F— Mandos-Vinken, HilïïWS UIT HBüIÏËI fijne Heeren Mode-Artikelen. ingezonden Stukken. andels bericht en If floflMerancier Tan le. Prijs. C. v. d. Assem-Muscus. P2erv. vermelding. A. Vrinten. Rood band dofter jong. (ofschoon deze afdeeling goed vertegen woordigd was, werd alleen toegekend) Zeer eerv. vermelding. A. Schalken Waalwijk. Rood kras duif jong. 2e Prijs. Caspanni v. Beurden. Tilburg. Niet genoemde kleur duif jong. le Prijs. H. F. Muitjens, Den Bosch. Nog werden de volgende eere-prijzen toegewezen Voor de schoonste doffer der geheele tentoonstellingZilveren medaille ge schonken door G. De Witt aan P. v. d. Meijden Rotterdam, Prijs geschonken door H. Bergmans voor den mooisien dofter in niet genoem de kleur: P. v. d. Meijden Fotterdam. Diploma's geschonken door J. Corne- lissen voor dec mooisten blauw kras doffer P. v. d. Meijden Rotterdam. Voor den mooisten rood band doffer ong A. Schalken Waalwijk. Prijs geschonken door C. Sauters voor de mooiste blauw kras duif jong L. De Bever Vucht. Prijzen in geld. Voor den schoonsten blauw kras doffer oud geschonken door H. Bergmans, P. v. d. Meijden Rotterdam. Geschonken door A. Wijdemans. Voor de schoonste duif der tentoonstelling Caspanni-v. Beurden Tilburg. Heusden, 28 Febr. 1912. Schoolsparen. Dank zij de medewerking van het onderwijzend personeel Mej. K. en de Heer A. M. is aan de openbare School in de Putterstraat(circa 120 leerlingen) in den tijd van 4 jaren door de kinderen in de Rijkspostspaarbank belegd het niet onaanzienlijde bedrag van ruim f 750; hoofdzakelijk bijeengebracht met centen die anders veelal bestemd waren voor den snoepwinkel etc. in-jli i 'i mi _jj (Buiteu verantwoordelijkheid der Redactie). Geachte Redactie U zult mij, naar ik hoop, wel willen veroorloveu in 't kort te antwoorden op Uw naschrift in zake »De Maasbode Wat de kwestie met Uw correspondent betreft, die laat ik natuurlijk rusten, tot dat ik kennis heb genomen van zijn verweer. Ook ter wille van belangstel lende lezers is eene scheiding van deze twee punten wenschelijk. Vooreerst mijn besten dank, Geachte Redactie, voor deze welwillende woor den »Wij apprecieeren het groote nut en de noodzakelijkheid van een groot, goed, Katholiek dagblad, wij vvaardeeren, wat »de Maasbode* in deze doet en hebben daarvan vroeger blijk gegeven U apprecieert het groote nut en ziet de noodzakelijkheid in van een groot, goed, Katholiek dagblad. Een groot dagblad, d. w. z. 'n dagblad dat ver schijnt in morgen- en avondeditie, dat concurreeren kan in financieele, handels-, en nieuwsberichten met de groote dag bladen, die niet Katholiek zijn. U waardeert, wat de Maasbode in deze doet. Maar de conclusie ligt voor de hand iedere Katholiek, die zooals U en ik het nut, ja de noodzakelijkheid ervan inziet en tevens door zijne zaken of om andere reden practisch belang moet stellen in den bloei van dat groote Ka tholieke dagblad, is dan ook verplicht zijn steun te verleden door abonnement en advertenties Te meer klemt dit be sluit, als het groote Katholieke dagblad werkelijk door zijne berichten uit finan- tleele en handelswereld zijn lezers even goed bedient als groote niet-Katholieke dagbladen. En de Maasbode is op de hoogte. Toch vernietigt de antipathie bij velen de wettigheid onzer conclusie 1 Vreemd, dat die antipathie niet blijkt ten opzichte van niet-Katholieke bladen. Men moge op de Maasbode tegen hebben, wat men wil, het is een Ka tholiek Blad, dat gelezen mag worden. En de groote, aan de Katholieke zaak beslist vijandige, bladen Die mogen bij dezelfde Katholieken gerust binnenkomen met feuilletons en verslagen van schunnige zaken, die stel selmatig ook het gemoed hunner huis- genooten bederven met allerlei berich ten, politieke artikels en zetten, die