Zondag 4 Februari 1912.
35 Jaargang
Tweede Blad.
Landbouw.
v Ingezonden Stukken.
Tuin.
EGOM.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
per 100
xzen f8.
tten t 7.
ken f 4,
rten
am f 1.25
gself 0.75
f 1.—
lam f 0.75
f 0.50
lam f 1.
>gd f 0.50
f 1.25
ngd f 0.50
f 0.50
ren f 0.75
gd f0.25
f 0.25
f 0.75
f 0.25
iren f 0.25
nd 10.75
hooging.
Aan het bestuur der R.-K Vakvereeni-
ging, in 't bizonder aan den Heer
C. Roestenberg.
Verweer.
In de R. K Lederbewerker van vorige
week, lees ik het stukje, waarin uitlatin
gen van mij, aan het adres van den Heer
C. Roestenberg, oud-voorzitter der Vak-
vereening, alhier, door een zoogenaamde
commissie* als leugenachtig worden
verklaard en ik dus als leugenaar en
diensvolgens als een onbetrouwbaar per
soon aan de kaak gesteld word. Op den
voorgrond vermeld ik hier, dat bij deze
commissie* twee personen zijn begre
pen, die mijn bovengenoemde uitlatingen
hebben aangehooid en, de waarheid
daarvan betwijfelend, daarin zich hebben
laten voorlichten door de door mij be
schuldigde personen. Van een com
missie* kan hier derhalve geen sprake
zijn, maar enfin, zoon woord staat zoo
wat >geleerder< en is tevens een mede-
■^ïulpmiddel om de >goede-gemeente een
rad voor dc oogen te draaien.* Dat dus
deze >jongeos* het aandurven mijn woor
den als leugenachtig te brandmerken,
pleit wel niet voor huo gezond verstand,
te minder nog, daar het hun beslist on
mogelijk is mijn beweringen uit de door
hun nageziene >boeken«, al dan niet
waar* te kunnen noemen. Daarom moe
ten zij afgaan op hun verstrekte inlich
tingen of verzekeringen van een of meer
personeD, die natuurlijk mijn gezegden
als »leugens« zullen hebben veroordeeld.
Welnu, ook dat is niet mogelijk en wel
om de eenvoudige reden, dat, wat ik
gezegd heb en hier zal herhalen, niets
'meer of minder is, als de »volslrekte,
naakte waarheid* en ik juich het toe
dat ik nu eens de gelegenheid zal heb
ben, deze waarheden aan allen bekend
te maken en valsche handelingen van
zekere personen eens in het klare dag
licht te stellen. Dan zal mogelijk de
Echo nog een reden meer hebben om
bij mogelijk artikel, zooals ik laatst las,
het opschrift te plaalseu >Zoo zijn hun
ne manieren Welnu, ik verklaar en
tart een ieder, mij op goede gronden
het recht hiertoe te ontzeggen
le dat ik v3n de R K- Vakvereeni-
ging te vorderen heb een bedrag van
ruim 50 gulden als uitkeering van schade,
door mij geleden, tengevolge van het
werkeloos* zijn gedurende nagc-noeg
10 weken van twee mijner dochters, als
zijnde deze werkeloosheid voortgespro
ten uit mijn lid maatschap der Vakver
eeniging 1*
2e ik herhaal, dat mij door den Heer
Roestenberg, als voorzitter der Vakver-
eeniging en dus door het Bestuur der
vereen, is toegezegd, dat mogelijke
schade, als bovengenoemd, mij door de
Vakver., (daar toen nog geen meisjesver-
eeuiging bestond) zou worden vergoed,
wanneer (zooals in dit geval) werkeloos
heid zou voortspruiten uit mijn lidmaat
schap der Vakvereeniging.
3o dat ik nooit één cent dezer schade
heb vergoed gekregen, integendeel, dat
ik door schoone beloften en (zooals
later gebleken is) >leugenachtige< woor
den gepaald ben, en mijn werken en
streven voor de Vakver. aldus met on
dank en schade is beloond geworden.
