Zondag 24 Maart 1912
35e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VVaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen,
R'
Eerste Blad.
R0NA
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen
FEUILLETON.
PROEF ZE NAAST ELKAAR
VAN HOUTEN'S f^QINA
1 Kg.
7a...
Y\ o
f 1,50
- 0.80
0.42/a
0.18
Cacao
jjB^Zi.i die zich thans
voor het volgen
de kwartaal abonneeren
ontvangen de tot dien
datnm nog verschijnende
nummers GRATIS.
Het heengaan van den
Hoofdredacteur van
De Maasbode.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
eenander
merk
EN .GIJ BLIJFT BIJ
DE VOLKSDRANK
BIJ UITNEMENDHEID.
VAN HOUTENS
ü/Skis
1:
en beter Summer 25
c bij de
jen. Ik
d.
de Prins
ik bij de
gezien?
i loopen
komen,
ien met
't ook
er heeft.
>men te
reet niet
•ordelijk
fdragen.
id komt
moeten
put* met
oog.
r op dat
a weinig
t er op
en voor
oor een
rachten
t om het
at goed
dat het
i bij de
Nu er
blijkt te
emmingj
et voor
emmen.
chuijzen
De Echo van het Zuiden.
iVaalwpsclie en Langstraatsehe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."6.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden ena., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Advbktbntiên 1—7 regels f 0.60daarboven 3 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
slastlng
EN EEN ANDER MERK GOEDKOOPE CACAO
rag van
jen van
der be-
overge-
heffing
oor het
jestaan-
1912.)
iet ont-
iscussie
ïter en
verzoek
eervol
/OIVER 0PL058AAR
VIERKANTE
BUSSEN
genees-
d vrouw
te ver-
>ter en
rekking
en.
aar aan-
nu art.
sheeren
it in dat
duw dit
er geen
et meer
wie zal
•esloten
adering
eheime
nslagen
I.
rtegen-
ndsche
gavond
ïiadigd
iers.
-0. de
and.
ge van
r glad.
'd.
:n wed-
lalfvier
ral van
lolland
r doch
9e En-
vrij en
de. De
en de
Ier op-
aanval,
combi-
jelands
•ch het
na een
ndsche
edden.
ten de
om te
euzen-
t voor,
tweede
1956
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
83)
Zooals gij wilt, antwoordde Panline on
verschillig. Ik ben overtuigd dat gij gelijk
hebt, mijnheer Carrington Carton meen ik
ik hou mij overtuigd, dat gij het goed met
mij meent. Wat zal dat Charlotte en mij
vreemd Bchynen, vreemdelingen en verstoote-
lingen als wij Binds lang waren, iemand te
hebbeD, waarop wij bloedverwantschap kannen
doen gelden.
Zij sprak met een luchthartigheid waaronder
eene bitterheid was te bespeuren, die een
rechtschapen man pijnlijk zon hebben aange
daan. Victor CarriDgton schepte er genoegen
in, daar het hom bewees, hoe rampzalig en
onwetend zij was hoezeer baar geest vervalscht
was en hoe gemakkelijk hij haar ten speelbal
kon gebruiken- Toen bon onderhoud ten einde
liep. werd er bepaald dat Douglas Dale den
volgenden dag zon worden voorgesteld op Hil-
toD-hnis, aan den heer Carton, den neef van
miss Brewer.
Dat gebeurde. Een kort oogenblik van aan
dacht overtuigde Victor dat Douglas Dale zoo
verliefd was als iemand behoeft te zijn om
hem allerlei dwaasheden te laten begaan en'
dat Pauline eene gansch andere vronw was
onder den invloed van datzelfde gevoel, datr
hoewel nog niet krachtig ontwikkeld, toch
dagelijksch aangroeide, naarmate zij het ka
rakter en de beschaving van haren verloofde
leerde kennen. Douglas Dale was zeer inge
nomen met den heer Carton, die dan ook al
zijn best deed om zich aangenaam te maken
cd er zoo goed in slaagde, dat voor de avond
om was, er een deugdelijke grondslag wow
gelegd voor een gemeenzamen omgang met
den neef van Bir Reginald Eversleigh.
