F— Mandos-Vinken,
HilïïWS UIT HBüIÏËI
fijne Heeren Mode-Artikelen.
ingezonden Stukken.
andels bericht en
If
floflMerancier Tan
le. Prijs. C. v. d. Assem-Muscus.
P2erv. vermelding. A. Vrinten.
Rood band dofter jong.
(ofschoon deze afdeeling goed vertegen
woordigd was, werd alleen toegekend)
Zeer eerv. vermelding. A. Schalken
Waalwijk.
Rood kras duif jong.
2e Prijs. Caspanni v. Beurden. Tilburg.
Niet genoemde kleur duif jong.
le Prijs. H. F. Muitjens, Den Bosch.
Nog werden de volgende eere-prijzen
toegewezen
Voor de schoonste doffer der geheele
tentoonstellingZilveren medaille ge
schonken door G. De Witt aan P. v. d.
Meijden Rotterdam,
Prijs geschonken door H. Bergmans
voor den mooisien dofter in niet genoem
de kleur: P. v. d. Meijden Fotterdam.
Diploma's geschonken door J. Corne-
lissen voor dec mooisten blauw kras
doffer P. v. d. Meijden Rotterdam.
Voor den mooisten rood band doffer
ong A. Schalken Waalwijk.
Prijs geschonken door C. Sauters voor
de mooiste blauw kras duif jong L. De
Bever Vucht.
Prijzen in geld. Voor den schoonsten
blauw kras doffer oud geschonken door
H. Bergmans, P. v. d. Meijden Rotterdam.
Geschonken door A. Wijdemans. Voor
de schoonste duif der tentoonstelling
Caspanni-v. Beurden Tilburg.
Heusden, 28 Febr. 1912.
Schoolsparen.
Dank zij de medewerking van het
onderwijzend personeel Mej. K. en de
Heer A. M. is aan de openbare School in
de Putterstraat(circa 120 leerlingen) in
den tijd van 4 jaren door de kinderen
in de Rijkspostspaarbank belegd het niet
onaanzienlijde bedrag van ruim f 750;
hoofdzakelijk bijeengebracht met centen
die anders veelal bestemd waren voor
den snoepwinkel etc.
in-jli i 'i mi _jj
(Buiteu verantwoordelijkheid der Redactie).
Geachte Redactie
U zult mij, naar ik hoop, wel willen
veroorloveu in 't kort te antwoorden op
Uw naschrift in zake »De Maasbode
Wat de kwestie met Uw correspondent
betreft, die laat ik natuurlijk rusten, tot
dat ik kennis heb genomen van zijn
verweer. Ook ter wille van belangstel
lende lezers is eene scheiding van deze
twee punten wenschelijk.
Vooreerst mijn besten dank, Geachte
Redactie, voor deze welwillende woor
den »Wij apprecieeren het groote nut
en de noodzakelijkheid van een groot,
goed, Katholiek dagblad, wij vvaardeeren,
wat »de Maasbode* in deze doet en
hebben daarvan vroeger blijk gegeven
U apprecieert het groote nut en ziet
de noodzakelijkheid in van een groot,
goed, Katholiek dagblad. Een groot
dagblad, d. w. z. 'n dagblad dat ver
schijnt in morgen- en avondeditie, dat
concurreeren kan in financieele, handels-,
en nieuwsberichten met de groote dag
bladen, die niet Katholiek zijn.
U waardeert, wat de Maasbode in
deze doet.
Maar de conclusie ligt voor de hand
iedere Katholiek, die zooals U en ik
het nut, ja de noodzakelijkheid ervan
inziet en tevens door zijne zaken of om
andere reden practisch belang moet
stellen in den bloei van dat groote Ka
tholieke dagblad, is dan ook verplicht
zijn steun te verleden door abonnement
en advertenties Te meer klemt dit be
sluit, als het groote Katholieke dagblad
werkelijk door zijne berichten uit finan-
tleele en handelswereld zijn lezers even
goed bedient als groote niet-Katholieke
dagbladen.
