Nummer 8
Donderdag 25 Januari 1912
35e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalvi|ksche Stoomdrukkerij AntoonTielen,
Eerste Blad.
tr
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
De Schoolarts voor de
Volksschool
W aar voor heeft N eder -
land een vloot noodig
De Echo van het Zuiden,
Wa»lwps«h« en Laii^straatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden eca., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Advertertikn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
-avm
DOOR
dr. D. Herderschee.
II.
Een treurig licht wordt op den staat
der volksgezondheid geworpen door den
minister van oorlog die verwacht, dat
op de 44000 gekeurde lotelingen, 21000
afkeuringen zullen plaats hebben,1) Mag
het als een normale toestand aanvaard
worden, dat bijna de helft der jonge
mannen als geestelijk of lichamelijk
minderwaardigen moeten beschouwd
worden Het zijn in het bijzonder de
steden met hare hygiënsche misstanden,
waar zulk een minderwaardig ras ge
kweekt wordt; in Duitschland werden
in 1908, 54,5 pCt. der voor het leger
bestemde jongelingen goedgekeurd, in
Berlijn echter slechts 28,2 pCt.in de
steden met 500,000— 1,000,000 inwoners
44 pCt, in die met 50 000 100.000:
51 5 pCt., op het platteland 57,7 pCt
Eu het is speciaal uit die kringen, waaruit
de bezoekers der volksschool voortkomen
dat die minderwaardige lotelingen ge-
rek uteerd worden. Bruinsma heeft met
cijfers aangetoond,6) dat het gehalte der
jongelieden, die den lotingsleeftijd bereikt
hebben, vooruitgaande is, maar het
waren speciaal de beter gesitueerden in
de maatschappij, die profiteerden van
dit, naar prof. Bolk meent,7) biologische
verschijnsel. Reeds van de geboorte
afaan zijn de kinderen der armen in
slechter conditie dan die der rijken
Carnoeren vond een duidelijk verband
tusschen den welstand der moeders en
het gezicht der pasgeborenen. Op den
leeftijd, dat de kinderen schoolgaan is
het verschil nog treffender: Moquette
beschrijft in zijn dissertatie de lengte
maten van jongens op scholen der le,
2e, 3e, 4e en 5e klasse te Utrecht en
vond van het 7e tot het 13e jaar een
engte-toename op de scholen der le
soort van 111,5 c.m. tot 137 c.m., op
die der 2e soort van 110,7 cm. tot 141
c.m., op die der 4e soort 117,27 c m. tot
147 69 c m. en op die der 5e soort van
121,44 c.m. tot 150,26 c.m. Bij een helaas
maar klein, mij ter beschikking staand ma
teriaal vond ik den schedelomtrek bij niet-
Detalende schoolkinderen kleiner dan bij
betalende. Zeer sprekend zijn de cijfers
in 1908 door den London Country Coun
cil gepubliceerd. De stad werd in 5
districten verdeeld naar het percentage
der bevolking, dat woonde in huizen,
die meer dan 2 personen per kamer
lerbergde
Yan „DE ECHO YAN HET ZUIDEN."
65)
XXII.
Verraderlijke plannen.
De gasten in de pastorie te Hallgrove waren
Douglas Dale, sir Reginald Eversleigh, de
heer en mevrouw Mordaunt, met twee lieve
jonge meisjes, en nog een vriend en eene
vriendin van den heer Dale, welke laatsten
wij zeer goed kennen.
Het waren namelijk Gordon Graham en ayne
zuster Lydia, de vrouw wier afgunstige haat
er toe bad bijgedragen om den laaghartigen
aanslag te doen gelukken, die zoo plotseling
bet geluk van sir Oswald Evarsleigh had ver
woest. De heeren Dale en Gordon Grabam
waren van hunne jeugd at bevriend geweest
Sedert de dood van sir Oswald de beide broeders
had verrijkt, zorgde Gordon Graham datzijpe
vriendschapsbetrekking met hen vernieuwd
werd. Hij had weten te bewerken dat hij eene
nitnoodiging voor den Kersttijd ontving, waar
door bij en zyne zuster in het winter-seizoen
een zeer aangenaam verblijf hadden in de
pastor y.
Gordon Graham had al het mogelijke gedaan
om die nitnoodiging te verkrijgen. Eiken dag
vergrootte zijn veriaogen dat zijn znster een
goed huwelijk mocht doen. Haar dertigste jaar
naderde met aDgstwekkenden spoed. Hoezeer
zij haar uiterlijk verzorgde, moest de dag toch
weldra aanbreken, waarop hare schoonheid
zou verwelken en zij zich onder de onde vrr
sters zon moeten rangschikken.
