N en* *iier 41 Zondag 19 Mei 1912. 35 Jaargang. Tweede Blad. MONKEY BRAND Auto-bandieten. FEUILLETON. Het Teeken van Helderheid. Maakt blik als Zilver verroest ijzer als Staal en wat geverfd is als Nieuw! Echo van Zuiden. (yc -nu' i mmm. i i (Apen-Zeep) ZE HELPT HET HUIS SCHOONMAKEN VAN ONDER TOT BOVEN. 1571 Dc gevaarlijkste misdadiger onschadelijk gemaakt. Gamier en Valet gedood. Eindelijk, na groote inspanning, is het de Parijsche politie gelukt den gevaar lijksten der nog levende automobiel- dieven, Octave Garnier, in handen te krijgen. De bandiet is evenwel niet levend gegrepen kunnen worden evenals zijn vriend Bonnot heeft hij gevochten tot het uiterste en heeft de politie zich slechts kunnen meester maken van zijn lijk. Om het even, hij heeft zijn schuld aan de gerechtigheid betaald en het is te hopen dat er nu, met den dood van dit monster, een einde zal gemaakt zijn aan de gruweldaden dezer bandieten, die reeds zooveel menschenlevens op hun geweten hadden. Hoe men hen op het spoor kwam. Het bericht dat de laatsten der hoofd personen van de bende gevonden zijn, is zeer onverwacht gekomen. Onlangs nog werd gemeld, dat de politie het spoor van Garnier en Valet nog altijd bijster was. dat men alleen wist, dat zij van 15 tot 20 April gewoond hadden op een gestoffeerde kamer aan de avenue Sant-Ouen maar dat men dit eerst 23 April vernam, toen de vogels alweer gevlogen waren en dat men sedert geen spoor meer van hen heeft Voh „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.' Dazo keer scheen doktor Westbrook ernstiger en zwaartillender dan vroeger. Hij deed weer allerlei vragen en na den patiënt nauwlettend te hebben gadegeslagen, zeide hij eindelijk zeer ernstig Mijnheer Dale, ik moet u openlijk be kennen dat ik deze verschijnselen volstrekt niat licht tel. Ziet ge er gevaar in Ik begrijp za niet; dat is eerder het ge val dat ik er gevaar iu zie, en daar gij niet zeer zenuwachtig zijt, zou ik gaarne eenige proeven met ia U9men. Gij raoogt de kracht mijner zenuwen op de proef stellen, als dat uwe bedoeling is. Juist dat was het; maar ik zal evenzeer uwen zedelijken moed en kracht van geest op de proef moeten stelleD. Goed maar maak het daD, als het u belieft, kort, zeide Douglas met een lachje. Ik kan reeds gissen wat gij te zeggen hebtgy zult mij mededeolen dat ik de kiem van eene doodelijke kwaal in mij omdraag dat de magere hand des doods mij reeds beet heeft. Neen niets van dien aard, antwoordde de hoer Westbrook. Ik zie geen verschijnsel van eene kwaal. Gij hebt een zeer fiksch gestel en kunt een hoog.jn ouderdom bereiken, mijn heer Dale, wuuneer anderen u dit niet be letten. Wat meent go daarmede? Ik bedoel dat, als ik op mijn oordeel kan afgaan, in eene zaak die wellicht bniten het bereik der kunBt valt, dan neem ik bij u de verschijnselen waar van de langzame ver giftiging. Langzame vergiftiging? vroeg Douglas bijna onhoorbaar. Is het mogelyk riep hij na gevonden. Achteraf blijkt, dat de politie al van begin April af de 2 schelmen op het spoor was en hen zeer van nabij volgde, maar de politie schijnt voorzich tiger geworden te zijn met haar mede- deelingen en heeft misschien zelf wel de minder juiste berichten de wereld ingestuurd, om de bandieten te mis leiden. i Het eerst ontdekte de politie, dat Valet, die vergezeld was van een vrouw, Anna Bonnot genaamd, een kleine woniDg had gehuurd op no. 96 in de rue