En de Maasbode is op de hoogte.
Toch vernietigt de antipathie bij velen
de wettigheid onzer conclusie 1
Vreemd, dat die antipathie niet blijkt
ten opzichte van niet-Katholieke bladen.
Men moge op de Maasbode tegen
hebben, wat men wil, het is een Ka
tholiek Blad, dat gelezen mag worden.
En de groote, aan de Katholieke zaak
beslist vijandige, bladen
Die mogen bij dezelfde Katholieken
gerust binnenkomen met feuilletons en
verslagen van schunnige zaken, die stel
selmatig ook het gemoed hunner huis-
genooten bederven met allerlei berich
ten, politieke artikels en zetten, die
geen andere lendenz hebben dan de
Katholieke Kerk en hare instellingen,
de rechtsche meerderheid en de re
geering hatelijk te maken en afbreuk
te doen.
De Katholieken, die met hun anti
pathie blijven steken over de Maasbode,
ontvangen met 'n glimlach de ongods
dienstige kranten, en helpen mee,
om het Katholiek geloof, dat zij zeggen
lief te hebben en hoog te houden, in
discrediet te brengen.
Heel wat erger dan »Ketterjagerij< 1
Ja, dat groot woord wordt vooral tegen
de Maasbode uitgespeeld.
In verband hiermee schrijft U>De
Eerw. heer Kapelaan zal zich den storm
loop tegen »De Tijd* »n diens eerwaar
den hoofdredacteur nog wel herinneren,
de gezamenlijke verklaring der bisschop
pen daartegenover, de verklaring van
Mgr. Drehmans, de verklaring van den
journalistenkring, de verklarirg van pater
Hyacinth Hermans, die zijne beschuldi
ging moest herroepen, de houding van
bijna de geheele Katholieke pers
Zeker herinner ik mij dat alles, maar
wat heeft het feitelijk met »ketterjagerij*
ie maken De Maasbode plaatst de be
noeming van den ZeerEerw. Heer Geurts
tot Professor tegelijk met zijn eervol
Ontslag, onder dankbetuiging van het
doorl. Episcopaat verleend. Wat Pater
Hermans spreekt en herroepen moet,
blijft voor zijn persoonlijke rekening.
Dat men „de Maasbode" bestrijdt,
dat men strijde tegen zijn >hardhandig-
heid,« ik kan er verklaring voor vinden ;-
maar dat men hem stelselmatig bestrijdt,
daar moest men het laatste jaar wat meer
voor geleerd hebben.
Beziet men de hoofdmomenten van
den strijd, waaromheen zich de andere
>zaakjes* groepeeren, dan vindt men
de strijd van »de Maasbode* tegen
Fogazzaro en zijn modernistischen roman
Leila, (II Santo stond reeds oo den
Index) eindigt met de veroordeeling van
Leila; de strijd van »de Maasbode*
tegen Mgr. Duchesne, naar aanleiding
van zijn werkHistorie Ancienne de
l'Eglise, eindigt met de veroordeeling
van dit geschiedkundig werk dat even
eens geplaatst is op de lijst der voor
Katholieken verboden boeken.
Eindelijk de strijd (in 't korf gezegd)
tegen het intercontessionalisme in de
organisatie. Hier in ons land is de strijd
geëindigd door het Communiqué onzer
Bisschoppen, den 6 December 1911.
Maar al te veel heeft men over he
hoofd gezien de eerste zinsnede ervan,
waarin het doorl. Episcopaat verklaart
»In don laatsten tijd openbaart zich een
streven om. tegen Onze verklaring in,
stemming te maken voor Christelijke
vakorganisatie.*
Alléén »de Gelderlander,* Katholiek
dagblad van Nijmegen, verklaarde dat
de eer van dit streven gesignaleerd te
hebben toekomt aan >De Maasbode,*
die ervoor ijverde, dat er van de offi
cieel goedgekeurde uitzondering voor
Limburg's mijnwerkers geen kracht zou
uitgaan naar andere organisaties.
