Nummer 46
Donderdag 6 Juni 1912
35e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwij'ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen.
VAN HOUTEN
Eerste Blad.
DE VOLKSDRANK
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
FEUILLETON.
DE BESTE VOOR DEN PRIJS
gefabriceerd door
Goedkoop Alom verkrijgbaar
1 Kg
Mt..
Mo
f 1.50
- 0.80
- 0.42M
- 0,18
VIERKANTE
BUSSEN
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
Var cl a cr der Kamer vaD Koop-
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksclif en Langslraatsclic Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag vond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE:
Advertbntiën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote"^*^
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven^.^
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeUgc contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
Het wat inderdaad eene vreeselijke lijst van
misdaden, die Milsom aan zijne zuster, als bet
ware, voorlas.
Slechts met twee onderwerpen van deze
schrikkelijke lijst hebben wij hier te
maken.
Het eerste is de moord op Valentin Jemara.
Toen mevrouw Miller met ingehouden adem
baren broeder deze geschiedenis boorde ver
tellen, ontzonk haar den moed. Zy kende dien
wie te Allanbay had niet gehoord van den
moord gepleegd op den lieveling van mevrouw
Jernam, den ronden, goedbartigen zeeman,
wiens komst altyd een feest was voor de kleine
zeehaven, wiens -verdwijnen zulk een pijnlijken
indruk had gemaakt Van de tante bad zij die
misdaad vernomen, en Rosamunde bad haar
medegedeeld boe haar man in de hoop leefde
den dader te ontdekken en te straffen. En
thans was bij gevonden, de schuldige, de
moordenaar, de diefhet was baar eenige
broeder èn hij lag te sterven. Valentin
Jernam was gewroken. De Voorzienigheid bad
zich met de wraak belast bier was geene men-
schelijke hand noodig.
De tweede misdaad die met dit verbaal in
verband stond, was van ouden datnm en een
der eeste van Milsom's vreeselijke loopbaaD.
De stervende ellendeling verhaalde aan zijne
zuster en den beer Colbnrne, hoe hy aan het
hoofd van een bende dieven bad geBtaaD, hoofd
zakelijk uit zeelieden bestaande, die van bnnne
schepen gedeserteerd waren, ongeveer drie eD
twintig jaren geleden, dat zij samen de villa
eener Engelsche dame te Florencië hadden be
roofd, welke misdaad was gepleegd met be
hulp eener Italiaansche min, die de zorg bad
over bet kind der Engelsche dame. Milsom de
V Cl di&g handel en Fabrieken te
Waalwijk, betreffende den toestand
van den handel, de nijverheid, de
scheepvaart en van den land- en
tuinbouw over het jaar 1911.
Gemeente- Teekenschool.
Van de Commissie der Gemeentelijke
Teekenschool ontvingen wij het navolgend
verslag van den Cursus over 1911.
De Cursus werd geopend 15 Septem
ber 1911 en gesloten 15 Maart 1912.
Aan dezen Cursus werd deelgenomen
door 47, leerlingen, waarvan
in de afdeeling bouwkundig teekenen 11.
handteekenen 28.
teekenen toegepast
op de schoenmakerij 8.
Naar hunne beroepen verdeeld als
volgt9 timmerlieden, 6 smeden, 17
huisschilders, 12 schoenmakers, 1 meu
belmaker en 2 koperslagers.
Van deze ieerlingen kwamen er 29 uit
Waalwijk, 5 uit Besoijen, 4 uit Vrijhoe--
ven-Cappel, 4 uit Capelle, 2 uit Sprang
en 2 uit Baardwijk.
Des Woensdags en 's Zaterdags werd
aan 20 leerlingen der herhalingsschool
voorbereidend teekenonderwijs gegeven.
