Numaier 29 Zondag 7 April 1912 35 Jaargang. Tweede Blad. Gemeenteraad. Ingezonden Stukken» Sport. VRIJH.-CAPPEL. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Donderdag 4 April des avonds ten 77a uur. Voorzitter Edelachtbare heer Baron van Heeckeren van Wallen- Ongeveer 7.45 opent de Voorzitter de vergadering en heet de leden welkom afwezig is de heer Van der Hoeven. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezig onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE 1. Ingekomen Stukken. a. Kennisgeving van den heer v. d. Hoeven, houdende mededeeling dat hij door familieomstandigheden verhinderd is de vergadering bij te wonen. b. Procesverbaal van kasopnemlng ge daan door B, en W. bij den gemeente ontvanger d.d. 22 Maart; uit het onder zoek is gebleken dat alle boeken ordelijk en regelmatig zijn bijgehouden en dat het dien overeenkomend bedrag in kas aanwezig was. Er is over de beide dienst jaren ontvangen f 7158.96, uitgegeven f 6696.037s zoodat in kas was f 422.927s* c. Verslag van de commissie tot we ring van schoolverzuim. Er zijn drie oproepingen gedaan. Geen enkele gedaagde Is er echter verschenen. De raenschen zijn daarna schriftelijk op hunne verplichtingen gewezen. d. Schrijven van P. van Beek, weg werker alhier, houdende mededeeling dat hij wegens de te vele werkzaamheden aan de wegen, in Mei a.s. niet meer wenscht herbenoemd te worden. Voor kennisgeving aangenomen. 2 adres van eenige ingezetenen inzake verbetering Hoogevaartschen grintweg. Adressanten wijzen er op dat de weg bij eenig regenachtig weer en vooral 's winters onbegaanbaar is. Daar zij allen belastingbetalers zijn, meenen ze eenige aanspraak te mogen maken op goed onderhoud van den weg. Dit zou zonder groote uitgave kunnen worden gedaan. Voorzitter. De weg is op het oogen- blik goed, maar dat neemt niet weg dat hij toch niet al te best is onderhouden. Er zijn sporen ingekomen en daarvoor moeten we feitelijk grof aanvullingsgrint hebben. Ik moet hierbij echter opmerken dat er absoluut geen duiten beschikbaar zijn. De finaDtieele toestand is desolant. Oerlemans. Ik 't acht noodzakelijk dat verbetering aan den weg wordt gebracht. Ik kan me niet voorstellen om welke reden we den weg niet in orde zouden moeten brengen. Laat de finantieele toe stand het niet toe, laten wij dan een geldleening er voor aangaan dan komen de lasten neer op ons nageslacht. Ik zou het onverantwoordelijk vinden als wij adressanten, die toch allen belasting betalers zijn. maar met een kluitje in het riet zouden zenden. Niet eens ben ik het met adressanten waar zij zeggen dat de weg met kleine onkosten in orde is te maken. Ook geloof ik wel dat de slechte toestand voor een gedeelte is toe te schrijven aan het slecht onderhoud, doch heelemaal mag men dat niet doen. Er is een zeer druk verkeer en voeding voor den weg is er maar half. Voorzitter. Een jaar of zeven of acht geleden is er sprake van geweest om de weg daar radicaal te verbeteren. Er is toen voorgesteld een leening van f 2000 a f 3000 aan te gaan, maar dat is toen afgeketst wat jammer is, dan zouden er nu geen klachten zijn, maar dat is gepasseerd hoewel het valt te betreuren. Willen wij den weg nu goed verbete ren, dan moet er keislag op en de stoom wals er over. De Bruijn. De weg is wel buitenge woon slecht geweest maar nu gaat het nog al. Stam. Zeker, nu hij is goed, ik zou daarom nog maar eens afzien. Voorzitter. Wij gaan nu een gunstige tijd tegemoet, misschien dat we met een wagen fijnen grint, waar we de sporen mee vulden, voorloopig klaar zijn. Stam. Dat zou ik ook denken, we gaan toch tegen den zomer aan. Oerlemans. Dat zal een halve maat regel zijn. In het najaar zal de weg dan weer slecht zijn. De Bruijn. Niet zoo gauw, aan den wegwerker ligt het veel. Oerlemans. Ik geef toe, de wegwerker moet er veel aan doen, maar ik geef u de verzekering dat zonder de noodige