Rest nog de strijd over het Intercon-
fessionalisme in 't buitenland.
U zegtDe Maasbode staat vrijwel
alleen, en zou die 't nu alleen goed
voor hebben Men had dit ook kun
nen vragen bij de kwesties, die zijn uit
gemaakt op de wijze, zooals ik aangaf
En men heeft toen evengoed als nu
gezegd De Maasbode doet aan >Ket-
terjagerijl* al had de Redactie toen
veel bewijsmateriaal voor hare stelling
opgestapeld, gelijk nu.
Ik moet het hierbij laten al te veel
reeds vorderde ik van uwe plaatsruimte
doch wat ik schreef beschouwde ik als
een daad van rechtvaardigheid in 't
belang der Katholieke pers, waarvoor
Mgr. van de Wetering een zeei lezens
waardig en behartigingswaardig vasten-
mandement heeft geschreven.
Tot degenen, die al te lichtvaardig
geloof slaan aan de zelden zakelijke
bestrijding van De Maasbode Id onze
kleinere pers, en door die bestrijding
zich zeiven vrijpleiten, zou ik willen
zeggen Neemt en leest 1
En oordeelt dan.
Aan de Redactie mijn welgemeenden
dank voor hare welwillenheid.
tegengewerkt.
Ook treit 't weer eigenaardig, dat van de
rede van den eminenten Katholieken redenaar
Dr. Poela, „do Maasbode'' geen enkel rew
verslag gaf, noch van de geheele jaarvergade
ring. Mogelijk zullen Aalberse. Pools, Balt
enz. weer verdachte hoeren zijn
Om onze bonding in deze nog beter te
rechtvaardigen, znllen wij a s. Zaterdag (nu
ontbreekt ons de plaatsruimte) tot slot nog
eer» eeo artikeltje opnemen van een collega
van kapelaan v. d. Meijden, den WelEerw.
heer Th. v. d. Marck, te Roermond over deze
zaak.
l)e Eerw. heer v. d. Meijden zal wat ons
correspondentschap ilensden betreft, zijn ern
stige beschuldigingen wel tegenover onzen
correspondent willen verdedigen, waarvoor
Z.Eerw. in ons blad natuurlijk gaarne plaats
bekomt.
Wij mogen er misschien nog wel even iets
bijvoegen, dat met de onderhavige kwestie
als zoodanig niets te maken heeft, doch wat
toch nog wel eens duidelijk gezegd mag wor
den, vooral in verband met dit en andere
ingezonden stukken.
Het doet ons werkelijk genoegen in een
ander schrijven te lezen dat Z Eerw. vefrtrouwt
dat gezien de bereidwilligheid, waarmede wij
gewoon zijn iemand voor het goed recht zijner
zaak te laten opkomen, zijn schrijven een plaats
zal worden ingeruimd
Zeer jnist, dat is onze gewoonte, waarvan
elke week door geestelijk zoowel als leek
wordt gebruik gemaakt. Waarom heeft de een
die aangevallen wordt, die zich met een artikel
met besluite met leiding of leiders niet kan
vereenigen, niet 't recht zich te verdedigen
of uiting te geven aan zijne bezwaren Waarom
niet 't hoor en wederhoor Nogmaals dat is onze
gwwoonte, die wij, 't zij voorop gezet, zullen
handhaven, ia weerwil van schunnige verdacht
makingen en vermeende afmaak—Bystemen.
Wij zullen op dergelijke viezigheden en vunzig
heden niet antwoorden, muar gaan onzen eigeu
weg en aan dio heeren dio daarboven hoog
getroond zitten, maar zich door hun, ons te
goed bekende stijl van vervlogen dagen, toch
verraden, zij gezegd„degene die U haast
dood waant, verheugt zich, jammer voor U,
vooralsoog in bloeiende gezondheid.
Hoogachtend
H. VAN DER MEIJDEN,
Kapelaan.
Heusden, 26 Febr. 1912.
