Nummer 34 Donderdag 25 April 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. HËTVÉR6MNDËR „TITAMSC Waalwijksche Stoomdrukkerij AntoonTielen, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen FEUILLETON. u Telefoonnummer 38. Telegram-Adres ECHO. De Echo van het Zuiden, Waahvijksclie en Langstraatschc Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A. b o n n e m e n t a p r ij per 8 maanden f 0."5 Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezouden «tukken, gelden eca., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgfgeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. De verklaringen door verschillende getuigen voor de senaatscommissie afge legd, hebben iö de New-Yorksche pers niet weinig opzien en verontwaardiging gewekt, voornamelijk omdat daaruit ge bleken is met welk een roekeloosheid er gevaren werd, en hoe de White Star- Line en de heer Ismay er op gesteld waren, een record te slaan. Het staat thans vast, dat de «Titanic*, ondanks de waarschuwende telegrammen, over ijsbergen, met volle snelheid voortstoom- de. Er werden zelfs geen voorzorgsmaat regelen genomen, de bemanning niet op ernstige gebeurlijkheden voorbereid en geen enkele oefening werd gehouden. Volgens de New-Yorksche «Tribune* stond kapitein Smith ook niet op de brug in de oogenblikken, dat de aangekon digde ijsbergen kouden komen. Ook werd er geen extra-mannetje op den uitkijk gezet. Alles ging juist of er geen enkele waarschuwing was ontvangen. De «Tita nic* stoomde met roekelooze vaart voort, alsof er geen gevaar dreigde. Bij het getuigenverhoor is niets gezegd, dat ook maar eenige opheldering zou kunnen geven inzake het ontstaan van de valsche geruchten van Maandagnacht, volgens welke de «Titanic* naar New- York zou gesleept worden en alle pas sagiers gered war.en. Het raoport van den kapitein van den White Star-Llner «Olympic* brengt eenig licht in deze droeve kwestie. De kapitein verklaart dat personen, die daartoe niet gerechtigd waren, de draadlooze telegrammen, voor de «Olympic* bestemd, onderschepten en foutieve lezingen verspreid hebben. Zoo werd een telegram uit New-York, waarin gevraagd werd of alle passagiers van de «Titanic* gered waren, onder vangen en gelezen als een stellige ver klaring van de «Olympic* dat werkelijk alle schipbreukelingen opgenomen waren. Op dergelijke wijze kwam ook het bericht in de wereld als zou de «Olympic* het ongelukkige zusterschip de «Titanic* op sleeptouw hebben. De «Olympic* had geseind, dat het een tank-schip naar Halifax s'eepte. Dit telegram werd on derschept en verdraaid, tot het bericht dat de «Olympic* de «Titanic* op sleep touw had Thans blijft het de vraag, wie de be richten van de «Olympic* heeft opge vangen en verdraaid; een onderzoek zal wel ingesteld worden, maar het valt ten zeerste te betwijfelen, of het resultaat zal opleveren. De verklaringen, boven weergegeven, maken de positie van den heer Ismay, die met den telegrafist en vijftien andere leden der bemanning in arrest wordt gehouden, er niet beter op. Ismay schijnt zeer ontevreden te zijn over het optreden der senaatscommissie en hij heeft dan ook reeds een protest ingediend bij den Engelschen gezant te Washington waarin hij zijn onmiddellijke loslating alsmede de invrijheidstelling van de leden der bemanning eischt. Of dezen eisch van den directeur zal worden ingewilligd, betwijfelen wij ten Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.' De dag brak aan, toen het postrijtnig van den kapitein de dorpstraat vau Raynbam in stoof. In één adem uitte hij eene dankzegging en een gebed, toen bij de sombere torens van het kasteel tegen de grijze lucht zag nitkomen. Het rijtuig reed tegen den heuvel op en bleef voor den grooten ingang van het kasteel staan Eene oude vrouw, die als portieres dienst deed, opende de poort. Hij