Wat en waaruit dit werken en streven
bestaan heeft, zal mogelijk de Heer
Roestenberg zich nog wel herinneren,
wanneer tenminste ook op dit punt zijn
hersens hem niet in den steek laten.
Immers, dit herinneringsvermogen van
den Heer R. schijnt al of niet scherper,
naar gelang hij in zich moet terugroepen,
goede of slechte gebeurtenissen, die in
zijn tijd hebben plaats gegrepen Daarom
vil ik hem hierin wel eenigszins behulp
zaam zijn en tevens daardoor reeds ge
deeltelijk bewijzen leveren voor mijn ver
klaringen.
Het zal dan toch hen, zoo goed als
het toenmalig Bestuur met den Eerw.
Advisuer, wel bekend zijn, dat ik, op
zijn advies een der aanstichters was van
den „winkelstrijd* bij M. Zacht dat ik
ten slotte indirect heb geboet met ont
slag, gevolgd door hetzelfde van mijn
twee dochters r Heugt het U nog, heer
Roestenberg, dat U mij later beloofde
deze twee meisjes bij een U verwante
firma te zullen onderbrengen
-'©at ik gedurende dien werkeloozen
tijd meermalen op nakoming uwer ver
schillende beloften heb aangedrongen
Herinnert u zich misschien de fabrieks-
vergadering van het personeel van Jan
Snoeren, waarop het plan voor >het niet
meer winkelen* werd vastgesteld? en
tot welke vergadering ik, hoewel niet9
met Snoeren te maken hebbende, toch
werd ultgenoodigd Toen zekere Hen
driks er tegen opzag, aan uw plan mee
te gaan, uit vrees voor ontslag zijner
bij Sn werkende dochter, toen moest
de thans >gesmade< ondergeteekende
U helpen en toen werd genoemde Hen
driks door U gewonnen, doordat ik be
aamde, dat ingeval van ontslag ook voor
zijn dochter zou worden uitgekeerd 1
»Dat is Ho'.lants ook toegezegd,* was
nagenoeg woordelijk uw gezegde. Zeer
juist, heer Roestenberg, >toegczegd,«
maar wijs mij nu eens de >nakoming< 1
Waar zijn uw daden?' Laat ik mede U
herinneren, dat, toen mijn dochters beiden
bij een fabrikant (naam doet hier niets
ter zake, hoewel steeds bereid dien te
noemen) werk zouden krijgen, dit is af
geketst, nadat mijn dochters op de des
betreffende vraag hadden geantwoord,
dat vader bij de Vakver. was. >Dan
kan ik U niet gebruiken, waren des
fabrikants eigen woorden 1 Heeft Uw
Eerw. Adviseur U toen niet verteld van
zijn bezoek ten mijnent Zoo ja, dan zal
Z:jn Eerw. verteld hebben, dat hij mij
zei>had gezegd* dat vader niet bij de
Vakver. was* waarop Zijn Eerw. door
een der »werkeloozcn* gevraagd werd
»of Zijn Eerw. ons ook nog liegen leer
de 1* Dan zal zijn Eerw, U hebben ver
teld, dat hij toen adviseerde, (nadat geen
cent vergoeding was uitgekeerd, nadat
wekenlang mijn contributie was binnen
gehaald, nadat alle wederwaardigheden
mij waren ervaren,) »als ik U was Hol-
lants, ging ik van de Vakver. af; wij
weten dan toch wel beter en ga dan hier
die en die patroons af 1* Weet U daarvan
heer Roestenberg van deze huichelzaak
of zoo niet, dan weet U toch, als Voor
zitter, dat U eens in de school een ver
gadering heb voorgezeten, waarin be
sloten werd 2 ets meer contributie te
heffen voor uitkeering aan meisjes, die
als slachtoffers* vielen, omdat de meis
jes toen nog geen eigen vereniging
hadden, welke verhooging op voorstel
van F. Vloemans w^rd gebracht op 5
ets U weet toch zeker nog wel, dat
U mij reeds voor de vergadering dit
hadt meegedeeld, dat dit voorstel van
U zou uitgaan, dat daarop F. VI. zou
voorstellen 5 ets te heffen en dat ik met
nog een af meer andere leden dit moe
sten applaudiseeren, opdat dit een stootje
zou zijn voor de andere leden, om dit
ook aan te nemen U herinnert zich
misschien deze manoeuvre ook niet meer
En waar zijn dan die gelden, die voor
uitkeering aan meisjes werden betaald,
gebleven Bij mij waren toch immers
twee van die slachtoffers* Zij zijn
toch betaald, niet waar, die meerdere
5 ets Maar mijne 50 gulden Hiervan
zal U toch nog wel iets weten En
mocht uw herinneringsvermogen mo
gelijk buiten werking gesteld worden
door een weinig bloedaandrang naar 't
hoofd, veroorzaakt door het boven
staande, gelieve U dan eens te doen
aderlaten* of zoo iets als wij de pa
troons moesten doen Herinnert U z.ch
ook dit niet meer, wat U ons dienaan
gaande hebt aangeraden Maar, dat
mogelijk later.