Noot van de Redactie.
Met genoegen plaatsen wij bovenstaande
antwoord van den WelEerw. heer v. d. Meijden.
Dergelijke polemiek, waarin de goede toon
bewaard wordt, is aangnnaam en kan niet
dan gunstig werkeD. Wij stollen het op prys,
dat men, als men met de redactie van meening
verschilt, er in ons blad, duB voor onze lezers
van doe blykeD.
Nogmaals wij zijn overtuigd van 't nut van
een groot katholiek dagblad als „de Maasbode*
welker financieels en handelsberichten o. a,
zeker goed zijn. Het ging hier over de „Maas
bode* en niet over het een of ander liberaal
dagblad en daarom spraken wij ook daarover
niet. Zeker is 't een katholiek dagblad, dat
gelezen mag worden, maar dat neemt niet
weg, dat men tegen een ander gedeelte, een
der hoofdzaken nog al wat tegen kan hebben
en dat was onze bedoeling ea werkelijk de
Eerw. schrijver moet bet met ons eens zijn, dat
de „Maasbode* met zijn modernisten-zoekerij
dikwijls wel wat erg heeft omgesprongen en
zelfs zeer hoogstaande katholieke leeken en
priesters, vrij wel een eerekroon van 't hoofd
heeft gerukt, waardoor het zeer vele goede
katholieken en eeD groot deel der katholieke
bladen, groot en klein tegen zich heeft inge
nomen Dat staat als een paal bovea water,
dat hebben wfj willen doen uitkomen en ook
openlijk willen afkeuren, zonder verder afbreuk
te doen aan 't vele goede, wat 't blad geeft
en bewerkt.
Wij mogen den Eerw. Bchrijver ten slotte
wel eens verwijzen naar hetgeeu 1 1. Zondag
op de Jaarvergadering der R. K. Vakorgani
satie te Breda is voorgevallen, waar een spre
ker vroeg of 't geen tijd werd het Doorluchtig
Episcopaat te vragen, om aan al die verdacht -
makingen van hoogstaande personen door een
zeker blad (De Maasbode) een einde te doen
komen, en waar deze woorden luide werden
toegejuicht en als protest besloten werd te
organiseeren een cursus voor vrijgestelden en
bestuurders, door dit blad zoo hinderlijk
Heusden, 27 Febr. 1912.
de R.
Naar aanleiding van het ingezonden
stuk van den Eerw. Heer H. v. d.
Meijden, R. K. Kapelaan alhier, wensch
ik voorloopig het volgende mee te
deelen
Eerwaarde Heer 1
In het laatste gedeelte van uw schrij
ven over »vreemde journalistiek* laat
U niet ondubbelzinnig blijken, dat de
Redactie v. d. Echo ook in eigen tuintje
te wieden heeft (wie heeft dat nu nooit
eens wat betreft de mededeelingen
uit ons stedeke der speciaal Roomsche
gebeurtenissen. Afgaande op die >be-
richies* die onder het »hoofd >Heus
den* verschijnen, ben ik er van over
tuigd, dat de Redactie, actief als ze is,
naast mij nog minstens één of twee
opzenders moet hebben, zoo ze boven
dien nog niet uit andere bronnen put
Doch wat de Roomsche gebeurtenissen
en corporaties betreft, daarvoor geloof
ik, schrijver dezeshoofdzakelijk aan
sprakelijk te zijn en constateert u dan
»vreemde« journalistiek, dan draag ik
daarvan '(behoudens enkele berichtjes)
in alle oprechtheid gaarne de volle ver
antwoordelijkheidzoodat de bij enkele
katholieken zoo gesmade Redactie in
deze vrij uitgaat. Ze heeft, zooals ze reeds
verklaarde, in mij een eerzaam en be
trouwbaar man gezien- Heeft ze zich
vergist, wat later wel blijkt, zoo is ze
hoogstens slechts de dupe geworden
van haar goed vertrouwen in en haar
informaties omtrent mij.
