Nummer 39 Zondag 12 Mei 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwl|tadie Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Derde Blad. Abonneert IJ op dit Blad DE OORLOG, FEUILLETON. 1 BINNENLAND.' Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. De Echo van het Zuiden. Wulvyksehc en Laigstmtselt Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag vond. Abonnementsprijs per 3 maanden fü."6. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertentiën 1—7 regels f 0.60 j daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. De Italianen op Rhodos. De Turken blijven zich nog altijd overgeven aan vreugdebetoon, omdat hun troepen op Rhodos een glorierijke overwinning op de Italianen zouden heb ben behaald. We vreezen, dat zij zich verblijden met een doode musch, indien zij geloof blijven hechten aan het bericht, dat er 1000 Italianen gevangen genomen zouden zijn. Het Turksche ministerie van binnen- landsche zaken verzocht den kaimakan van Marmora om nadere inlichtingen. Daar de Italiaansche zoeklichten gedu rende den nacht de werkzaamheid der heliografen verstoorden, kon daaraan nog geen gevolg gegeven worden. Volgens de Turksche bladen staan er op Rhodos 3000 man Turksche troepen en 2000 man militie onder bevel van generaal Resjid Pasja. Zelfs al zou dit getal veel te hoog zijn opgegeven, zou den de Italianen bij het voortdringen in het binnenland ongetwijfeld een harde kamp hebben, daar de Turksche soldaat hoog staat aangeschreven en in het ge bergte de verdedigende partij altijd enorm in het voordeel is. De kleine groepen, die gevangen genomen of zich overge geven hebben naar luid van de Italiaan sche berichten, zijn verspreide wacht posten» die zich bij het gros van den troep niet hebben kunnen aansluiten. De vraag is natuurlijk, of de Turksche troepen in het binnenland van voldoende ammunitie zijn voorzien. Een ongunstige factor voor hen is, dat de Grieksche bevolking van het eiland al heel weinig Turksch-gezind is. Een Berlijnsch blad verneemt uit Con- stantinopel, dat de Turksche overwin- ningsberichten of liever één ervan, want er werden er meer verzonden, als volgt luidde»De Turken behaalden een groote overwinning op de Italianen op Rhodos. De Italiaansche verliezen be dragen 700 dooden en zes stukken ge schut. Men zegt dat de Italianen bij een poging om een met opzet geïsoleerden Van »1>E ECHO VAN HET ZUIDEN. Turkschen post te omsingelen, zuidelijk van de hoofdstad in de val geloopen zijn, hun gezet door den Turkschen com mandant, Zij werden plotseling door een overstelpende Turksche overmacht van alle kaoten aangevallen en na een wan hopig gevecht van 8 uur werden zij ge dwongen zich over te geven.* Egmondsche Tentoonstelling. De heer Mr. W. F. van Leeuwen, Commissaris der Koningin in Noord- Holland, heeft van het Eere-Comité het Eere-Voorzitterschap aanvaard. De voorbereidende werkzaamheden der Tentoonstelling vorderen uitstekend. Reeds zijn 25 tenten, waaronder zeer groote, besproken door exposanten en ondernemers. In een steenen gebouwtje wordt een collectie kostbare prentwerken uit het Alkmaarsche Museum onder dak gebracht. Onder de verschillende at tracties behoort ook de karakterestieke Poesjenellen-kelder uit Antwerpen, (vol gens een artikel in Elseviers Maandschrift) »de eenige, uitsluitende uiting op tooneel- gebied, die geen haarbreed geweken is van de eigen tradities van het Vlaamsche en meer in het bijzonder, van het Ant- werpsche volk*. Van de Verloting met twee villa's als hoofdprijs zijn reeds een groot aantal loten verkocht. Een bijzondere correspondent van „de Maasbodedwars door Afrika. Sedert eeüigen tijd reeds heeft de heer G. ridder de van der Schueren, die verleden jaar October als oorlogscorres pondent van de >Maasbode< naar Con- stantinopel vertrok