geen andere lendenz hebben dan de Katholieke Kerk en hare instellingen, de rechtsche meerderheid en de re geering hatelijk te maken en afbreuk te doen. De Katholieken, die met hun anti pathie blijven steken over de Maasbode, ontvangen met 'n glimlach de ongods dienstige kranten, en helpen mee, om het Katholiek geloof, dat zij zeggen lief te hebben en hoog te houden, in discrediet te brengen. Heel wat erger dan »Ketterjagerij< 1 Ja, dat groot woord wordt vooral tegen de Maasbode uitgespeeld. In verband hiermee schrijft U>De Eerw. heer Kapelaan zal zich den storm loop tegen »De Tijd* »n diens eerwaar den hoofdredacteur nog wel herinneren, de gezamenlijke verklaring der bisschop pen daartegenover, de verklaring van Mgr. Drehmans, de verklaring van den journalistenkring, de verklarirg van pater Hyacinth Hermans, die zijne beschuldi ging moest herroepen, de houding van bijna de geheele Katholieke pers Zeker herinner ik mij dat alles, maar wat heeft het feitelijk met »ketterjagerij* ie maken De Maasbode plaatst de be noeming van den ZeerEerw. Heer Geurts tot Professor tegelijk met zijn eervol Ontslag, onder dankbetuiging van het doorl. Episcopaat verleend. Wat Pater Hermans spreekt en herroepen moet, blijft voor zijn persoonlijke rekening. Dat men „de Maasbode" bestrijdt, dat men strijde tegen zijn >hardhandig- heid,« ik kan er verklaring voor vinden ;- maar dat men hem stelselmatig bestrijdt, daar moest men het laatste jaar wat meer voor geleerd hebben. Beziet men de hoofdmomenten van den strijd, waaromheen zich de andere >zaakjes* groepeeren, dan vindt men de strijd van »de Maasbode* tegen Fogazzaro en zijn modernistischen roman Leila, (II Santo stond reeds oo den Index) eindigt met de veroordeeling van Leila; de strijd van »de Maasbode* tegen Mgr. Duchesne, naar aanleiding van zijn werkHistorie Ancienne de l'Eglise, eindigt met de veroordeeling van dit geschiedkundig werk dat even eens geplaatst is op de lijst der voor Katholieken verboden boeken. Eindelijk de strijd (in 't korf gezegd) tegen het intercontessionalisme in de organisatie. Hier in ons land is de strijd geëindigd door het Communiqué onzer Bisschoppen, den 6 December 1911. Maar al te veel heeft men over he hoofd gezien de eerste zinsnede ervan, waarin het doorl. Episcopaat verklaart »In don laatsten tijd openbaart zich een streven om. tegen Onze verklaring in, stemming te maken voor Christelijke vakorganisatie.* Alléén »de Gelderlander,* Katholiek dagblad van Nijmegen, verklaarde dat de eer van dit streven gesignaleerd te hebben toekomt aan >De Maasbode,* die ervoor ijverde, dat er van de offi cieel goedgekeurde uitzondering voor Limburg's mijnwerkers geen kracht zou uitgaan naar andere organisaties. Rest nog de strijd over het Intercon- fessionalisme in 't buitenland. U zegtDe Maasbode staat vrijwel alleen, en zou die 't nu alleen goed voor hebben Men had dit ook kun nen vragen bij de kwesties, die zijn uit gemaakt op de wijze, zooals ik aangaf En men heeft toen evengoed als nu gezegd De Maasbode doet aan >Ket- terjagerijl* al had de Redactie toen veel bewijsmateriaal voor hare stelling opgestapeld, gelijk nu. Ik moet het hierbij laten al te veel reeds vorderde ik van uwe plaatsruimte doch wat ik schreef beschouwde ik als een daad van rechtvaardigheid in 't belang der Katholieke pers, waarvoor Mgr. van de Wetering een zeei lezens waardig en behartigingswaardig vasten- mandement heeft geschreven. Tot degenen, die al te lichtvaardig geloof slaan aan de zelden zakelijke bestrijding van De Maasbode Id onze kleinere pers, en door die bestrijding zich zeiven vrijpleiten, zou ik willen zeggen Neemt en leest 1 En oordeelt dan. Aan de Redactie mijn welgemeenden dank voor hare welwillenheid. tegengewerkt. Ook