zag haar aan, maar bleef niet staan om haar te ondervragen. Een eokel woord van haar, had een einde aan zijne onzekerheid kunnen maken doch in dit laatste oogenblik had de oude krijger den moed niet om de vraag uit te spreken, wier beant woording hij zoo zeer vreesde Is alles wel met Gertrude? Een oogenblik later en die vraag was voor kapitein Capplestone opgelost volledig op gelost zonder dat er één woord gesproken was. De hoofddeur vau het kasteel was open en iu den gaug bevonden zich nog tweemannen. De eene was de rechtsbeambte, de heer Ashbnrno, de andere was Christoffel Dimond, de veldwachter van Raynbam. De aanwezigheid dezer twee mannen deed kapitein Capplestone duidelijk zien dat zyne vrees niet ongegrond was geweest. Er moest iets gebeurd zijn, er moest iets ernstigs zijn voorgevallen, anders zou Gilbert Ashbnrne, de gerechtelijke ambtenaar, niet hier zijn. Het kind, snakte de kapitein, is het kind dood Vermoord Neen, neen, niet dood, antwoordde de heer ABhbarne. Niet dood 1 Goddank 1 riep de krijger op vromen toon uit. Wat dan 1 Wat is er dan gebenrd? vroeg hij, nanwelijkB in staat, deze woorden behoorlijk uit te spreken. Om 'she- Over kapitein beginne Kapitein Smith. het optreden van Smith, den der «Titanic*, hebben in den allerlei valsche berichten de rondte gedaan. Uit de verklaringen van ooggetuigen is later echter gebleken dat hij als een moedig man, als een held gestorven is. Zoo heeft een stoker, die tot op het laatst met kapitein Smith op het dek stond, aan den New-Yorkschen correspondent vaa de «Daily Telegraph* over het dapper optreden van zijnkapitein nog het volgende verteld «Toen de laatste sloep in zee was gebracht, stroomde het water over de brug. De kapitein Itond reeds tot de knieën in het water en riep uit «Jongens, gij hebt uw plicht gedaan ik verlang niets meer van u, ik ontsla jelui van uw eed. Gij kent de scheepswetten, ieder zorge nu voor zich, God zegene u I* Daarop nam hij een schreiend kind in zijn armen, dat naast hem op de com- mels wilspreek duidelijk Ziet gij niet dat gij mij op de pijnbank legt? Wat is er met het kind gebeurd Het is verdwenen. Verdwenen/. herhaalde de kapitein. Ik gaf streng bevel dat men baar niet buiten het kasteel zou brengen. Wie heeft mijne orders overtreden Niemand, antwoordde de heer Ashburne. Miss Eversleigb verliet het vertrek niet. Zij verdween heden uit hare wieg, waarin zijals gewoonlijk, sliep naast het bed van mevroow Morden. Maar wie kou 's nachts in die kamer komen, als de poorten van bet kasteel goed en behoorlijk gesloten waren? Waar is me vrouw Morden Laat mij haar spreken, ver zamel al de bedienden in de groote eetzaal. Kapiteiu Capplestone gaf dit bevel aan den bottelier, die was komen aansnellen, zoodra bij het postrijtnig had hooren binnenrijden. De man boog en ging het bevel ten uitvoer brengen. Ik vrees dat het niets zal helpen als gij de bedienden ondervraagt, zeide de heer Ash burne. Ik heb reeds alle onderzoek gedaan, bijgestaan door Christoffel Dimond maar ik kan niets ontdekken dat esnig licht over deze duistere zaak verspreidt. Ik dank u en hond mij overtuigd dat gij alles gedaan hebt wat uwe vriendschap u ingaf, antwoordde de kapitein maar ik zou hen toch zelf eens gaarne ondervragen. Hij ging naar de eetzaal, dezelfde zaal waar het onderzoek had plaats gehad over de oor zaken van' sir Oswalds dood. De heer Ashbnrne en Christoffdl Dimond vergezelden hem de bedienden kwamen Btil binnen, twee of drie te gelijk, tot het lagere gedeelte der zaal geheel b -zet was. Mevrouw Morden kwam het laatst. Zij betuigde haar leed niet. Zij uitte geene verontschuldigingen, want zij kon zich niet voorstellen dat iemand hare eerlijkheid in twijfel kon trekken. Zij stond voor den kapi tein, bedaard, ingetogen, gereed om kort en duidelijk te antwoorden op de vragen, die haar zonden gedaan worden. 