Summer 72 Donderdag 5 September 1912 35e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waaiwi|ksche Stoomdrukkerij AntoonTielen, Eerste Blad. Zijn laatste wensch. )it nummer bestaat uit TWEE bladen. FEUILLETON. De besliste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor fijne kant en lijn linnen dei uitsluitend betrouw bare Zeep. i iegeling van het Levens verzekeringsbedrijf. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. LAAT UW ZEE? 8UKLI8HT ZIJN te De Echo van het Zuiden, IVaalwyitsche en Langstraatsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden fO.-'ö. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden en*., franco te zenden aan Uitgever. den UITGAVE: Advertentiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeMge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. v Bij de Tweede Kamer is ingediend en wetsontwerp tot regeliDg van het ivensverzekeringsbedrijf. In tegenstelling met verschillende na- mrige landen, is ten onzent de uit- >efening van het levensverzekeringsbe- Irijf niet aan wettelijke banden gelegd, jeen zekerheid bestond, dat de van overheidswege geautoriseerde voorwaar- len ook zouden worden nageleefd. )mtrent de noodzakelijkheid eener wet- elijke regeling bestaat dus geen verschil pan gevoelen. Laat men het bedrijf geheel vrij, dan Is er bij de groote moeilijkheden en niet geringe verleiding, welke het voeren daarvan biedt, geen voldoende waar borg, dat voor hun taak niet berekende of min eerlijke individuen niet de spaar penningen van vele tot zich zullen lokken, zonder bij machte te zijn de op zich genomen verplichtingen na te komen. Daarentegen te waken, is een Staatsbe lang, waarvan de waarde des te duide lijker in het oog springt, indien men zich rekenschap geeft van de maatschap pelijke beteekenis, welke aan het af sluiten eener overeenkomst van levens verzekering valt te hechten. Na rijp beraad en na besprekingen met het bestuur der vereeniging voor levensverzekering, welke, zij het ook in haar kleinst mogelijke meerderheid, voor een meer ingrijpende regeling is gestemd, meent de Minister aan het Engelsche stelsel de voorkeur te moeten schenken. Het aangeboden wetsontwerp laat den verzekeraar volkomen vrijheid van be wegen, maar schept in zeer ruime mate de verplichting om aangaande de bij zonderheden van zijn bedrijf het publiek voor te lichten. In overeenstemming met de voorstellen der Staatscommissies van 1883 en van 1895 worden particu lieren uitgesloten van het bedrijf. Intusschen kan alleen van den ver zekeraar, binnen het Rijk gevestigd, worden gevergd, dat hij zijn onderneming schoeit op de leest van door onze wetten geregelde maatschappijen. Men dient zich dus ten aanzien van Duitenlandsche ondernemingen, tenzij men ze zou willen weren, te bepalen tot het eischen van de storting van eeo loogere waarborgsom. Of men het beginsel van vrijheid en openbaarheid aanvaardt, waarop hel ontwerp berust, dan wel zich aangetrok ken gevoelt tot eenigerlei Staatsvoogdij, in beide gevallen is er plaats voor den eisch, dat een cautie worde gesteld, die het optreden van schijnondernemingen zonder degelijken opzet, verhoedt. Tevens bestaat er aanleiding om buitenlandsche ondernemingen te verplichten een aan merkelijk hooger bedrag te dcponeeren. Zij kunnen niet onder gelijk toezicht als de binnenlandsche worden geplaatst. Het beste schijnt daarom een cautie te vorderen, die aan de buitenlandsche maatschappijen geen volstrekte superiori teit in de oogen der verzekeringnemers verleent maar die anderzijds eenig meer Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." Roman uit 't Fransch. houvast biedt bij eventueele liquidatie. Aldus worden daarentegen van den beginne af geweerd lichtvaardige buiten landsche ondernemingen, die met ge ringe middelen op touw gezet, er niet voor zouden terugdeinzen, zonder noe menswaardige opoffering harerzijds deze ongehoudenheid tot openlegging van zaken te misbruiken om ten onzent slachtoffers te maken. Voorshands kan met een regeling van het eigenlijk gezegde levensverzekerings bedrijf worden volstaan. Het ontwerp laat de z.g. >bussen« on gemoeid op het voetspoor van de En gelsche wet van 1890. Bedraagt de wiskundige reserve méér dan het op f 50000 gefixeerde minimum zoo kan ook het surplus tot cautie die nen. Evenwel behoeft het totale bedrag der verplichte cautie, voor