Nummer 51 Zondag 23 Juni 1912 35e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoonlielen, Eerste Blad. Caóao r Re tasle voor den prijs SCHOENPRIJZEN. i IE VOLKSDRANK Dit nummer bestaat uit VIER bladen VAN ROUTEN'S BINNENLAND. J tyj uitiiemendheid. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Franco per post door bet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden ens., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. AdtïïtjbïtiSn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclames 16 cent per regel. Zij, die zich tegen het volgend kwartaal op dit blad abonneeren, krijgen de tot dien datum ver schijnende nummers gratis. o GOED én GOEDKOOP. 1 Kg. 1.50 y2 - o.8o V4Kg-. f 0.42y yio - 0.18 De actie voor verhooging der Schoen- prijzen, Is gelukkig en terecht in gang eu naar wij hopen zal ze voortgang inaken en resultaat bereiken, om de een voudige reden, dat het noodzakelijk is, 'tlat het moet. Het Vakblad voor de Schoenmakerij4 schrijft Wie meenen mocht, dat de dure tijd achter ons ligt, bedriegt zich voor zoover het althans de schoenmakerij betreft. Die zit er middenin. Van alle kanten is het leer, haar voornaamste grondstof, in prijs opgeslagen en alles duidt op nog hoogere prijzen. Herhaaldelijk is er door ons de laatste weken dan ook op gewezen, dat bet onhoudbaar wordt, om tegenover :ulk een grondstofrijzing het schoenwerk tegen dezelfde prijzen te blijven leveren. Zelfs al waagt men de qualiteit er aan, dan is het nog onmogelijk, dat de reeds op alle manieren gedrukte schoenprijzen voor den fabrikant loonend zijn. Van het publiek moeten hoogere prijzen ge vraagd worden, en het publiek zal die willig betalen, als het weet dat het an ders met de schoenen bedot wordt. De >Schoenindustrle4 en het» Vakblad4 bevatten het volgende artikel van den president van den Bond, terwijl een schoenfabrikant in laatstgenoemd blad nog een artikel over dit onderwerp schrijft, dat ook wij hieronder laten volgen Wanneer men kennis neemt van de verslagen der Kamers van Koophandel uit de gemeenten waar leerlooierij en schoenmakerij de hoofdbronnen van be staan voor de bevolking uitmaken, wan neer men de rapporten van particulieren firma's in de schoenbranche over de bedrijfsuitkomsten over 1911 leest, wan neer men spreekt met grossiers en win keliers in schoenen, met schoenfabrikan ten of leerlooiers dan hoort men eene eindelooze reeks van jammerklachten over de moordende concurrentie en de daar uit voortvloeiende onvoldoende winsten. En geen wonder! Sedeit jaren is er eene voortdurende stijging in prijs te consta- teeren van zool- zoowel als van over- leder en zoo goed als alle fournituren benoodigd voor de fabricage van schoen werk. Arbeidsloonen zijn door de toe nemende duurte van levensmiddelen en huisvesting aanmerkelijk gestegen. Ver hoogde belastingen en sociale wetten leggen de Industrie en handel een steeds knellender juk op, terwijl de prijs van het afgewerkte artikel, de schoenen, aan merkelijk is gedaald. Ook de winsten in het algemeen door de winkeliers in schoenwerk te behalen zijn verre van bevredigend, terwijl uit het kamp der looiers eveneens stemmen opgaan over het weinig loouende van dezen tak van nijverheid. Van waar deze treurige toe stand. De een schrijft het toe aan de vestiging van talrijke bazars met lagen eenheidsprijs, de ander aan het huursy- steem van machines waardoor fabrieken en fabriekjes uit den grond verrezen, weer andere aan de geringe draagkracht van vele procudenten, waardoor deze genoodzaakt zijn in tijden van depressie hunne producten tot eiken prijs op de markt te werpen. Wat er ook van zij, een feit is het, dal allen die hun bestaan zoeken in looierij, schoenfabrikatie of verkoop van schoenen geen voldoende belooning vinden voor hun moeilijken, zorgzamen arbeid. Welke zijn nu de middelen om verbetering in dezen toe stand te brengen Het eenig afdoende middel is de meerdere kostprijs van het artikel op het publiek te verhalen. Maar op welke wijze. De Alg. Ned. Bond van Schoenfabrikanten heeft reeds herhaalde malen het initiatief genomen om tot eene billijke prijsverhooging te komen, doch steeds zijn deze pogingen fallkant uit