Het leerplan bleef ongewijzigd. In ver
band echter met een voorgenomen wij
ziging daarvan werd door den Directeur
met den leeraar Meulkens een bezoek
gebracht aan eenige door den betrokken
Inspecteur van,, het M O. aangewezen
scholen, in Haarlem, Amsterdam en
Arnhem. Door het aan den directeur
wegens ziekte verleende verlof, is bij de
samenstelling van dit verslag het ontwerp
van een gewijzigd leerplan nog niet in
behandeling genomen. Gehoopt wordt
echter, dat bij den aanvang van den cursus
1912/1913 de noodige verbeteringen zul-
led zijn aangebracht.
Dc verzameling modellen, boeken en
plaatwerken werd dit jaar niet aangevuld.
Zonder twijfel zal echter bij de voorge
nomen reorganisatie van het onderwijs
voor den volgenden cursus meer dan
gewone uitgaven voor den aankoop van
leermiddelen worden gevorderd.
Ten slotte zij nog aangeteekend, dat
het gedrag, de vlijt en de vorderingen
der leerlingen goed waren, dat school
verzuim niet noemenswaardig voorkwam
en dat de leeraren zich met zorg van
de hun opgelegde taak kweten.
Verslag omtrent den toestand der normaal-
inrichting te V aalwijk, gedurende het
schooljaar iqiifi2.
De cursus 1911/12 begon 1 Mei met
29 mannelijke en 8 vrouwelijke kweeke-
lingen, de voorbereidende klas met 13
scbooue, jongeman, bad zijne hand aan die
dienstbare aangeboden en was aangenomen de
▼rouw had als voorwaarde gesteld dat men baar
en bot kind, waaraan zij zoo zeer gehecht was,
zou mede nemen, alsdan zou zy hen in
laten. Hij hield woord doch haar ruw, nieuw
leven doodde weldra de Italiaansche, en het
kind was aan de genade van Milsom overge
laten en aan die <van een oud wijf, die den
booswicht steeds vergezeldewelke de genade
was, die het kind van die twee ondervond,
weet de lezer want dat kind was de toekom
stige vrouw van sir Oswald Eversleigh. De
heer Colburne luisterde met gespannen aan
dacht naar dit gedeelte van het verhaal.
Zeg my den naam der dame, die te Florencië%
leefde, sprak by de moeder van het kind zeg
mij haren naam.
Verner, antwoordde de stervende met
heesch stemgeluid. Lady Vemer; het kind
heette Anna.
Hij was zeer afgemat, toen hy zyn verhaal
geëindigd had. Terwyl de heer Colburne van
genade sprak tot da arme, beangstigde ziel,
knielde de znster snikkend neer. Plotseling
herinnerde zy zich het kind, dat haar was
toevertrouwd. Had hij de waarheid gesproken
Was ook dat het slachtoffer eener misdaad?
Zij wachtte met wanhopend gednld, maar met
het ontzag, aan hareu stand eigen, tot de
geestelijke gedaan had daarna bracht zij hare
lippen aan het oor van den stervende.
Thomas, om Gods wil, zeg mij iets van
dat kind 1
Wie is zy Is het waar wat ge mijzeidet?
Zoo niet, zeg de waarheid, broederbroeder,
zeg de waarheid voor bet te laat is!
De smeekende toon trof het bijna wezenlooze
oor van baren broeder. Eene trilling, als deed
bij zijn best om te spreken, deed zijne witte
saamgetrokken lippen bewegen, maar het mis
vormde gelaat, geheel omwonden, lag bewe
gingloos; de gebroken arm lag stijf neder. In
wanhoop en doodsangst sprong de znster op
en zag hem strak in het gelaat. Te vergeefs
opende zich de witte lippeD, eene rilling sobokts
de breede borst, alles was stil en zwarte
Milsom was dood.
Den volgenden morgen nam de heer Col
burne de zuster mede naar Allanbay, na haar
den nacht bij zich te hebben laten doorbreDgeD.
