^kjommer 38
Zondag 12 Mei 1912.
35 Jaargang.
Tweede Blad.
MONKEY BRAND
Opening van de Vakschool
voor schoenmakers te
Oisterwijk.
en
i malta
Het Teeken
O
van
Helderheid.
(Apen-Zeep)
Maakt blik als Zilver
verroest ijzer als Staal
en wat geverfd is als
Nieuw
ZE *1ELPT HET HUIS
SCHOONMAKEN VAN
ONDER TOT BOVEN.
Woensdag had te Oisterwijk de plech
tige opening plaats van de vakschool
voor schoenmakers, opgericht door de
R. K. verceniging tot bevordering van
het vakonderwijs voor schoenmakers te
Oisterwijk.
Een der lokalen van de voormalige,
openbare lagere school is als een flink,
luchtig fabriekje ingericht, terwijl een
daarnaast gelegen lokaal bestemd is voor
het geven van teekenonderwijs.
Voor gelegenheid der plechtige
opening had men alles met bloemen en
planten versierd, zoodat het geheel een
aangenamen indruk opleverde.
Te ruim half drie vulden zich de
gebouwep met bestuur, leeraars, leerlin
gen en vele genoodigden. Onder deze
laatsten merkten wij o. m. op onzeyi
Voorzitter den heer Jos de Pont, het
bestuurslid F. Mannaerts, den WelEd.
Gestr. Heer D. van Oppenraaij, districts
schoolopziener, A. P. Staalman, rijks
enquêteur, den Edelachtb heer burge
meester, den ZeerEerw. heer pastoor
met kapelaan, vertegenwoordigers van
de Singermaatschappij, van de firma
Alberts, benevens tal van schoenfabri
kanten en werklieden.
De Voorzitter der vereeniging Dr. Th.
Verhoeven, nam het woord en sprak als
volgt
Als voorzitter van de R. K. Vereeni
ging tot bevordering van 't Vakonderwijs
voor schoenmakers valt mij de eer te
beurt u hier welkom te heeten, toe te
spreken en eenen kleinen uitleg te geven
van het ontstaan der Vakschool voor
schoenmakers die straks geopeqd zal
worden.
Ik wil hier eerst de vraag stellen
Was het wel noodig en nuttig dat
eene vakschool voor schoenmakers tot
stand kwam
Hierop kunnen we volmondig ant
woordden Ja, en er £aan toevoegen
't is zoowel voor werkgever als werk
nemer in het schoenmakersbedrijf van
het grootst belang dat een dergelijke
vakschool is opgericht en durven te
beweren, dat het voor de schoenindustrie
in den lande van onbeschrijflijk nut zou
zijn geweest wanneer vakscholen als
Amsterdam, Drunen en de deze reeds
voor een 10 tal jaren in het leven waren
geroepen.
Want mijneheeren 't is over 't alge
meen tegenwoordig met de vakkennis
bij de schoenmaker treurig gesteld.
Hoe vreemd klonk het mij in de ooren,
toen ik reeds een 7 a 8 tal jaren ge
leden van de werklieden-schoenmakers
alhier moest vernemen, dat het onmoge
lijk was hun zoons het schoenmakersvak
te laten leeren. Ik kon het niet gelooven
dat dit zoo was. 't Was me onbegrij
pelijk en 't leek me iets tegenstrijdigs,
dat in eene Gemeente waar het hoofd
bedrijf is den schoenindustrie het
schoenmakersvak niet meer geleerd kon
wordenik meende dat bij elke in
dustrie, wil zij bloeien, de hoofdvereischte
was, goede vakkennis zoowel bij patroon
als werkman in dien tak der industrie.
Doch mijne heeren, ik kan me verbazen
over een dergelijken toestand het feit
was er want ook werkgevers in 't schoen
makersvak alhier, met wien ik dezen
toestand besprak, konden niet anders als
mij bevestigen het bestaan van een
dergelijke wanverhouding.
En zoudt gij nu meenen dat deze
werkgevers er iets bijzonders in zagen
dat zij er aan dachten dat een derge
lijke toestand op den duur hun industrie
moest benadeelen
Neen, het scheen hun de gewoonste
zaak der wereld er werd niet over
geklaagd.
Maar niet alleen hier te Oisterwijk
doch ook elders kwam dergelijke toe
stand voor.
En het gevolg hiervan
Ie Achteruitgang in 't handwerk.
2e Meer machinaal fabriceeren.
3e Overproductie van slecht schoeisel.
4e Bederf der schoenindustrie.