treit 't weer eigenaardig, dat van de rede van den eminenten Katholieken redenaar Dr. Poela, „do Maasbode'' geen enkel rew verslag gaf, noch van de geheele jaarvergade ring. Mogelijk zullen Aalberse. Pools, Balt enz. weer verdachte hoeren zijn Om onze bonding in deze nog beter te rechtvaardigen, znllen wij a s. Zaterdag (nu ontbreekt ons de plaatsruimte) tot slot nog eer» eeo artikeltje opnemen van een collega van kapelaan v. d. Meijden, den WelEerw. heer Th. v. d. Marck, te Roermond over deze zaak. l)e Eerw. heer v. d. Meijden zal wat ons correspondentschap ilensden betreft, zijn ern stige beschuldigingen wel tegenover onzen correspondent willen verdedigen, waarvoor Z.Eerw. in ons blad natuurlijk gaarne plaats bekomt. Wij mogen er misschien nog wel even iets bijvoegen, dat met de onderhavige kwestie als zoodanig niets te maken heeft, doch wat toch nog wel eens duidelijk gezegd mag wor den, vooral in verband met dit en andere ingezonden stukken. Het doet ons werkelijk genoegen in een ander schrijven te lezen dat Z Eerw. vefrtrouwt dat gezien de bereidwilligheid, waarmede wij gewoon zijn iemand voor het goed recht zijner zaak te laten opkomen, zijn schrijven een plaats zal worden ingeruimd Zeer jnist, dat is onze gewoonte, waarvan elke week door geestelijk zoowel als leek wordt gebruik gemaakt. Waarom heeft de een die aangevallen wordt, die zich met een artikel met besluite met leiding of leiders niet kan vereenigen, niet 't recht zich te verdedigen of uiting te geven aan zijne bezwaren Waarom niet 't hoor en wederhoor Nogmaals dat is onze gwwoonte, die wij, 't zij voorop gezet, zullen handhaven, ia weerwil van schunnige verdacht makingen en vermeende afmaak—Bystemen. Wij zullen op dergelijke viezigheden en vunzig heden niet antwoorden, muar gaan onzen eigeu weg en aan dio heeren dio daarboven hoog getroond zitten, maar zich door hun, ons te goed bekende stijl van vervlogen dagen, toch verraden, zij gezegd„degene die U haast dood waant, verheugt zich, jammer voor U, vooralsoog in bloeiende gezondheid. Hoogachtend H. VAN DER MEIJDEN, Kapelaan. Heusden, 26 Febr. 1912. Noot van de Redactie. Met genoegen plaatsen wij bovenstaande antwoord van den WelEerw. heer v. d. Meijden. Dergelijke polemiek, waarin de goede toon bewaard wordt, is aangnnaam en kan niet dan gunstig werkeD. Wij stollen het op prys, dat men, als men met de redactie van meening verschilt, er in ons blad, duB voor onze lezers van doe blykeD. Nogmaals wij zijn overtuigd van 't nut van een groot katholiek dagblad als „de Maasbode* welker financieels en handelsberichten o. a, zeker goed zijn. Het ging hier over de „Maas bode* en niet over het een of ander liberaal dagblad en daarom spraken wij ook daarover niet. Zeker is 't een katholiek dagblad, dat gelezen mag worden, maar dat neemt niet weg, dat men tegen een ander gedeelte, een der hoofdzaken nog al wat tegen kan hebben en dat was onze bedoeling ea werkelijk de Eerw. schrijver moet bet met ons eens zijn, dat de „Maasbode* met zijn modernisten-zoekerij dikwijls wel wat erg heeft omgesprongen en zelfs zeer hoogstaande katholieke leeken en priesters, vrij wel een eerekroon van 't hoofd heeft gerukt, waardoor het zeer vele goede katholieken en eeD groot deel der katholieke bladen, groot en klein tegen zich heeft inge nomen Dat staat als een paal bovea water, dat hebben wfj willen doen uitkomen en ook openlijk willen afkeuren, zonder verder afbreuk te doen aan 't vele goede, wat 't blad geeft en bewerkt. Wij mogen den Eerw. Bchrijver ten slotte wel eens verwijzen naar hetgeeu 1 1. Zondag op de Jaarvergadering der R. K. Vakorgani satie te Breda is voorgevallen, waar een spre ker vroeg of 't geen tijd werd het Doorluchtig Episcopaat te vragen, om aan al die verdacht - makingen van hoogstaande personen door een zeker blad (De Maasbode) een einde te doen komen, en waar deze woorden luide werden toegejuicht en als protest besloten werd te organiseeren een cursus voor vrijgestelden en bestuurders, door dit blad zoo hinderlijk Heusden, 27 Febr. 1912. de R. Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den Eerw. Heer H. v. d. Meijden, R. K. Kapelaan alhier, wensch ik voorloopig het volgende mee te deelen Eerwaarde Heer 1 In het laatste gedeelte van uw schrij ven over »vreemde journalistiek* laat U niet ondubbelzinnig blijken, dat de Redactie v. d. Echo ook in eigen tuintje te wieden heeft (wie heeft dat nu nooit eens wat betreft de mededeelingen uit ons stedeke der speciaal Roomsche gebeurtenissen. Afgaande op die >be- richies* die onder het »hoofd >Heus den* verschijnen, ben ik er van over tuigd, dat de Redactie, actief als ze is, naast mij nog minstens één of twee opzenders moet hebben, zoo ze boven dien nog niet uit andere bronnen put Doch wat de Roomsche gebeurtenissen en corporaties betreft, daarvoor geloof ik, schrijver dezeshoofdzakelijk aan sprakelijk te zijn en constateert u dan »vreemde« journalistiek, dan draag ik daarvan '(behoudens enkele berichtjes) in alle oprechtheid gaarne de volle ver antwoordelijkheidzoodat de bij enkele katholieken zoo gesmade Redactie in deze vrij uitgaat. Ze heeft, zooals ze reeds verklaarde, in mij een eerzaam en be trouwbaar man gezien- Heeft ze zich vergist, wat later wel blijkt, zoo is ze hoogstens slechts de dupe geworden van haar goed vertrouwen in en haar informaties omtrent mij. Meen niet. dat ik hier in praktijk breng het bekende »Manus manum la- vat,* o, neenik ben dit verplicht jegens de redactie en voor de rest wasch ik me misschien zelf nog wel zoo'n heel klein beetje blank. Om dit te ondernemen, wensch ik, dat U me een enkel oogenblikje ter wille zijt en even duidelijk maakt de volgende regels allemaal gebeurtenissen, die Uw correspondent uit den aard der zaak niet bijwoont, omdathij er zich niet op zijn plaats gevoelt. Deze passus, die voor mij (en terloops opgemerkt ook voor anderen) niets dan vreemde, nietszeggende woorden bevat, had ik gaarne duidelijk toegelicht en mocht hij soms een verdiende hatelijk heid of stekelige opmerking bedoelen, gerust er maar mee voor den dag goede vrienden zeggen elkaar soms harde waarheden. Bij voorbaat zeg ik U, dat ik er niet boos om zal worden, want wie kaatst moet den bal verwachten. Zoodra U aan mijn, dunkt me, billijk verzoek hebt voldaan, mijn nood-ver- weer: lo over mijn vreemde nietszeg gende mededeelingen omtrent uitvoerin gen der Fanfare en der Tooneelver- eeniging (desnoods ook van de eertijds mededewerkende zangver of is die er niet onder begrepen 2o over mijn ha telijkheden omtrent het optreden der Roomsche Turnclub Sint Herman Joseph van Drunen, 3o over mijn stekelige berichten over de lezingen in onze R. K. Debatingclub enz. enz. en 4o. mis schien ook over. den nu voor mij totaal onverstaanbaren passus dat ligt er na tuurlijk aan. Ik wacht dus uw gewaar deerd antwoord, dan kan ik in ééns afwerken. Evenals U neem ik een aanloopje, om tot >des Pudels kern* te komen dat is heusch geen naaperij, maar het kwam zoo in het kader te pas. Ia vertrouwen, dat U aan mijn billijk verzoek wilt voldoen Hoogachtend de correspondent die het verbruid heeft. Geachte Redactie. Niet twijfelende of u wil mij voor on derstaand stukje wel een plaatsje ver- leenen blijf ik U bij voorbaat dank. J.l. Zondag wederom een ingezonden stukje lezende over Dirk en Kee uit Dussen, kan ik terwille der waarheid toch niet nalaten daar even op terug te komen het aan de geachte lezers over latende wie zedelijk verplicht waren voor Dirk te zorgen. Het