Meen niet. dat ik hier in praktijk
breng het bekende »Manus manum la-
vat,* o, neenik ben dit verplicht
jegens de redactie en voor de rest
wasch ik me misschien zelf nog wel
zoo'n heel klein beetje blank. Om dit
te ondernemen, wensch ik, dat U me
een enkel oogenblikje ter wille zijt en
even duidelijk maakt de volgende regels
allemaal gebeurtenissen, die Uw
correspondent uit den aard der zaak
niet bijwoont, omdathij er zich
niet op zijn plaats gevoelt.
Deze passus, die voor mij (en terloops
opgemerkt ook voor anderen) niets dan
vreemde, nietszeggende woorden bevat,
had ik gaarne duidelijk toegelicht en
mocht hij soms een verdiende hatelijk
heid of stekelige opmerking bedoelen,
gerust er maar mee voor den dag
goede vrienden zeggen elkaar soms harde
waarheden. Bij voorbaat zeg ik U, dat
ik er niet boos om zal worden, want
wie kaatst moet den bal verwachten.
Zoodra U aan mijn, dunkt me, billijk
verzoek hebt voldaan, mijn nood-ver-
weer: lo over mijn vreemde nietszeg
gende mededeelingen omtrent uitvoerin
gen der Fanfare en der Tooneelver-
eeniging (desnoods ook van de eertijds
mededewerkende zangver of is die er
niet onder begrepen 2o over mijn ha
telijkheden omtrent het optreden der
Roomsche Turnclub Sint Herman Joseph
van Drunen, 3o over mijn stekelige
berichten over de lezingen in onze R.
K. Debatingclub enz. enz. en 4o. mis
schien ook over. den nu voor mij totaal
onverstaanbaren passus dat ligt er na
tuurlijk aan. Ik wacht dus uw gewaar
deerd antwoord, dan kan ik in ééns
afwerken.
Evenals U neem ik een aanloopje,
om tot >des Pudels kern* te komen
dat is heusch geen naaperij, maar het
kwam zoo in het kader te pas.
Ia vertrouwen, dat U aan mijn billijk
verzoek wilt voldoen Hoogachtend
de correspondent die het
verbruid heeft.
Geachte Redactie.
Niet twijfelende of u wil mij voor on
derstaand stukje wel een plaatsje ver-
leenen blijf ik U bij voorbaat dank.
J.l. Zondag wederom een ingezonden
stukje lezende over Dirk en Kee uit
Dussen, kan ik terwille der waarheid
toch niet nalaten daar even op terug te
komen het aan de geachte lezers over
latende wie zedelijk verplicht waren voor
Dirk te zorgen.
Het Roomsche Katholieke Armenzorg
of een ander.
Dat Dirk dood is weet thans iedereen,
maar wat de lezers van de Echo niet
weten is dat Dirk 86 jaar geworden is
en er 70 van in eene dienst is geweest-
Was het dan bij minder gegoede zult
gij vragen, mis hoorwaarde lezer.
Dirk heeft bij eene familie gediend waar
voor jaarlijks duizenden guldens Dussen
uitgaan.
Welke firma of welke zaak ook zoo
vraag ik u geachte lezers, laat na dus
danige diensttijd zijne werklieden of
bedienden aan hun lot over en zooals
ik Zondag las vaB koude omkomen
terwijl toch de beheerder dezer goederen
zoo ik mij niet vergis, onder den rook
van Dirk woont- Dit wil ik den geachten
inzender van Zondag even vragen.
Wie heeft het dak van Dirk gemaakt
Wie heeft Dirk in kleeren, bedden
goed enz geholpen
Zou daar het Armbestuur vreemd aan
gebleven zijn
Wat wil dan de inzender eigenlijk
toch wel hebben, wat dit armbestuur
doet
Voi r men iets beoordeelt, zou goed
onderzoeken toch zeker wenschelijk zijn.
Een waarheidslievende.
Kaatsheuvel 26 Febr. 1912
M. de R.
Vergun mij nog even een plaatsje in
Uw blad. Bij voorbaat dank.