en vandaar menig interessanten brief over den oorlogstoe stand schreef en zeer belangwekkende tochten maakte naar verschillende punten die door den vijand werden bedreigd, het oorlogsterrein in den meer uitge- breiden zin van het woord verlaten. Hij reisde naar Egypte en het H. Land en maakte vandaar een tocht door Syrië, van welke reizen hij correspondenties schreef, die in ruimen kring met veel Welk nieuws, mijnheer Larkspur vroeg zij, zoodra hij binnenkwam. Niet veel, mylady, maar toch wel iets. Ik heb een feit ontdekt. En dat is Dat de jonge juffrouw niet uit het land is. Gij schijut dien Milsom eenigszius te ken- neD. Hebt gij eenig vermoeden, waarheen hij het kind kan gebracht hebben Lady EverBleigh zweeg eenige oogenhlikken blijkbaar in diep gepeins verzonken. Ja, zeide zij eindelijk, ik weet iets van het verleden van dien man, zoozeer dat het noemen van zijn naam mij een rilling door de leden jaagt. Ja, mijnheer Larkspur, ik heb bet ongeluk gehad, zwarten Milsom in bet vree8c lijk verleden maar al te goed te kennen. Uwe ladyschap moet mij niet kwalijk nemen, maar ik wilde n eene vraag doen, zeide de heer Larkspur, aarzelend. Gij moogt mij vragen wat gy verkiest. Wat ik u wilde vragen, is dit, antwoordde de heer Larkspur wanneer en waar ontmoette nwe ladyschap zwarten Milsom Als gij zoo goed wildet zijn, ronduit te spreken, zou dit odb in deze zaak veel helpen. Honoria antwoordde in het eerst niet. Zy was opgestaan en wandelde, in gedachten ver zonken, de kamer op en neer. Zou het helpen in het zoeken naarmijD kind, als ik u alles mededeelde wat ik weet? vroeg zij eindelijk. Het kan er too bydragen meer kan ik niet zeggen, mylady. WanDeer het eene kans is, zal ik spreken, antwoordde Honoria. Zij wierp zich achterover j in haren stoel en zag den man met hare groote, ernstige oogen aan. Om u te vertellen wat ik van zwarten Milsom weet, moet ik teruggaan tot de dagen mijner jengd. Mijne eerste her inneringen zijn aaDgenaam, doch teveDS zoo onbestemd dat ik moeilijk de werkelijkheid van droomeD kan onderscheiden, en toch, ik geloof dat hetgeen ik mij herinner, werkelijk heid moet zijn. Mij staat nog een schoon, donker gelaat voor den geest, dat zich over my heen boog, toen ik in een bed of eene wieg lag, schooner en zachter dan eenig bed, waarin ik vele jaren daarna lag. Ik hoor nog eene zachte, lieve stem, die mij in slaap zorg. Alles was schoon in de plaats waar ik was. En gij weet zelfs niet waar die woning was Ik weet niets van de plaatselijke gesteld heid. Ik was te jong om my namen van per sonen of plaatsen te herinnerenmaar ik verbeeld mij dikwerf dat het in Italië was. In Italië? Ja, Want de eerste woning, die ik mij werkelijk herinner, was een visschershnt in een klein dorp, binnen weinige mijlen van Napels. Ik was het eenige kind in dat armza lige verblijf, verlateD, eenzaam, ellendig, in de macht van twee schurken, wier tegenwoordig heid mij deed walgen. Ea dat waren Een oude vrouw, genaamd Andrinetta dat weet ik, hoewel ik haar min noemde, toen zij met my nog in het fraaie huis was, dat mij nog zoo flauw voor den geest staat en de man, wien gy zwarten MilBom hebt hooren noemen Is hij een Italiaan? vroeg Andreas ver stomd. Dat weet ik niet, antwoordde Honoria. In Engeland noemde hij zich een EngelschmaD, in Italië hield men hem voor een Italiaan- Ik weet niet wat hy toen was, maar ik ge loof dat zijn leven, toen zoowel als later, onr gebonden eir onrechtvaardig was. Hij gaf voo- zijn brood te winnen evenals de overige vise Bchers uit de buurt, maar soms deed hij in de gansche week niets en was dan weer geheele tyden afwezig. Ik heb gezien hoe by na zijne terugkomst van zoo'n tocht goud en juweelen met Andrinetta bezag. Tegen my was bij altijd ruw en norsch. Ik moest hem vader noemen, hij