voeding er geen enkele wegwerker is die den weg goed zal kunnen houden. M. i. wonen er daar veel te veel belastingbe talers om er niet naar te luisteren. Stam. Ik zou toch geen leening aan gaan hoor Oerlemans. Is u er dan voor dat de weg steeds in zoo'n slechten toestand blijft verkeeren of dat hij goed in orde gemaakt moet worden. Stam. Ik zou het gedurende den zomer nog maar eens probeereo. In het najaar kunnen wij dan nog zien. Oerlemans. Dat is toch een halve maat regel en zal meer geld kosten dan een afdoende verbetering. De Bruijn. Bij een goede wegwerker is de weg nooit zoo slecht. Vroeger is hij nooit zoo slecht geweest. Van der Waals. Wij weten wel dat een goed onderhoud meer is dan een halve voeding, kijk maar eens aan Lab- begat tot aan de woning van Oerlemans daar is geen spoor te vinden, al die kuil tjes worden dicht gemaakt. Oerlemans. Daar komt ook grint op, 't is dan eens een kruiwagen en dan weer een en zoodoende wordt het veel. Willen de heeren van de zomer een wagen grint op de weg brengen, ik zal het met open armen ontvangen, 't is voor den zomer dan al vast éenige verbetering, maar een halve maatregel is het beslist. Waarom moet een afdoende verbetering nu op de lange baan worden geschoven. Voorzitter, 't Is nu direct niet de gun stigste tijd daarvoor, dat moet meer bij regenachtig weer worden gedaan dan gaat er die keislag beter in. Een vorige keer loste de keislag op in water. Wij hebben daarover naar den leverancier geschreven doch die schreef ons terug dat dit niet het geval kan zijn wijl ze niets anders dan prima keislag hebben, wel is de keislag te fijn geweest. Voor de Poorte. Als de keislag kapot worden gereden wordt ze zoo vet Oerlemans. Op andere plaatsen for- ceeren ze de wegen ook wel door goede voeding. Gaan we nu een wagen grint op de weg brengen 't is goed, maar eenieder zal het toch met mij eens zijn dat de toestand daardoor niet verbetert wordt en men in het najaar weer voor het zelfde geval zal komen te staan. Voor de Poorte. Zou men er niet iets anders op kunnen gooien dan keislag. Voorzitter. Neen, dat gaat niet. De Bruijn. Er is op zoo'n weg nogal werk op. De sporen moeten worden ver legd en de bagger worden afgekribd. Oerlemans. Ik heb hooren zeggen dat hij er die niet af mocht krabben. Vooi; de Poorte zou hem dat hebben gezegd. Van der Waals. Dat is niet waar, want de wegwerker is er in tegenwoordigheid van Burgemeester en Wethouders, waar bij Voor de Pootte tegenwoordig was, opgewezen dat hij dat moest doen. Oerlemans. Ik had het er met Van der Schans over dat er zoo weinig aan de weg werd gewerkt. Ik zei toen tegen hem dat ik den wegwerker eens zou aan spreken en zeggen det hij de wegen wat moet afkrabben. Van der Schans zei toen tegen mij dat ik dat niet behoefde te doen daar Voor de Poorte gezegd had dat hij er niets van mocht afkrabben. Stam. Een week of drie geleden is hier de weg ook overal slecht geweest, maar nu tegen de zomer wordt dat beter. Oerlemans De Hooge Vaart verkeert toch altijd in den slechtsten toestand. Men moet nu niet zeggen dat komt omdat er meer vervoer is, want daardoor hoeft een weg toch in geen slechten toestand te verkeeren. Voor de Poorte. Er moet grint komen anders kan niemand, wie ook, den weg in orde houden. Voorzitter. Van de begrooting kan niets komen, alles is zoo krap mogelijk opgemaakt en becijferd. Vroeger bedroeg de post onderhoud van grintwegen f 400 a f 500 en nu is er slechts f 300 uitge trokken dus veel minder dan andere jaren. Wil men dus iets aan den weg doen dan moet er een ieening worden gesloten want van de begrooting kan absoluut niets af. Ik zou nu in beginsel besluiten of men een Ieening wenscht aan te gaan, later kunnen dan de andere bepalingen wel gemaakt worden. Mijn idee zou zijn om een goede laag keislag over den weg en dan de stoomwals er over. Oerlemans. Hoe hoog zouden dan de kosten