Met een enkel woord moet ik toch
nog den Propagandist Jos Vrinten van
antwoord dienen-
Het heeft mij verwonderd, dat aan
genoemde persoon de verdediging der
propagandaclub moet worden toever
trouwd. Hij schijnt dus de meest ge
zaghebbende te zijn. Och arm 1
Ware zooals ik verwacht had door
een ander deze club verdedigd, dan zou
ik daarop geantwoord hebben, in geheel
anderen vorm. Nu echter heb ik daartoe
den lust niet meer, en zal verder niet
antwoorden.
Deze jongen raad ik aan, om eens
aandachtig het stukje te lezen, in de
Leerbewerker van 23 Febr. 1.1. over
»Zelfhervorming«.
Daar valt voor hem zeer veel uit te
leeren.
Ik heb ook walging en verachting
gekend, meermalen als ik met dezen
propagandist in aanraking kwam, dus
dezelfde gevoelens waarmee Jos Vrinten
mijn schrijven gelezen heeft. Dus >Zelf-
hervorming*. Dat ik mijn naam niet
bekend maak heeft Zijn reden. Daaraan
kan men zien dat men niet altijd de
waarheid mag zeggen, vooral hier in
Kaatsheuvel en zeker niet wanneer het
de Vakorganisatie betreft.
En daarom moet ge ook niet kwaad
worden op de Redacteur van »De Echo
van het Zuiden* zooals ik las in de Leer
bewerker j.l. Zondag. Die geeft iedereen
gelegenheid te zeggen, wat men te zeg
gen heeft. Dit kunt ook gij doen.
Gegroet
Een vijand van huichelen.
De Nieuwe Tilburgsche Courant dient
mij van antwoord in haar nummer van
24 Febr. j 1. Veel, wat zij schrijft, kan
onbesproken blijven, omdat het langs
mij en ook langs de kwestie heengaat.
Ik wensch mij tot de zaak alleen te
bepalen.
Blijkbaar heeft de Redactie ingezien,
dat hare cijfers niet meer kunnen dienen.
Zij werpt het daarom over een anderen
boeg en legt nu den nadruk op den
dwang, die uitgeoefend wordt.
Zij voelt echter, dat dwang niet altijd
onredelijk is en spreekt daarom met een
enkel woord over dwang, zelfs over ge
dwongen winkelnering, als gevolg van
een vrije overeenkomst.
Volgens haar schijnt van deze laatste
geen sprake te zijn in de schoennijverheid.
Wie den toestand onbevooroordeeld
heeft leeren kennen, weet heel goed
dat de Tilburgsche redactie hier iets
neerschrijft, wat onjuist is.
Het bewijs voor hare stelling, waar
mede ze nu komt aandragen, kan daarom
veilig terzijde worden gelegd.
Maar. zegt de Redactie, >Sincïs ge
dwongen winkelnering door de wet
uitdrukkelijk is verboden, kan er een
Katholiek er zijn arbeiders niet toe
dwingen zonder een rechtvaardige wet
te overtreden, iets, wat in geweten ver
boden is.»'
Over deze uitspraak zou gwtwist
kunnen worden. Maar, aangenomen, dat
ze juist is, welk bewijs is daaruit te
halen voor de stelling, dat de overtreders
dezer wet te kort doen aan de recht
vaardigheid en liefde ten opzichte van
den werkman.
Dat bewijs moet nog altijd worden
geleverd. X.
Gelieve onderstaande regelen in Uw
blad op te nemen. U bij voorbaat mijnen
dank.
Voetbal-vechtpartij.
Deze titel hebben zeker wel allen die
1.1. Zondag de match W. V. II-B. V. C.
bijwoonden herhaaldelijk uitgesproken.