gekomen. Het is niet de bedoeling hier voor eenigen blaam te werpen op wie dan ook, doch het feit bestaat dat ge noemde bond bij zijn pogen nooit vol doende medewerking heeft gehad van de zijde der Heeren Schoenwinkeliers. En dit is te meer te betreuren daar hunne belangen toch >au fond4 dezelfde zijn als die der schoenfabrikanten. Lag het misschien aan de wijze waarop de voorgestelde verhooging werd bekend gemaakt zooals b.v. door het ophangen van circulaires in de diverse schoenwin kels 't Is best mogelijk en ik kan me best voorstellen dat een schoenwinkelier niet haastig is met het ophangen eener bekendmaking, dat hij zijne waren in prijs heeft verhocgd, omdat hij daardoor in ongunstiger conditie komt tegenover zijn concurrent, die zulks niet doet en vooral de magazijnen die aan een eenmaal vastgestelden eenheidsprijs verkoopen, waarvan zij niet willen en -ook niet goed kunnen afwijken. Het groote publiek is nu eenmaal niet ingenomen met eene prijsverhooging omtrent de reden waar van het onvoldoende is ingelicht, en dit is naar mijne meening de clou der ge heele zaak. Wanneer de prijs van levens middelen, kleederen, hoeden enz. stijgt wordt het publiek ruimschoots ingelicht omtrent de reden dezer prijsstijging door de groote en kleine pers en het publiek betaalt de verhooging. Zoo zou men b v. door korte pakkende advertentien of nieuwsberichten in de groote en locale bladen het publiek er op kunnen wijzen welk prijsverschil er bestaat tusschen den prijs der ruwe huiden van b-v. 3 k 5 jaar geleden. Men zou er op kunnen wijzen, dat zij, die nog aan oude prijzen verkoopen zulks noodwendig moeten doen ten koste der kwaliteit van het artikel, dat het dragen van minderwaardig schoeisel de gezond heid benadeelt enz. Wanneer het publiek op deze wijze is ingelicht moet zulks m. i. voor de handelaren in schoenen een machtigen steun zijn om de voor allen bij de schoennijverheid betrokkenen zoo noodzakelijke prijsverhooging door te voeren. Voorts moet een ieder wor den vrijgelaten in de mate waarvan hij zijn artikelen wil verhoogen. Een vast percentage is daarvoor niet aan te wijzen, evenmin is er voldoende controle uit te oefenen of de verbondenen zich aan eventueel te maken afspraken houden. Laat hen die den weg naar hun faillissement willen bewandelen hun gang gaan, doch laat ieder voor zich beoordeelen, welke verhooging hem billijkerwijze toekomt. Het Dag. Bestuur van den A. N. B. v. Schoenfabrikanten is voornemens in overleg met het Hoofd bestuur plannen te ontwerpen op welke wijze het publiek moet worden ingelicht en hoopt deze voorstellen ter beoor deeling der Alg. Vergadering te brengen, te houden den laatsten Zondag in Juli te Oisterwijk. Het bestuur roept hierbij den steun in zoowel van H. H. Leder fabrikanten georganiseerd in den Algem. Ned. Bond v- Lederfabrikanten als van H. H. Schoenwinkeliers, georganiseerden en andere belanghebbenden. Zij die In stemmen met dit plan en daarvoor eventueel eenig geldelijk offer over hebben ter bestrijding der te maken on kosten, worden beleefd verzocht ten bewijze daarvan hun naamkaartje te willen zenden aan den Secretaris v. d. Alg. Ned. Bond van Schoenfabrikanten den Heer H. Mannaerts, Tilburg. Zij zullen dan op de hoogte worden ge houden van de bestaande plannen en zoo noodlg worden uitgenoodigd tot eene te houden gecombineerde vtrga- dering van belanghebbenden. Tilburg, Juni 1912. JOS DE PONT, Voorzitter van den Alg. Ned. Bond v. Schoenfabrikanten. Een geacht schoenfabrikant schrijft Beleefd verzoek ik u mij eenige plaats ruimte in uw geacht en veelgelezen Vak blad voor de Schoenmakerij af te staan, om collega's op de hooge noodzakelijk heid te wijzen, de prijzen van het schoei sel te verhoogen. Het zal wel door niemand ontkend worden, dat sinds geruimen tijd de prij zen der grondstoffen stijgende zijn. Men moet óf wel een fractie meer betalen, óf wel zich tevreden stellen met minder sortiment, laat ik gerust zeggen, dat zelfs bij iets hooger prijs het sortiment toch nog telkens wat minder wordt. Dat kan ook trouwens niet anders als wij de berichten van de steeds stij gende prijzen van de ruwe huiden, zoo wel runds- als kalfs- geiten- of