Hij zette baar aan hare woning af en begaf
zicb naar mevrouw Jernam, duar hij aan de
bedroefde vrouw beloofd had, haar het verdriet
te besparen om de vreeselijke geschiedenis
mede te deelen, die bet geheim zou opheffen
omtrent het lot van kapitein Valentin. Toen
de geestelijke aankwam en de hand aan den
klopper sloeg, boorde hij juichende stemmen
daar binnen, die zwegen toen het kloppen weer
klonk.
De nette dienstmeid van mevrouw Jernam
deed open en antwoordde op de vraag, of hij
mevrouw Jernam kon spreken en ofzy alleen
was, als een teeken dat hij niemand anders
wenschte te zien
Kom binnen, mijnbeerdocb zy is niet
alleen. Kapitein George en de vader van zijne
vrouw zijn daar juist, een half uur geleden,
gekomen.
Zoo was dan de taak, die Joyce Harker zich
had opgelegd, afgeloopeD. George Jernam be
hoefde zich niet meer te kwellen over onzeker
heid in het lot van zijn broeder. Eene plechtige
stilte heerschte onder de aanwezigen te Allanbay
en de tranen van Rosamunde besproeiden
Gerty, die op haren schoot lag te slapen
te slapen waar weldra de plaats zou zijn van
George's kind. De heer Colburne vroeg nietB
aangaande dat kind. Mevrouw Miller bad hem
er niets over medegedeeld, en daar Milsom
terstond na hare vragen was gestorven, had
hy er niet op gelet. George met zijn vrouw
en kapitein Duncombe spoedden zich den vol
genden dag naar Londen. In overleg met me
vrouw Miller was men tot het besluit gekomen
dat er iets geheimzinnigs omtrent dat kind
bestond, dat men zoo spoedig mogelijk met de
politie moest raad plegen. Daarenboven moet
ik den beer Larkspur spreken, zeide George,
om hem te zeggen dat hy verder geene moeite
moet doen, nu het toeval of liever de Voor-
ziennigheid datgene bewerkt, waariu zijne be
kwaamheid te kort echoot.
Toen George Jernam zich ten huize van deu
heer Larkspur aanmeldde, onderging hy een
streng verhoor van diens plaatsvervanger, en
daar deze slimme zaakgelastigde aan een paar
uitdrukkingen bemerkte dat hy betrekking had
m. en 5 vr. leerlingen.
De Heer B. de Noo, onderwijzer in
Nederlandsche taal nam zijn ontslag en
verliet bij den aanvang van den cursus
de Inrichting. Zijne uren werden bij mi-
nisteriëele beschikking toegewezen aan
de Heeren G. van Oudenhoven en J. F.
H. van der Meeren, onderwijzer aan de
voorbereidende klas, in wiens plaats,
voor de uren, die hij daarvan afstond,
benoemd werd de Heer C. Buzink te
Vrijhoeven-Cappel.
In den loop van het schooljaar stierf
één mannelijke en verlieten twee vrou
welijke kweekeliogen de inrichting, terwijl
door vertrek naar elders één leerling der
voorbereidende klas ontslag nam
Op de oproeping tot inschrijving van
nieuwe leerlingen meldden zich aan 15
m en 5 vr. candidaten. De uitslag van
het examen, ten overstaan van den Heer
Dlstricts-schoolopziener afgenomen, is
geweest, dat 9 m. en 5 vr. konden worden
toegelaten.
Voor de voorbereidende klasse hadden
zich aangemeld 13 leerlingen, die allen
werden aangenomen.
Overeenkomstig het daarop betrekking
hebbend ministerëele besluit hebbende
zeven leerlingen der 4e klasse zich aan
gemeld voor het examen van onderwijzer,
waarvan het schriftelijk gedeelte gehou
den is op den llen April e.k.
Verslag van den Cursus in Boekhouden
enz. gegeven door de vereeniging >de
Hanzealhier over ign.
Aan de Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
Wederom vervullen wij met genoegen
onzen plicht, L verslag te mogen uit
brengen van boveogenoemden cursus
over het jaar 1911.