Roomsche Katholieke Armenzorg of een ander. Dat Dirk dood is weet thans iedereen, maar wat de lezers van de Echo niet weten is dat Dirk 86 jaar geworden is en er 70 van in eene dienst is geweest- Was het dan bij minder gegoede zult gij vragen, mis hoorwaarde lezer. Dirk heeft bij eene familie gediend waar voor jaarlijks duizenden guldens Dussen uitgaan. Welke firma of welke zaak ook zoo vraag ik u geachte lezers, laat na dus danige diensttijd zijne werklieden of bedienden aan hun lot over en zooals ik Zondag las vaB koude omkomen terwijl toch de beheerder dezer goederen zoo ik mij niet vergis, onder den rook van Dirk woont- Dit wil ik den geachten inzender van Zondag even vragen. Wie heeft het dak van Dirk gemaakt Wie heeft Dirk in kleeren, bedden goed enz geholpen Zou daar het Armbestuur vreemd aan gebleven zijn Wat wil dan de inzender eigenlijk toch wel hebben, wat dit armbestuur doet Voi r men iets beoordeelt, zou goed onderzoeken toch zeker wenschelijk zijn. Een waarheidslievende. Kaatsheuvel 26 Febr. 1912 M. de R. Vergun mij nog even een plaatsje in Uw blad. Bij voorbaat dank. Met een enkel woord moet ik toch nog den Propagandist Jos Vrinten van antwoord dienen- Het heeft mij verwonderd, dat aan genoemde persoon de verdediging der propagandaclub moet worden toever trouwd. Hij schijnt dus de meest ge zaghebbende te zijn. Och arm 1 Ware zooals ik verwacht had door een ander deze club verdedigd, dan zou ik daarop geantwoord hebben, in geheel anderen vorm. Nu echter heb ik daartoe den lust niet meer, en zal verder niet antwoorden. Deze jongen raad ik aan, om eens aandachtig het stukje te lezen, in de Leerbewerker van 23 Febr. 1.1. over »Zelfhervorming«. Daar valt voor hem zeer veel uit te leeren. Ik heb ook walging en verachting gekend, meermalen als ik met dezen propagandist in aanraking kwam, dus dezelfde gevoelens waarmee Jos Vrinten mijn schrijven gelezen heeft. Dus >Zelf- hervorming*. Dat ik mijn naam niet bekend maak heeft Zijn reden. Daaraan kan men zien dat men niet altijd de waarheid mag zeggen, vooral hier in Kaatsheuvel en zeker niet wanneer het de Vakorganisatie betreft. En daarom moet ge ook niet kwaad worden op de Redacteur van »De Echo van het Zuiden* zooals ik las in de Leer bewerker j.l. Zondag. Die geeft iedereen gelegenheid te zeggen, wat men te zeg gen heeft. Dit kunt ook gij doen. Gegroet Een vijand van huichelen. De Nieuwe Tilburgsche Courant dient mij van antwoord in haar nummer van 24 Febr. j 1. Veel, wat zij schrijft, kan onbesproken blijven, omdat het langs mij en ook langs de kwestie heengaat. Ik wensch mij tot de zaak alleen te bepalen. Blijkbaar heeft de Redactie ingezien, dat hare cijfers niet meer kunnen dienen. Zij werpt het daarom over een anderen boeg en legt nu den nadruk op den dwang, die uitgeoefend wordt. Zij voelt echter, dat dwang niet altijd onredelijk is en spreekt daarom met een enkel woord over dwang, zelfs over ge dwongen winkelnering, als gevolg van een vrije overeenkomst. Volgens haar schijnt van deze laatste geen sprake te zijn in de schoennijverheid. Wie den toestand onbevooroordeeld heeft leeren kennen, weet heel goed dat de Tilburgsche redactie hier iets neerschrijft, wat onjuist is. Het bewijs voor hare stelling, waar mede ze nu komt aandragen, kan daarom veilig terzijde worden gelegd. Maar. zegt de Redactie, >Sincïs ge dwongen winkelnering door de wet uitdrukkelijk is verboden, kan er een Katholiek er zijn arbeiders niet toe dwingen zonder een rechtvaardige wet te overtreden, iets, wat in geweten ver boden is.»' Over deze uitspraak zou gwtwist kunnen worden. Maar, aangenomen, dat ze juist is, welk bewijs is daaruit te halen voor de stelling, dat de overtreders dezer wet te kort doen aan de recht vaardigheid