Ik meen hiermede >punt 1* van de
leugenachtigheden* voldoende te
hebben toegelicht en wil nog even aan
stippen no. 2, n.l. de uitkeering aan C
Steenbergen. Toen Steenbergen, bij de
firma P. H. Vloemans >geslachtofferd«
was, ben ik op denzelfden Zaterdagavond
van zijn ontslag met hem ten uwent
geweest, heer Roesterberg, (U woonde
toen naast van Dam). Steenbergen ver
telde van zijn ontslag, maar had recht
op uitkeering. Hij gaf echter zijn wrok
er over te kennen, dat nu zijn twee
zoons daar nog werkten en wilde hij
die ook gaarne daar weghalen.
Maar... uitkeering? Uw woorden wa
ren toen»Ja Steenbergen, maar die
jongens zijn geen lid, zelfs geen aspirant,
en dus uitkeering?I Ten laatste
hadt U er >iets opgevonden en dat
•iets* is zoo merkwaardig, dat het be
hoorde te worden geboekt in een van
dien tijd zoo zeer beschreven bladzij
den 1 Toen moest Steenbergen naar uw
medelid Zwaans gaan, die waarschijnlijk
'c geld had en hem zeggen»dat hij
Steenbergen die 5 gulden voor de jon
gens moest uitkeeren en dan maar moest
boeken opadministratie.* >Dolf
kan wel zwijgen en ik zal Zwaans zelf
ook nog wel spreken,* want daar be
hoeft niemand iets van te weten, 't is
niet, zoo als 't hoort.* enz. enz., sprak
toen met eigen mond de Heer Roesten
berg 1 Niet waar, heer Roestenberg Of
is dat ook gelogen Voorzeker, U kunt
het liegen heeten en de Heer Steenber
;en kan het liegen heeten en dan ben
ik nog veroordeeld immers Maar ver
geet niet, dat Steenbergen bij zijn thuis
komst uw woorden heeft herhaald en
dat toen meer menschen aanwezig wa
ren als ik alleen\ Vergeet niet, dat al
les, wat ik beweer, ik dit ook met ge
tuigen kan bewijzen en bevestigen 1 Ver
geet nooit, heer Roestenberg dat ik zeer
goed weet, wat ik weet en dat nog lang
niet alles gezegd is, wat gezegd moest
en kan worden I Mag ik U nu eens en
met U het geheele toenmalige Bestuur,
vragen, waar die meerdere 6 ets con
tributie gebleven zijn, bestemd voor de
vrouwelijke slachtoffers* Zijn deze
misschien toen naar dec mannelijken
kant verhuisd en daarmede de zoons
van Steenbergen betaald en werden mijn
f 50 vergeten Of waren deze niet ge
rechtvaardigd en de uitkeering van die
zoons wel En hoe hoog was dat jaar
wel de post >administratie« op uw ver
slag Antwoord mij en met intrest zal
ik U terugbetalen.