•Langzamerhand zijn het meerendeel
orfzér middenstanders tot de overtuiging
gekomen dat bet noodzakelijk is boek
te houden. Zonder boekhouding toch is
geen orde en regelmaat in eene zaak te
houden.
Is dus dit begrip eenmaal doorgedron
gen, dan valt het niet te ontkennen welk
een groot nut de boekhoudcursussen af
werpen.
Steeds toch blijkt, dat de kennis door
de leerlingen op de Lagere School op
gedaan, wel voldoende is wat betreit
op de tegenwoordige bezigheid van zijn meester
deelde hij het adres van den heer Adreas in
Percy-street mede.
Zooals ge ziet, ik krijg mijne vijfhonderd
pond niet, omdat ik den moordenaar van ka
pitein Jernam niet ontdekte, reide de beer
Larkspur aangedaan, nadat bij lady Eversleig
had bekend gemaakt met al do reeds vermelde
bijzonderheden. En daar komt me nu de broeder
van kapitein Jernam en beeft me de aardig
heid, de jongejafl'rouw nit mijne handen
te nemen en al mijn werk nutteloos te makeD.
Maar ik wist niet dat ik het deed, mijnheer
Larkspur, zeide George. Ik wist niet dat kleine
Gerty, waarvan mijne Rosamunde zoo ongaarne
scheidt, de jongejuffrouw Eversleigh wusgij
ontdektet het uit betgeen ik u zeide.
Net of niet de eerste de beBte dwaas dat
kon ontdekken, zeide de heer Larkspur ge—
trouwig. Bij had de vaste overtuiging dat noch
het opgeven door Lady Eversleigh van hare
wraakzuchtige plannen tot bestraffing harer
vijanden, noch het vinden der erfgename door
een ander, hem eenig nadeel zou veroorzaken
eene overtuiging, die volkomen door den
uitslag der omstandigheden bevestigd werd.
Myn goede vriend, zeide lady Eversleigh,
indien ik uwe hulp al niet behoef om mijn
kind aan my weder te geveD, zoo heb ik die
wel noodig om mij zelve aan myne moeder terug
te geveD. Ik kan de waarheid niet in vorm
brengen dot ik eene moeder heb, ik kan ze
alleen gevoelen. Ik kan slechts gevoelen wat
zij geleden moet hebben, als ik myn eigen
hartzeer herdenk eD boe wreeder, hoe lang
duriger, boe wanbopender moet dat geweest
zyn Gij zult daar terstond werk van maken
mynheer Larkspur, terwyl ik naar myn kind yl.
Daar behoeft men zoo ver niet voor te
zoeken, zeide de heer Larkspur. Gy zult toch
niet vergeten hebben dat er eene dame zoo
stil, maar toch op zoo'n grooten voet bij
Richmond leeft, de vrouw waar sir Reginald
Eversleigh zooveel werk van maakt Gij her
innert u al wat ik u aangaande haar mededeelde
en hoe ik te weten kwam dat aij de tante van
den heer Dale was, zonder dat hy iets van
haar af wist?
Ja, ja, zeide lady Eversleigh ademloos;
ja, ik herinner het my.
algemeene ontwikkelingvoor den mid
denstander wordt echter in den tegen-
woordigen tijd meer gevergd. Ook is het
voor degenen, die reeds geruimen tijd de
schoolbanken hebben verlaten, noodig
en nuttig hunne elementaire kennis nog
eens op te frisschen.
Wij kunnen dus gerust zeggen, dat het
volgen van een cursus voor den aanstaan
den middenstander noodzakelijk is.
Tot de Ie klasse van den cursus werden
dit jaar toegelaten 7 jongens en 3 meisjes;
van de le naar de lie klasse werden
bevorderd 6 jongens en 7 meisjes en
van de He naar de Ille klasse 2 jongens
en 6 meisjes. In bet geheel telt de cursus
alzoo 31 leerlingen.