Ordener, op slechts geringen afstand van de plek, waar op 21 December de kaslooper Gaby werd aangevallen en beroofd. Door een zonderlingen samenloop van omstandigheden woonde in het beneden huis een meubelhandelaar, evenals in het huis aan de avenue Sant-Ouen, waar de de bandieten later gezien werden en dat toevallig ook het nummer 96 droeg. Tot dien meubelhandelaar wendde het paar zich, om de woning, die het ge huurd had, gemeubeld te krijgen. Eenigen tijd later verlieten zij de woning aan de rue Ordener weer, waar schijnlijk omdat zij bemerkten dat de politie hen bespiedde. Even raakte de politie het spoor bijster, maar weldra vond zij Valet terug in de wijk Clichy. Nu was ook Garnier bij hem, zoodat de politie ook tevens op het spoor van den gevaarlijksten bandiet was. Men groote omzichtigheid ging zij te werk en de 2 schelmen werden nauwkeurig bewaakt, zoodat men met al hun doen en laten op de hoogte kwam. Tc zamen huurden zij nu de woning aan de avenue Saint- OueD, waar Anna Bonnot bij hen was, terwijl een andere vrouw, Maria Schoofs, geboren Vuillemio, die in relatie stond met Garnier, hen nu en kwam bezoeken. Zij namen de grootste voorzichtigheid in acht. Anna Bonnot kwam bijna nooit de straat op, en Garnier in persoon ging des nachts tegen twaalven den vuilnisbak leeggooien in den vergaarbak op de binnenplaats. Toen er geen twijfel meer mogelijk was aangaande de ware indentiteit der bewoners, besloot de toenmalige chef van den veiligheidsdienst, Jouin, tot han delen over te gaan. Op 23 April, na zichzelf te hebben overtuigd, dat het huis aan de avenue Saint-Ouen zoo nauwkeurig werd be waakt, dat er geen muis ongemerkt zou kunnen ontsnappen, begaf Jouin zich naar den boulevard de Ménilmontant, om daar de arrestatie van Simentof voor te bereiden, die dan ook naar men weet, den volgenden morgen op zijn bed ge vangen werd genomen. Deze arrestatie had de twee huiszoe kingen te Alfortville en te Petit-Ivry, bij Guzy aan huis, tengevolge, waarvan de laatste Jouin noodlottig zou worden. eenig zwijgen uit, terwyl de geneesheer be daard wachtte tot de patiënt van de schrik bekomen was. Dat is onmogelijk. Ik stel alle vertrouwen iff uwe bekwaamheid en kunst maar in dit opzicht mijnheer Westbrook, houd ik mij overtuigd dat gii u vergist. Het zou mij aangenaam zijn, mijnheer Dale, daarvan de overtuiging te hebben, ant woordde de geneesheer ernstig,; maar dat zal niet. Ik heb mijne beste krachten aan uwe zaak besteed. Ik kau tot geen ander besluit komen, dan dat gij lijdt onder de werking vun een laDgzaam vergift. Weet gij welk het vergift is? Neen maar wel dat het met eene duivel achtige voorzichtigheid wordt toegediend, zoo langzaam, zoo trapsgewijze, dat gij nauwe lijks den invload hebt kunnen merken, dien het op uw gestel bad. Het was eene beschik king der Voorzienigheid, dat gij tot mij kwaamt en dat ik in staat was den aanslag te ont dekken, waarvan gy nog volkomen kunt her stellen. Gewaarschuwd is gered, zooalB gij weet, mijnheer Dalle. Wij moeten de verborgou hand van den giftmenger ontdekken. Is er iemand iu uwe omgeving, dien gij verdenken kunt van die vreeselijke misdaad? Niemand. Ik herhaal u, zoo iets is on mogelijk. Wie heeft belang bij uwen dood? vroeg doktor Westbrook kalm. Mijn neef sir Reginald Eversleigh die alsdan een zeer schoon inkomen zou erven. Doch ik heb hem in de laatste twee maanden niet ge zien noch met hem