öloeg mij meer dan eens vreeBelijk, omdat belangstelling zijn gelezen. Daar het eigenlijke oorlogsnieuws in- tusschen altijd nog schaarsch blijft, heeft de heer van der Schueren, in overleg met de directie, besloten als bijzondere correspondent van >de Maasbode* een toch te maken dwars door Afrika. De reeks correspondenties, die hij spoedig als zoodanig beginnen zal n waarin hij een trouw relaas zal geven van de ondervindingen, die bij op zijn welhaast éénige journalistieke onderne ming zal opdoen, zullen zeker met meer dan gewonen belangstelling gevolgd worden. Onze Afrika-reiziger intusschen op zijn avontuurlijken tocht een »good luckl* Hengelen. Naar aanleiding van verschillende ons gestelde vragen kunnen wij mededeelen, dat het beslist is verboden in de rivieren en binnenwateren met den gewonen hengel te visschen van 23 April tot en met 31 Mei. Met den loop-of sleephen- gel mag in de maand Mei alléén worden gevischt op baars en snoek. Op de vraag wat de wet verstaat onder loop- of sleephengel zij gemelddat, wanneer men met den gewonen hengel loopende of sleepende vischt, men ge bruik maakt van een loop- of sleep hengel, onverschillig met welk aas men vischt. Ter verduidelijking dus Wanneer men met een hengel zittende langs den oever vischt, maakt men ge bruik van den gewonen hengel. Vischt men echter met dienzelfden heugel loo pende of sleepende, verandert volgens de wet door de wijze van visschen, de hengel in een loop- of sleephengel. Men mag ook geen vischsnoer, met onverschillig welk aas, vasthechten aan een bootje en daarmede door de wateren afdrijven. Ook dat kwalificeert de wet als visschen met een sleephengel. Verbetering in den socialen toestand van den gemeente-ambtenaar. In de kringen der burgemeesters, se cretarissen, ontvangers, secretarie- en ontvangersambtenaren leeft sterk de overtuiging, dat de sociale positie dier ambtenaren, na enkele in de laatste jaren aangebrachte geringe verbeteringen, nog zeer veel te wenschen overlaat. ik weigerde dat te doen. Ik werd zonderling en afgetrokken onder zoo'n behandeling in zulk een aKelig verblijf, zonder eenigen omgang. Ik had een even onbuigzamen wil als die van myn tirandikwijls weerstreefde ik hem stout moedig soms liep ik weg eu dwaalde geheele dagen tusscben de heuvels, iu de bosschen, maar altijd keerde ik naar mijn ellendig ver- blyf terug, want ik wist niet waar te blijven. Mijn eenzaam leven maakte dat ik voor alle menscbelijke schepsels afschrik had, behalve voor de twee ellendelingen waarmede ik leefde, en als de buren vriendelijk voor mij wildeD zijn, dan ontvluchtte ik hen in dwazen onzin- nigen angst. Zonderling, mompelde de politieman. Ja, het is eene zonderlinge geschiedenis, vindt ge niet antwoordde lady Eversleigh. En het verwondert u, van de wednwe van sir Oswald Eversleigh te hooren dat zij znlk eene jeugd had. Op zekeren dag hoorde ik dat een buurman mijn tiran zijne wreedheid ten mijnen opzichte verweet. Het is al erg genoeg dat gij het kind gestolen hebt, zeide by gij behoelt het niet te slaan. Ik zeide hem dat op zekeren avond; den volgenden ochtend nam hij mij mede naar Napels, waar ik ettelijke jaren doorbracht in de somberste maar dichtst be volkte wijk der stad. Niemand zal zich bier met u bemoeien, mijne prachtige prinses, zeide de man tot mij. Overal krioelt het hier van kinderengij zult slechts een druppel in den oceaan zijn. Honoria zweeg, in gepeins verzonken, de oogen in het niet gerichthet was als blikte zij in het nevelachtig verleden. Ik kan u niet zeggen hoe akelig myn leven gedurende eenigen tyd was. Andrin3tta vergezelde ons naar Napels; weldra zag ik dat zij zeer ziek was en dat zij aanvallen van krankzinnigheid had. Binnen 's huis wüb zij mijn eenig gezelschap. De man sliep slechts in het huÏB en