Verschillende bladen hebben met ons
eenige woorden gewijd aan het heen
gaan van dezen degelijken journalist
De «Gelderlander4 geeft een uitge
breid résumé van het afscheidsartlkel
in de »Maasbode4 en schrijft dan, dat
men uit dit artikel kan opmaken dat
Rector Thompson slechts noode van de
«Maasbode4 heengaat, maar dit doet om
't blad van de tegenwerking te bestrij-
Viotor Carrington, van nature toch reeds
een opmerker, was gedurende het middagmaal
dubbel oplettend. Hij merkte alles op wat
Panline at en dronk; niet minder vergewiste
hij zich van hetgeen miss Brewer en Donglas
Dale gebruikten. Miss Brewer en Donglas
dronken uitsluitend rooden wyD. Op het einde
van het maal werd er een likeurkeldertje ge
bracht, een der weinige voorwerpen van kunst
en smaak, die de verarmde fortninzoekster had
overgebonden, met zeldzame en brooze flacons
van Venetiaansch glas, fijne belbeD, opaal- en
rooskleurig. Donglas Dale bewonderdo bet
bijzonder, en Panline vnlde de rooskleurige
kelken met curagao Schertsend raakte zij bet
glas met de lippen aan en reikte bet aan baren
minnaar over; d< cb Victor merkte op dat zy
het vocht niet aanraakte.
Hoodt gij niet van curagao, mevrouw?
vroeg hij onachtzaam.
Neen, die drink ik nooit, zoo min als
eenig ander likeur.
En gij drinkt ook nauwelyks wijn
Neen, ik drink zeer weinig wijn, ant
woordde zij onverschillig.
Inderdaad?
Er lag geene beteekenis in de stem van
Victor, toen hij dit zeide. Hy bad mevrouw
Doraki zeer nanwkearig gadegeslagen gedu
rende den maaltijd, en hjj bad eene zenuw
achtige opgewondenheid by baar opgemerkt,
een koortsachtigeo gloed in hare oogen gezien,
zoials meestal door iets krachtigers dan water
wordt opgewekt. En toch had die vronw by
het eten weinig anders dan water gedronken
het was opmerkelijk dat het koortsachtige in
haar manieren even duidelijk was toen zij het
eerst binnen trad, als nu Dit was voor Car
rington een zeer belangwekkend raadsel. Hij
draalde niet er eene oplossing voor te vinden,
die voor hem onomstootelyk was. Die vrouw
gebruikt op de eene of andere manier opiam,
dacht hij bij zichzelven.
Miss Brewer nam niet van de likeur en haar
neef uam marasquino. Na zeer korten tijd
stonden Donglas Dale en zyn nieuwe vriend
op, om zich weer bij de dames te voegen. Zij
verlieten samen de kamerdoch in den gang
ontdekt? de heer Carrington, dat hy een brief
iu de eetzaal had laten vallenhy zou even
den, die naar hij meent, door zijn per
soon werd uitgelokthij brengt dus
zichzelf ten offer voor de goede zaak.
Tegenover zulk een edelmoedige zelf
opoffering schrijft het blad, die zeker
door het Katholieke Nederland op den
rechten prijs zal geschat worden, past
het niet, nog te gaan onderzoeken of de
persoonlijke tegenwerking, waarover de
eerw. heer Thompson zich beklaagt, ook
eenigermate aan eigen schuld kan zijn
te wijtenof bijv. zijn anti-modernis
tische ijver niet soms wat te voorbarig
en daardoor onbillijk is geweestof de
toon van zijn philipica's er wel altijd op
berekend was, te verbeteren en niet te
verbitteren.
Nu de eerw. heer Thompson toch
heengaat, willen wij de menschelijke on-
volkomendheid van zijn werk die hij zelf
erkent, gaarne voorbij zien om warme
hulde te brengen aan zijn krachtige ka
tholieke overtuiging, zijn vurigen ijver
en onvermoeide werkkracht, zijn goede
bedoelingen, ook waar hij misstapte.
Het »Huisgezin4 meent dat het besluit
van Rector Thompson om het hoofd
redacteurschap van de «Maasbode4 neer
te leggen, bij alle ware journalisten in
zooverre leedwezen moet verwekken, dat
met Rector Thompson een journalist
van het echte ras onze gelederen gaat
verlaten.