En aan U, buitenstaanders, aan U het
oordeel over de handelingen van dezen
zoo»beruchten< voorzitter derVakvereen.
ook aan U, leden der Vakver. de vraag,
of gij allen bekend zijt met deze »jood-
achtige* doenwijze, met deze aanwen
ding uwer contributie tot »ongeoorloofde<
uitbetalingen I* Aan allen, die dit lezeD,
de vraag, hoe men deze >geld-beschik-
kingen* kan noemen 1 Of de Heer Roes
tenberg het recht heeft zulks te doen,
dan wel of hij zich in samenwerking
met anderen >vergrepen< heeft aan hem
niet toekomende gelden
Voor slot van dit stuk (maar desge-
wenscht niet tot slot der geheele zaak)
is het mogelijk, dat dergelijken nog hun
valsche praktijken kunnen en durven
voeren achter het »Roomsch Katholieke*
schild? Of »Roomsch-Katholiek< ook
zoo iets in zich sluit, of in plaats van
godsdienst en geweten iets anders zich
in hun hart genesteld heeft, en of de
beweringen van ondergeteekende >leu
genachtig* of »waar< zijn doordeel
dat thans lezers, en twoordeel dan 1*
En wanneer een zulver-onpartijdige
werkelijke commissie hier naar eens
onderzoek doet, dan ga ik vrij uit1
Kaatsheuvel, 31 Tan. 1912.
RUDOLF HOLLANTS.
Een nederlaag.
Het is voorzeker reeds genoeg be
kend, dat te Waspik een doorbraak
heeft plaats gehad in de westelijke kade
van het Waterschap »de Buiteodellen*
in den nacht van 30 Sept. op 1 Oct.
1911. Ten wiens laste de herstellings
kosten aan dea dijk zullen komen, was
een quaestle, die velen bezig hield.
Spoedig echter zou hierin opheldering
gegeven worden door eene memorie van
toelichting, wel onderteekend door het
bestuur van het Waterschap >de Buiten
dellen* doch het behoeft hier niet ge
zegd, wie eigenlijk de schrijver is. Het
zij bemerkt, dat de strekking van deze
toelichting slechts daarop neerkomt, om
aan te toonen, dat de Gemeente ver
plicht is alle onkosten te betalen, die
aan deze doorbraak verbonden zijn. De
waarheid van deze memorie laat echter
zeer veel te wenschen over, de bewijzen
toch zijn hiervan zeer gemakkelijk te
leveren, mocht dus de schrijver lust ge
voelen dit aangetoond te zien, zoo ben
ik hiertoe gaarne bereid en in staat juist
het omgekeerde te bewijzen alles rustend
op degelijke gronden.
Het succes dat de toelichter zeker
verwacht had, is hem bovendien maar
al te zeer tegengevallen, getuige hiervan
de oppositiegeest tegen hem, welke
heerschte gedurende de vergadering van
de ingelanden, gehouden den 31 Jan.
j.l waarin des schrijvers voorstellen, ten
getale van drie, onder algemeene hilari
teit werden verworpen en het voorstel
der heeren Schoenmakers en de Roon,
geheel overeenstemmend met dat van
den Gemeenteraad met algemeene stem
men werd aangenomen, zelfs op zulk
eene wijze dat men de stemming staakte,
overtuigd als men was van het goed
recht van het aangenomen voorstel om
de Gemeente en dc polder leder voor
de helft der kosten te belasten. Niet
tegenstaande de vele bladzijden druks
en de mondelinge toelichting bovendien
(die echter niet veel bijval vond, daar
spreker niet ten einde hiermede kon
komen) werd door den schrijver een
algeheele nederlaag geleden, voorzekei
een treffend bewijs van den indruk, die
de memorie van toelichting heeft ge
maakt, figuurlijk zou men dit duidelijk
kunnen maken door te zeggen dat deze
zon wat leelijk onderging, nietfegea-
staande de hemel eerst zoo helder
scheen.
Het zou mij voorzeker te ver voeren,
indien ik alles in den breede moest aan
halen, wat én in de vergaderingen van
den Gemeenteraad én in die van de in
gelanden bettcffcnde de onderhavige
quaestie is besproken, en meen ik voor
dezen keer reeds genoeg gezegd te
hebben. Men zal het mij echter niet
ten kwade duiden, wanneer ik tot slot
bedoelden schrijver een welgemeenden
raad wil gevrn en gevolg geef aan een
overbekend spreekwoord >Mea is nooit
te oud om te leeren*. Indien hij n.l-
lust gevoelt nog eens toe te lichten ook
wat meer zorg te besteden aan taal en
stijl, men zal tenminste dan hier niet
meer over struikelen.
