Nummer 62 Donderdag 1 Augustus 1912 35e JaarganoM Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalvl|ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Eerste Blad. lilUH Havenplannen. feuilleton' Zijn laatste wensch. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen De besliste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor fijne kant en fijn linnen de, uitsluitend betrouw= bare Zeep. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. 'LAAT UW ZEEP SÜNLiGHT ZIJN Do verbeteiing der Waalwijksche Haven. Roman uit 't Fransch. De Echo van het Zuiden, Waahvijksclic en Langslraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond, abonnementsprijs per 8 maanden fO"5. Franco per poat door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGA VE: Advertentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclames 16 cent per regel. r II. Bestaande toestand De Waalwijksche haven strekt zich uit over een lengte van ongeveer 1900 M. vanat de bebouwde kom der gemeente W a a 1 w ij k tot aan het Z u i d e r k a- n a a 1, waarmede zij in open gemeen schap staat. De gemiddelde breedte ter hoogte van NAP. bedraagt 18 a 20 M., de diepte wisselt af van minstens 0.70 M. N. A.P. nabij het boveneinde tot hoogstens 1.85 M. N.A.P. nabij het beneden einde. Op de als bijlagen B, C1 en C2 hierbij» gevoegde teekeningen zijn eene situatie een lengteprofiel en een aantal dwars profielen van de haven aangegeven. Vanaf het boveneinde wordt langs de westzijde der havenkom over eene lengte van ongeveer 100 M. eene houten be schoeiing aangetroffen langs het kop- einde en daarmede aansluitende langs de oostzijde over eeue gezamenlijke lengte van ongeveer 125 Mi, een steenen kaai muurbenedenwaarts daarvan sluit aan een verlaagde loswal, ter hoogte van 1.50 M. N.A.P., over eene lengte van ongeveer 70 M. aldaar bevindt zich eene zwaaiplaats ter breedte van 31 M. Overigens wordt de haven tot aan het Zuiderkanaal ter weerszijden begrensd door kaden, met eene minste kruinshoogte van 2.16 M. -f- N.A P.. waarvan de be loopeu aan de havenzijde nagenoegon- verdedigd zijn. Door een gemetselden duiker in de oostelijken steenen kaaimuur mondt op ongeveer 40 M. vanaf het boveneinde het riviertje De L o i n t in de haven uit en voorts loozen daarop de gronden, behoorende tot de „Buitenpolder van W a a 1 w ij k« door een uitwaterings sluisje aan de Hooigracht, gelegen in de oostelijke havenkade, op ongeveer 12,00 M. vanal het boveneinde. De bodem der haven bestaat vanaf het boveneinde tot ongeveer 200 M boven voornoemd uitwateringssluisje uit fijn zand en slib; de bodemdiepte wisselt aldaar af van 0 70 M. N.A.P. tot 1.20 M.-N.A.P.; beneden dit sluisje wordt de grondslag beter en wisselt de bodem diepte af van 120M. N.A.P. tot 1 85 M. N A.P. De oorzaken der mindere diepte van het bovengedeelte zijn drieërlei lo. het afkalven en bijslippen van de wederzijdsche beloopen en de daar langs onder water gelegen bermen; 2o. het bezinken van vaste stoffen, af gevoerd door de L o i n t, welk riviertje zeer verontreinigd wordt door deD afval der leerlooierijen en door de daarop loozende riolen 3o. het zich afscheiden van zand en slib uit het dagelijks binnentredende vloedwater. Het is bezwaarlijk vast te stellen, in welke mate elk der drie genoemde oor Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." 