was somB maanden afwezig. Hoe hy hier aan den kost kwam, wist ik evenmin als toen hij aan het strand woonde. Thans zag ik zelden gond en juweelen in zijn bezit maar als hy 'snachts t'huis was gekomen, hoorde ik dikwijls den klank van goud geld door het dun -e beschot, dat zijn vertrek van het mijne scheidde. Ik zou naar ziel en lichaam verloren De Nederlandsche bond van gemeente ambtenaren maakte zich herhaaldelijk tot tolk daarvan. Onder meer werden in eene uitnemend bewerkte en toegelichte proeve van wijziging der gemeentewet de wenschen dezer gemeente-amotenaren blootgelegd. Tot nog toe bleef intus schen ook deze stem vrijwel die eens roependen in de woestijn. De bond is thans voornemens eene krachtige actie te ontwikkelen voor verwezenlijking van de proeve. Daartoe wordt over het ge heele land een onderzoek ingesteld be treffende salarissen en sterk sprekende tegenstellingen met die van tal van an dere ambtenaren. Vragenlijsten zijn tot dat einde aan alle gemeente-secretarissen toegezonden. De aldus te bekomen gegevens zullen ongetwijfeld in schrille kleuren aan het licht brengen hoe karig in ons land deze ambtenaren, van wier bekwaamheid en ijverige werkzaamheid het algemeen be lang in zoo hooge mate afhankelijk is, bezoldigd worden. Hanze-examen. De Examen-commissie, belast met het afnemen van het Examen in Handels wetenschappen voor den Middenstand zal zitting houden te 's-Hertogenbosch en is als volgt samengesteld H. A. Bonsel, Leeraar M. O. en Ac countant te 's-Bosch, voorzitter. Corn. v. d. Eeden, Leeraar aan den Gem. Handelscursus te Breda, secretaris Fr. Aquino, Directeur van den Han delscursus te Oss, L. A. Luijten, Leeraar aan den Han delscursus te Helmond, J. A. Michels, Hoofd der Openb. Schoo te Schijndel, C. G. Trimbos, Leeraar aan de Nor maalschool en den Handelscursus te Bergen-op-Zoom, leden. Plaatsvervangende examinatoren zijn P. C. v. Stappen, Leeraar aan de H. B. School en Directeur van den Han delscursus te Helmond, J. Esbach, Leeraar M. O. te Prinsen- hage. J. Rooijmans, Leeraar aan den Han delscursus te Eindhoven, J. H. Schrijvers, Leeraar aan den Han delscursus te Eindhoven. C. M. Rooyackers, Directeur Handels- zijn geweest, als de hemel my geen vrieDdhad gezonden in den persoon van een Roomsch- Katholiek priester een edel, godvruchtig oud man, die de holen vun zonde en misdaad bezocht en die mijn ellendig bestaan ontdekte. Ik behoef niet bij 's mans goedheid te mijnen opzichte Btil te Btaan, hij zal daarvoor zeker na reedB in den hemel zijne-belooning erlangd hebben. Hy onderwees mij, hij troostte mij eu redde mij van den rand des afgrouds waarin ik zon zijn gestort. Ik zorgde dat zyne be zoeken voor mijn tiran verborgen bleven want ik wist hoe dut verdorven hart zich zon ver zetten tegen mijne opbeuring uit ellende en onwetendheid. Toen ik vijftien jaar was, stierf Andrinetta. Op zekeren dag, kort na haren dood een treurigen dag voor mij deelde Tomaso (zoo noemden zy hem daar) mij mede dat ik hem naar Engeland moest vergezellen. Over dien tijd wil ik niet spreken. I heb alleB medegedeeld wat ik mededeelen kaD. Maar de moord van Valentin Jernam 1 riep Andreas uit. De verdenking viel op dien man, en gy weet gij er iets van 1 Daarover wil ik thans niet spreken ant woordde Honoria. Ik heb genoeg gezegd. De dag kan aanbreken waarop ik meer zal open baren, thans is die tijd nog niet daar. Wees verzekerd dat ik het gerecht niet in zijn loop zal Btniten, wanneer bet dien maD geldt. En zeg mij nu, of mijne mededeeliug een licht straal is die u kan behulpzaam zijn om de duisternis te verdrijven die bet lot van Gertrnde verborgen houdt Neen, dat kan ik niet zeggen. Ik kan geene aanwijzing vinden dat zij ver weg is gevoerd. Zij is in Engeland, dat weet ik zeker, en dat een der heelers