Ik teeken.
X.
gekeerd, 't Is werkelijk schande. Bij ons
zou 't niet gebeuren, dat zulk ongelukkig
wezen aan de guurheid van het jaargetij
wordt blootgesteld. Een rilling gaat u
door de leden, als ge ziet, hoe de stum-
perd daar zit, om zoo te zeggen dakloos,
terwijl de muren verschillende openingen
hebben. Als ik het goed begrijp, dan
moeten sommige zoogenaamde grooten
van Dussen niets van den minderen man
hebben, tenzij wanneer er gestemd moet
worden. Ten minste bij de laatste stem
ming hebben ze zich heel wat moeten
vernederen. Toen sloegen-ze geen enkele
woning van den minderen man over,
maar toen hadden zij ze ook noodig, en
als ze ons niet gehad hadden, hadden
ze er ook niet gekomen. Intusschen het
blijft onverantwooidelijk den armen even-
mensch niet te helpen, wanneer men
hem helpen kan.
EEN ANDERSDENKENDE.
Dussen, 2 Februari 1912.
Geachte Redactie.
Met de opname van het volgende zal
U mij ten zeerste verplichten.
R. K. Armenzorg te Dussen.
Herhaaldelijk las ik in De Echo v. h.
Zuiden, dat de R. K. Armenzorg te
Dussen veel te wenschen overlaat En
deze bewering is geen laster, 't is zuivere
waarheid. Een ieder kan er zich van
overtuigen, als bij zich wil begeven naar
den Hoogen Dijk. Wel is lasterwat
onlangs door een lid der >Koemissie«
is gezegd: >Verleden jaar heb ik ze
een andere woning willen geven, maar
dat heeft hij Diet gewild*. Geen laster is
hetdat een lid d Koemissie* geld
van de bekende R. K. Vereeniging had
opgenomen, en dit, uit vrees voor de
onthullingen van* een >Buitenstaander*
aan voornoemde vereeniging heeft terug
gegeven.
Met dank voor de plaatsruimte,
EEN TROUW LEZER.
Dussen-Binnen, 1 Februari 1912.
Geachte Redactie.
Een plaatsje voor het volgende in uw
veel gelezen blad.
Treurig, diep treurig is de toestand
van het arme vrouwtje aan den Hoogen
Dijk. En de oorzaak van die ellende
't Is het plichtverzuim van de R. K.
Vereeniging, die met Dussen's Armen
zorg belast is. Doch het spreekwoord
zegtDe kruik gaat zoolang te water
tot ze berst*. Van hooggeachte zijde
vernemen wij, dat spoedig een onderzoek
ter plaatse zal worden ingesteld. Daar
enboven is het aan elk R. K. Dussenaar
bekend, dat genoemde Vereeniging be
schikt over de gelden van het Burgerlijk
Armbestuur voor de R. K. Gemeente,
't Is onbegrijpelijk voor elk •buiten
staander*, doch niet voor hem, die zich
noemt
EEN BINNENZITTER.
Dussen (Hoek.) 31 Januari .912.
Geachte Redactie.
Zou U de volgende regelen willen
opnemen in uw te Dusseti veel g lezen
blad Mijn dank.
Roomsche Armenzorg.
Nu en d n, wanneer De Echo iets
bijzonders van Dussen vermeldt, ontvang
ik die courant van mijn buurman, een
Roomsch-Katholiek Ik dacht eerst, dat
schiijven over het arme vrouwtje aan
den Hoogen Dijk is zeker overdreven,
te meer, daar ik van zekere zijde al eens
uitlatingen vernam, waaruit ik moest
besluiten 't zal wel zóó erg niet zijn.