13.) Ja, dit alles bad hij zich wel kunnen denken. Maar dat bij Sylvette zoo weerzag, als hier op de planken, als deze allerliefste Sylvie dat was hem voor het oogenblik toch te sterk. Want, het viel niet te loochenen, de Sylvette die hij gekend had, was ver van schoon, ver van bevallig was eigenlijk leelyk geweest, Hoe kon een meisje zich in een paar jaren tyds zoo ontwikkeld hebben Het stuk was uit. Tot driemaal toe werden de vertooners teruggeroepen. Toen viel het gordijn La Teillais baande zich een weg door da menigte, bij het geschuif der stoelen en het opgewonden gegons der stemmen, toen hij eensklaps van aangezicht tot aangezicht stond tegenover mevrouw Prévost, Hemelsche goedheid 1 Mijn beste Fran- gois hoe komt ge zoo uit de lucht gevallen Wanneer zijt gij aangekomen? riep de oude dame. Dezen morgen, waarde mevrouw. De Alboyn heelt zijne naam eer aangedaan, en de reis is voorspoedig geweest.. Maar nn aan n de heart van een opheldering. Ik ben hier slechts bij toeval. Ik dacht dat ge in het VéBinet waart bij de Morins De Morins zijn naar Vichy, met hunne drie jongens. Mynheer Morin bad namelyk een aanval van asthma gekregen, die eene on verwijlde verandering van lucht noodig maakte. Daarop drong mevrouw de Miramon er sterk op aan, dat Sylvie in de komedie zon meespeelen. Zij heeft goed gespeeld, niet waar Of zij goed gespeeld heeft riep la Teil lais vroolyk. Wel, uwe pleegdochter is eene geboren actrice, mevrouw Het is haast on gelooflijk I In 't eerst bad ik huar niet herkend. Geen wonder, waarlijk, dat men u haar wil ontrooven Zou ik die rijzende ster niet eens mogen komplimenteeren Die rijzende ster moet in hare loge zitten up de eerste verdieping. Kom, ik zal haar zeg gen dat zy a gehoor verleenen moet. Heeft zij u gezien Neen, neen, ik zat heel achteraan, veilig verborgen achter de hoeden. Zy drongen zich niet zonder moeite door de restanratiezaal. Groepen menschen kwamen nit da tuin, moe en dorstig. Al de tafeltjes waren bezet. Geen mogelijkheid om het buffet te genaken. Zal ik met kracht en geweld een bakje ijs of een glas limonade voor a gaan veroveren vroeg la Teillais. Om nw leven er by in te schieten Dank n, neen 1 Wat een menigte Op dit oogenblik ontstond er inde menigte eene opschudding, en eene groote, rossige jonge vrouw, onder het geleide van Madame de Miramon, trad nit den tuin in de zaal. M-t haren grooten hoed, zwaar van strnisveeren met hare hoog opgewerkte coiffure sn haar luchtige, wijd fladderend kostuum, geleek zy treffend op het beroemde portret van Mrs Siddons in de Loudeneche National Galery Een bewonderenswaardig schepsel, van geheel ongewone schoonheid en maj-'stueuse ver schijning. Zeldzaum regelmatige gelaatstrek ken, eene heerlijke figuur, een tint, waarvan de blankheid nog werd verhoogd, door het rossige goud der golvende huren, door het rype rood der liefelijke lippen en door het fluweelige zwart der groote, kwijnende oogen Bij het zien van de la Teillais had bet portret van Mrs' Siddons geglimlacht en met een vriendelijk knikje geantwoord op de diepe buiging van den cavalier- Wie is die schoonedame vroeg nieuws gierig Mevr Prévost, terwijl zy met la Teillais door de vestibule en langs de trap naar de eer ste verdieping ging. Dat is de markiezin Calini, mevrouw. Eene Italiaansche Eene Venetiaansche. Maar ik ten te Lon den aan haar voorgesteld geworden, lang ge zaken tot deze verondieping bijdragen. De grootere diepte van het beneden gedeelte is mede toe te schrijven aan de grootere stroomsnelheden, welke al daar optreden lo. tijdens de dagelijksche getijbesve- ging I f 2o. door uitstrooming