Als zij na Gordon Gramham reeds tot last
was, hoeveel erger zon dat dan niet zijn, naar
mate hare jaren klommen. Daar zij niet het
w W 00 OJ
vj N) 1. M
O CO O
--I VI CO W In
M N M N
Zijn bij dit alles misschien rasinvloeden
in het spel De plusvarianten van het
menschenras dus de lichamelijk en geeste
lijk krachtigen, weten zich uit de oecono-
misch zwakste lagen der Maatschappij
op te werken, terwijl de minusvarianten
achterblijven, zoodoende een steeds
zwakker ras kweekend, daar 50 pCt. der
geboorten plaats hebben bij de armste
25 pCt. der bevolking (Pearson.) Maar
er zijn absoluut geen zekere bewijzen
voor een algemeenen achteruitgang van
het rasBovendien maakt de wet van
de onveranderlijkheid der soorten (Jo-
hannsen) zulk een achteruitgang door
selectie der minusvarianten ook onwaar
schijnlijk. Het zijn de uiterlijke omstan
digheden die oorzaak zijn dier minder
waardigheid der minusvarianten. Die uiter
lijke omstandigheden moeten dus verbe
terd worden uit een oogpunt van mensche-
ijkheld, maar niet minder uit een oog
punt van staatsbelang, en niet te ver
dedigen is de bewering dat de hygiëne
de door de natuur bedoelde uitroeiing
der ontaarden, der minusvarianten, tegen
gaat. Tegen werkelijk ernstige, erfelijke
ontaarding vermag de hygiëne niets,
terwijl ze wel in staat is, het ontstaan
van nieuwe minusvarianten te voor-
tomen8)
Uit welbegrepen eigen belang zal de
staat dus alles in het werk stellen, wat
strekken kan tot verbetering van volks
voeding, volkshuisvesting, aibeidsvoor-
waardeo, geneeskundige hulp, enz. enz.
In dat streven naar verbetering der al-
gemeene volksgezondheid wordt de staat,
wat het individu aangaat, hierin bijge
staan door consultatiebureaux voor jonge
moeders, voor tuberculeusen, voor alko-
holisten enzmaar hiermede bereikt
men slechts een klein deel der hulpbe
hoevenden, alleen de verstandigsten, die
zelf de hulp zoeken, terwijl allen, ook,
en vooral dezen, de onverstandigen, die
zelf de noodzakelijkheid van dien steun
niet inzien, moeten geholpen worden
En nu is er s'echts één gelegenheid,
waarbij men de geheele toekomstige
bevolking bereiken kan, en dat is in de
school 1 Pigeaud, de Haagsche schoolarts,
beschouwd het schoolartsen-instituut in
hoofdzaak als een moedetschool, waar
de moeders hooren van doelmatige
voeding, van de noodzakelijkheid van
voldoenden slaap 9) in ruim geventileerde
vertrekken, van het voor ieder bereik
bare Ideaal van frissche lucht en water
(schoolbaden l), van juiste kleeding, van
meerdere reinheid van kleeren en lich
aam (tandverzorging, zoo algemeen ver
waarloosd en toch zoo noodig voor een
goeden voedingstoestand en voor het
voorkomen van allerlei infecties) enz.
enz. Bij het verlaten van de school
kan bij eea goed georganlseerden school-
artsendienst menige wenk worden ge
geven voor het toekomstige beroep. De
staat verbiedt velen, door latere ge-
minste roornitzicht op een huwelijk had, ver
bitterde haar hamenr, terwyl de twisten, die
de eensgezindheid tasscben broeder en znster
stoorden, steeds menigvaldiger en heviger
werden.
Behalve deze groote drijfveer, had Gordon
Graham nog eene andere reden om te trachten
aan zyne raster een vermogenden echtgenoot
te bezorgen. De bears van een ryken zwager
zon natuurlijk altijd min of meer voor hem
geopend zijn en bij was er de man niet naar
om zalk eene bron ongebruikt te laten.
Hij achtte Lionel Dale een gemakkelijk
slachtoffer voor de bekoorlijkheden eener for-
tninzoekster. Daarom was juist hij de prys,
die Lydia moest pogen te winnen.
Broeder en zuster waren gewoon, zonder
omwegen met elkaar te spreken.