7 Hij ondervroeg de bedienden één voor ééo, te beginnen met juffrouw Smithson de huis houdster, die verklaarde dat geene levende mando-brug stond, en sprong in zee.* Een Eogelsche passagier bevestigde de woorden van den stoker. Hij had den kapitein met 'n kind onder den arm zien zwemmen, en vertelt dat Smith het kiod in een sloep gebracht had, maar weigerde er zelf in'plaats te nemen. De kapitein/ zwom terug naar de zinkende «Titaoicl*/ Nadat de heele wereld vier en twintig uren in hérorème heeft gezwelgd wordt het tijd uit de massa berichten, gekleurd dóór Britsch patriotisrae en zakenegois- me, eenige kalme feiten aan te wijzen, die wel niet zeer troostelijk, maar zeer leerzaam zijn. Uit de vertellingen van eenige over levenden, die niet geneigd zijn zich als helden voor te doen, blijkt wel het vol gende zeker le. de «Titanic* voer op het oogen blik van de botsing met 23 knoopen snelheid, dus «full speed* de roergan ger Moody, die aan het stuur stond, heeft dit verklaard. 2e. Ijsbergen en ijsvelden bevonden zich op deD weg van de «Titanic*, men wist dat, men was er voor gewaarschuwd en, naar lady Duff Gordon zegt, werden zij 's middags en 's avonds van het schip uit voortdurend gezien. 3e. alle berichten stemmen hierin over een, dat de nacht helder was onder een egale sterrenlucht, de zee glad als een spiegel. 4e. zoo helder was de nacht, dat de zoeklichten overbodig werden geacht en, hoewel men zich midden in een ge vaarlijke ijsmassa bevond, werden zij niet gebruikt. 5e. Terwijl het schip «full speed* voer, kwam de ijsberg vooruit en werd pas opgemerkt op den afstand van een derde mijl (600 M). 6e. Deze ijsberg moet minstens de hoogte van het schip gehad hebben, want naar de verklaringen van allen werden zij met zware stukken ijs als overgooid. 7e. Toen de ijsberg werd gemeld, gaf de eerste officier, Wilde, niet het bevel naar de machinekamer om achteiuit te slaan, doch hij beproefde met een kleine wenking den ijsberg voorbij te glijden, gelijk alweer Moody heeft verklaard. ziel, dan de bewoners, in bet kasteel kou ge weest zijn, tijdeus het verdwijnen van de kleine Gertrude Eversleigb. Het is eeoe physieke onmogelijkheid dat iemand baiten mijn weten, 's nachts in of uit het buis is gegaan, zeide zij de deuren zijn te half elf ure gesloten en de sleutels zijn iu een mandje naar mijne kamer gebracht, zoodat gfj ziet dat het niet denkbaar is dat iemand in- of uitging vóór dat de deuren dezen morgeD geopend waren. Wanneer werd de verdwijning van het kind opgemerkt? Kwart na vijf ure dezen morgen, ant woordde mevrouw Morden, vóór dat iemand in het buis op was. Mijn Hoveling wordt ge woonlijk op dat uur wakker om wat melk te drinken, dat in een glas bij hare wieg staat. Ik werd op dien gewonen tijd wakker en stond op om haar te laten drinken doch toen ik in het wiapje keek, zag ik dat het ledig was. Hat kind wsb verdwenen. Het zijden deken en een laken zijn medegenomen. Ik wekte terstond allen en binnen een kwartier was elkeen bij de hand. En hebt gij 's nachts niets gehoord vroeg de kapitein plotseling, zich naar Salomon Grundy wendende, dia met de overige bedien den was binnengekomen. Niets, kapitein. Hm 1 een ellendige wachthond, mompelde de kapitein. Er is slechts één ingaDg van het kasteel, die zeer zwak bewaakt is, zeide de magistraat en dat is eeoe kleine deur in een slaapkamertje, dat door een livreibediende bewoond wordt Maar die man zegt dat hij op het gewone uur ia zijne kamer was en dat die deur, evenals altijd, gesloten en gegrendeld is geweest. Met deze woorden keek de ambtenaar naar het einde der zaal, waar Steven Plnmpton te midden zijner makkers stond, Da jonge man was zw&k genoeg geweest om z'ch tot het af leggen van erne valsche verklaring te laten verleiden eerstenB daar hij de misstappen van Mattheus