aan tafel geweest, Ik ge loof ook niet dat hy tot zoo iets in staat is. Als gij in geen twee maanden met hem in aanraking zijt geweest, dan geloof ik dat gij hem van alle verdenking kunt zuiveren, antwoordde doktor Westbrook. Laatst zeidet gij my dagelijks met een vriend te eten vergeef mij eene onaangename vraag Is die vriend iemand die gij vertrouwen kunt Al had ik honderd levens, ik zou ze aan dien vriend toevertrouwen antwoordde Douglas opgewonden. De geneesheer zag zijn patiënt peinzend aan hij was een man van de wereld en de warmte der verdediging van Dale zeide hem, dat die vriend eene vrouw was. Ondanks dit tragisch tusschenbedrijf verslapte de bewaking van de schuilplaats van Valet en Garnier geen oogenblik. De zes rechercheurs, den vorigen dag door Jouin op post gezet, hadden zich geen oogenblik verwijderd. De dag ver streek en de zes politie-mannen zagen Garnier en Valet benevens de twee vrouwen in de kamers heen en weer loopen, maar geen hunner kwam naar beneden. Toen de avond kwam, werden de gordijnen neergelaten en zagen de re chercheurs dat er een lamp werd opge stoken. Plotseling tegen negen uur doofde het licht uit, en de zes mannen buiten verdubbelden hun waakzaamheid, daar zij de bandieten nu ieder oogenblik ver wachtten. Inderdaad klonken er stappen op de binnenplaats en ging de groote straatdeur open. Er verschenen twee heeren, tamelijk elegant gekleed, gearmd met twee dames, wier gelaat achter dikke voiles verborgen was. Maar de rechercheurs, die gereed hadden gestaan, om toe te springen, aarzelden. In geen der belde mannen herkenden zij Valet of Garnier. Die wa ren namelijk zoo goed als gladgeschoren, terwijl de beide heeien, die nu bedaard en opgewekt met hun dames sprekend, den boulevard afliepen, ieder een fraaien, gitzwarten, langen baard droegen. Zij schenen in het geheel geen notitie te nemen van de zes politie-mannen en een hunner ging kalm een wijnhuis bin- uen en daarna een urinoir bezoeken. De rechercheurs wilden nu echter weten, waaraan zij zich te houden had den. Twee hunner volgden met onge- rusten blik het doorwandelend trio, ter wijl de vier anderen het urinoir bewaak ten. Na vijf minuten tevergeefs te hebben gewacht, gingen twee inspecteurs het urinoir binnen de vogel was gevlo gen hij was aan den kant tegenover den uitgang onder den benedenrand van den ijzeren wand doorgekropen en had de vlucht genomen. Terzelfdertijd waren de andere man en de twee vrouwen in de duisternis verdwenen. De politie-mannen, die nu niet langer konden twijfelen of zij waren om den tuin geleid, snelden naar de woning der bandieten, die natuurlijk leeg was. Te Nogent-sur- Marne. De politie vond evenwel spoedig hun spoor weer. Zij vernam, dat aan een bankfiliaal te Nogent-sur-Marne een man was gekomen, om effecten te verzilveren en in dien man had men gemeend Valet te herkennen. Er werden dus, zeer in het geheim, nasporingen gedaan en de politie kwam zoodoende te weten, dat omstreeks 8 dagen geleden Garnier, Va let en Marie Schoofs te Nogent hun intrek hadden genomen. Zij huurden Heeft de persoon, dien gij zoo onvoor waardelijk vertrouwt, eenig geldelijk belang bij uwen dood vroeg hy. Tot op zekere hoogte maar die persoon zou veel meer winnen ais ik in het leven bleef. Zoo Dan moet ik tot mijne eerste veronderstelling terngkeeren en, hoe pijnlyk het u ook zijn moge, dan moet het in den ouden bediende schuileD. Ik