Voor zijn journalistieke talenten, zijn
journalistleken durf, aldus het «Huisge
zin4 hebben wij alle respect.
En verder
«Maar tot geen leedwezen kan zijn
heengaan nopen, in zooverre zijn af
scheidswoord niet is een woord van
vrede en verzoening, maar een oorlogs
verklaring aan het overgroote deel der
katholieke pers, erger, een brandmerk,
dat hij haar onverdiend opdrukt.
Rector Thompson gewaagt van «het
terrorisme der modernisten, een waar
schrikbewind, dat ook hier te lande in het
publicisme reeds in die mate gestegen
is, dat het aan de goedgezinden ternau
wernood meer mogelijk is hunne inzich
ten, hun verweer, hun critiek en hun
bezwaren in de pers tot publieke uiting
te brengen4.
Over het modernistisch schrikbewind
in onze katholieke pers zwijgen we de
heer Thompson ziet spoken maar het
gaan zien, maar opende eerst de zijkamer om
Dale door te laten.
AUes was no? als daareven in de eetzaal.
Victor nad-rde de tafel, giDg naar de karaf
met coragao en, ze met de eene hand omboog
houdende. liet bij er met de andere den inbond
van een üeschje iüloopen. Hij zag hoe het eene
voebt zich mat het andere v rmeugde, tot dat
er geen Bpoor meer van die vermonging over
bleef de karaf daarna weer stil op hare plaats
zettende, ging hij glimlachend door den gang
en voegde zich bij de dames.
Reginald Eversleigh was geheel onbekend
met de handelingen van Victor Carrington, toen
by het verzoek van zyn vriend kr*eg. om
die op een bepaalden tijd te komen sprekeD.
Carrington, bod het karakter van Eveisleigh
zeer naar waarde geschat. Al dien tijd had
zyn eigenliefde geleden ouder het stilswy-
gen van Pauline en hare verwaarloozing te
zynen opzichte.
Hij had geen enkelen brief van Panline
ontvangen van haar, die er vroeger zoo
op gesteld was om hem lange, half wanhopende
brieven te schryven, vol geklag tegen het
noodlot, in iederen regel blijk dragende van
de hopelooze liefde, die de>choone Oostenrijk-
sche weduwe zoo lang aan een belangzuchtig
en lafhart'g man had verspild, wiens laogheid
zy reeds vermoedde, terwyl zy zich nog aan
hem hechtte.
Sir Reginald was gewoon die brievea zeer
koel te ontvangen, als passende huldeblijken
aan zijne schitterende hoedanigheden.
Hij bad besloten den raad, of liever bet
bevel van Victor, op te volgen en Panline
noch te bezoeken, noch te schrijvendoch
op zoo iets van bare zijde had hij niet gedacht,
en het krenkte zijn eigenliefde ze°r. Zij had
opgehouden hem te schrijven. Was het mo
gelijk dat zij ook opgebonden had hem te
beminnen? Kon ean ander, rijker onbaat-
znohtiger man, wellicht zijne plaats in haar
hart hebben ingenomen?
Sir Reginald wachte eene week, veertien
dagen, doch er kwam geen brief van Panline.
Hij kwam volgens afspraak bij Carrington,
maar zijn vriend was van plan of van battery
veranderd en gaf geen uitleg.
pessimisme, dat uit deze regels spreekt,
komt wel onverwacht en steekt sterk af,
bij den hoopvolleu, overmoedigen toon
en het overwinningsgejubel, dat herhaal
delijk, en nog zeer kort geleden, uit de
«Maasbode4 opsteeg.
De Tüb. Ct. schrijft
Maar wij brengen hem oprechte hulde
voor zijn kloek besluit om heen te gaan
terwille van de goede zaak, liever daD
eigeu meeningen en inzichten te zien
zegevieren. Dat verraadt hoogheid van
karakter.
Wij hopen thans met vurige hope, dat
de «Maasbode4 in de toekomst zal zijn
en blijven wat het tot heden geweest is,
een katholiek b'.ad bij uitnemendheid,
maar dat er de R.K. beginselen in zullen
worden verkondigd en hooggehouden,
met meer verdraagzaamheid en meer
liefde ten opzichte van hen, die op
nevenpunten van gevoelen mochten ver
schillen.