komen. Voorzitter. Ja, globaal geschat een groote f1000. De wals kost alleen al f 500. Voor het Capelscheveerpad kostte het f525. Van der Waals. Is het noodzakelijk dat een stoomwals komt. Ik heb gezien dat ze den provinciale weg te Waspik met een gewone wals walzen en het was daar toch ook zware keislag. Oerlemans. Voor de Rijkswegen wordt tegenwoordig toch een stoomwals voor geschreven. Voorzitter, 't Is ook veel beter ook dan ben je er zoo vanaf. Oerlemans. Wat zou het verschil zijn in kosten. Van der Waals. Ik zou denken dat dit verschil nogal aanmerkelijk zal zijn. Oerlemans. Als wij den weg nu afdoende verbeteren, dan handelen wij veel goed- kooper dan telkenmale dat lappen. Ik ken wegen met veel verkeer waar zoo goed als geen onderhoud aan is. Stam. Ik zou maar eens met een beetje beginnen. Je moet wel weten dat die weg daar afzakt. Oerlemans. Ik zou je wel eens willen vragen, waar de draagkracht van de gemeente vandaan komt. Of brengt het daar dan niets bij. Ik geloof waarachtig dat daar toch ook wel een beetje reke ning mee mag worden gehouden. Voorzitter. Als wij den weg radicaal verbeteren, dan krijg je daar een prach tige weg. Oerlemans. De weg van Helmond langs de Zuid-Willemsvaart naar sluis 8 is prachtig in orde en er is een druk ver keer over en toch is er zoo goed als geen onderhoud aan, doch dat komt omdat er een goede ondergrond in zit. Op die manier forceeren ze daar alle wegen. Voorzitter. In Duitschland ook. 's Mor gens zie je dat ze bezig zijn met een weg en 's avonds is alles reeds klaar. Oerlemans. In de Peel worden tegen woordig de wegen ook alle met de machine gewalst. Ik voor mij ben er vast van overtuigd dat wij duur uit zijn met onze wegen ieder jaar door te lap pen. Verbeteren wij het flink, dan zijn we er in een keer van af. Voor de Poorte. In de omstreken van Zevenbergen en Willemstad zijn de wegen veel slechter dan hier. Stam. In de Klei ook- Voorzitter. Ik zal de discussie over dit onderwerp maar sluiten. Het is ge noegzaam besproken. Ik zal nu in om vraag brengen of men in beginsel voor een geldleening is. Het voorstel in omvraag gebracht wordt verworpen met 4 tegen 2 stemmen, Tegen een geldleening stemden Voor de Poorte, van der Schans, De Bruijn en Stam. VoOr het voorstel stem den de heeren v. d. Waals en Oerle mans. 4. Aanbieding gemeente-verslag over 1911. 5. Aanbieding beredeneerd verslag over den toestand van de volkshuisves ting. Wordt voor de leden gedurende 14 dagen ter visie nedergelegd. 6. Benoeming van een wegwerker. Sollicitanten zijn E. HaverhalsJ. Gouda en Antonie Verhagen. Oerlemans. Kan u ons wat van de sollicitanten mededeelen. Ik ken er geen een van. Voorzitter. Haverhals hebben wij Vroeger ook al eens willen hebben. Hij is arbeider gewees bij Heijmans en woont op den Loonschendijk. Hij heeft er be slist gezicht op, dat hebben we van hem ondervonden. Vroeger werd de Loon schendijk door Bogers onderhouden, doch die deed er niet te veel aan en toen heeft hij het onderhoud gekregen in ruil waarvoor hij het gras dat langs de kanten gioeide mocht hebben. Later toen er geen gras meer groeide, hebben wij hem f 5 gegeven. De weg ziet er nu prachtig uit. De reden dat wij hem een vorige keer niet hebben voorgedragen is dat hij al op jaren is, doch nu wij hebben ondervonden dat onder jonge krachten groote prullen zijn, nu zal zijn ouderdom wel geen bezwaar zijn vooral omdat hij krachtig van gestel is. Ik zou hem dan, om te probeeren, voor een jaar benoemen. Hij heeft er ook pleizler in en heeft verder niets te doen, dat scheelt ook veel. Wat betreft de tweede candidaat die is erg eigenwijs en ik ben bang dat we daarmee hetzelfde zullen varen. Ik ken hem goed, hij is erg eigengeraaid. Van den derde zal ik maar niet veel zeggen, niets zeggen zal het beste nog maar zijn. Hierna wordt benoemd E, Haverhals et j stemmen, 2 stemmen waren in blanco uitgebracht. 