. paardenkoopers iD die dagen. Iemand, die slechts eeu redelijken prijs kon besteden, kwam te vergeefs bij den heer Spavin. De paarden koopman gevoelde slechts minachting voor een armen kooper. Een half dozijn mannen haastten zich uit de stallen, loodsen en magazijnen, om de heeren to helpen, wier prachtige phaëton en hoogst fatsoenlijke rijknecht achting inboezemden. Zelfs de groots Spavin kwnm nit zyn kantoor, om te vragan wat da heeren verlangden. - Rijtnigpaardeu of rijpaarden? vroeg hij Dha-r, in dien stal, hebt gij een prachtig gespan, als gij er voor een phaëton verlangt. Zij hebben het park rondgestapt; al bloed, heeren, en geen greintje te veel beenon. Een span dat een hertog zou passen. Reginald vroeg om de jachtpaarden vaq den heer Spavin te mogen zien, en weldra waren knechts en staljongens bezig, om de nobele beesten voor de drie heeren te laten op en □eer draven. Aan het einde van de binnen plaats was een perk, met run bestrooid, waar do beesten moesten paradeeren. Douglas Dale stelde veel belang in de keus van het paard, dat bij aan zijn broeder wilde schenken en beBprak de verschillende hoedanig heden der dieren met Sir Reginald, wiens Bcherp oog terstond bij het binnentreden Victor Carrington bad bespeurd. Da dokter stond op eenigen afstand van hen, geheel vervuld met hetgeen onder oogen gebeurdedoch hij lette minder op de paarden, dan op degenen die ze voorbrachten. Een hunner sloeg hij nauwlettend gade die man was anders niet geschikt om door een gunstig uiterlyk de aaudacht van vreem den te trekken, 't Was een droog ventje, met rood haar, een hoofd als een kogel en kleico varkeDsoopjes. Da man had eigenlyk zeer weinig metal de paarden te makenmaar een volgenden keer, toen men een oogenblik ophield, deed hy de deur van een loods open en kwam er uit, een paard aan den toom leidende, dat den schoo- nen kop tergend ophief en zijne vurige oogen de binnenplaats liet rondgaan. Is dat de «Wilde Bnffel" niet vroeg de heer Slavin. Ja, mijnheer. Hierna wordt door den Secretaris de Zondagswet voor den dag gehaald en de desbetreffende artikelen voorgelezen. Daaruit blijkt dat geringe eetwaren mogen worden verkocht. De Voorzitter merkt op dat dit hier nog eetiigszins aan banden wordt gelegd- Na nog eenige discussie zegt de heer van der Waals, dat als het niet mag hij er zich bij neerlegt, doch betreurt het dat de wetgever zooiets heeft toege laten. Voorzitter. De wet is over eenige jaren een eeuw oud, doch zal binnenkort worden herzien. Wellicht zal men daar dan in voorzien. Van der Waals. Dat zou me genoegen doen. Bij art. 21 bepalende dat het verbo den is doorns op de openbare wegen en paden te werpen of te laten liggen, wanneer de langs de wegen en paden staande heggen worden geknipt of ge snoeid, zegt de heer v.d. Hoeven, dat het wenschelijk is dat hierbij wordt ge voegd dat ook geen glas of andere scherpe voorwerpen op de straat mag worden geworpen. De heer Oerlemans merkt op dat deze bepaling moeilijk hierbij kan worden gevoegd daar uit een heg geen glas wordt geknipt. De Voorzitter zegt dat deze bepaling later komt. Na afhandeling van dit hoofdstuk zegt de heer v.d. Hoeven dat een dergelijke bepaling niet in de verordening voor komt. Wordt besloten deze bepaling alsnog op te nemen alsook dat het verboden is vogelnesten uit te halen langs open bare wegen of paden staande boomen of heggen en in een anders tuin. Alsook een bepaling dat men, als men iets op de openbare weg heeft gevonden daarvan binnen 24 uur kennis van moet geven. Bij de behandeling van Hoofdstuk III openbare reinheid en gezondheid, zegt de heer De Bruijn, dat er een bepaling is ingevoegd waarbij het verboden is anders dan van zonsonder- tot zonsop gang beerputten te ledigen en beer te vervoeren. De boeren kunnen dit dan voortaan alleen 's nachts of 's avonds doen. Stam. Daar ben ik sterk op tegen. Dan moest ge beter weten en hem niet voorbrengen, sprak de paardenkoopman toor nig. Deze heeren moeten een paard hebben, dat door een christen tneusch te berijden is, en die Buffel" is door geen christen te tem men, tan minste nu nog niet. Ik zal er den duivel toch uit trachten te drijven vóór ik hom vau de hand doe, voegde de heer Spavin er bij, een kwaadaardigen blik op het paard slaande. 