Nummer 53 Zaterdag 29 Juni 1912 35e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkerij AntoonTielen, Eerste Blad. Van Houten s [De beste/voorden prijsl Zijn laatste wensch. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen FEUILLETON. De straf voor een moord in vroegere tijden. Land» en Tuinbouw. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. Inderdaad het! 1 Kg. ƒ1.50 ^Kg. 0.4211 -0.80 Mo.. -0.18 Portefeuille-Kwestie gesteld. 1545. De Echo van het Zuiden, Waalwpscbe en Lanptraatüche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond, ibonnemeat sprijs per 8 maanden fÖ."5. Franco per post door het gekeele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den UITGAVE Advertbntibn 1—7 regel» f 0.60daarboven 8 cent per regel, groot© letter» naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regel» en advertentie» bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclame* 15 cent per regel. IN ELK OPZICHT kan Rona Cacao f Iden toets d^r vergelijking met andere goedkoope merken doorstaan. Men weet, dat er van enkele zijden, o. a. van die van Dr. K u ij p e r op aan gestuurd wordt, de Ziektewet die voor het recès toch niet meer in behandeling kan genomen worden, op den achter grond te schuiven en de Ouderdoms- en Invaliditeitswet te doeo voorgaan. En inderdaad, wanneer slechts één wet de Staatscourant kan bereiken vóór 1913 dan is het ook beter daarvoor de ou- derdomsverzekering te bestemmen. Daar aan heeft htt volk over het algemeen meer dan aan de Ziekteverzekering. iDtusschen Minister Talma verkiest het niet zoo. Eq heeft gisteren eenvoudig de porte feuille-kwestie gesteld, wanneer de Ka mer de Ziektewet niet afdeed. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." Roman uit 't Fransch. 4.) Ja ja, ik merk het wel 1 Ge vindt mij nog een echt bakviscbje Zij waren in bet bms getreden. Sylvie opende de deur van het studeerver trek. Kom binnen, M. De la Teillais zeide zij. Papa zal zoo aanstonds wel komen. En als ge bet niet te varvelend vindt, dan wil ik n wel zoolang gezelschap bonden. Dat zal my een waar genoegen zya. Met een deftig gebaar van gastvrouw bad zij den bezoeker een fauteuil bij den haard aangewezen, en had daarna plaats genomen tegenover hem. Hebt gij uwe automobiel meegebracht? Waar is by? vroeg zij gewichtig. Ik heb myn automobiel meegebracht, ja, mejuffer. Of, juister gezegd, heef, mijn auto mobiel eigenlijk my meegebracht. Zij wacht my, onder de hoede van den chauffeur, voor het hotel te Beaulieu. Zou ik haar niet eens kannen zien?" Wel zeker. Waarom niet?'Zie, daar valt mij iets in 1 Om hoe laat denkt ge naar Angers terug te keeren? Vanavond om 9 ure. Marie-Jo»ephe zal my brengen. Per rijtuig? Neen per spoor. Wy gaan te Beaulieu op den trein. Wel, hernam la Teillais al» uw vader het goedvindt, dan gaat ge naar het pensionaat per automobiel. Ik neem n beiden mee n, om n als een zoet lammetje bij nw kudde terug te brengen, en nw vader, om hem eens te Het geschiedde in antwoord op een vraag van den heer Schaper, die vroeg hoe het nu eigenlijk staat met de Ziek tewet en of deze inderdaad ad calendas graecas zal worden uitgesteld. Daarop gaf de Minister tot bescheid, dat Indien de Kamer meende, dat de Ziektewet niet behoefde te worden afgedaan om de een of andere reden, dit een einde zou maken aan z ij nm i- nistrleële verantwoordelijk- h e i d. Een portefeuille-kwestie dus in optima forma. Dat wordt eene moeilijke positie. Want Dr. K u y p e r heeft met staking gedreigd indien niet in October de Ou derdomsverzekering aan de orde komt. En dat zal moeilijk gaan, als de Ziek tewet gereed moet. In deschepenvestboeken van Loon-op-Zand, berustende op het