Na een kijkje te hebben genomen,
moet ik zeggen, dat de berichten in De
Echo aangaande de arme stumperd aan
den Hoogen Dijk, de volle waarheid
bevatten. Ik heb nooit kunnen denken,
dat de Roomsche Aimenzorg zóó iets
zou kunnen gedoogen En naar ik hoor
is die R. K. Vereeniging wel degelijk
verplicht voor huisvesting te zorgen, daar
zij ook beschikt over het gedeelte van
de gelden van het Burgerlijk Armbestuur,
dat aan de R. K. Gemeente wordt uit-
Veiling van Tuinbouwproducten.
(1 gezondeu).
Door de afdeehng Vught en Omstreken
der Nr-derlandsche Maaisctuppij voor Tuin.
bouw en PLulkur.de, zijn pogingen aange
wend m in deu Bosch een veiling vau
tuinbouwproducten op tt richten.
Ik vind bet zeer nuttig, door middel van
dit blad, het publiek, en vooral dt belang
hebbende en belangstellende persuneu bij
een veiltug, mee le deeleu, in boeverre deze
pogingen ieeds ge orderd zijn.
Op d« eerste plaats is n.in geconfereerd
met den heer Bpieuger, Rtjksiuiubouwle raar
voor dit gewest.
Deze heer adviseerde oin met deze po-
gingen door te gaan en altoo lol oprichting
van een veiling te gerakeu.
In verband hiermede is Diasdag 30 Jan,
j.l. in Don Bosch, door verscbilleude belang
hebbende en oelangstellende persoutn, eene
bijeenkomst gehouden om deze zaak eens
nader le besprekeD.
Het resultaat ran deze bespreking is
geweest, dat nil de verschillende gemeenten
in de omgeving van dtu Bosch, iemaud
uitgenooiigd is geworden, om gezamenlijk
eene propagandacommissie te vormeu, welke
zooveel mogelijk propaganda voor deze zaak
zal maken en eenige uoodzakelijke voorbe
reidende werkzaamheden zal verr chteo.
Alsdan zal de heer Sprenger, in de maand
Februari, op nader te bepalen datum, in de
zaal bij den beer P. Mulders, Markt te
's Bosch, een lezing houden over het nut
en de iurichling van eeu veiling. Daar zal
dan getracht worden om tot oprichting vau
een veiling te gerakeu.
Verschillende belanghebbende en belang.
steil ude personen gaven reeds keuais om
gaa ne tot oprichting van een veiling mede
ie werken nochtans zijn er zeer veel per
sonen ia deze omgeving die tainbuUwge-
wassen kweeken, welke tot instandkoming
van een veiling kunuen medewerken, mus
zij er bet rechte nat vau inzien.
Ook voor verschillende landbouwers in
deze omgeving, welke doorgaans ook L het
bezit zijn vau vr< cbtOoomgaarden, kan zoo
eeu veiling ook aser nuttig z\ju, üaar zij
nu meestal hunne producten maar aan den
eersten den besten opkooper, tegen willekeu-
rigen prijs verkoopen, waar zij bij verkoop
op een veiling doorgaans boogere prijzen
zullen bedingen.
Daarbij is men bij verkoop op een veiling
verzekerd, het bedrag waarvoor ve.kuchi is,
te outvangeu en heeft men daar mA toe-
talleu eic. niets n t te staan.
Ook vele personen, welke wel geschikte
gronden hebben om groenten en vruebteu
te kweeken, zagen tot—nog—toe hiertegen op,
omdat zij geen tijd hadden zich met hel
markten in le laten.
Voor zulke personen is eeD veiling ook
zeker een goede inrichting en dat zij dan
nok medewerken om de oprichtmg van deze
ie bevord«reu.
Wij vei wachten dan ook zeker dat vele
personen bet nut vau zoo een veiling zalleu
inzien, dat zij eendrachtig zullen samen
werken om lo' oprichting van ecu veiling
ie geraken.
IJ, Mijnheer de. Re acteur, ze beleef ien
dank «oor de opname van du stuk.
Vugot, 1 Februari 1912.
J. VAN ESCH,
Secretarie der Tuinbovwafdeeling
Vught en Ometreken,