en liefde ten opzichte van den werkman. Dat bewijs moet nog altijd worden geleverd. X. Gelieve onderstaande regelen in Uw blad op te nemen. U bij voorbaat mijnen dank. Voetbal-vechtpartij. Deze titel hebben zeker wel allen die 1.1. Zondag de match W. V. II-B. V. C. bijwoonden herhaaldelijk uitgesproken. Van voetbalspel was beslist geen sprake, wel probeerde de W.Vers. het telkens, doch dit werd steeds onmogelijk gemaakt door het onbeholpen, ruwe, valsche spel der B. V-Cers Dit kwaad moet worden uitgeroeid, en het is bij deze aan hen die eenigszins invloed hebben bij het Bestuur van den B. V. B., deze er op wijzen den scheidsrechter welke is aan gesteld de match te leiden, den spelers direct het veld te doen verlaten welke zich bij herhaling aan zulke onhebbelijk heden schuldig maken. Het was een omlooperij op de valschte manier. De supporters zelfs welke waren mede geko men herinnerden de spelers telkens eraan, door hun toe te roepen >pootje lichten Piet!» Ik vraag U toch eens, is dat de po gingen van een B. V. B. om het voet balspel steeds op hooger standpunt te brengen, in de hand te werken Een achterspeler had zeker zijn gemoed nog niet genoeg kunnen koelen, want op eens hoorden wij hem roepen »Kom maar eens op brnel» Deze scheen de uit- noodiging te hebben aangenomen, want op een gegeven oogenblik zagen wij hem met den bal een ren nemen, doch botste per ongeluk zoo hard tegen zijn gastheer, dat deze met een flinke kracht tegen den grond smakte. O ed'le sport 1 1 Nogmaals hier diende door den scheidsrechter te worden ingegrepen wil deze sport niet ontaarden in vechtpartijen Ik hoorde den scheidsrechter (welke zéér goed voldeed) zeggen »ik heb nog nooit zoo iets gezien.» Waar moet dat heen Moeten zulke vechtpartijen niet den kop worden in gedrukt Gebeurt dit niet dan zullen er verschillende ouders zijn welke hun jongens zullen verbieden te matchen, tenminste tegen B. V. C. uit Besoijen 1 U nogmaals dankende voor de plaatsing. Een voorstander van Voetbalspel. M. de Redacteur Ik aarzelde om te schrijven, maar me dunkt, het moet eens publiek gezegd' worden. Hoe was 't mogelijk, zoo vraag ik, dat de heer Luciën genoodigd om hier met Vastenavond zijne voordrachten te houden Keude men dan het leven niet van dien Heer Ik spreek tot Katholieken, gelijk ook de Heer Luciën is, tot hen dus, voor wien de huwelijks wetten der Katholieke Kerk heilig zijn. Wist men dan niet, dat hij de huwelijks wetten der Katholieke Kerk schandelijk met voeten treedt En die durft dan nog onder het program te laten drukken „Niets zedekwetsend zal voorgedragen worden. Het zien alleen van dien Heer is bijna zedekwetsend voor deD Katholiek, die de zedewetten zijner Kerk voor heilig houdt. En zelf moest hij zich schamen om op te treden in eene gemeente zoo overwegend Katholiek. Het Katholiek publiek was stellig onkundig aan het leven van dien Heer. Anders, geloof ik, zouden weinigen ja geen zijner toehoorders geweest zijn. U, M. de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte. Waalwijk, 27 Febr. 1912. X- SPECIALITEIT IN in. Groitestraat B 142. 949 De Burgemeester der gemeente Waal wijk brengt in herinnering, dat de Land- weerplichtigeq, behoorende tot de In fanterie opgeroepen om op 25 Maart a.s. onder de wapenen te komen, wan neer zij hun gezin tijdens hunnen dienst eene geldelijke vergoeding wenschen toegekend, hunne daartoe strekkende adressen persoonlijk moeten worden in geleverd ter Secretarie uiterlijk op 2 Maart 1912- De Burgemeester voornoemd Th. de Surmont de Bas Smeele. V BESOIJEN, 27 Febr. De piijs der boter was heden op de markt Aanvoer 302 Kilo's. lloogete prijs 1 1.73. Laagste prijs 1,59 Eieren 3'/j 4 cent per stak.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 6