Rijks archief te ;-B-)sch, vond ik onlangs eene belangwekkende acte, een zoogenaamden zoenbrief, betrekking hebbende op eenen moord, gepleegd door een inge zetene van Venloon zoo werd Loon- op-Zand eertijds genoemd op deo zoon van den toeDmaligen schout aldaar. Ik wil beproeven heel die moordgeschie denis met hare bijomstandigheden en gevolgen in een helder daglicht te stellen. Omstreeks half Mei 1545 ontmoetten elkander te Venloon op den weg een der zoons van den schout, n. 1. Adriaen Adriaensz. van Grevenbroeck, en zekere Goyart Janssoen. Om zekere veete, tus- schen hen bestaande, maar die in de des betreffende acte niet nader wordt aange duid, hielden ze elkander staandeer kwamen woorden, van woorden kwam het tot daden, en met een knuppel of stok sloeg Goyart zijnen vijand Adriaen morsdood. Deze doodslag vroeger aangeduid met de woorden m i s g r ij p of mis slach bracht eene algemeene ont steltenis en beroering in het anders zoo rustige dorp teweeg, te meer wijl de vader van den vermoorde, de schout Adriaen van Grevenbroeckeen broeder ontrukken aan zijne papnrassec en hem tot eiken prys bij my te Angers te honden, mor gen den ganschen dag. Sylvette's aangezicht straalde, Denkt ge dat papa het goed zal vinden Waarom niet? Zult ge het hem vragen? Zeker. O, hoe verrukkelijk Ik heb nog nooit in een automobiel gereden Zij viel geheel ait hare deftige rol van gast vrouw en klapte in hare handen als een kind dat wat lekkers krijgt. Des te beterDan bondt dat uitstapje voor u Dog geheel nieuwe emoties in reserve zeide de la Teillas, glimlachend om deze geest>- drift. Zij meende hem das eens opheldering schul dig te zijn. Ja ziet ge ik ben zoo groen als gras. Sedert den dood van mijn onde tante, die te Parijs woonde, dat is tien jaar geleden ben ik nergens geweest dan op het peosionnaat en tbnis. Alles is mij das nieaw. Myn ver beelding maakt zich van alles een feest en droomt er nog dagen lang van... Maar ik zie dat ge mij alweer uitlacht. M de la Teillais. Ik lach u niet uit, juff. Sylvie en ik benijd n haast om nwe heerlijke verbeelding. Denkt ge niet dat dit «porte-bonhenr" haar misschien mee zou kunnen bevleugelen Dit zeggende, haalde hij uit den zak een wit leeren doosje. Hy opende het, en op het flu weel zag Sylvette een zonderling kleinood, een kever van groen email in gond gevat. Dit is een Egyptisch scorabeus, hernam de la Teillais. Ge weet, dat iü het onde Egypte de scarabens een heilig insekt symbool der opvolgelyke wedergeboorte algemeen als sieraad gedragen werd, en ook wel als hei ligdom. Dit sieraad werd my gegeven toen ik te Kairo was, door een vriend, een geleerd En- gelscbman, en ik kan u instaan voor de echt heid er van, daar ik tegenwoordig was by de opening der sarcophaag in welke hij gevonden werd, onder de kleinooden van een prinses der 19e dynastie, meen ik. Hij zat in een ring. Maar daar ik hem orgineeler vond dan alle mogelijke modedingetjes van dien aard, heb ik hem als breloque in goud doen vatten. of bastaardbroeder, dus een zeer nauw familielid was van den Heer van Loon, Jor. Dirck van Grevenbroeck. In den tegenwoordigen tijd zou dus danige misdaad berecht worden door de Bossche rechtbank toen al lag Loon ook in de Meierij en onder het rechts gebied van 's-Bosch was dat echter heel anders. Immers Venloon was geene ambachtsheerlijkheid, zooals bijvoorbeeld Sprang en Besoijen, maar eene v r ij e heerlijkheid, waar de Heer de hoo- gere, middelbare en lagere rechtspraak uitoefende. Dus moest de misdadiger ook aldaar gevonnisd worden. Door deo Heer van Loon werden zeer waarschijnlijk omdat hij zelf te nauw verwant was aan den vermoorde twee zijner verre familieleden, Adriaen