6. Behandeling en hernieuwde vast stelling politieverordening in verband met enkele bemerkingen van de zijde van Ged. Staten Na voorlezing worden de voorgestelde wijzigingen aangebracht. 7. Nieuw verzoek, ex. art. 5, le lid Drankwet. Van A. Stam is een verzoek ingekomen om vergunning voor verkoop van sterken drank in het klein. Aangezien het bij de wet voorgeschre ven aantal Vergunningen reeds is bereikt stellen we voor aan H. M. de Koningin een adres te richten. Aldus wordt besloten. 8. Af- en overschrijving. Voorzitter. Eenige posten o. a. straat verlichting is met f75, hulppostkantoor met f 135 en onderhoud schoolmeubelen met 9.48 overschreden. Deze bedragen kunnen echter worden afgeschreven van posten waarop bleek overschot te be staan. Niemand meer in openbare vergadering het woord verlangende, sluit de Voorzit ter de openbare vergadering en gaat de raad over in geheim Comité ter behan deling van 9. Vaststelling kohier Hoofd. Omslag 1912. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Kaatsheuvel 5 April 1912. M. de Redacteur Mag ik voor onderstaande regelen, een klein plaatsje in uw blad Bij voor baat dankend. Nu de laatste nummers van dit blad verschenen zijn, zonder dat daarin voor komen Verweer's van R. Hollants, noch pro- of contra-stukken dienaangaande, is het mogelijk niet van belang ont bloot, al wat daarmee en daarover ge schreven is, achteraf nog eens te be kijken. Als staande buiten de geheele kwestie waarover Verweer's en verdere stukken handelden, derhalve met geen enkel vooroordeel, ten wiens gunste ook, behebt, mag ik veilig wagen ook eens te zeggen, welken indruk die schrijverij op mij, en ik vertrouw op velen, ge maakt heeft. Alle stukken heb ik de revue lateD passeeren, van alle bewe ringen en tegen-beweringen goede nota genomen, botje bij botje gelegd en dan is daaruit het volgende te concludeeren Onaangevochten, met de in aardsch- paradijsche naaktheid tentoongestelde feiten, blijven bestaan de stukken van R. H. met feiten die schril licht werpen op de duistere daden van sommige onzer op den voorgrond tredende Kath. Soc. voormannen feiten, die in helle keuren de wegen en handelingen dier voorman nen schilderen, op een manier, dat elk weldenkend burger zal moeten beamen, dat ook daar het verborgen duistere grove feilen bedekt. Crltisch, niet alleen, zelfs beschuldigend stellen die stukken deze voormannen en vooral den Heer Roestenberg in een daglicht, dat den meest verstokten, den brutaalsten huiche laar van schaamte en schande zou doen blozen, en, Ingeval die beschuldigingen ook slechts eenigen grond misten, hem voor zijn eer en prestige zou dwingen, alle in zijn macht staande, dienstbare middelen aan te grijpen om de hem aangewreven beschuldigingen, op kracht dadige wijze te ontzenuwen, om zich voor de openbare meening en in het oog zijner ondergeschikten te rehabili- teeren. Immers, het is niet genoeg te speculeeren op het vermetel, het blinde vertrouwen, dat de discipelen in den meester stellen de meester moet ook voor zichzelf er van overtuigd zijn en dit kunnen staven, dat zijn doen en laten den toets der kritiek en zeker dien der beschuldigingen kan doorstaan. Eer en eerlijkheid, des menschen hoogste goed, moet meer waarde hebben als eerloosheid en bedriegerij 1 Daartegenover las ik geen enkel woord dat er ook maar naar zweemt, de door R. H. geuite beschuldigingen op af doende manier te trachten den bodem in te slaan of zelfs ook maar op een enkel punt voor onwaar te brandmerken. Dat juist is zoo tegengevallen. Wel trof men te hooi en te gras zoo eens een episteltje, dat, met enkele lage insinuaties gespekt, (treurig is het voorzeker te moeten constateeren, dat in de >Leer- Dewerker,' met name door Argus hierin het record weer geslagen werd) niets gaf, wat leek naar serieuse verdediging. De anders zoo gauw-gereede pennen, waar het geldt een