Nummer 30 Donderdag 11 April 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. VVaafwiiksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Eerste Blad. UiU Dit nummer bestaat uit TWEE bladen FEUILLETON^ Gemeenteraad. ■LAAT UW ZEEP SUNLIGHT ZIJN De besiiste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor fijne kant en fijn linnen de uitsluitend betrouw= bare Zeep. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. De Sociaal-democratische Arbeiderspartij. De Echo van het Zuiden. Waalwtjksclie en Langslraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stokken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertbntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Zij wordt in de wandeling genoemd de S. D. A. P. Wij zijn gewoon geworden alle soort van vereenigingen en maatschappijen, assurantie-maatschappijen, tooneelclubs, arbeiders-organisaties met initialen aan te duiden. Wat wel eens tot gevolg heeft dat wij de eigenlijke bedoeling dier ver eenigingen gaan vergeten. Zoo ook met de S. D. A. P.wij spreken zelfs van Esdeapeërs, als waren dat een apart ras van menschen ergens onder uit Zuid-Amerika Maar oorspron kelijk wil de S. D. A. P. toch zijn de partij der Arbeiders. Die partij der ar beiders nu heeft gedurende de Paasch- dagen plus Dinsdag bovendien, haar jaar lijksch congres gehouden. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." 86) Kerel 1 zijt gij gek I riep kapitein Dnn- combe nit, stapelgek Neen, antwoordde George Jernam. ik ben niet gek; ik ken het ellendige van mijnen toestand maar al te goed. Ik bemin uwe dochter, Joseph Duncombeik heb haar zoo innig en trouw lief, als een man ooit de vrouw zijner keus lief had. Toch dwaal ik hier, alleen en verlaten door Londen, terwyl ik mij naar huis, naar mijn lieveling moest spoedeD. Hoe dierbaar zij my is hoezeer ik haar liefheb ik dnrf niet terngkeeren, want tus8chen haar en my verheft zich het spook van mijn vermoorden broeder Valentin. f Wat heeft mijne dochter Rosarannde in 's hemelsnaam te maken met het beklagens waardig lot van uwen broeder vroeg de kapitein. Zij zelve nietsmaar zij heeft bet onge luk verbonden te zijn aan iemand, die tot den moordenaar of de moordenaars van mijn ongelukkigen broeder in betrekking stant. Wat duivel bedoelt gij daarmede vroeg de verbaasde kapitein van de Meermin. Dwing my niet, mijne meening nit te spreken, kapitein Dancombe, antwoordde George op norschen toon; gij zijt myn schoon vader. De openbaring van eene zwarte vlek in uw schijnbaar eervol leven gewerd my te laat, om de verbintenis to voorkomen. Toen mij de noodlottige waarheid bekend werd, was ik reeds de man van uwe dochter. Dat verzekert u van myn stilzwijgen. DriDg u niet aan my op. Ik zal mynen plicht tsn opzichte nwer dochter vervullen, alsof gy en uwe misdaad nooit bestaan hadden. Maar wy beiden knnnen elkaar slechts als vijanden ontmoeten. De herinnering aan myn broer Valentin is een Als men de verslagen van dat Congres naleest, dan zijn daar de arbeiders Mr. Mendels, Mr. Troelstra, Doctor v. d. W erden, de Kamerleden Duys, Schaper, Hugenholtz, Vliegen, de onderwijzer van Zadelhoff, de bestuurders v. Hlnte, Heij- koop, Oudegeest, de wetenschap-heeren Wibaut, R. Kuyper en F. v. d. Goes, de journalist Spiekman, plus nog enkele heeren arbeiders uit den volmaakt verleden tijd, aan het woord geweest. Al deze arbeiders zijn met de Paasch- dagen te Leiden gezellig bijeen geweest. En hebben er nog een vrijen Dinsdag aan vast geknoopt. Wat gemakkelijk kan, ondanks dat deze rrbelders zulk een hard slavenleven hebben. De oude Fortuyn heeft op het Congres ook een duit in het zakje gedaan. Maar het was geen fortuintje voor de S. D, A. P., wat de man daar zeide. »Als Fortuyn nog een stuk of wat speeches houdt als die van heden,* merkte Ou degeest op, >dan wordt de invloed der partij op de arbeiders nog minder.