van Malsen, Heer van Tilburg, en Gerritvan Malsen, tot hoofdberechters in dit geding aangewezen. Op den 20 Mei 1545 kwamen de ge volmachtigden van beide partijen die van den verslagene en die van den moordenaar te Loon-op-Zand bijeen, om te beraadslagen hoe in deze droevige historie het best zoude gehandeld worden. Deze gevolmachtigden werden arbi ters of keersluyden kaarslui- den) genoemd. Voor den vermoorde traden, be halve diens vader, diens vrienden en diens magen, deze vier personen op. 1. Joncker Adriaen van Malsen, Heer van Tilburg, overman; 2. Joncker Ger rit van Malsen 3. Zeeger Willemsz. van Haestrecht 4. Peeter Janssoen. Voor den moordenaar compareerden, behalve Bartholomeus Janssoen, die de woordvoerder dezer partij was, volgende zes keersluyden: 1. Heer Christoffel Jansz. van Scou tven, priester 2. Heer Cornells Peeterssoen, v i c e- cureyt in Venloen; 3 Dirck Adriaenssoen 4. Jan Peeterssoen 5. Wouter Peeterssoen 6. Jan Cornelissoen. Dus, behalve de familieleden, tezamen e 1 f personen. Deze elf personen, in de acte arbiters of keersluyden genoemd,, kwamen overeen op een daar toe geschikten dag te verschijnen voor Misschien vindt ge het niet onaardig, nwe chatelaine te verrijken met een juweel van mins tens drieduizend jaren oud? Sylvie slaakte een kreet van opgetogenheid. Geeft ge mij dat ten geschenke? Wel zeker als ge het hebben wilt, en aan nws vaders onden vriend vergunt n een klein souvenir aan te bieden. Ik kon toch nu bezwaarlijk nog eene pop voor n meebrengen. O, hoe aardig, hoe cnriens riep zij Ik wed dat ge het over 3000 jaar gestor ven prinsesje reedB voor u verschijnen ziet, met den ring aan den vinger. O, nog niet, ik ben nog te onwetend van de tijden waarin zij leefde, zegde het meisje, om baar zoo ineens te kunnen heropwekken. Hoe Btelt gij haar voor? Wie? Het prinseeje... 't prinsesje van den ring. Ik heb haar gezien, Sylvie tenminste wat er van haar overgebleven was eene keurige kleine mumie. Zij is zeker schoon ge weest en jong gestorven. Van hare windsels ontdaan geleek zy een bronzen beeltje. Ik dank u van ganscher harte zegde zy. Hoe lomp van my, dat ik er nog niet aan ge dacht heb u te bedanken 1 En toch, sedert mijne eerste communie, toen papa mij een paarlen halssnoer gaf, heeft geen geschenk my zoovee) genoegen gedaan Fraogois drukte de hem toegestoken hand. Ga weet te danken, juffrouw Sylvie, antwoordde hij en wel op de liefste en fijn ste manierdoor den gever te doen gevoelen dat hij n met zijne kleinigheid inderdaad een genoegen heeft gedaaD. Een weiüig verlegen door deze woorden rees Sylvie op en legde het doosje op den schoor- t een mantel. Ik leg het neer om het aan papa te laten zien, zegde zij. Maar van avond neem ik het mee. En Frangois de la TeillaiB dacht bij zichzelf Er ie wel iets gracieus in hare zestienjarige slankheid. Het arme kind Zij is niet on aardig. Jammer maar dat zy zoo leelijk is Het meisje bad hare plaats by den baard weder ingenomen- Eensklaps stiet zij een schreeuw uit sprong op en vloog door de glazen deur naar buiten. Vóór nog de la Teillais de aau- schepenen van Loon en met dezen een zoenvonnis te beramen en uit te spreken. De bepaalde dag was den 5 Juli 1545, dus ruim zes weken na den moord. Als schepenen traden op Peeter Gijsberts, Bartholomeus Jansz. en Goyart Jansz. Verdiesen. Na rijpe >deliberatie« werd het vonnis zoen of verzoening tusschen de partijen aldus vastgesteld Goyartde misdadiger, moest, G o d t ter eeren ende totter zielen troost, te voet een bedevaart onder nemen naar Rome. Daar moest hij in de St. Janskerk te Lateranen, dat is de kerk naast het paleis van den Paus, vóór de beelden der apostelen St. Pe trus