van het sluisje aan de Hooigracht, welke vooral des winters, bij loozing van inondatie- water der polders, belangrijkJ<an zijn. Ook doet zich op dit gedeelte de verontreiniging door de L o i n t niet meer gevoelen. Waterstanden. De waterstanden in de haven worden beheerscht door die op het Zuider kanaal, dat door het Oude Maasje )ij Keizersveer in open gemeen schap staat met de Bcrgsche Maas. In de als bijlage A bij deze nota ge voegde tabellen zijn verzameld de da gelijksche hoog- en laagwaterstanden op het Zuiderkanaal nabij het stoom gemaal, aan den benedenmond van het kanaal 's-B o s c h—D r o n g e 1 e n, ge durende het tijdvak 1907 tot en met 1911 welke waterstanden hoogstens een enke len centimeter kunnen verschillen met die aan den mond der Waalwijksche haven, en welke verschillen dan ook ver der buiten beschouwing kunnen blijven. Uit deze tabellen is af te leiden, dat in het beschouwde tijdvak hebben be dragen de hoogste hoogwaterstand 2.25 M. N.A. P. de laagste laagwaterstand: 1.19 M. N.A.P. de gemiddelde hoogwaterstand1.26 M. N A P. de gemiddelde laagwaterstand: 0.12 M. N.A P- Bij vorige verbeteringsplannen werd aangehouden de gemiddelde hoogwaterstand 1.14 M. N.A P. de gemiddelde laagwaterstand0.64 N.A.P. Deze gemiddelden berusten op aan namen, gedaan vóór de opening van den Maasmond en hebben thans geene beteekenis meer; du behoort te worden uitgegaan van de gedane waarnemingen, welke de hierboven vermelde gemiddel den hebben uitgewezen. De diepgang der vaartuigen, welke de Waalwijksche haven aandoen, bedraagt 5Vs voet tot 61/g voet 1.56 M. tot 1.83 M. of gemiddeld 1.70 M. De bodemdiepte nabij het boveneinde der haven bedraagt 0.70 M. N.A.P. zoodat een waterstand van minstens 1.00 M. N.A.P. gevorderd wordt, om voor die vaartuigen toegankelijk te zijn. Nagegaan is, gedurende hoeveel dagen van elk jaar in het tijdvak 1907 tot en met 1911 de dagelijksche hoogwater standen bleven beneden dezen waterstand van 1.00 M. -f- N.A.P. Dus gedurende hoeveel dagen het boveneinde der haven voor vaartuigen met den aangegeven diepgang, in het geheel niet, ook niet bij den hoogsten vloedstand, bereikbaar zou zijn ge weest. Dit blijkt het geval te zijn in 1907 gedurende 68 dagen, in 1908 70 in 1109 58 in 1910 29 in 1911 92 Uit deze getallen blijkt, dat de Waal wijksche haven, in haren tegenwoordigen toestand slechts een tijhaven is, waarvan het boveneinde gedurende meerdere da gen van het jaar gedurende gemid deld 17.4°/o van het beschouwde tijd vak voor schepen van den aangegeven diepgang in het geheel niet bereikbaar is. Het behoeft geen nader betoog, welk een ongerief dit aan de in geregelden dienst varende vaartuigen veroorzaakt. Om in algemeenen zin de beteekenis van het havenverkeer voor de gemeente W a a 1 w ij k te beoordeelen, wordt ver wezen naar onderstaand staatje, ontleend aan de verslagen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk over de jaren 1907 tot en met 1911 Aantal bin nengeko men schepen. Tonnemaat in M.3 OpbrongHt der haven en kadegel- don. 1907 1908 1909 648 48440 !f 1906.08 059 48533 728 4978C 1910 1911 780 094 61492 f 1966.21 f2504.19j f25 57.19 48757 f2324.20 De hoogste waterstand, voorge komen sinds de opening van den Maas mond heeft in 1908 2.40 M. N.A P. bedragen leden, door hare zuster, die getrouwd is met Lord Nevil. Bestaat er ook een markies Calini Er heeft er een bestaan, ja. Hij is niet meer onder de levenden. Naar ik hoor, was hy een nietig, ond mannetje, die