reken hem daartoe niet in staat. Kom, kom, mijnbeer Dale, viel de ge neesheer hem in derede. Wij moeten de zaken als mannen van de wereld beschouwen. Hot is uwe plicht te ontdekken door wien dit gift is toegediend, opdat gij n kant hoeden voor de aauslagen van den belager doch als gij nwe oogen verkiest te sluiten voor het gevaar dat u bedreigt, dan kan ik u slechts de verzeke ring geven, dat gij uwe dwaasheid met nw leven zult boeteD. Wat moet ik doen? vroeg Douglas. Gij zegt dat uw levenswijze streng regel matig is. Gij ontbijt altijd op uwe kamers. Gij eet, en drinkt nwen koffie in het huis van dien vriend met uitzondering vun nu en dau eene beschuit en een glas scherry, zijn dit de eenige maaltijden, die gij op één dag gebruikt het is dus onloochenbaar datu bij een dezer beiden het vergift wordt toegediend. Uw oude be diende zet het eene klaar uw vriend regelt het tweede. Of op uwe kamers öf bij uwen vriend schuilt de verborgen vijand. Het is aan ons te ontdekken waar het zit. In haar huis niet, verzekerde Douglas, onwillekeurig zyne innige liefde verradende en dat die vriend eene vriendin wasniet by haar. Ik zal mij voor Jarvis te wachten heb ben, en toch, ik kan het niet gelooven. De onde getrouwe van mijn vader een man, die mijn in zijn armen droeg toen ik nog een kind was. Gij kunt zijne schuld of onschuld gemak kelijk op proef stellen, mijnbeer Dale, ant woordde doktor Westbrook. Tracht hem eenigen tijd te verwyderen. en als gij in dien tijd be merkt dat de verschijnselen ophouden, dan hebt gij de klaarste getuigenis van zijne scbnld duren zij voort, dan moet gij elders zoeken. Ik zal nw raad volgeD, antwoordde Dou- daar een villa of landhuisje, >Petit-Ro- binson4 genaamd, waarin vroeger het restaurant »Bonheur« gedreven werd. Het huis is omgeven van een tuin met dicht geboomte, die het aan den blik van de voorbijgangers onttrekt en deze tuin wordt door een vrij hoogen muur van den openbaren weg afgesloten. Ach ter het huis loopt de viaduct van den spoorweg. De bandieten waren hier gekomen in de hoop dat zij er voorloopig veilig zou den zijn, maar niettemin namen zij alle voorzorgen om niet herkend te worden. Zoo hadden de buren Zondag nog in den tuin een jongen man gezien met lichtblond haar doch zwarte oogen. Dat moest Garnier geweest zijn, die zijn haar geverfd had. Ook Marie Schoofs, die blond haar heeft, vertoonde zich met een gitzwart kapsel. Deze vrouw had het huis gehuurd. Men had er Zondag nog geen flauw vermoeden van, welke gevaarlijke nieuwe bewoners het vreed zame plaatsje Nogent gekregen had, maar de Parijsche politie wist toen al wat zij van de bewoners der villa >Petit Robin son4 te denken had. De campagne tegen de bandieten werd met veel zorg en in de grootste stilte voorbereid. Er op los Dinsdagmiddag om halfzes trok de Parijsche politie met een groote macht uit, om de bandieten te gaan grijpen. Voor de prefectuur aan de quai des Orfèvres kwamen verscheidene automo bielen, waariu inspecteur en agenteD van politie stapten en die in volle vaart re den naar Nogent-sur-Marne. De heer Gulchard, chef van den veiligheidsdienst nam persoonlijk de leidingde heer Hamard, directeur-generaal van de re cherche, was bij hem. Te Nogent-sur- Marne gekomen, begaf de chef van den veiligheidsdienst zich onmiddellijk naar de villa >Petit Robinson4. Met zijn sjerp in de hand ging hij het tuinhek door, en in den tuin