en Sl. Paulus, drie missen voor de zielrust van den doode laten doen en op zijn knieën aanhooren. Voor het werkelijk doen der missen was hij verplicht binnensjaars een t h o e n of b e w ij s b r i e f mede te brengen. Die bedevaart volbracht hebbende en in het vaderland wedergekeerd zijnde, mocht hij nimmermeer terugkomen in Brabant, Zui d-H o 11 a n d, te Z a 1 t-B o m m e 1, te T i e 1, te H e u s- den en in het land van Heus den. En dan, als hij in Nederland op eenige andere plaats, dan de bovenge noemde, een der vrienden of ma gen van den vermoorde ontmoette, moest hij die plaats dadelijk verlaten en voortaan scouwen.opzoe nbreeck zoenbreuk). Verder luidde het vonnis dat waar lijk niet zacht mocht genoemd worden dat Faesken, desmoordenaars moeder, hare woonplaats moest ver laten en niet dichter bij Loon gaan wo nen dan tot W a s b e e c k Waspik). Evenzoo moest ook zijne zuster Agnees hare geboorteplaats vaarwel zeggen en mocht binnen zeven jaren Venloon niet dichter naderen dan tot op drie m ij 1 e n a f s t a n d s. En tot overmaat van smart werden Goyart, de moordenaar, Faeskenzijne moeder, en Agnees, zijne zuster, veroordeeld al hunne goederen goet, haeve en erve over te geven en op te dragen aan den schout Adriaen van Grevenbroeckden vader van den doode, ten behoeve der armen. Dit zware vonnis werd, gelijk de leiding tot deze vlucht begrepen had, was zjj haren vader op de stoep om den hals gevallen. Vader, riep zy, mynheer de la Teillais is er... Ik had hem niet herkend... Op bet eerste oogenblik had ik hem voor een jongmerisch aangezien.. Ik vind hem heel aardigi En lacheDd keerde zy zich terag naar de chrysantemnms, die verstrooid nog op detain- bank lagen. Hare dwaling indien het eene dwaling was leek wel te rechtvaardigen. In voor komen en wijze van doen had de man, die thans op Gabriel Régnier toetrad en hem broederlijk omhelsde, inderdaad nog veel van een jong- menscb. Met zyne zes en dertig jaren had bij de slankheid behouden van zijne eerste jeugd met die gespierde lenigheid, die zoo goed paste bij zijne aristocratische virtuositeit als schermer Aan het onbetwistbare onderscheid van het ras pnardo zich hier de kracht van een ververscht, bloed. Zyne gebaren zyne houding, zijn stem en zijue taal droegen het onmisbare stempel vaD do geeBtelyke cnltnur de verfijnde hotfelyk- heid en de erielyke sierlijkheid van een lange geslachtslyn. Maar toch was er in hem niets ontaards, geen spoor van verval, integendeel alles gezond, krachtig en frisch, alsof, door een wonder, op het schoonste type van den primitieven mensch al de bevalligste hoedanig heden eener eeuwenoude beschaving waren ingeënt. Terwyl Gabriel, ontmoedigd en verslagen, zich opgesloten had op Clos-Belloy en zijne hersens had versoft met een dnffe studie, welke hem noch succes, noch fortuin beloofde, had FraDgois de la Teillais, de aarde te klein ach tende voor zijne werkzaamheid en pbantasie, zich met geestdrift in het leven geworpen, en had spoorslags zich een weg gebaand in de loopbaan tot welke zijne schitterende eigen schappen, gevoegd bij zijnen naam, zyn be trekkingen, en bet aanzienlijke vermogen, hem door zyne grootvader Martin-Janfre nagelaten hem als aangewezen hadden. De bitterheid van tegenslagen was hem ge spaard gebleven. Voor bem hadden alle deureB zich geopend, wartn alle slaghoomen opgeheven En toch had hfo geen vyanden. Zyn gelukkig temperament en de bekoorlijkheid die er uit ging van zijne persoonlijkheid hadden hem ook zoenbrief duidelijk en klaar aangeeft den 5 Juli van het jaar onzes Heeren 1545 nu 368 jaren geleden uitge sproken in het stille, afgelegen en ver geten plaatsje Venloen, genaamd