Van voetbalspel was beslist geen sprake,
wel probeerde de W.Vers. het telkens,
doch dit werd steeds onmogelijk gemaakt
door het onbeholpen, ruwe, valsche spel
der B. V-Cers Dit kwaad moet worden
uitgeroeid, en het is bij deze aan hen
die eenigszins invloed hebben bij het
Bestuur van den B. V. B., deze er op
wijzen den scheidsrechter welke is aan
gesteld de match te leiden, den spelers
direct het veld te doen verlaten welke
zich bij herhaling aan zulke onhebbelijk
heden schuldig maken. Het was een
omlooperij op de valschte manier. De
supporters zelfs welke waren mede geko
men herinnerden de spelers telkens eraan,
door hun toe te roepen >pootje lichten
Piet!»
Ik vraag U toch eens, is dat de po
gingen van een B. V. B. om het voet
balspel steeds op hooger standpunt te
brengen, in de hand te werken Een
achterspeler had zeker zijn gemoed nog
niet genoeg kunnen koelen, want op eens
hoorden wij hem roepen »Kom maar
eens op brnel» Deze scheen de uit-
noodiging te hebben aangenomen, want
op een gegeven oogenblik zagen wij
hem met den bal een ren nemen, doch
botste per ongeluk zoo hard tegen
zijn gastheer, dat deze met een flinke
kracht tegen den grond smakte.
O ed'le sport 1 1
Nogmaals hier diende door den
scheidsrechter te worden ingegrepen wil
deze sport niet ontaarden in vechtpartijen
Ik hoorde den scheidsrechter (welke
zéér goed voldeed) zeggen »ik heb nog
nooit zoo iets gezien.»
Waar moet dat heen Moeten zulke
vechtpartijen niet den kop worden in
gedrukt Gebeurt dit niet dan zullen
er verschillende ouders zijn welke hun
jongens zullen verbieden te matchen,
tenminste tegen B. V. C. uit Besoijen 1
U nogmaals dankende voor de plaatsing.
Een voorstander van Voetbalspel.
M. de Redacteur
Ik aarzelde om te schrijven, maar me
dunkt, het moet eens publiek gezegd'
worden. Hoe was 't mogelijk, zoo vraag
ik, dat de heer Luciën genoodigd om
hier met Vastenavond zijne voordrachten
te houden Keude men dan het leven
niet van dien Heer Ik spreek tot
Katholieken, gelijk ook de Heer Luciën
is, tot hen dus, voor wien de huwelijks
wetten der Katholieke Kerk heilig zijn.
Wist men dan niet, dat hij de huwelijks
wetten der Katholieke Kerk schandelijk
met voeten treedt En die durft dan
nog onder het program te laten drukken
„Niets zedekwetsend zal voorgedragen
worden. Het zien alleen van dien Heer
is bijna zedekwetsend voor deD Katholiek,
die de zedewetten zijner Kerk voor heilig
houdt. En zelf moest hij zich schamen
om op te treden in eene gemeente zoo
overwegend Katholiek.
Het Katholiek publiek was stellig
onkundig aan het leven van dien Heer.
Anders, geloof ik, zouden weinigen ja
geen zijner toehoorders geweest zijn.
U, M. de Redacteur dankend voor de
verleende plaatsruimte.
Waalwijk, 27 Febr. 1912. X-
SPECIALITEIT IN
in.
Groitestraat B 142.
949
De Burgemeester der gemeente Waal
wijk brengt in herinnering, dat de Land-
weerplichtigeq, behoorende tot de In
fanterie opgeroepen om op 25 Maart
a.s. onder de wapenen te komen, wan
neer zij hun gezin tijdens hunnen dienst
eene geldelijke vergoeding wenschen
toegekend, hunne daartoe strekkende
adressen persoonlijk moeten worden in
geleverd ter Secretarie uiterlijk op 2
Maart 1912-
De Burgemeester voornoemd
Th. de Surmont de Bas Smeele.
V
BESOIJEN, 27 Febr.
De piijs der boter was heden op de markt
Aanvoer 302 Kilo's.
lloogete prijs 1 1.73.
Laagste prijs 1,59
Eieren 3'/j 4 cent per stak.