De resultaten van den cursus ziju over
het algemeen zeer gunstig. Niet alleen,
dat verschillende deelnemers hieraan
hun verworven kennis reeds practisch
in hunne zaak of werkkring toepassen
we mogen echter ook hopen, dat op
het examen, uitgeschreven door de
»Hanze«verschillende deelnemers blijken
zullen geven den cursus met vrucht te
hebben gevolgd.
De lessen werden over het algemeen
goed bezocht. Wat verzuim betreft valt,
evenals vorige jaren, op te merken, dat
de meisjes-leerlingen minder verzuimen
dan de jongens. In de meeste gevallen
kon echter voor verzuim een geldige
reden worden opgegeven.
De cursus bleef onder toezicht van
de Heeren J. J. A. Houben, Rijks-Ont
vanger en Gemeenteraadslid en J. Spij
kerman, Hoofd der Openbare School.
Ook in het onderwijzend personeel
kwamen geen veranderingen voor. Met
het onderwijs in Boekhouden, Handels-
rekenen en Handelsrecht bleef belast
de Heer A. T. de Graafïf uit Rotterdam,
Leeraar M. O. Boekhouden, aan wien
ook dit jaar het Directeurschap weder
werd opgedragen.
Met het onderwijs in rekenen bleef
belast de Heer C. M. Donker en met
de Nederlandsche taal de Heer A. G.
Laarakker.
De lessen werden gegeven in de Open
bare School, des Dinsdags en Donder
dags 's avonds van 7.30 tot 9.30. Het
oordeel van Heeren Leeraren over de
vorderingen der leerlingen en de resul
taten van het onderwijs in het algemeen
Welnu, die dame bij Richmond is lady
Verner, de moeder uwer Ladyschap
Lady Eversleigh was bedwelmd door al de
aandoenicgen, die haar overstelpten. Zy, de
verachte zwerveling*, de eigen nicht van hem
die haar vervolgd bad, bloedverwante der
groote familie waarin haar hnwelijk haar had
gebracht, de gelyke in raDg en vermogen van
haren echtgenoot Zy, de vronw, wier schoon
heid misbruikt was om Valentin Jernam in
den dood te lokkeD een dood, waarvan zy
nagenoeg getuige was geweest Aan den broe
der van Valentin was zij de ontdekking harer
maagschap verschuldigd, de vernedering harer
lasteraars, haar herstel op de plaats die zij in
hare familie behoorde in te nemeD de verijdeling
der plannen van sir Reginald Eversleigh be
treffende het vermogen van lady Verner en
nog het belangrijkste van alles zij was
hem de ontdekking van baar kind verschuldigd.
Hare eigen pogingen, bare eigen styfhoofdig-
heid hadden slechts grooter gevaar doen ont-
staaD, bitterder leeddoch de Voorzienigheid
bad voor haar groote dingeD gedaan door dien
vreemde, tusscl-en wien en haar een vreeselijke
band bestond.
Kunt gij my vergeven kapitein Jernam,
vroeg zy, over het lot van uwen broeder Blijl
ik altijd eeu afschuwwekkend voorwerp in uw
oog? Zal mevrouw Jernam mij toestaan, baar
dank te zeggen voor de goedheid, aan myn
kind betoond?
In plaats van te antwoorden kuste George
Jernam haar de hand, met die natuurlijke
bevalligheid welke een goed hart schenkt, en
lady Eversleigh gevoelde dat zij een vriend
voor zich gewonnen had, woar zij vreesde een
onverzoenlyken vijand te vinden. Mod bleef
lang byeen en men besloot dat er niets zou
gedaan worden ten opzichte lady Verner voor
lady Eversleigh haar kind had teruggekregen.
George Jernam smeekte haar, hem toe testaan
naar Allanbay te gaan, om het kleine meisje
aan de moeder terug te geven, maar zij wilde
daarin niet toestemmen.
(Wordt vervolgd).
i