Nadat de kapitein den brief van Lionel
Dale aan Lydia had voorgelezen, zeide hy
't Zal uwe schold zijn, als gij Hallgrove
verlaat zonder de verloofde van dien man te
zijn. Er was een tijd dat gy zwaardere taak
had aanvaardmaar op dertigjarigen leeftijd
trekt men den neus niet op voor een man met
een inkomen van vyf duizend pond sterling.
Gy behoeft mij myn ouderdom niet te
verwijten, antwoordde Lydia met een spijtigen
blik. Gy schijnt te vergeten dat gij vijfjaren
onder zijt dan ik.
Ik vergeet niets, lieve meid, maar uw
en myn toestand staan niet gelijk. Voor een
man is ouderdom niets, voor een vrouw alles,
en 't doet mij leed dat ik er u aan moet her
inneren, dat gy naar de dertig loopt. Gelukkig
ziet gy er uit, of ge slechts zeven en twintig
waart en ik geloof zeker dat gij nw dominé
gevangen kunt rekenen als ge de kaart goed
speelt. Een predikant ten plattenlande is mis
schien wat gering voor iemand, die vroeger
aan een hertog dacht, maar hy is toch altijd
beter dan niets en daar nw toestand hope
loos begint te worden, moet gij met bijzonder
veel ijver spelen. Inderdaad, 't komt er op
aan, Lydia.
Ik ben het spelen moede, antwoordde
Lydia Graham met verachting. Het leven
scbynt voor my niets dan verlies op te leveren,
laat my spelen zooals ik wil. Ik begin te ge-
loovan dat ea een vloek op mij rust en dat
dwongen keuring, het eenmaal gekozen
beroep te volgen (steenhouwerswet)
ware het Diet oneindig juister, school
artsen op te dragen den ouders van
raad te dienen vóór een beroep gekozen
was Het anaemische meisje, dat Nzich
op de »naaiwinkel< voorgoed de ge
zondheid wil bederven, wordt aangeraden
dienstmeisje te worden, omgekeerd het
meisje met een hartgebrek met nadruk
gewaarschuwd tegen die laatste betrek
king en gewezen op het voor haar veel
geschiktere kantoorwerk. Den jongen
met aanleg voor platvoeten, x-beeucn,
aderuhzeilingen zal men waarschuwen
voor beroepen met in hoofdzaak staande
uit te voeren arbeid (bakker, smid enz.)
die met tuberculeuse habitus wordt aan
geraden buiten de stad werk te zoeken
als timmerman of tuinman. Want blijkt
eenmaal in de practijk, dat het gekozen
werk ongeschikt s, dan is misschien
reeds onherstelbaar kwaad gedaan, kost
bare leertijd voorbijgegaan, veel moeite
en tijd verspild. En dit is een over
heidsbelang 1 Wanneer de jongeling of
het jonge meisje bij dien onverstandigen
arbeid de gezondheid heeft ingeboet,
kan het armenhuis of het ziekenhuis de
kosten dragen. Per dag kost de ver-
verpleging in de Amsterdamsche zieken
huizen plm. f 2 en dan is daar nog in
het geheel niet bij inbegrepen kapitaal
rente van gebouwen en grond, of af
schrijving op gebouwen, machinerieën
enz. En heeft de zieke reeds een gezin
gevestigd, dan kan het armbestuur dat
gezin nog gedeeltelijk onderhouden op
den koop toe 1
Ned. Tijdschrift voor geneeskunde 1909
Dl. I.
Verslag over 1910.
3) Raport medical off. 1910.
Ned. Tijdschrift voor geneeskunde 1910
Dl. I.
s) Dudok van Heel in „Allen Weerbaar."
Nod. Tijd. v. Geneesk. 1906 Di. I.
7) Ned. Tyd. v. Geneesk. 1909 Dl. II.
s) Gruber in „DeutBch Mediz. Wocheu
schrift" 1909 No. 46047.
9) Zeehandelaar heeft treurige toestanden
omtrent de alaapgelegeoheid der armenschool-
kinderen meegedeeld in „Gezondheid iu de
school" 1908.
(Wordt vervolgd.)
W. schrijft hierover een artikel in Het
Nederl. Zeewezen, waaraan wij het vol
gende ontleenen
Sedert de jaren, waarin door de geest
kracht van een Johan de Witt eeti krach
tige Nederlandsche vloot onzen bloeiende
handel en scheepvaart beschermde en
met de Engelsche vloot kampte om het
meesterschap ter zee, is er veel veranderd
en hebben de machtsverhoudingen zich
dermate gewijzigd, dat wij ons met een
bescheiden plaats moeten tevreden stellen.