Loon-op-Zand; met welke uit spraak de familie van den verslagene volkomen was verzoendl Besoijen. J. VAN DER HAMMEN NlCZ. Eenige proeven, die om navolging vragen. li. Aardappelen Evenals de voederbieten zijn op den duur ook de aardappelen op zandgrond en "andere lichte gronden uitsluitend te winnen door een bemesting met kali. De aardappels behoeven deze voedingsstof misschien nog in hoogere mate dan de voe derbiet. Maar met het oog op der. smaak en andere hoedanigheden eer aardappe len wordt het beter geacht geen kainiet kort voor het poten te geven en zeker niet als overbemesting. Dan gebruikt men patentkali. Dat door bemesting met kali in de aardappelcultuur heel wat gedaan kan worden, leere het volgende In 1909 werd te Blerick (Limburg) door den land bouwer M. H. Gelissen op zandgrond na rogge, die stalmest had gehad zonder kali 8800 K.G. aardappelen per Hectare geoogst, met 300 K-G. patentkali 13200 K.G. en met 600 K.G. patentkali 15800 K.G. aardappelen met 600 K.G. patent kali en overigens dezelfde bemesting werd dus oogst verdubbeld. Door een rationeele en dus volledige bemesting wordt niet alleen de oogst in 't algemeen verhoogd, doch de grootte der aardappels wordt tevens verbeterd. Dat leert ons het volgende proefveld, dat in 1910 op zandachtig veen door den landbouwer Joh. van Mullekom werd aan gelegd na voederbieten, die echter ook met kunstmest bemest waren (Z. O. Z.) Door de patentkalibemesting werd dus per Hectare meer geoogst 9400 K. G. groote en 800 K. G. kleine aardappelen. Het zijn dus niet alleen de kleine aardap pelen, welke door de bemesting ver meerderd zijn, doch in de eerste plaats de groote. Het is duidelijk, dat een groot deel dezer bemesting, zooals slakkenmeel en daarvoor behoed Misschien benydde men hem, dien boffer, zooals hy zelf lachend zeide, die, zonder knoeien of intrigeeren, op zyn zes-en. dertigste jaar reeds raad van ambassade te Londen en ridder van het Legioen van Eer was. Maar indien men hem benydde, dan was bet zonder baat of gal. Zyne ergste benjjders brachten het niet verder dan tot deParysche lichtzinnigheid van zijne dassen, of tot de Brit- sche correctheid van zijne jassen en zyne vriendelijkheid ontwapende zelfs de lieden, aan wieo hij geld geleend had. En deze lieden waren niet weinige. Want hy was mild van aard; en hoe goed bij ook de wereld kende al wist by met volkomen zekerheid dat by bedrogen werd, toch liet hij zich liever exploiteereo, dan het gevaar te loopen van zyne vingerz te slniten voor werkelyke noodlijdenden. Naast dezen levendigen, schitterenden, m»L- nelyk schoonen vriend, moest het tengere, het gedrukte en ternggetrokkene van Gabriel Régnier nog te meer in het oog vallen. Scheen Frangois geschapen om zich te koesteren in 's levens zonneschijn Gabriel daarentegen leek bestemd tot kwijnen in schemering en schaduw en hoewel hij zes jaren ouder was dan zyn v iend, speelde bij in elk opzicht by bunnen omgang niet de rol van den mentor, den leider en raadgever, maar veeleer die van den zwak kere den hulpbehoevende. Docb, gelijk reeds zoo vaak is opgemerkt, er zijn zekere vriendschappen, die hemstee en verduurzaamd worden door zekere affini teiten des gemoeds, welke aan de oppervlak- kigen toeecbouwer ontsnapte. Gabriel en Fran gois, hoe verschillend ook in pbysiek, in karakter en in levenswijze, verstonden en waardeerden elkander. Z:j vulden elkander aan om zoo te zeggen. Juist in het contrast tnsschen hen beiden wortelde een innerlijke sympathie en bovenal eene warme persoonlijk© genegen- beid, zonder welke vriendschap, onder hoe gunstige gegevens ook overigens levenslang kan voortbestaan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1