verzekeraars, beginnen het Rijk gevestigd, niet hooger dan f 100.000 te zijn. Het schijnt billijk ten deze onderscheid te maken tusschen bestaande en later op te richten ondernemingen. Van laatstbe doelde worde, mede teneinde de uitbrei ding van het kleinbedrijf niet te zeer in de hand te werken, een cautie van f 100.000 gevergd. In artikel 5 wordt bepaald, dat de ver zekeraar, binnen het Rijk gevestigd, te ginnen met 1916, verplicht is telkenjare vóór 1 Augustus aan den Minister van Binnenlandsche Zaken te doen toekomen lo. een staat van het bedrijf over het afgcloopen kalenderjaar; lo. een sterfteoverzicht over het afge- loopen kalenderjaar 3o. een winst- en verliesrekening over het afgeloopen kalenderjaar 4o. een balans met toelichting per 31 December van het afgeloopen kalender- jaar 3o. een opgave van de namen en woonplaatsen van de aandeelhouders, zoo die er zijn, en de aandeelec, die niet zijn volgestort op 31 December van het afgeloopen kalenderjaar, terwijl ?rti- kel 6 luidt l. De verzekeraar binnen het Rijk ge vestigd, is verplicht telkenjare voor 1 Augustus aan den Minister van Binnen landsche Zaken te doen toekomen een verklaring, medeonderteekend door een deskundige betreffende lo. de grondslagen (rentevoet en sterf- tetafel) en de berekeningsmethode voor de vaststelling van de wiskunde reserve gekozen, met toelichtende formules voor elk afzonderlijk in dier voege, dat de ge gevens in de verklaring vervat, tot de gepubliceerde uitkomst moeten leiden 2o. de grondslagen, voor de waar deering van de activa gekozen, in dier voege, de gegevens in de verklaring ver vat tot de gepubliceerde uitkomst moeten leiden. Indien in den loop van het afgeloopen boekjaar in de grondslagen voor de bere kening van de wiskundige reserve of wij- ziging is gebracht, moeten nevens de winst- en verliesrekening en de balans in gevolge de wijziging vastgesteld de stand van die wiskundige reserve en de waardee ring van de activa zooals die volgens de te voren gevolgde methode zouden zijn, vermeld worden. 3. Voorzoover gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, betrekking heb ben op de vaststelliog van de wiskun dige reserve, staat het den verzekeraar vrij, dezelve niet jaarlijks, doch telkens per 3 jarig tijdvak te rekenen van 1 Augus tus 1913, aan den Minister te doen toe komen. D RUN EN. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Vrijdag 30 Aug. des avonds ten 6 uur. Voorzitter de F.delachtb. heer G. van Huiten. Ongeveer 6.15 uur opent de Voorzitter de vergadering; afwezig is' de heer Willemse. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1 Schrijven van De Hanze, afdeeling Vakschool voor Schoenmakers, houdende rekening en verantwoording over 1911. De rekening sluit op een bedrag van i 4919.667a- Uit het schrijven van de Hanze blijkt dat de leden verzocht worden een en ander in de school te komen nazien, aangezien er zooveel bijlagen zijn dat 21.) Neen, neen, niet zooals ge denkt.*, llij beviel mij omdat hij goed, braaf en oprecht is. zoodat ik gaarne vriendschap met hem zon hebben gesloten. Zijne woorden en manieren, zoo zacht en eerbiedig, boezemden mij een ver trouwen in, dat ik zeer op prijs stelde. Als bij binnenkwam, dan trad ik hem kameraadschap pelijk tegemoet. Ik sprak gaarne met bem en had voor hem geen geheimen. Maar toeD, op een zekeren dag, heb ik begrepen dat bij mij oeminde. Heeft hij het u gezegd Neen; maar dat raadt men. Toen heb ik mijne houding veranderd. Ik ben minder tege moetkomend en meedeelzeam, ik ben koel ge worden. Soms zag hij zoo treurig, dat ik het niet laten kon bem eenB aan te spreken, om dat ik medelijden met hem had, werkelijk V Maar geen ziertje koketterie was daarin dat zweer ik uDat zon al te slecht zijn geweest en mijne sympathie, mijn medelijden was geheel broederlijk of zusterlijk. Als M. Bré- montier dit verkeerd heeft opgevat, dan is dat niet mijne schnld. Mijne eenige fout is, dat ik niets aan pleegmoeder heb gezegd. De La Teillais zag haar aaD. Dat wil zeggen hij trachte door de duisternis heen te zien. Waarom hebt ge er niets van aan Mev. Prévost gezegd? vroeg hij, Och ik ben op dit stok een beetje gesloten. Ik spreek niet gaarne er over... Marcel Bré- montier had my zijne liefde ook niet bekend. Ik had die enkel maar geraden en dus bad ik niet het recht om er over te spreken,.. En bovendien, pleegmoedertje