Nu wil ik hiermede niet zeggen dat
alleen verminderde vakkennis de oorzaak
van dezen toestand is neen ook
andere factoren zijn er die hier invloed
hebben gehad. Zoo o. a. de wijze van
installatie van de schoenfabrieken door
buitenlandsche maatschappijen het
zoogenaamde toepassen van „Huur-
systeem", waardoor n/ef-kapitaalkrach-
tige schoenfabrikanten een overproductie
van slecht schoeisel tegen eiken prijs
aan de markt brengen, omdat de noodige
vakkennis èn bij patroon èn bij werkman
ontbreekt en omdat de huur der
machines op tijd betaald moet worden.
De groote buitenlandsche maatschap
pijen die de machines verhuren, be
kommeren zich weinig om den bloei
der schoenindustrie hoofdzaak is
voor hengroot dividend maken.
De schoenfabrikant die meent dat
goed werk geleverd kan worden, wan
neer noch hij, noch zijn werklieden
goede vaklieden zijn, wanneer hij slechts
lste klas machines heeft, vergist zich
terdegen.
Neen, mijneheeren, dergelijke fabri
kanten zijn geene bewonderaars der
schoenindustrie zij zijn knoeiers die
er voor zorgen dat de goede naam
van 't Hollandsch schoeisel ontnomen
wordt.
Gelukkig zijn er nog mannen die
den tak der industrie een goede schop
vooruit weten te geven, schoenfabrikan
ten, zoowel in machinaal als in 't hand
werk, die door hunne vakkennis en die
hunner werklieden ervoor zorgen dat
iets degelijks, iets fijns aan de markt
gebracht wordt, wier productie concur
reert met het beste uit het buitenland.
Dergelijke menschen, die de Hollandsche
industrie in deze op peil weet te houden,
ja hooger opvoeren, moeten gewaardeerd
worden.
De nieuwste ingerichte machinale
schoenfabrieken leveren tegenwoordig
schoeisel, dat het fijn handwerk evenaart,
p.w.z. wanneer de bekwame vakkennis
bij een werkman aanwezig isvoordat
een schoen afgewerkt een fabriek ver
laat gaat hij door vele handen wil men
een fijn product afleveren dan diene
elke werkman een goede vakman te zijn.
Nu kan deze vakkennis nooit in eene
machinale schoenfabriek opgedaan wor
den elke werkman heeft hier bij de
samenstelling van een paar schoenen
slechts een gedeelte voor zijne rekening.
De noodige vakkennis dient elders
opgedaan te worden ofwel in eene
handschoenmakerij ofwel op eene vak
school zooals in A'dam, Drunen en
Oisterwijk.
Nu zijn de handschoenmakerijen in
de laatste jaren in de knel geraakt
de klein-bedrijven werden verdrongen
door de groot-industrie. Jammer ge
noeg, want het is zeer gewenscht dat
de klein-bedrijven blijven bestaan. Ook
hier is alweer de hoofdoorzaak mee te
weinig vakkennis. De ondervinding leert
dat daar, waar deze vakkennis aanwezig
is de handschoenmakerijen een goed
bestaan hebben goed handwerk heeft
steeds zijn koopers, er zijn zelfs machinale
schoenfabrieken die hunne waar met
„Handwerk" merken om het goed aan
den man te brengen.
Uit mijne beknopte, korte beschou
wing komt men tot de conclusie dat,
wil men de schoenindustrie bevorderen,
inrichtingen moeten komen waar het
vak geleerd kan worden. Ik zeide het
reedsA'dam en Drunen heeft een der
gelijke inrichting, een Vakschool voor
schoenmakers. Waalwijk heeft voor deze
industrie zijn middelbaar Technische
school waar mannen gevormd dienen te
worden die de Technische vraagstukken
van deze nijverheid op kunnen lossen en
andere voor kunnen lichten, technisch
advies kunnen geven.
Doordrongen van 't besef dat in
Oisterwijk iets gedaan moest worden
om de schoenindustrie alhier tot meer
bloei te brengen is de R. K. Vereeniging
tot bevordering van het vakonderwijs
voor schoenmakers alhier, opgericht
met het doel „oprichten en instand
houden eener vakschool voor schoen
makers".
In 1910 met de werkzaamheden be
gonnen zijn wij tot ons doel genaderd.