Brook niet wilde aan bet licht bren gen en ten tweede omdat hij vreesde zijne eigen schuld te openbaren. Al zeide ik de waarheid, dat zon het kind toch niet terugbrengen, redeneerde hij bij zich Blijkbaar heeft Wilde niet gerekend met de onder water uitstekende deelen van den ijsberg. Toen hij zag wat er gebeurd was vertelt Moody haalde hij een revolver uit zijn zak en schoot zich op de brug dood. Naar hetzelfde getuige nis gleed het voorstuk van de «Titanic* over de onder water zich bevindende ijsvlakte heen en brak daarbij de >rug- gegraat*. Passagiers, die in de rookka mer zaten,zagen den ijsberg rakeliogslangs het schip voorbijglijden. 8e. Men had de passagiers beloofd, dat geen poging zou worden gedaan, om bij de eerste vaart met het nieuwe schip een «record* te maken, maar zoo dra de «Titanic* Daunts Rock achter zich had, werd er met alle kracht door de zee gejaagd. Aldus bewijst het log boek, dat voor den dag van de botsing een afstand van 565 knoopen aangeeft. 9e. De botsing vond om 11,35 plaats. Eenige oogenblikken later stopte de machines. 10e. De passagiers bemerkten de bot sing nauwelijks, een gevolg van de ont- zag'lijke oppervlakte van het schip. 11e. De kapitein loopt naar de brug en zendt om den scheepstimmerman, om de grootte van het onheil vast te stellen. Er wordt hem bericht, dat de boeg vel water loopt en alle daar on dergebrachte menschen verloren zijn. 12e. De kapitein laat de passagiers wekken en hen aanbevelen met de red dingsboeien aan dek te verschijnen. Dit geschiedde vijftien minuten na de bot sing. 13e. De bemanning bleef kalm en be zonnen. Zij geloofde niet, dat de «Titanic* zinken kon. Er waren passagiers zeer boos, dat men ze in hun slaap gestoord had'. 14e. Veertig minuten na de botsing kwam van de brug het bevel de red dingsbooten neer te laten. Ook nu nog vinden velen dat mal en overdreven van den kapitein. 15e. «Vrouwen en kinderen eerst*, commandeeren de officieren. Er zijn ge tuigen die verklaren, dat met den revol ver in de hand tegenover tusschendeks- passagiers het bevel kracht wordt bijge zet. Nu verloren vele passagiers het hoofd en er ontstond een paniek waarbij de revolver een rol speelde. Vele zeiven. Was dat het geval, dan zon ik terstond opbiechten. De kapitein wendde zich weer tot de huis- hondster, zeggende Volgens u is het onmogelijk dat iemand in den uacht het huis verlaten heeftmaar dat moet toch geschied zyn, al is er niemand in gekomen, of Gertrude Eversleigb moet rich nog binnen deze muren bevindeD. Heeft men het gansche kasteel goed doorzocht? Er zijn voorbeelden van kinderen die zich uit aardig heid verborgen en dat die aardigheid in hoogen ernst veranderde. Het kasteel is van den zolder tot den kelder doorzocht, antwoordde mevrouwMordeD. Ik beu met mejuffrouw Smithsou in alle kamers geweest, wij hebben alle kasten geopend. Nadat de kapitein allerlei vragen, zonder e nig beter gevolg, had gedaan, zond hij allen weg. Bieroa ging hij alleen naar de boekerij, waar hij zich opsloot en voor de schrijftafel ging zitten om, met de pen in de band, te overpeinzen wat in deze zaak het eerst te doen viel. Dat was niets minder dan een brief te schrijven aan lady Eversleigb, om baar kennis te geven van het ongeluk, dat had plaatsge grepen de bevestiging van hare grootste vrees. Het gnnsche, afwisselende en moeitevolle leven van kapitein Capplestone bad hem nog niet zolk eenen moeilyken plicht opgelegd doch hij was de man niet om nit te stellen of zich te laten afschrikken, ofschoon, het hem pijnlijk was. De brief werd geschreven en met de avond post verzonden de kapitein sloot zich in zyne kamer op en gaf zich over aan het bitterste leed dat hem ooit was overkomen. Wie zal den zielsangst beschrijven van lady Eversleigb, toen zij den brief van kapitein Capplestone ontving? Gedurende het eerste