gekomen, riep hij luid keels In naam der wet. Commissaris van politie Een revolverschot, uit het kreupelhout gelost, was het antwoord. Gelukkig werd de chef niet getroffen, ofschoon hij den kogel langs zijn ooren hoorde fluiten. De heer Guichard, die met dit optreden gezien, hetgeen er gebeurd was met lui en zooveel andere politieambtena ren. die tegenover de autobandieten het leven gelaten hadden of zwaar door hen verwond werden, een niet te miskennen blijk van moed had gegeven, oordeelde het nu raadzaam terug te trekken. Hij verwijderde zich snel uit den tuin en liet de villa onmiddellijk door zijn inspec teurs en agenten omsingelen. Per telefoon deelde de heer Guichard aan den prefect van politie ie Parijs het gebeurde mee en deze zond tal van agenten der reservebrigades en alle be schikbare inspecteurs van de quai des Orfèvres naar Nogent. Ook begaf de heer Lépine zich zelf daarheen, verge zeld van de heeren Touny, directeur der gemeente-politie en Lescouvé, procureur der Republiek. Het vuur wordt geopend. Twee gewonden. Inmiddels had de chef van den vei ligheidsdienst de gendarmes uit den om trek en de Zouaven van het fort van Nogent gerequireerd. De agenten en inspecteurs werden gewapend met ge weren en van geblindeerde patronen voorzien. Eeü groote menigte, opmerkzaam ge worden door het af- en aanrijden der automobielen en het aanrukken van gen darmes en militaren, had zich in de om geving der villa Petit Robinson verza meld. Dit nam vooral toe bij het uitgaan der fabrieken en werkplaatsen, toen alle werklieden zich mede daarheen begaven. De toeloop werd zoo groot, dat men de toegangswegen tot de villa moest afzetten, hetgeen door een aantal politieagenten, geholpen door zouaven, geschiedde. Weldra werden de vijandelijkheden tusschen belegerden en belegeraars ge opend een hevig geweervuur, eenerzijds van de inspecteurs van den veiligheids dienst, de gendarmes en de zouaven, anderzijds van de bandieten. De inspec teurs hadden zich voorzien van schilden, gemaakt van stalen platen, die een wa penhandelaar uit den omtrek hun wel willend had afgestaan. Daarmee gedekt trachtten zij het huis te naderen, onder het voortdurende geweervuur. Een dezer schilden weid door een kogel doorboord. De inmiddels ter plaatse gekomen prefect Lépine, die zich op vrij grooten afstand van het belegerde huis bevond, was bijna gedood door een kogel, die eenige centimeters boven zijn linker schouder ging en achter hem in een muur drong met zooveel kracht, dat er een steen uit losgerukt werd, die voor zijn voeten viel. Eenige inspecteurs van den veilig heidsdienst waren minder gelukkig. De brigadier Fleury werd ernstig in den buik verwond door een revolverkogel, die er van ter zijde in drong en de inspecteur Couronze werd eveneens getroffen, maar is minder zwaar gewond. Beiden zijn naar het hospitaal te Vincennes vervoerd. Behalve de brigadier Fleury zijn nog 2 agenten verwond, een aan het hoofd en een in den arm, maar die wonden zijn van weinig beteekenis. Niet alleen dat op het huis, waarin Garnier en Valet zich verschansen, scho ten worden gelost, maar men werpt ook van de spoorwegviaduct groote steenen glas zuchtendeik verkies alles boven de on zekerheid. Er werd weinig meer gesproken. Terwijl Douglas langzaam van het huis des doktors naar den Phseoix-club wandelde, dacht hij ernstig over zijn gesprek met doktor Westbrook na. Wie is de verrader? vroeg