In September 1910 werd door't Bestuur
van 't PI. Comité van de Kath. S. A.
alhier eene vergadering belegd waarop
uitgenoodigd waren de Besturen van de
Schoenmakerspatroonsbond en van de
Lederbewerkers-arbeidersbond, om de
vraag te bespreken„Is het in 't be
lang der patroons en werklieden in de
schoenindustrie dat er opgericht worde
eene vakschool voor schoenmakers".
Om deze bespreking niet in duigen te
doen vallen, werd tevens uitgenoodigd
tot deze vergadering de WelEd. Heer
Staalman, regeerings-enquêteur van de
winkelnering, destijds hier werkzaam
de Heer Staalman kon hier goede
invloed uitoefenen. In deze vergadering
werd de Heer Staalman de leiding der
vergadering opgedragen. Het gevolg
dezer bijeenkomst wassamenstellen
eener voorloopige commissie die een
onderzoek in zou stellen naar de al of
niet wenschelijkheid eener vakschool
voor schoen- makers. Deze commissie
ging eenkijkje nemen naar de vakschool
te Drunen. Wat daar de commissie-vak
lieden zagen was hun onbegrijpelijk,
dat jongens van 13, 14 en 15 jaar reeds
zooveel konden presteeren, als schoen
makers hadden ze nooit kunnen ver
moeden het scheen hun dat deze
jongens reeds zulke bekwaamheid be
zaten als in Oisterwijk jonge mannen
van 20 jaar.
Laat ik hier nog even met lof ge
denken over de vriendelijke ontvangst
die ons daar van de zijde van 't school
bestuur te beurt viel.
Na dit bezoek was de Commissie één-
parig van oordeel dat we hier ook een
dergelijke inrichting moestentot stand
brengen.
Nu bestond hier een teekenschool van
de gemeente.
Overwogen werd of het wenschelijk
zou zijn Vakschool met Teekenschool
onder één Bestuur d. i. in deze het
Gemeente-Bestuur te brengen of moesten
beide inrichtingen gescheiden blijven
waardoor de Vakschool van particulier
initiatief uit moest gaan. Na overleg met
den WelEd. Gestr. Heer de Groot In
specteur Middelbaar Onderwijs en 't
Gemeente-Bestuur werd het raadzaam
geacht beide inrichtingen gesplitst te
houden.
Zoo is dan onze Vakschool uitgegaan
van eene vereeniging. U ziet daar het
locaal voor de Gemeentelijke Teeken
school hier voor onze Vakschool.
Beide inrichtingen kunnen veel nut stich
ten voor onze Gemeente en daar buiten
Het Vakonderwijs staat in 't teeken
des tijds. In de laatste jaren is in
Nederland op dit gebied veel gedaan; in
't Buitenland'heeft men ons een voorbeeld
gegeven. Iedereen die zich op gebied
van Industrie beweegt, weet dat de In
dustrie heel veel gebaat wordt, Wanneer
Vakonderwijs bevorderd wordt. Er zijn
er misschien nog wel die een opleiding
in eene Vakschool te schoolsch vinden
doch deze zullen allengs eene andere
meening worden toegedaan de schoen
fabrikanten zullen mettertijd de jongens
die een volledige cursus op een Vak
school als deze hebben doorgemaakt
gaarne in hun dienst nemen derge
lijke gevormde jongens zullen dan ook
een hooger loon kunnen bedingen dan
hunne collega's die direct wanneer zij
aan de Leerplichtwet voldaan hebben
op de een of andere fabriek gaan en
daar eenige jaren als loopjongen hebben
dienst gedaan.
Mijne heeren, we staan op 't punt
deze school te doen openen ons
doeloprichten eener vakschool is
bereikt. Nu willen wij ons niet de eer
aanmatigen dat wij de eerste zijn geweest
hier, die Vakonderwijs voor schoenma
kers tracht te bevorderen. Neen, mijne
heeren, reeds jaren] geleden was hier
eene gelegenheid tot stand gekomen
waar in onderwijs werd gegeven in Vak-
Teekenen en Patronen maken. Dankzij
de aansporingen van den oprichter van
den A. N. Bond v. Schoenfabrikanten
de Heer Travaglino z. g. om Vakonder
wijs te bevorderen, werd alhier vooral
door den ijver en bemoeiingen van den
Heer C. Koole in 1901 deze onderwijs
inrichting in 't leven geroepen. In 1905
nam de Gemeente deze Schoenmakersvak
Teekenschool over en werd daarna op
deze Gemeente Teekenschool naast Vak-
teekenen voor schoenmakers ook Bouw
kundig teekenen onderwezenhetjwezen
der schaol was daardoor iets veranderd
't vakteekenen voor schoenmakers
raakten nu wat op den achtergrond
terwijl patronen maken geheel verloren
ging-
Nu is er dan weer eene andere in
richting tot stand gekomen. Niet alleen
Vakteekenen en Patronen maken zal
onderwezen doch ook bekwame hand
werkers dienen hier gevormd te worden,
terwijl in alle onderdeelen die voor
een werkman van belang kunnen zijn
les gegeven zal worden, de leerlingen
dienen ook met verschillende machines
vertrouwd gemaakt, eerst met kleinere
machines die voor handschoenmakerijen
van dienst kunnen zijn en later ver
moedelijk met meer groote ingewikkelde
machines.