* Wat de man dan gezegd heeft Och deze ontzaggelijke waarheid, die door niemand is tegengesproken. Dat de afdeeling-Amsterdam van deze fameuze Arbeiderspartij Arbeider met een hoofdletter s.v.pl. 1 op de 2500, 2600 leden telt slechts 18 bouwvakarbeiders, 2 fabriekarbeiders, 2 loodgieters, 82 metaalwerkers, 32 schilders, 33 timmerlieden, 107 transportarbeiders, waaronder 7 havenarbeiders de rest zijn loopers van de diamantslij perijen. Vergelijk nu deze nuchtere cijfers van den heer Fortuyn met de gewone schet terende fraseologieën over de groeiende macht van het proletariaat. Een arbeiderspartij zonder arbeiders. Men ziet 't, 't heeft iets voor om zich simpel de S. D. A. P. te noemen. De Arbeider raakt er dan in zoek. M. WASPIK. Openbare vergadering van den raad gedeeltd van mbo leven, en die aan hem misdeed misdeed ook aan my. Kapitein Dancombe was opgestaanhij stond voor zijn schoonzoon, rood van woede. George Jernam 1 riep hij uit, wilt gij dat ik u tegen den grond sla?... Waarlijk, fijne heer, gij moogt bly zijn dat ik het niet reeds lang deed. Wat bednidt al die onzin, die gij daar babbelt? Nog eens wat beteekent dat? Zijt gij dronken, zijt gy zot, of zijt gy het allebei tegelijk? Kapitein, sprak George Jernam bedaard, wilt gij inderdaad, dat ik ronduit spreke? 't Zou u slecht bekomen als ge 't niet deed, antwoordde de woedende kapitein. Laat mij beginnen met u kennis te geven dat, voor ik in Juli jongstleden „Rivierzicht" verliet, uwe dochter my aanspoorde om in uwen lessenaar te zoeken, toen ik op zekeren dag mailpapier noodig bad. En wat zou dat? Tegen mynen wil stemde ik toe, dien lessenaar te openen met een sleutel, dien Rosummnde bezat* Ik snuffelde niet in de geheimenissen die daar verborgen lagen, doch voor mij, in het pennebakje, lag een voorwerp, dat onmisbaar mijne aandacht moest trekken dat myn blik gevestigd hield, alsof het eene adder was. Wat duivel kan dat geweest zyn? schreeuwde de kapitein. Ik beb niet veel aardigheden in mijn lessenaar. Ik zal u laten zien wat ik er vond, ant woordde George. Die vondst veranderde myn ganscben levensloop en verjoeg mij, als een ellendige, verlaten zwerveling van myn vroeger zoo gelukkigen, huiselyken haard. Die kerel is zinneloos, prevelde Dnncombe in zichselven bij moet gek zijn. George Jernam nam een opgevouwen papier uit zijne vestzak en het openende, nam bij er een gouden mnntstuk uit een Braziliaanscbe mnnt en legde het in de hand van den kapitein. Lieve Hemel 1 daar hebt ge 't geld van het Bpook schreeuwde Joseph Duncombe, Verbazing sprak onverholen uit zijne ge laatstrekken, maar geen schuldbesef. George sloeg zijn gelaat nauwkeurig gade, terwyl de andere bet stuk geld beschouwde, eu by zag dezer gemeente op Dinsdag 9 April des namiddags ten 2 uur. Voorzitter Edelachtb. heer P. Dekkers. Klokslag 2 uur opent de Voorzitter de vergadering aanwezig zijn alle leden terwijl er een vacature is ontstaan door het overlijden van den heer Gijsmans. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE: 1 Mededeelingen a. Een schrijven van A. Rekkeis hou dende verzoek om eervol ontslag als wegwerker. De Voorzitter stelt voor om Rekkers eervol ontslag te verleenen als wegwerker en een nieuwen wegwerker te benoemen op een jaatwedde van f150. Van Son Beter was het dat al die postjes door een man werden gedaan. Heeft ieder zoo'n beetje dan komen ze herhaaldelijk om verhooging vragen. Voorzitter. Daar voel ik ook v\el veel voor, maar Rekkers kan het niet meer behoorlijk doen. Hij heeft het als ge meentebode en als lantaarnopsteker en nog enkele vaD die baantjes al druk genoeg. Ik stel voor een optoeping te doen voor een wegwerker en deze te benoemen met ingang van 1 Mei op een jaarwedde van f 3 50, waarvoor hij 2 dagen in de week aan het onderhoud van de wegen moetf werken Van Son. Ik zóu hem liever f 1.50 per dag willen geven en hem dan laten werken als het noodig is. De Bont. Dan komen er zooveel da gen, dat het veel te duur wordt. Van Son. Ik bedoel natuurlijk aan te wijzen door B. en W. Het voorstel van den Voorzitter hierna in omvraag gebracht wordt met alge- meene stemmen aangenomen. 2. Aanbieding verslag Volksgezond heid. Na voorlezing van dit verslag zegt de heer de Bont dat de huizen van Muskes in zoo'n slechten toestand verkeeren, dat ze wel onbewoonbaar mogen worden verklaard. Zal een onderzoek naar worden inge steld en de Gezondheidscommissie er op attent worden gemaakt. 3. Adres van D. C. van der Rijken om demping van een stukje der Kerk- dat bet niet bet gelaat van eenen schuldige was. O 1 kapitein, kapitein I... Als ik n toch al dien tijd eens onrechtvaardig verdacht had! riep by uit. Mij verdenken! Waarvan? Van min of meer in den moord mijns broeders betrokken te zijn geweest. Dit stuk geld, dat gij daar in de band hebt, was eeu afscheid, datikbem gaf; zie, mijne voorletters zyn er in gekrast. Ik vond bet in aw lessenaar. Eu daarom verdacht gij mij dat ik helper of heeler van dieven en moordenaars was bulderde de kapitein der Meermin. George Jernam, ik Bchaam mij over u. Hoe nietsbednidend die woorden ook waren, lag er een ongekende diepte van verwijt in. George Jernam bedekte zijn gelaat met beide bande» en zat in gebogene bonding voor den man, dien bij zoo verongelijkt had. Als ik trotscb was, zeide Joseph Dud- combe, dan zou ik geenen uitleg aan n willen geven doch dewyl ik niet trotscb ben en gy de man van myne dochter zijt, zal ik u zeggen boe ik aan dit muntstuk kwam, en als ik dat gedaan heb dan zal ik u getuigen brengen, die bewijzen tullen dat het waar is. Ja, George, ik zal u niet vragen mij op myn woord te gelooven want boe zondt ge dat kannen doen ten opzichte van iemand, dien gij laaghartig genoeg achtte om met moordenaars te heulen? George, het is te erg, te erg 1... Er volgde een korte stiltedaarna vertelde kapitein Dnncombe de geschiedenis der geest verschijning van den ouden Screwton, en hoe daarna het muntstuk iu de keuken van „Rivierzicht* werd gevonden. Ik heb menig gevaar in mijn leven onder de oogen gezien, George Jernam zeide kapitein Dancombe, en ik geloof dat er niemand is, die ooit met my één bodem onder de voeten had, die mij voor een lafaard zal uitmaken, en toch beken ik, dat ik dien avond baug was. Vleescb en bloed sta ik, waar en boe dan ook. Ik alleen zal er zes staan twintig als het moet maar als er een bezoek van de andere wereld komt, dan scheidt Dnncombe er uit, dan krnipt bij in zijne Behelp als een oester. En gelooft gij zeker, dat de man, dien gy 's nachts zaagt, uit de andere wereld vaartsche haven. Adressant verzoekt een gedeelte der haven ter breedte van 2 M. en ter lengte van 12 meter te mogen dempen en aan hem voor den tijd van 60 jaar voor ge- ringen prijs in erfpacht af te staan. Van Son. Die man vraagt het ten minste nog fatsoenlijk. Een ander neemt het zoo maar, wat altijd oogluikend is toegestaan. Ik zou het hem daarom toe staan voor 25 cent b v. per jaar. 