schapen vellen zien, dan moet daarvan het logisch gevolg zijnhooger leerprijzen of minder sortiment. Bij zoolleer kan men de er varing opdoen van meerdere verzwaring of wel dat croupons wat grooter en breeder gesneden worden dan vroeger bij overleersoorten een twijfelachtig sor timent, toevoeging van minder soort vel len, enfin allemaal van die kleine trucs, waardoor lederfabrikanten trachten, bij niet voldoende prijzen van hun product, zich eenigszins schadeloos te stellen voor meerdere uitgave aan de ruwe waar. Doch alles heeft zijn grenzen, ook het aanwenden van die kleine middelen of trucs, die feitelijk den schoenfabrikant meer nadeel doen dan een door om standigheden noodzakelijke reëele prijs verhooging. Het gaat er mee als met den motregen, waarvoor men, omdat het in schijn niet zoo erg is, maar geen pa- rapluie opsteekt, maar waardoor men toch ongemerkt door en door nat wordt Dienzelfden toestand hebben we nu in de schoenfabricageook al sinds geiui- men tijd hebben we daar een motregen gehad, die onze kleeren al doornat beeft gemaakt en die, al* geen maatregelen nemen ons tot op dl? huid* nat zal doen worden, wat voor velen een ernstige ziekte, zware kou, longontsteking, tering, enz. met het eindje den dood zal ten gevolge hebben. In trouwe, M de R., de tijden zijn thans voor den schoenfabrikant in hooge mate ernstig en wel degelijk moet hij zich thans de vraag stellen moet dat nu zóó nog langer duien, kunnen er geen maatregelen genomen worden om aan dien toestand, die ons allen, zoowel de grooten als de kleinen, tot groot na deel velen zelfs tot verderf zal strekken, een einde te maken Wij allen weten het, ons bedrijf is een zorgzaam, moeitevol, doch geen winst gevend bedrijf. Slechts door grooten omzet valt nog wat te verdienen, echter iet winstpercentage is voor allen zóó gering, dat prijsstijging van enkele pro centen voor leer en andere fournituren, ons met het verlies zelfs van die kleine winst bedreigt. Natuurlijk komen af en toe in ons >edrijt schommelingen voor, het kan eens voorkomen, dat tijdelijk een of andere eersoort wat duurder is, doch na korten tijd weer op ouden prijs terugvalt, soms nog iets goedkooper wordtdat zijn omstandigheden van voorbijgaanden aard en daar kan men de prijzen van het schoeisel ook niet direct naar regelen, doch als men een aanhoudende stijging van prijzen heeft, die naar alle waar schijnlijkheid, men zou kunnen zeggen met positieve zekerheid den boel op hooger peil zal houden, dan moet men daar wel degelijk rekening mede houden. En dien toestand ik meen het met grond te mogen zeggen, zijn wij thans reeds geruimen tijd ingetreden. Het is mijn vaste overtuiging, dat de prijzen van de grondstoffen beslist niet lager zullen worden. Gaan wij o. a. slechts na wat b.v. voor technische doeleinden, hoeveel leer voor automobielindustrie gebruikt wordt eD hoeveel meer als vroeger de schoenindustrie noodig heeft dit te zamen (en nu nog niet eens ge sproken over de zooveel hoogere exploi tatiekosten) wettigen naar mijn meening genoegzaam de opinie, dat wij nog eerder eene hoogere dan lagere leermarkt zullen krijgen. Het komt mij voor, M. de R., dat uit een en ander genoegzaam blijkt, dat wat ik boven dit opstel schreef: Prijsverhooging van schoenwerk is thans gebiedend noodzakelijk, volkomen waar is. Maar waarom dan niet verhoogd zou een ieder, die buiten ons vak staat vra gen 1 Ja, M, de R., daarin zit juist de groote moeilijkheid. Men is bang voor de concurrenten. Jan durft niet om Piet en Piet weer niet om Klaas. De con currentie is groot, toegegeven I maar men gelooft die concurrentie vaak nog grooter dan ze werkelijk is. De concur- rentievrees, dat is de reden, waarom men de prijsverhooging, waarvan men tot in zijn ziel doordrongen is, niet durft door voeren. Gaarne geef ik toe, dat het voor den eenling moeilijk is- Het is n.m. noodlg dat een actie daartoe uitgaat van allen tezamen en dan dunkt mij, dat in deze het beste ware, dat de A. N. Bond van Schoenfabrikanten en de Ned. Bond van Schoenmakerspatroonsvereenigingen daartoe het initiatief namen en richting in deze gaven. Op hunne vergaderingen, die niet te lang meer mogen