half uur scheen er nevel over hare zinnen te zijn gekomen; «ij zat stil, gevoelloos op haren stoeltoen zij echter weer tot zich zelve kwam, was haar eerste werk om Andreas Larkspur te zenden, die bijna geheel van zijne ziekte hersteld was. Zij schelde en ontbood Jane Paylana. Er woont een notarisklerk bier in buis, zeide zij. de heer Andreas. Ga hem terstond tusschendekspassagiers werden neergeschoten. In de eerste en tweede klasse ging het kalmer toe. Vele heeren vonden 't nog steeds overbodig de dames in de booten te brengen. Zij kunnen in de nog halfleege booten stijgen, maar zij weigeren, zij achten 't op het schip veel veiliger dan in de booten. Doch daar komt een schaar roetzwarte gestalten uit de machinekamer. Het zijn de sto kers, die wel zeker weten dat er geen redding mogelijk is, zij kennen den toe stand onder in het schip. Vele kellners en stokers bemachtigen zich een aantal booten en zonder zich aan de bevelen der officieren of hun revolvers te storen komen zij buiten en redden zich het leven. 16e. Vele booten worden neergelaten zonder ook maar voor de helit gevuld te zijn. Mannen die daarin willen stap pen, worden met de revolvers terugge jaagd. De milllonair Astor smeekt bij zijn vrouw te mogen blijven in een boot met nog heel veel ruimte, maar de vierde officier weigert en beveelt hem weer uit te stappen. 17e. Het is waar dat de inscheping in de reddingsbooten in de eerste en tweede klasse zonder paniek geschiedde, omdat daar nog niemand geloofde aan den ondergang van het schip. De officieren echter waren al gauw het hoofd kwijt, vandaar dat vele booten halfvol omlaag gingen. 18e. Zoo voeren 16 reddingsbooten en 4 andere vaartuigen met ruim 600 menschen af, die het dubbele aaDtal hadden kunnen opnemen. Ongeveer 100 menschen werden in den loop van den nacht uit het water opgevischt en zoo wordt het aantal van 765 geredden bereikt. 19e. De reddingsbooten lieten 1635 menschen aan booid van de «Titanic* terug, die een zekeren dood gewijd waren. Waren er booten genoeg ge weest, inplaats van tennisbanen, hangen de tuinen en zwembassins, er was geen menschenleven verloren gegaan 1 20e. De «Titanic* zonk om 2.20. Hoewel men in de halfgevulde booten weten moest dat duizenden menschen in roepen en vraag of ik hem mag spreken. Ik wenachte hem over zaken van aanbelang te raadplegen. Ja, mevrouw, antwoordde Jane, een uit- vorschenden blik op het asebgrauwe gelaat van hare meesteres werpende. De heer Larkspur of Audreas meldde zich vyf minuten later by lady Eversleigb aan. Zij liep in Koortsachtige opgewondenheid de kamer op en neer. Goede hemel 1 riep hy nitmervrouw er is onraad Ja, antwoordde zij, hem den brief over handigende. De beer Larkspur las den brief ten einde en las hem nog eens over. Dat is een kwade historie, zeide hij bedaard; wat moet er thans geschieden 1 GD moet met mij naar bet kasteel Rayn bam gaan en my helpen het kind te vinden riep Honoria zenuwachtig nit. Thans zyt gij we«r beter, mijnheer Larkspur, thans knnt gy de reis verdragen l Zeg in Gods naam niet dat gy mij niet helpen knnt. Gy moet met my gaan mijnbeer Larkipur. Ik wil u niet met good verlokken, ik zeg dat gy moet komen. Breng mij mijn lieveling weer veilig in de armen en gy knot zelf uwe belooning noemen voor dien onschatbaren dienst. Neen, da» zeg ik zeker niet, antwoordde de heer Larkspur. Ik ben gezond genoeg wat dat betrelt; maar hoe moet hetdan metonsplannetje te Londen. Dat doet er niet toe, denk daar niet meer aan. Wat gaat mij dat aan? O. zeer goed, mevrouw, antwoordde de heer Larkspur, moet het, dan moet bet. Ik zal dan de schoonste zaak laten ioopen, waar ooit een man van Browstreet de hand op legde juist nu zij zich begint te ontwarren voor een deskundig oog. Znlt gy terstond met mij meegaan (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1