't Ia toch een schoon dier, sprak Regi nald Eversleigh. Ja, fraai genoeg, antwoordde de hande laar. Zijn uiterlijk spreekt in zijn voordeel, maar frsai is slechts fraai, dat is mijne stol ling. Had ik dat beest gekend, toon kapitein Chesterfield hem mij aanbood, dan zou ik den kapitein liever hebben zien hangen, voor ik het kocht. Hoe dat ook zij, ik zit er aan vast en moet er zooveel van maken als ik kan. Maar Jack Spavin is de man niet, om zulk eöo paard aan een klant te verkoopen, voor aleer de grillen er uit zijn. Als hij zij na kuren heeft afgelegd, is hij tot uwen dienst. heereD. Het paard werd naar den stal teruggeleid. Victor beschouwde man «n paard met de meeste nauwlettendheid, tot dat zij door de dour verdwehen waren. -- Dat is oen wonderlijke kerel, die knecht van u, sprak sir Reginald tot den paarden koopman. Wie? Hawkis? Ja. zijn gunstig uiterlyk zal niemand verleiden. Hij iB op zijn manier eon werkezel, maar hij heeft iets van dat paard in zich. Doch ik geloot, dat ik den duivel uit hem heb, zeide de heer Spavin, met oen fik- schen slag van zijne groote zweep. Er werden nog meer paardeD voorgebracht en weer op Btal gezet. De beer Spavin wist dat hy mot een goeden klant te doen had en wilde zijn uiterste best doen. Breng „Niagara" voor, zeide hij, en terstond daarop kwam een knecht met een prachtigen bruine uit den stol. Ziedaar, heeren, zeide de eigenaardat beest is een voile broeder van den „Wilden Buffel", en had ik al de deugden van dit dier niet gekend, dan hud ik den ..Buffel" nooit gekocht. Er kan veel verschil zijn tusschen menschen van dezelfde familie, maar gy kunt Voorzitter. Ik geef toe, het is zeer moeilijk, maar ik meende het er te moeten inzetten omdat wij open deur geven aan omliggende gemeenten en daar hebben wij hier veel last van. Van de inwoners niet, want die hebben er zelf zooveel profijt niet van. Later heb ik echter gehoord dat er onder de boeren een storm over is opgegaan. Ook heb ik gehoord van een deskundige dat het totaal onmogelijk is om water dichte kisten te makeD. Die lekken altijd min of meer. Als een bezwaar is ook nog aangevoerd dat 's nachts niemand op het station kan komen om beer te lossen, maar als men het dan per schip laat aankomen, is dat een bezwaar. Stam. Ge hebt stikdonkere nachten, gaat dan maar naar Labbega?. Je kan dan niets zien Maar ik begrijp er niets van, de minister gaat er bij de bakkers de nachtarbeid afschaffen en u gaat ze er hier voor de boeren er inbrengen. Per schip gaat niet makkelijk, er is altijd geen lichte maan. Voorzitter. Zou er met de Staats spoorwegen geen besprekingen zijn te voeren om te verkrijgen dat als er beer moet worden gelost, de terreinen 's nachts voor die menschen geopend blijven- Oerlemans. Ik geloof niet dat u dat gedaan zou krijgen. v.d. Hoeven Dat is te begrijpen. Ze geven 's nachts geen vrijen toegang tot de terreinen en bergplaatsen. Oerlemans. Ik geloof niet dat ze 't zullen toestaan. Wij hebben wel eens ooit eens vergunning gehad om 's nachts te lossen, maar dat was voor eens en hier zou het regel worden. Van der Waals. Aanvankelijk, mijnheer de Voorzitter, was ik uwe meening toe gedaan, doch nu ik van dc landbouwers de groote bezwaren heb hooren uiteen zetten, nu is mijn meening in deze ge wijzigd. De bepaling is er in gebracht omdat we hier inzake deze kwestie van lui buiten de gemeente zooveel last hebben, doch onze landbouwers sluiten er wij nu ook mee uit. U zegt verder, dat ze het per schip kunnen laten komen en dan aan de haven te Labbegat kun nen lossen. Maar dan moet er weer rekening gehouden worden met hoog en laag, tij. Daardoor zou het kunnen voorkomen dat zoo'n schipper een heele u namvelyks een begrip maken van het onder scheid, dat er kan bestaan tusschen paarden van hetzelfde bloed. Dat dier is zoo zacbt vau inborst als men slechts wenschrn kan, en de „Bnffrl" is de duivel iu eigen persoon, en toch, als ge de twee paarden naast elkaar zaagt, zoudt gij ze niet nit elkander kennen. Zoo riep Reginald uit. Laat ze voor do aardigheid eens samen voorkomen, De heer Spavin gaf zyne bevelen, en ter stond bracht Jim Hawkins, de leelijke stal knecht, den „Wilden Baffel" voor. En inderdaad, de twee paarden waren vol komen gelijl:, en wie uit elkander wilde ken nen, moest een geoefend oog hebben. Daar hebt gij zo, heerenzy gelijken elkaar als twee druppelen water, en als de Buffel" geen wit vlekje binnen in den link- schen hoef had, zouden zelfs weinigen in myn Btal ze onderscheiden. Victor Carrington merkte op, dat Dale met den paardenkoopman sprakhiervan maakte hij gebruik, om &1b een belangstellend toe schouwer te naderen en het kleine witte vlekje te aanschouwen, 't Was een kenteeken Suo groot als een rijksdaalder. «Niagara" schijnt een schoon beest te zijn, sprak bij. Ju, antwoordde de knecht ik gelool niet, dat hier betere paarden te vinden zyn dan „Niagara". Toen Douglas Dale naar de paarden terug kwam, nam Victor Carrington sir Reginald ter zijde, zonder dat Dale het bemerkte. Ik wensch dat gij „Niagara" voor Dale uitkiest, zeide bij, toen Dalo ben niet kon hooren. Waarom juist dat paard? Dat doet er niet toe, antwoordde Car rington. Zooveel kunt gij toch om mijnent wil wel doen. t Goed, zuoals gij wilt, hernam sir Regi nald schijnbaar onverschillig't schijnt een goed paard te zijn. Er werd niet langer over geredeneerd en Donglas Dale vroeg welk paard hij het ge- schikste vond. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1