Maar nog altijd blijft waar, dat een krach
tige zeemacht den hechtsten steun vormt
voor een land, dat ook buiten zijn gren
zen belangen heeft te verdedigen.
De geschiedenis leert dat hij, die de
zee beheerscht, den overzeeschcn han
del van anderen naar eigen goeddunken
kan doen voortbestaan of stop zetten
en dit is nooit zoo duidelijk gebleken
als in het begin der 19e eeuw toen na
der Fransche eskaders eigenlijk maar
een vloot nl. de Engelsche bestond
en één land nl. Engeland feitelijk
de wereldmarkt beheerschte. Het is dan
ook geen wonder dat in latere jaren,
toen ook andere mogendheden belangen
kregen op de wereldmarkt, door die
mogendheden werd ingezien, dat zij zich
niet mochten laten verdringen van den
open verbindingsweg over den oceaan
en daarom een vloot moesten bezitten
om hun rechten,- op die vrije vaart over
de wereldzeeën te kunnen beschermen.
De zucht om zich wat de markt voor
producten van handel en nijverheid be
treft minder afhankelijk te maken
van Engeland, heeft andere mogendhe
den er dus toe gebracht aan de oorlogs
vloot de noodige aandacht te schenken.
Men streeft niet naar het meesterschap
ter zee, waar men wil, zooals bijv. Duitsch
land, een vloot hebben, die zoo sterk is
dat het zelfs voor de krachtigste zee
mogendheid onmogelijk zal wezen haar
te bestrijden zonder gevaar te loopen,
haar positie als voornaamste maritieme
mogendheid in de waagschaal te stellen.
Het spreekt vanzelf dat wij er niet
aan kunnen denken, en ook niet aan
mogen denken, om zulk een vloot te
my nimmer iets zal gelukken. Ik rol, als
Sysiphns, den steen steeds bergopwaarts, om
dien bij het einddoel weder naar beneden te
zien glyden.
Zij keerde zich ongeduldig van baar broeder
af en giDg voor de piano zitten. Op onver
schillige wijze speelde zij een paar regels uit
walsen, terwijl de kapitein een sigaar aanstak
en zich op het balkon begaf, boven do dom
pige, mistige straat.
Broeder eu zuster hadden kamers in eene
nauwe straat van May-Cuir. De vertrekken
waren smal, slecht gemeubeld, ongezellig en
zeer opzichtig, doch er viel op het fatsoen
niets te zeggen en Lydia deed alles voor
fatsoen
De kapitein rookte zijne sigaar uit en ging
naar zijne club, zyne zuster alleen latende,
om den dag zoo goed en zoo kwaad als zy
koD, te doorworstelen.
Er was een tyd dat het vooruitzicht aan
een bezoek op de pastorij te Hallgrove haar
zeer zou hebben toegelachen. Doch die tijd
was voorbij. De trotsche geest was verbitterd
door tegeospoed, de eigenbaat vergald door
tegenstand.
Boven den schoorsteenmantel hing een
spiegel. Lydia leunde met hare armen op den
schoorsteen en beschouwde haar somber gelaat.
't Was een schoon gelaat, maar een nevel
van verbittering en trots verduisterde die
schoonheid.
't Zal mij nimmer gelnkkbn, zeide zij, zich
zelve beschouwend#. Er ligt een geheimzinni
ge vloek op mij en op mijne schoonheid. Ge
durende mijn geheel leven heb ik moeten wij
ken voor vrouwen, die in alle opzichten mijne
minderen waren. Myne jeugd en frischh«id
gingen nnttelooB voorbij, hoe zon ik dan thans
op liefde kaDnen hopen, nu mijne jeugd
voorbij is en mijne schoonheid op haar keer
punt staat En toch verwacht mijn broeder
van mij dat ik het oude spel hervat, in de
hoop een ryken echtgenoot te bemachtigen.
Zij haalde minachtend de scbonderB op en
verwijderde zich van den spiegel. D ch al
veinsde zy den raad van haar broeder te min
achten, zij volgde hem echter op. Dien morgen
ging zy naar hare modiste, met wien zy een
lang en nog al onaangenaam onderhoud had
telken jare toch was Lydia Graham dieper in
Bchulden geraakt; zij kon hareschuldeischers
slechts tevreden stellen, door nu eu dan iets
af te doen.
Do uitelag der ouderhandeling was al3 ge
woonlijk mndammeSusanDe, de modiste stemde
er in toe, eenige schooue kleedingstukken aan
Lydia Graham te bezorgen voor haar Kerst-
bezoek en mis Grabam nam op zich, een groot
gedeelte van een schrikbarende rekening zon
der eenige aanmerking te betalen.