Wanneer dan een dergelijke school
jaren en jaren zijn invloed heeft doen
gelden zal dat van onbeschrijfelijk nut
zijn voor de Schoenindustrie.
Nu rest ons nog, mijne heeren, allen
dank te betuigen voor de hulp die ons
Bestuur heeft mogen ondervinden. Aller
eerst danken wij onze Regeering, het
Bestuur van Provincie en Gemeente voor
hunnen krachtdadigen financieelen steun.
De HoogEd. Gestr. Heer de Groot zij
hier bijzonder genoemd als de persoon
die ons zijn goeden raad gegeven heeft.
Gij allen die ons op eenigerlei wijze van
dienst geweest zijt wordt hier openlijk
dank betuigd.
Hedenochtend hebben we „Gods
Zegen" over deze inrichting afgesmeekt.
Moge dan met de hulp des Allerhoogsten
deze school bestaan tot bloei der schoen
industrie en tot welvaart van Oisterwijk.
Dat deze rede luide werd toegejuicht
zal wel niet behoeven te worden vermeld.
Nadat hierop de eerewijn was rond
gediend, verzocht de Voorzitter aan den
burgemeester, den Edelachtb. heer Kei
zer, de school officieel te willen openen.
Deze sprak dan:
Volgaarne voldoe ik aan 't verzoek van
den voorzitter van de R. K. vereeniging
tot bevordering van het vakonderwijs
voor schoenmakers om deze school te
openen, doch ik wil dit niet doen al
vorens een woord van lof gebracht te
hebben aan het. bestuur dat bezield
met een taaien ijver en een onverflauwde
energie, alle moeilijkheden wist te boven
te komen en dit resultaat wist te ver
krijgen, mijne heeren, ook bij mij staat
het buiten allen twijfel of deze school
zal bijdragen tot nog meer opbloei van
de schoennijverheid wat ook een dircete
opbloei is van Oisterwijk. Daarom ver
klaar ik gaarne deze school voor geopend
(langdurig applaus).
De heer Jos de Pont, voorzitter van
den Alg. Ned. Bond van Schoenfabrikan
ten, verkreeg hierna het woord. Het is
mij, als voorzitter van den Alg. Ned.
Bond. van Schoenfabr., een waar ge
noegen het ijverige bestuur te compli
menteeren met de totstandkoming van
deze school. De Voorzitter uwer'ver
eeniging zei het zoo juist in zijn rede,
dat, wil de schoenindustrie bloeien men
bekwame, goed onderlegde vaklieden
moet hebben. En het groote euvel van
de hedendaagsche toestanden zit juist
hierin, dat men op de fabrieken zijn
vak niet meer volslagen leert, wat vooral
voor Oisterwijk, waar het handwerk nog
den boventoon voert, van ingrijpend
belang is. Spreker wil daarmede niet
zeggen dat voor arbeiders, werkzaam
op de machinale fabrieken, het minder
noodig is dat zij 't vak ook grondig ken
nen, want al heeft men nog zulke goede
machines, ze zijn waardeloos als men
geen goed onderlegde vaklieden heeft.
Verder zegt spreker het te betreuren,
dat de industrie te kampen heeft met
die groote maatschappij welke de
machines verhuurt. Door de macht van
haar kapitaal weet die maatschappij veel
te dwingen. In het belang van de in
dustrie hoopt spreker echter dat deze
toestand niet zal bestendigd blijven,
doch het nog slechts maar een kwestie
van tijd zal zijn, dat verbetering in dezen
ongezonden toestand kan worden ge
bracht.