hy zichzelven af. Wie? Ongelukkig valt daar niet meer aan te twijfelen. Jarvis is de schuldige... Douglas dacht met grievend leed over de mogelijkheid dat zijn oude bediende hem naar het leven bon staan zijn oude getrouwe, dia een toonbeeld scheen van toewijding en zorg. Deze man was er bij tegenwoordig geweest toen den rector, de vader van Douglas Dale, de oogen waren geslotenaan hem bad de vader zijne twee zoons aanbevolen en hij bad alle teekenen van innig verdriet getoond, b(J het verlies van zijnen ouden meester. Doch wat kon hij anders denken dan dat Jarvis de schuldige was? Er was slechts ééne andere richting, waarin bij kon zoeken naar den misdadiger en dat was onmogelijk. Wie had op Hilton-huis eenig belang by zijnen dood, behalve degene, die boven alle verdenking was Hij zat aan zijn eenzaam ontbijt op den dag na zijn gesprek met den geneeskundige, en lette op Jarvis, dio af en aan liep, zyn mees ter bedienende met alle teekenen van toewij- ding. Douglas at weinig. Een der verschijnselen, welke die vergezelden, was ook dat hij geen eetlust had. Dezen morgen was hij door neerslachtigheid □og minder geneigd te eteD. Hij dacht aan Jarvis en san het verledene aan de heerlijke, zorgelooze dagen zijoer jeugd, toen die man de tweede plauts bekleedde in zijne jongene-toegenegenheid. Terwyl hij over dit pijnlijk onderwerp na dacht, zoekende naar eene manier om een gesprek te beginnen, dat zeer ernstig kon worden, zag by toevallig op en bemerkte dat de man, over wien hy zooveel nadacht, hem voortdurend had aangestaard. Zijn oog ont moette den blik van zijn ouden bediende, waarin hy een zonderlingen ernst opmerkte. Da oude man sloog de oogen niet neer. Ik vraag verschooning, mijnheer Douglas, dat ik u zoo aanstaar, zeide hijmaar toen gij opzangt, dacht ik zeer ernstig aan n. Waarom, JarviB? Ik dacht zoo aan uwen eetlnstdie is vreeselijk verminderd in de laatste drie weken. Het beetje ontbijt, dat «ij gebruikt, zou ie mand het hart breken. En gij kunt niet be grijpen, mijnheer, hoeveel moeite ik mij geef om n met wat lekkers aan het ontbijt te ver rassen. Dezen morgen ben ik eigenhandig dien visch bij Grove gaan halen die komt in zont water, onder in de kiel van hnn boot, zoo levend aan, alsof hij nog in zijn eigen element was maar gij let er even weinig op, als waren het onde haringen. Gij zijt dezelfde niet meer, mijnheer Donglasdat is het. Gij zijt ziek, mijnbeer Donglas, en gij moet een doctor spre- keD. Vergeef mij mijne aanmatiging, mijnheer, dat ik zoo met n spreekmaar als een onde bediende, die n op zijne knieën beeft gehonden, dat niet mag doen, wie zon het dan mogen 't Ia zoo, antwoordde Donglas zuchtende. Ik was een kleine jongen, toeD gij mij op nwe schouders naar eene dorpskermis medenaamt en gij waart zeer goed voor mij, Jarvis. Niets don mijnen plicht, mijnheer, pre velde de onde man. n Wat mijne gezondheid betreft, Jarvis, gy hebt gelijk, ik ben ziek. Dan moet gij dadelijk om een doktor zenden, mijnheer Donglas. Ik heb reeds een doktor gesproken. Eq wat zeide hy Hy zeide dat mijn toestand gevaarlijk was. Neen, mijnheer Douglap, neen, dat kan nietriep de onde man in feilen angst uit. Ik zeg u slechts de waarheid, Jarvis, antwoordde Donglasmaar er is nog «eene reden van wanhoop De doktor zegt wel dat mijn toestand gevaarlijk, maar niet dat hij hopeloos is. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 5