zich bezighield met eene muntenverzameling en met eene zoo prachtige vrouw even verlegen scheen te zitten, als andere met het bezit van al te veel rnil- lioenen,. Maar zijn wy hier niet aan de loge van juffrouw Sylvette Juist La Teillais was blijven staan en luisterde, terwijl zijne vroolijke oogen mevrouw Prévost vragend aankeken. Ja ja, antwoordde zij op deze zwijgende vraag Het is de stem van Sylvette die gij daar hooit. Zij praat en lacht met Mej de VenaDge, de pikaote Lisette in het stuk Wacht hier even tot zij komt daarin die kamer. En de oude dame wees hem aan het einde van den gang een ledig vertrek, waarvan do wanden geheel bedekt waren met kol ssale wapenschilden vun verlakt bont. Sylvette's eerste zorg, toen zij in hare kleed kamer was teruggekeerd, was geweest, zich te ontdoen van hare gepoederde pruik. Staande voor den grooten spiegel, het hoofd een weinig naar achter gebogen, borstelde zij met blijk baar genot hare lange blonde haren, die ghc- sterden en vonkten onder de harde streelingen van den schuier. Op een lagen stoel gezeten, verwisselde Mej. De Venage hare lichtblauwe kamenierskousen tegen een paar rooskleurige. We), mevrouw, zijt gij over ons tevreden vroeg Lisette, toen mevrouw Pi vost binnen trad. Meer dan tevreden, mijn schat.' uwe oude vriendin is trotsch op n! en wat een succes 1 Sylvette was naar mevrouw Prévost toege- loopen en had haar den arm om den hals gelegd. Haar gelaat, half iu de baren verbor gen, zag guitig over deD schouder van hare pleegmoeder heen. Bluf, het laatste stuk van Riviere, was e n waar Bncces-stuk geweest, zoodat de theater bestuurders nu plukhaarden om het volgende produkt van den auteur la monde in bezit te krijgen. Men sprak nog wat over Blufdaar na, toen Riviére was heengegaan, kwam het gesprek óp iets anders, Sylvette mengde zich er niet meer in, en instinctmatig lieten de drie jonge lieden het woord aan la Teillais, die in zyne dubbele hoedanigheid van hooggeplaatst beambte en voogd van mejoffr. Régnier, voor hen een respectabelpersoon was, Daar wiöds uitingen zij met zekeren eerbied luisterden. Maar joist daardoor kreeg het gesprek iets gedwongen en stijf, zoodat men al spoedig met de noodige complimenten afscheid van elkaar nam. Fratgois bleef by den tempel van Flora alleen met de kleine witte priesteres. Waar zit mijn pleegmoedertje? vroeg zy. Daarginds, links naast mevrouw Bre- montier... Wat is het in den tuin iDeens ledig geworden 1 De meeste gasten schijnen er genoeg van te hebben. O, in de salozs zijn nog menschen genoeg Hoort ge de mnziek niet. De Marimon heeft een walsje beloofd bij wijze van slot. Eu gij zijt hier?... Wat een misdaad? Zullen wij dezen wals eens maken vroeg eens klaps la Teillais. Het meisje klenrde eeD weinig. Ge zoudt niet vee) eer met my inleggen, zegde zy. Ik dans nooit. Op de bals wandel ik maar eens rond en spreek wat. Dat weet men nu eennioal. Ik ga door voor een stukje van zeriderlmg. Frangois herinnerde hot zich. Dat is waar ook, zegde hy. Mevrouw Prévost schreef mij daar iets van, toen ge pas begonnen waart in gezelschap te gaaD. Maar ik dacht dat dit enkel maar wat schuwheid van de beginnelinge. O, het was geen schuwheid. Ik beD nooit sohnw geweest, viel Sylvie iD. Ik ben een wilde nog net zoo als ge me vroeger gekend hebt. Het wil er bij mij niet in, dat, omdat eene gastvrouw beveelt dat er gedanst zal wordeD en omdat eenige muzikanten een zeker rhyt- hmos aanslaan, dat daarom een troep jonge lieden in eens