verschoven worden, moet men deze zaak in den breede bespreken. Zoo het mogelijk Is (waaraan ik niet twijfel) zou tusschen die twee corporaties overleg kunnengepleegd worden en zou desnoods op een gecom bineerde vergadering, laat ons zeggen In Amsterdam, de noodkreet om prijs verhooging van schoenen luide kunnen weerklinken, om zoodoende winkeliers, maar vooral het publiek van dien nood zakelijken en rechtmatigen eisch te kun nen inlichten- De verschillende plaatse lijke vereenlglngen van patroons of win keliers zouden dien kreet kunnen over nemen en op die wijze door gezamenlijke macht vereend, strijdend voor het alge meen belang van onze geheele industrie maar tevens voor het bijzonder belang voor ieder afzonderlijk, zoowel fabrikant, patroon en winkelier alsook voor het belang van onze talrijke werklieden, zou kunnen bereikt worden, wat ik nogmaals herhaal, dat thans zoo gebiedend noodza kelijk is: Prijsverhooging van schoenen. Tot naschrift ditne, dat naar mijne meening voor actie In die richting nu de ware tijd is. We hebben gelukkig over het algemeen een zeer druk seizoen achter den rug, voorraden zijn over het algemeen goed opgeruimdwe staan weer voor den aanvang van een nieuwe campagne vooraleer dus we ons gaan opmaken om de voorjaarscommissien op te nemen, diende deze zaak aan het rollen te zijn, dan kan niemand er schade door lijden. Een ieder zij thans gewaar schuwd en met belangstelling wacht ik thans verdere stappen van beide boven genoemde Bonden af. Tot zoover genoemde schrijvers. Als we nu nog geven eene advertentie uit een Engelsch blad, waaruit blijkt dat overal de actie voor prijsverhooging gaande is, dan hebben we zoowat alles medegedeeld, wat ens hieromtrent deze week onder de oogen kwam. Het uitvoerend comitié, vertegenwoor digende de federeerende vereenlgingen van schoenfabrikanten te Leicester, Nort hampton, Kettering, Bristol, Kingswood, Rusden, Stafford. Anstey, South Wlgston, Newcastle-on-Tyne, en de oostkust van Schotland, en handelende in overleg met de niet-aangesloten vereenlgingen te Norwich, Rusden, Wellingborough, Irt- hlingborough, Hinckley en Kingswood, heeft ernstige aandacht geschonken aan de tegenwoordige hooge prijzen van leder en fournituren voor de schoen- fabricatie benevens aan de verhoogde productiekosten, en heeft eenparige be sloten dat het, om den bestaanden qauli- teitsstandaard te handhaven, gebiedend noodig is, dat de verkoopprijzen van alle soorten schoenwerk opgeslagen worden in verhouding van de gestegen grondstof- prijzen en fabricatiekostenDaar er geen uitzicht is op eenige vermindering in de grondstofprijzen, maar integendeel alles op nog hooger prijzen wijst, geven de leden van bovengenoemde vet eenigingen eenpat ig kennisdat alle noteeringen in getrokken wot den en dat de prijzen in overeenstemming met bovenstaand besluit er ere geld zullen worden. A. E- W. CHAMBERLIN, Secr. Wij van onzen kant behoeven niet te verklaren, dat wij volkomen instemmen met 't bovenstaande, maar vooral zouden wij heeren fabrikanten willen waarschu wen, waar nu reeds grossiers afkomen om nieuwe contracten te sluiten, dit toch niet meer te doen aan oude prijzen, waardoor zij zich voor een heel seizoen zouden binden en absoluut met verlies zullen moeten werken en waardoor de actie voor prijsverhooging zeer zou wor den verlamd. Defensie-commissie. De chef van den generalen staf, luit.- generaaal Snijders, verlaat heden met drie weken verlof zijn standplaats 's Gra- venhage. Aangezien deze opperofficier lid is van de onlangs ingestelde staatscom missie voor de verdediging, wordt 't al meer en meer zeker dat dit college niet vóór de helft v n Jul! met haar werk zaamheden zal aanvangen. De legercommandant in Indie. Men seint uit Batavia aan »De N. Ct.4 Naar het >Bat. Handelsblad4 verneemt, zal de legercommandant, de luitenant- generaal G. C. E. van Daalen, in het najaar den dienst met pensioen verlaten. Wat stoom is voor de industrie, is ad verteren voor den handel, nl. de groote drijfkracht. De Echo van het Zuiden, Waalwyksche en Langstraatsche Courant, Roina VOEDENI? en GEMAKKELIJK j VERTEERBAAR.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1