't Is hem natuurlijk te doen om met zijn buren gelijk te komen. Het voorstel van den lieer van So door den Voorzitter overgenomen, in omvraag gebracht wordt met algemeene stemmen aangenomen. 4. Wijziging verordening houdende aanwijzing van het aantil ambtenaren van den Burgerlijken Stand. Voorzitter. Dit aantal moet met een worden vermeerderd. Een ambtenaar voor wien alle stukken moet worden verleden en drie plaatsvervangers. Er moet een plaatsvei vanger zijn die als de Secretaris afwezig is, diens werkzaam heden kan overnemen. Aldus wordt besloten. 5. Benoeming ambtenaar van den Bur gerlijken Stand, Op de voordracht zijn geplaatst de heeren A. J, Verschuren, ambtenaar ter Secretarie en Paulus de Winter, bakker. De heer A. J. Verschuren wordt met algemeene stemmen benoemd. 6. Machtiging tot verkoop van planken. Voorzitter. Er zijn eeo partijtje planken overgebleven van de herstelling aan de haven. Het beste is dat wij die nu ver- koopen. Wordt machtiging verleend. Voorzitter. Dan verzoeken B. en W. nog machtiging om beslag te leggen op de loonen van hen die blijven weigeren Hoofd. Omslag te betalen. Ruitenberg. Kan u geen beslag laten leggen op de meubelen, op de looneD beslag leggen daar ben ik op tegen. Voorzitter. Op de meubelen beslag leggen gaat niet. Ze hebben geen meu belen. Wat er nog is zijn meubelen op afbetaling, daar moeten wij dus afblijven, 't Is gewoonweg onwil. Op een na, de stem van den heer Ruijtenberg, wordt het voorstel aange nomen. kwam Wat most ik anders donken? Ik bad den geest van den oudeu Screwton booreu be schrijven, en wat ik zag, geleek er volkomen op. Bezoekers van de andere wereld laten geene stoffelijke sporen von bun bezoek achter, hernam Georg°. De man, die dit muntstuk liet vallen, was geen geest. Dat zullen wy eeDS onderzoeken, kapitein Duncombe, dat zullen wij peilen, hoe diep bet ook zij. Binnen een maand verwacht ik Joyce Harker, van Ceylou, hier. Hij weet meer van dat geval met mijn broer, dan iemand anders, behalve die er in trokken waren. Hij zal er wel achter komen als iemand het kan. - En nu, mijn vriend, mijn vader, kunt gij het over uw hart verkrijgen, mij het onrecht te vergeven, dat ik u aangedaan heb? Wel, George, ik ben geen haatdragende rekel, antwoordde Joseph Dnncombe maar er zijn pillen, die bard zijn om te slikken, en dat is er een. Docb, ter wille van de kleine Rosa, en der lange nachtwaken, die wy ssmen gij en ik op de eenzame zee hebben gehad, vergeef ik u. Daar is mijne baud en mijn hart er bij De oogen van George waren vol tranen en hy greep de krachtige band van den kapitein. De Hemel zegene u, prevelde by. God zij geloofd dat ik van avond hier kwam. Gij weet niet welken molensteen van mijn hart isgij weet niet wat ik geleden beb. Dat is des te dommer van n 1 riep Dur- combe uit; en du zullen wij er Diet meer over spreken. Wij zullen morgen met de eerste diligence nit Londen naar Devonshire gaan. XXX. Met verraad bereikt zijn doel. Zwarte Milsom, anders gezegd de heer Monnders, hield het kasteel Raynbam nauw keurig in het oog, door middel van zijn vriend James Harwood, wiens bezoek hij aanmoedigde door gastvry onthaal en voor wien bij altijd bereid was, eene dampende kom punch gereed te maken. De heer Mounders scheen veel belang te stellen in de bijzonderheden van het leven op 7 Machtiging tot het sluiten van een contract met den polder »de Buitendel len.