Dan kan de «Maasbode4 op een
schoone toekomst rekenen
De «Tijd4 protesteert hoofdzakelijk
tegen wat rector Th. schreef over het
voortwoekerende modernisme
Uit deze beide (de katholieke couranten
en tijdschtiften) wordt sinds jaar en dag
opzettelijk geweerd een grondige en
volledige critiek op de modernistische
en aanverwante stroomingen, die door
al de geledingen der Kerk woelen, critiek
op allerhande modernistische en moder-
niseerende boeken, redevoeringen, dag
bladen, personen, schrijvers etc.hoogs
tens geeft men hier en daar een enkel
bericht, verzwijgt echter de meest be
langrijke, zelfs officieele stukken.
Deze bewering geeft de «Tijd4 aan
leiding tot dit protest
Ziehier de beschuldiging, die aan
duidelijkheid niets te wenschen overlaat.
De katholieke couranten en tijdschriften
geen enkele uitzondering, dan voor
de «Maasbode4 alleen werdt toegestaan
verzwijgen en vervalschen aldus op
zettelijk de waarheid, ten gunste van de
modernische dwalingen en tot onbereken
bare schade van de katholieke Kerk.
Zelfs dé mogelijkheid van goede trouw,
van onkunde, van nalatigheid wordt niet
toegegevenhet geschiedt alles op
zettelijk.
Welnu, tegen dergelijke Inderdaad
Victor was gedurende de week na dien dag.
waarop hij er bet middagmaal gebrnikt had
en aau Douglas Dale was voorgesteld gewor
den, dagelijkB op Hiltoc-huis gekomen. Hij
bad opgemerkt dat hij met reuzee schreden
zijn doel naderde. Pauline verkreeg een
blyvenden invloed op Douglas hij had zyn
aanzobk veel eerder gedaan dan Victor zich
had voorgesteld. De onverbeterlyke verstand
houding, die tnsscben hen stond, maakte zijn
omzichtig plan overbodig en het was hem
thans onverschillig, boe spoedig er eene open
lijke vredebreuk tusschen Panline en Reginald
zou plaats hebbeD. Hoe eerder hij twee zijner
doeleinden kon bereiken, des te beter, namelijk
een openlijken twist nit te lokken tnssch-D
Douglas Dale en zyn neef Reginald, en deD
goeden naam van Panline voor goed te schand
vlekken. Daarna nam Victor een toon van
geheimzinnigheid en ternghonding aan, die
sir Reginald tot het uiterste dreef.
Ondervraag mij niet, Reginald, zeide
hy. Gij zijt behebt met een gebrek aan ze
delijken moed en uwe zwakheid zou myne
hand doen weifelen. Weet niets verwacht
niets. Die voor u werken, weten hoe zij dat
werk moeten aangrypen. Maur, weet ge, gy
moet mij een bewijsje teekenen ongeveer
hetzelfde als datgene wat gij my op het kasteel
te Raynham gegeven hebt.
Niets kon onverschilliger zijn dan de toon
en de manieren, van den Franscbman, toen
hy dit zeide doch dat bewijsje was den afstand,
door Reginald Eversleigh, van de helft van
elk inkomen, dat het zyne zou worden, zakelijk
of persoonlijk eigendom, en dat van den eerst-
volgenden Jnni af.
Da uitslag was als gewoodyk. Reginald
teekende het stuk. zonder zelfs de moeite te
nemen, er de kracht van te bestudeeren.
Hebt gij Pauline nog kortelings gezien?
vroeg hij.
't Is no? Diet heel lang geleden.
Ik weet niet wat haar scheelt 1 riep Re
ginald ontevreden uitzy heeft my geeuen
uitleg gevraagd van myn etilzwygen en mijne
afwezigheid.
Misschien begon het haar te vervelen,
aan iemand te schrijven, die zoo weinig om
hare brieven gaf.
onzinnige beschuldiging komen wij op
wij wijzen die af, met volle overtuiging
en met alle kracht die in oos Is. Na
tuurlijk kunnen wij ons met een weder-
legging in forma niet inlaten. Het leveren
van bewijs was natuurlijk de taak van
den beschuldiger. Une accusation qu'on
ne prouve pas est une calomnie, geldt
in dubbele mate hier, waar het betreft
een beschuldiging van boos opzet, die
met de voor leder waarneembare feiten
in volkomen strijd moet worden geacht.