Spreker feliciteert het bestuur van de
vakschool dogmaals met aeze stichting,
ook omdat hij gelooft, dat de in Waal
wijk op te richten Rijksvakschool niet
dat zal geven voor de arbeiders wat men
er zich aanvankelijk van heeft voor
gesteld. Immers, de jongens die nu
deze school bezoeken, kunnen niet
iederen dag heen en weer gaan. Van
vakscholen zooals nu hier, verwacht
spreker veel in de toekomst. Spreker
drukt dan ook allen op het hart om hun
jongens naar deze school te zenden,
(warme toejuiching.)
De Voorzitter deelt hierna mede, dat
verschillende autoriteiten, zooals de
minister van Binnenlandsche Zaken, de
minister van Landbouw, Handel en Nij
verheid, de Commissaris van de Konin
gin, de inspecteur van het M. O. den
WelEd. Heer de Groot, de heer van Gijn,
directeur van de Rijksvakschool te
Waalwijk, de directeur-generaal van den
Arbeid de heer H. Bressers, Jhr. Verheijen
te Loonopzand en verschillende leden
van de provinciale staten uit het district,
kennis hebben gegeven dat zij tot hun
groot leedwezen verhinderd zijn deze
plechtigheid bij te wonen.
Alsdan verkrijgt de WelEerw. Heer
Huibers, adviseur van het plaatselijk
comité der K.S.A., het woord. Spreker
zegt niet technisch op de hoogte te zijn
van het vak en daarom zal denken aan
Schoenmaker blijf bij je leest." Alleen
wenscht hij ook hier het bestuur,
mannen die een echt R.K. stuk werk
hebben verricht, mannen die niet ver
waterd zijn, zooals er tegenwoordig
zoovelen zijn, te feliciteeren met het
resultaat van hun langdurigen en dik
wijls zwarenarbeid. Wat hij in het be
lang van deze school kan doen en
dat is de jongens van het patronaat
steeds aansporen om van dat onder
wijs te profiteeren, hun altijd wijzen op
het groote, onschatbare nut van vak
onderwijs zal hij steeds met genoegen
doen.
De heer Staalman, alsdan het woord
verkrijgend, zegt dat de totstandkoming
een feit is van inderdaad groote be-
teekenis, uit menigerlei oogpunt be
schouwd. Er is hulde gebracht aan de
voortvarendheid van de commissieleden,
ik wil hun lof toezwaaien voor de groote
verantwoording die zij op zich nemen,
want, zegt spreker, die is groot, deze is
verstrekkend.
Uitvoerig gaat hij na wat de gevolgen
van een vakschool zijn voorden werkman
Hij wijst er op, dat de werklieden de
stichting aanvankelijk niet met volle
sympathie hebben begroet, 't Heeft hem
bij zijn rondgang in Oisterwijk, getroffen,
dat de werklieden geen vertrouwen
hadden in hun toekomst. Dat is niet
goed gezien. Er is een toekomst voor
een ontwikkeld arbeider, zij hij dan op
een fabriek of op een handwerkplaats'.
De patroons moeten zorg dragen dat
ontwikkelde, goedgeschoolde werk
lieden een toekomst hebben. De werk
lieden moeten vertrouwen stellen in de
toekomst en vertrouwen in de patroons,
dan alleen zal ook deze school ware
vruchten afwerpen.
Spreker eindigt zijne rede met den
wensch dat Gods zegen steeds opjdeze
inrichting moge rusten.
De districts schoolopziener de heer
van Oppenraaij, het woord bekomende
zegt, hoewel dit onderwijs niet binnen
zijn ambtskring is gelegen, er toch ge-
noeg aanrakings punten zijn. De taak
van het lager onderwijs is om de kin-
deren voor te bereiden tot het leven.
De tijd echter waarop de meesten op
de school vertoeven is gebleken veel te
kort te zijn. Daarom is het noodig dat
er komt een schakel tusschen het ver
laten van edschool en het in betrekking,
het in dienst gaan. Die schakel is de
vakschool. De lagere school kan on
mogelijk dat geven wat een vakschool
kan geven. Daarom is het zoo hoog
noodzakelijk dat allen dergelijke scholen
bezoeken.
Spreker zegt dat de vakschool van
groot belang is voor de industrie doch
in het bijzonder voor de werklieden.
De laatste spreker, de heer C. Kooien,
secretaris der vereeniging bracht aan
allen die aan de totstandkoming van deze
school hunne medewerking hebben
verleend hartelijk dank, in 't bijzonder
aan de heeren Staalman van Oppenraaij,
aan den minister van Binnenlandsche
Zaken, aan de Prov. Staten, aan den
burgemeester en aan het gemeentebe
stuur. Daarna verzocht hij den steun
Ma van het Zuiden.
r
1571