* Uit het concept, dat wordt voorge lezen, blijkt dat voortaan de kosten die door doorbraak komen, gezamenlijk zul len worden gedragen. De heer van Son zegt dat hij zijn medeleden van de polder over deze materie al voor 14 dagen geleden heeft geschreven doch tot heden nog niets heeft vernomen. Wordt besloten B. en W. te machtigen om met het bestuur van de polder een contract aan te gaan. 8. Vaststelling kohier hondenbelasting dienst 1912. Dit kohier wordt vastgesteld op een bedrag van f 192. Van Son. Zou het niet wenschelijk zijn aan Ged. Staten te verzoeken om vanaf Capelle tot in aansluiting van Raamsdonk(Dorp) een fietspad aan te leggen. In Besoijen is ook een pad aan gelegd, en dat schijnt niet zoo heel kostbaar te zijn, hoewel het pad goed is. Wordt besloten aan Ged. Staten het verzoek te richten. Van Son. Zou ook geen bepaling in de verordening kunnen worden opge nomen, dat het verboden is om hier over het trottoir te rijden. Nu zie je er soms hondenkarren over rijden. De Voorzitter zegt te zullen onder zoeken of reeds niet een dergelijke be paling in de politie-verordening is op genomen. Van Son. En dan heb Ik nog iets mijnheer de Voorzitter. Zou U uw veld wachters er niet eens op willen laten letten dat in de kom van de gemeente niet meer zoo woest met motors wordt gereden. Ik heb het Zondag nog gezien, toen hield men een wedstrijd tusschen motors, die gewoon levensgevaarlijk was. Er werd gereden met een snelheid van misschien wel 60, 70 K.M. In Waalwijk zullen ze dat niet doen. Toen ze gisteren moesten uitwijken voor een kind, konden ze niet stoppen en rolden teg'en de boomen aaD, zoo'n vaart hadden ze. Op den Capelschen dijk heb ik het ge zien dat een motor met een auio om het hardst reden. Teunen. Ja, dat mag wel een beetje het kasteel en bracht er Harwood altyd toe om nit te weiden over de trouwe zorg, die vcor de kleine erfgename werd gedragen en de nauwgezetheid, waarmede de bevelen van lady Evereleigh werden nagekomeD. Op zekeren dag, toen zij weder over hetzelfde onderwerp bezig waren, zeide de kastelein Men zou zeggen dat zy bang zijn, dat er iemand zal komen om het kind te stelen. Dat zou men zeggen, mynheer Mounders. Alle geDot brengt zijnen lnst mede en menis voor niets geen groote erfgename. Ik zat eens achter op het rytnig en hoorde kapitein Cap- Ëlostone Z9gg6D in zyn gesprek met mevronw [orden, dat het kind vijanden had, bittere vijandeD, die het kwaad zondea trachten te doen, als er niet scherp op gelet werd. Ik heb u do al een geruimtn tyd gekend mijnheer Harwood, en gij hebt hier in myne kamer al menig glas rhnm geledigd, zeide zwarte Milsom, anders gezegd de heer Moun ders uit de „Hen en de Kuikens, en al dieD tijd hebt gij my nog niemand van uwe mak kers voorgesteld of mijn op een laat het zijn eene kop thee, in uwe bedieudenkamer gevraagd, Verscbooning, mynheer Mounders, zeide de knecht op suikerzoeten toonmaar een vriend op eene kop thee of een avondbroodje te vragen, zonder de toestemming van mevronw SmithBon, de huishoudster, dat zou mij mijne betrekking kosten. Maar gy kunt toch daartoe wel verlof krijgen, zou ik denken, James Harwood? vroeg M lsom vooral wanneer uw vriend een deftig man is, die aan u en uwe makkers op zyne beurt een goed glas kan schenken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1