Het «Centrum4 schrijft
Het aftreden van den eerw. heer
Thompson geeft in de katholieke pers
aanleiding tot eenige beschouwingen,
waarbij wij niet al te lang willen stilstaan
en waarover men o i. goed zal doen niet
al te veel uit te weiden.
De demissie van een redacteur en zijn
vervanging door een ander is ten slotte
ten spijt van den geweldigen dunk,
dien ook journalisten van zichzelven
kunnen hebben, niet zulk een wereld
schokkend feit, om daaraan de proporties
te geven van een evenement.
Én derhalve is ook tegenover deze
ontslagname de noodige nuchterheid te
betrachten, al heeft de afscheidnemende
redacteur gemeend aan zijn heengaan
zelf een hoofdartikel van twee en een
halve kolom te moeten wijden
*De »N. Limb. Koerier» verheugt zich
over het beengaan v..n rector Thompson
en hoopt dat de «Maasbode» onder haar
nieuwe hoofdredactie weer naast, niet
tegen de andere katholieke bladen
strijden mag.
De Avondster acht het heengaan van
den zeereerw. heer Thompson een groot
verlies, zoowel voor het blad als voor
de katholieke zaak in Nederland.
Het Eindh. Dagbl., het aanstaand af
treden van rector Thompson een feit
van groote beteekenis voor de katholieke
journalistiek en voor geheel katholiek
Nederland noemend, is verheugd, dat
«de redactie van het Rotterdamsche blad
in handen zal komen van een ander, d'e
naar we hopen en niet zonder grond
vermoeden, op minder felle en minder,
verdachtmakende wijze de pen zal
voeren».
De Geld Koerier zegt, dat dit einde
het aftreden van rector Thompson
te voorzien was.
Ik boorde wel eeDB gaarne iets van haar
antwoordde Reginald, maar men kon niet van
my ei6oben tyd te vinden om ul bare brieven
te beantwoorden. Vrouwen hebben niets te
doen dan lange brieven te krabbel6D.
Misschien heeft mevronw Doraki iemand
gevonden, die hare brieven wel beantwoordt,
zeide Victor.
De twee jongelieden namen hierop afscheid
en Reginald Eversleigh nam een rytoig om naar
Hilton— huis te rijden.
Ily zou langer zijn weggebleven in zyne
belangzuchtige gehoorzaamheid aan Victor,
zoo by zeker ware gewent van de voortdn
rende liefde der OostenrijkBche haar Btilzwij-
gen hinderde hem echter od by wilde eens
zien of er ook een medeminnaar in het spel
was.
Hij ende de gewoonten van mevrouw Durski
en wist dat zy eerst in den namiddag bezoeken
ontving.
Het was omtreDt zes nur, toen hij naar
Hilton hnis reed. Carlo Toas liet hem biunen
en begunstigde hem met een onderzoekenden,
ietwat strengen blik, terwiil hij hem naar de
zitkamer geleidde, waar Paulino gewoonlijk
hare gasten ontving.
Sir Reginald Eversleigh was eeoigszinB ver
wonderd en gevoelde zich teleurgesteld op het
zien van deu stand der zaken. Hij had gehoopt
Panline in zichznlveD gekaerd te vinden, on
gelukkig misschi n krank. Hij had verwacht
dat zij zennwacb'ig zon zun bij zijne komst.
Hij had veel uan dat ophouden met schryven
gedacht en by bad zicb overtuigd dat bet
was tengevolge van haren toorn tegan hem,
een toorn die alleen opwelt, daar waar liefde is.
Tot zijne verbazing vond hij huar prachtig
gekleed, schoon en bekoorlyk.
Nooit had hy haar schooner Doch gelukkiger
gezien.
Hy drukte de hand der weduwe teeder en
beschouwde haar een oogenblik zwijgend.
Mijne waarde PauÜDe, zeide hij eindelijk,
ik heb n nooit zoo bekoorlyk gezien als dezen
Hvond, en toch vreesde ik u ziek te znllen
▼inden.
(Wordt vervolgd.)