het recht verwerven om mij in hunne armen te nemen. Dat vind ik botweg iets onzinnigs en weerzinwekkends. Dus dans ik niet. La Teillais zag haar glimlachend aan, balt verwonderd en half bekoord, even als indertijd op Clos-Belloy, wanneer zy hem argeloos ver- Uit vorenstaande cijfers blijkt, dat het havenverkeer geenszins onbeteekeuend is en dat een gestadige vooruitgang behalve ln 1911, hetgeen wellicht ver band houdt met de langdurige droogte valt waar te nemen. Middelen tot verbetering. Er staan twee middelen ten dienste om de haven van W a a 1 w ij k voor vaartuigen met 1.70 M. diepgang ten allen tijde toegankelijk te maken lo verhooging van den waterspiegel 2o verdieping van den havenbodem. ITet sub lo genoemde middel wordt bereikt door het bij ebbe afstroomen van het bij vloed binnengetreden water te beletten door aanleg eener schutsluis (scheepvaartsluis), voorzien van deuren, welke naar de havenzijde keeren bij het sub 2o genoemde middel kan de open gemeenschap der haven met het Zui derkanaal gehandhaafd blijven. Het denkbeeld, om eene schutsluis aan te leggen, Is reeds vroeger, in ver schillende vormen, overwogen. In 1893 bestond het voornemen, om van Rijkswege een schutsluis te bouwen tusschen het Zuiderkanaal en de Berg- sche Maas, waardoor een rechtstreeksche verbinding zou zijn verkregen tusschen de Waalwijksche haven en de Bergsche Maas. Het Oude Maasje zou dan bij Kei zersveer zijn afgesloten de bodem diepte van de haven zou dan gebracht zijn op 2 30 MA. P. (d. i. 2.44 M N. A. P en de waterstand in de haven, zoo noodig door bemaling, op een vast gesteld peil worden gehouden. Hiervan werd echter afgezien en waar de open gemeenschap tusschen het Oude Maasje eo de Bergsche Maas te Kei zersveer is gehandhaafd gebleven, telde van de droombeelden, waarvan haar hoofdje vol was. En het zonderlinge iB nog, zegde hij dat ge eigenlijk hebt, kleine Sylvette, en dat nw wierzin logisch is, terwijl het algemeen toege ven op dit stuk tegen alle wAre kieschbeid en betamelijkheid indruisebt Ja, ge hebt gelijk. Maar toch zullen maar heel weinig menschen u dit toegeven, zoo groot is de macht van het geen men nn eenmaal heeft aangenomen als „gebruikelijk", onder het banale stopwoord „dat wordt gedaan". Even nog bleef Sylvie op den grond storen. Toen hief zij hare oogen op naar Fraügjis en heel zachtjes hernam zy Als ge lnst hebt, oom, dan zonden wy toch wel eens kannen dansen,omdat, ziet ge, omdat met u. dat telt toch met... Zeer gevoelig voor 't voorrecht zegde bij: No, wucht mij dan een oogenblik. Ik moet even aan mijn pleegmoederke zeggen dat ik in de zaal ga dansen. Al Bpoedig was zy terug. Ik waarschuw u nogmaals, zegde zy. Ik heb sedert het pensionaat Deuharme nooit meer gedanst. Mijn beste danseres was toen Jac- quelinne Lecouteher. Wist gy wel dat zij ver leden winter getrouwd is, met den onderprefekt van Segré Ja haar vader heeft bet my geschreven. Zij moet bekoorlijk geworden zijn, die Jacqueline, nog schooner dan vroeger. Nu. mij dankt, ge hebt baar niets te hanydeo... of bet moest wezen om het genoegen van onderprefektsvronw te zijD. O, ik benijd haar niets. Maar ge moogt niet zoo schamper over haar spreken, oom. Want zij had intertijd hoe zal ik het zeggen? zoo iets als een teeder gevoel voor u zoo'a beetje eene kalverliefde, niettegenstaande zij zich groot hield en verklaarde dat ge niet meer voor een joDgmensch kondt door gaan.. (Wordt vtrvolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1