van Milsom, zekere Woyman Lady Eversleigh ontstelde en riep uit Ik ken hem 1 Ik ken hem Ga voort, Ga voort 1 Larkspnr vestigde een blik van onverholen nieuwsgierigheid op lady Eversleigh. Kent gij Wayman? vroeg hij. Ja, zeide zy, Ik ken hem als een geweteu- looze schurk. Als hij weet waar het kind is, dan zal hij het geheim voor geld verkoopen. En wij zullen hem geld geven, wat bij wil; denkt gij dat ik op zoo'n oogenblik iemand cursus te Vechel, H- W. Schilt, Leeraar te Bergen-op- Zoom. Commissie van Toezicht Joh. J. Schoenmakers te Geertruiden- berg, A. P. C. Roothaert te Tilburg, P. Cremers te Oss, Dr; J. Van Beurden te Heeswijk. M. Verberk, Directeur Hanzebank te 's-Bosch. Lotisico. Men seint uit Den Haag. De minister van Justitie heeft krachtens koninklijke machtiging afwijzend beschikt op het verzoek om statutenwijziging van Lotisico overwegende, dat, mede blijkens rechterlijke uitspraak in hooger instantie, deze naamlooze vennootschap bij her haling haar werkkring uitgebreid heeft tot het houden van bij de wet verboden loterijen. De vennootschap wordt dus geacht in strijd te zijn met de openbare orde. Naar aanleiding van het bericht hierboven opgen. omtrent de afwijzing van het verzoek vaa >Lotisico< om be williging op statutenwijzigingen, deelt men aan de N. Ct. mede, dat de wei gering gegrond is op het feit, dat >Lo- tisico* tweemaal 'n geldboete beliep wegens overtreding der Loterijwet, het geen wordt genoemd handelen in strijd met de openbare orde. Het eenige gevolg van deze weigering is voor >Lotisico«, dat de bestaande statuten van kracht blijven. De bescherming bedreigt onze Nijverheid. Het Anti- Tariefwet Comité schrijft ons De door de Regeering voorgestelde Tariefwet is, volgens de voorstanders bestemd onze industrie op te heften uit haar „inzinking". Wij vragen Waar is de inzinking welke die opheffing noodig maakt Behoort hier integendeel niet in plaats van in zinking te worden gesproken van een krachtige opleving Wij meenen van wel, en tot staving van onze meening kunnen wij ons beroepen op de feiten. In 10 jaar van 1899 tot 1909 is onze uitvoer toegenomen van 1601 tot 245 5 mil- lioen alzoo met 854 millioen gulden per jaar, of ruim 53%- zal beknibbelen Neen, neen, zeide Andreas Larkspur maar gij moet u zoo niet opwinden, wees bedaard, vertel mij al wat gij van Wayman weet en dan zullen wy oazen weg vinden. Op dit oogenblik klopte Jane Payland op de deur der kamer harer meesteres en het gesprek van Honoria en den politieman werd afgebroken, XXXIV. Toppunt van valschbeid. Victor Carrington was met den stand der zaken op Hilton-huis in een opricht volstrekt niet tevredeD. Hij naderde zijn doel niet snel genoeg. Het rijke hnwelyk van Reginald be stond slechts in zijne verbeelding de deugd zame ijzerhandelaar met zijne schatrijke doch ter waren slechts kinderen zijner hersenen geldnood drong. Veel had hij reeds gedaan doch er bleek nog veel te doen over en dat vorderde haast. Er was nog een punt waar omtrent hy zich zeer vergist had en dat van veel gewicht voor zijne plannen washij had zich misrekend in de kracht van Douglas Dale's gestel. Eiken dag waarop hij met Pan- line at en de dagen waarop dat niet ge beurde, waren zeer weinige dronk Dale eene kleine hoeveelheid curagao, waarin Car rington een vergif had gemengd van zwakke, maar zekere uitwerking. Wanneer betkarafje dat de likenr bevatte, leeg was, vond de giftmenger altyd gelegenheid om er by te komen en het opnienw te vallen. Het oaderwetsch likeurkamerje met de Veuetiaansche glazen stond altyd op het buffet in de eetzaal en was tooit gesloten. Panline had de gewoonte om alles te verliezen wat zij in de banden kreegzoo was ook den sleutel van den likeurkelder reeds lang zoek. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 9