tegenstander of een persoon of lichaam, die niet met hun streven onvoorwaardelijk instemmen, aan den schandpaal te timmeren, schenen nu met lamheid geslagen juist daardoor een niet te weerspreken schijn op zich ladend van zuivere schuldbekentenis, van een beaming vaD alles, wat den beschuldigden voor de voeten is ge worpen. Moet hier niet de voornoemde speculatie op het onveranbvoordelijk, vermetel vertrouwen van de discipelen, met name hier van de leden der vak- vereeniging, in 't spel zijn, om zoo te kunnen handelen Dat van deze leden de oogen eens opengingen en zij eens inzagen, dat ook vermetel vertrouioen zondig zijn kan en voorzeker in dit ge val, waar hun bestuurderen zulke ernstige, intensieve wandaden worden ten laste gelegd. Zwijgen is hier bekennen. Zeker wordt dit bekennen, als men met walging moet zien, met welke middelen gearbeid wordt aan de bestrijding van dengene, die de beschuldigingen lanceerde mid delen, die men vaak tevergeefs zoeken zal bij de heftigste, ander-kleurige man nen, doch welke hier, hoe anarchistisch- socialistisch ook, met graagte gebruikt worden. Vuig-vuile biljetten, achter- buurtlge platheden en hatelijkheden ver tellen, die het vierkantste vischwijf, als niet tot haar categorie behoorend, zou weigeren te gebruiken, moeten hier dienst doen ter verdediging van Katho liek Sociale voormannen, wier onge rijmde daden op eerlijke en openlijke manier bekend gemaakt zijn. Deze pseud-overdediglug geeft nog meer het >mea culpa* weer, dan het halstarrigste zwijgen, dit is bewijs, dat de beschuldi gingen van R. H. niet op gepaste en nette manier te weerleggen zijnechter tegelijk daarmee bij een ieder de over tuiging vestigend, dat bij de beschuldig den toch een ongekende wrok ontstaan is een soort pestbuil, die, hare kiemen, aan andere dragers van soortgelijke pest* baccillen, mededeelend, daardoor tracht haar verderfelijken invloed op de mede- menschen uit te oefenendaartoe den weg kiezend, die voert langs aanplak biljetten, helden van scheldpartijen en vuil-pamfletten- Wat geeft nu de balans Aan de eene zijde de beschuldigden, Roestenberg c.s. beticht van handelingen en daden, die men misschien ooit eens lezen kan bij partijen van andere richting en kleur, doch allerminst verwacht bij Kath. Socialen aan den anderen kant niets, tenzij men die schaamtelooze biljetten voor iets wil aannemen. En naar wiens kant helt nu de evenaar over t Ingeval, hetgeen door R. H beweerd is, niet de waarheid is, mag zoo iemand, dat dan maar straffeloos zeggen Ingeval, hetgeen hij beweert, wel de waarheid is, waar is dan de weg, of waar zijn de personen, die in deze be- hooren in te grijpen en degenen die straf verdienen, naar behooren straffen. 't Zal mij benieuwen of dit muisje nog een staart zal hebben en zeker ware het dan dienstig èn voor vakvereeniging, èn voor anderen, dat de gewraakte personen dier vereeniging in een beter daglicht kwamen, als waarin ze nu door R. H. geplaatst zijn- Zoolang het zoo blijft, heeft deze, bun >beroemdheid< den nekslag gegeven en zal elkeen vast gelooven, dat zij, die steeds den mond vol hebben van rechten en plichten, de boel aardig bedot hebben. B. Vliegen Ede Breda. Eenigen tijd geleden maakten wij het plan van den militairen aviateur Henri Bakker bekend om vanaf zijn vliegterrein Ede naar Breda te vliegeD. Woensdagmorgen beeft Bakker nog vrij onverwacht zijn tocht volbracht. Om 7 unr ongeveer kwam hij plotseling oit den dunnen nevel opdagen en «treek met zijn twee persoons Blériot met 50 paar's Gnomo motor in kearigen plane op het excercitieterrein bij Breda neer. Bakker was in militair costuom. Hij is zooals men weet vaandrig. Zelfs de sabel was present. Btkker was 's morgens om half zes op gestegen daarna gevlogen over den toren van Ede, over den toreD van Rhenen, over Echo van het Zuiden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 5