Op den sneeuwachtigeu Kerst mismorgen stond
miss Graham naast haar gastheer, in het
wandeltoilet van donkergrijs popeline, haar
echitterend gelaat omlyst door een bluuw ilu-
weelen hoed met grijze veereD. In dia dagen
was de hoed het palladium een heiligdom van
schoonheid. De politiegerechten begODnen eerst
te weergalmen van het onaangename goschroeuw
van klaagsters, sedert die hoed verdween. Hij
was indrukwekkend als de helm van Minerva,
onschendbaar als de cestus van Diana. De hoed
van voor zestig jaren was geen lastig
hoofdtooisel, nooit Bcheeo een lief gelaat zoo
aanlokkend als onder de geheimzinnige scha
duw van een snnifschepper.
Miss Grabam zag er met haren thans vergeten
hoed op het vonrdeeligst uithet zacht fluweel
de hangende veeren deden haar schitterend
gelaat uitkomen, zoodat Laura en Ellen Mor
daunt in hare frisscbe jeugd en haar eenvoudig
costunm, in de schadnw Blonden by de aris
tocratische schoone.
De behoeftigeu van Hallgrove zagen met
verlangen het naderende Kerstfeest te geiuoet.
De gemeente-leden van Lionel Dale wisten
dat zij ruimschoots bedecht zouden worden
door hnn vermogenden en milden herder.
Hij verwelkomde gaarne jong en oud in het
nobele voorhuis van zijne pastorie, een rnim,
hoog verblyf, vroeger een gedeelte van een
oud kasteel, in later jaren tot pastorie verbouwd.
Hij zag hen gaarne gekleed iu betgeen zijne
beurs hnn verstrekt had de oude vrouwen
in hare grijs woll n jakken en roode rokken,
de kinderen op hun schitterendst uitgedost.
't Was inderdaad een streeleDd gezicht en
de oogen van den rector werdon vochtig, toen
hij, te twee nre van den Kerstdag, aan t hoofd
van eene lange tafel Btond, om voor te bidden
bij het maal, dat voor zijne nederigo gasten
daar waa bereid.
Al de armen van de gemeente waren genoo-
digd, dien dag bij hun herder te komen oten,
eu dit was een gruoter feest en er werd veel
meer prijs op gesteld dan op het diner, dutte
zeven ure voor hem en de gaston van zijnen
stand zou gereed zijn.
Er waren raecechen iu Hallgrove en omstreken
dio zeiden dat Lionel Dale meer van het loven
genoot dan aan een domme paste maar zy,
die hom bij hot bed van eeueu zieke hadden
gezien, of iu de woningen, waar droefüoid was,
zouden hem voorzeker geenszins de schulde-
looze uitspanningen vau zijne vrije uren misgund
hebben. Het eenige, wuarvan hy zich zalven
Diet geheel vry pleitte, was zijne hartstocht
voor het jachtvermaak.
Niemand, die zich had bevonden onder hoD,
die in het voorhuis vau Hallgrove aanzaten op
dien sueenwachtigen Kerstmorgen, had kunnen
betwijfelen, of Lionel Dale het hart op de
rechte plaats had.
Hij bevond zich niet allsen onder zijno ge
meenteleden zijne gasten hadden als gunst
verzocht, tegenwoordig te mogen zyn bij het
maal zijner armen. Lydia vooral gaf voor,
daarop zeer gesteld te zijn.
Ik verlang er zeer naar, dat goede volkje
hnn KerstplumDudding te zien eten, zeide zij
met de ingenomenheid van een jong meisje.
De gemeenteleden van den heer Dale bewezen
groote e r aan de hun voorgezette gerechten.
Lydia Graham verklaarde dat zij nooit iets
had gezien, 't welk baar half zooveel genot
had verschait als deze nederige bijeenkomst.
Ik zou een geheel seizoen vuu plechtige
diueil geven voor een onthaal nis dit, mijnheer
Dale, sprak zij met een welsprekendeD blik
op den rector Wat moet uw Even gelukkig
zijn en hoezeer moeten deze lieden zich bevoor
recht gevoeleD 1
Dat weet ik niet, meiuflrouw Graham,
antwoordde Lionel Dale. Ik beectnnw het
voorrecht als geheel aan mijne zijde, 'i Is voor
vermogenden een genot, in de behoeften der
armen te voorzien.
(Wordt vervolgd.)