en ik zouden het toch niet eens zijn geworden. Hoe goed wij met elkan der over weg kunnen, op dat eene stuk begrij pen wij elkander niet. Wat men sterk verwacht, dat boudt men zoo gaarne ook voor mogelijk. Pleegmoedertje ziet in mijne afwijzing van Marcel Brémontier niets daD een dwaasheid, eene koppige verkeerdheid. Zij heeft mij ge smeekt, mij nog eens te bedenken, met mijn antwoord nog eenige dagen te wachten. Maar dat heb ik niet gewild. Want ik weet dat alle uitstel doelloos zon zijn geweest. Ik ken mij zelf en ik weet dat ik morgen nog dezelfde zal zijn als gisteren. En toch bracht La Teillas ertegen in een jonge man als Marcel Brémontier, met zulke deugden van hart en hoofd zoudt ge niet denken dat ge toch gelukkig met hem zoudt zijn dat ge hem later nog zoudt knnnen beminnen XXII het lastig is om alles naar het Raadhuis te brengen. Verder wijzen ze er op dat het Rijk en de Provincie de Rekeniüg mede hebben goedgekeurd. Voorzitter. Zooals de heeren hooren ligt alles in de school ter inzage en zal het 't beste zijn om een commissie te benoemen. Brok. Me dunkt dat ze de rekening met bijlagen best hier kunnen brengen. Voorzitter. Dat ben ik met u eens. De gemeente-rekening loopt wel over de f 25 000 en die moet wel met alle mo gelijke bijlagen naar Ged. Staten worden gezonden en hier gaat het maar over f4000. Ook is het niet aardig om te schrijven dat de bijdrage zoo weinig is. Er is toch gegeven wat gevraagd is. Van der Geld. Dat is zijn bedoeling niet. Hij zal bedoeld hebben dat er zoo weinig wordt gegeven voor het schrijfwerk. Voorzitter. Dan heeft hij zich erg on duidelijk uitgedrukt. Van der Geld. De Gemeentebode kan de rekening wel even halen als de com missie bijeenkomt en dan weer thuis brengen ook. Worden tot commissie-leden benoemd de heeren Brok, van der Geld en van Dal. De heer Jansen zal gevraagd worden om een en ander toe te lichten. 2. Vaststellinggemeente-rekening 1911. Van Halder. De Commissie heeft alles nagezien en in orde bevonden en stelt voor om de rekening vast te stellen zoo als ze is aangeboden. Aldus wordt besloten. 3. Aanbieding Rekening Burgerlijk Armbestuur. De ontvangsten bedragen f3179.85 en de uitgaven hebben bedragen f3728 09 zoodat de rekening sluit met een nadeelig slot van f 548.24. De Voorzitter, als lid van het Arm bestuur, had zich verwijderd. Van Dal. Destijds is er toch een be sluit genomen dat er niet meer dan 10 bestedelingen in de kloosters mochten zijn en nu zijn er veel meer in dan 10. Brok. Dat besluit zal dan al heel lang geleden zijn genomen. Van d^r Geld. De zaak is of je ze ergens voordeeliger kan plaatsen. Voorzitter. Hoe gaat het met iemand die oud is. Zoolang hij nog een paar centen heeft dan kan hij bij de familie Nu stoof Sylvette op. Later riep zij uit, later O, oom, nn spreekt ge juist als mijn schoonmoeder Nu zult ge zeker ook gaan zeggen dat eene zoo oprechte liefde tenlangenleste mijn hart had moeten winnen en dat men niet al te roma nesk moet wezen en dat de achting en het vertrouwen, die Marcel Brémontier mij inboe zemden, den grondslag zouden leggen voor eene groote en Bterke, eene waarlijk ech telijke genegenheid... zoo iets, bijvoorbeeld, als van het echtpaar Morin Zij lachte zenuwachtig, maar zonder vroc- lijkheid. Nu nu, dat lijkt mij alles zeer waar, kind je, mompelde la Teillais, torwijl hij werktui gelijk tusschen zijne vingers eene roos verplet terde. die hij van de tafel genomen had. 01 zeer waar, ja, ia... Ik weet dat er meis jes zijn, die zich zóó verloven, zonder veel van haren aanstaande te houden, en die dan later heel gelukkige vrouwen zijn of meenen te zijn wat op hetzelfde neerkomt.... Maar wat bewijst dit? Enkel en alleen, dat zij Diet van de liefde haar gelnk verwachten. Terwijl ik. Terwijl gy Terwijl ik... o, spot er niet mee, oom, want het is heel ernstig Ik kan mij niet het geluk voorstellen zonder eene groote lief de... Bemind of niet ik zal slechts gelukkig wezen wanueer ik bemin La Teillais dacht niet aan spotteD. Hij luis terde gretig en zocht te vergeefs met zijne oogen te vatteD, de gemoedsbewegingen op het jonge gelaat. Heel zacht en eenvoudig, terwijl de welrie kende schaduwen van den tuin haar omwik kelden met mysterie, vervolgde Sylvie Ge hebt' mij eens gevraagd of ik soms eens aan mijn man dacht, aan mijn toekom- stigen man.., welnn, ik denk altijd aan hem, oom en dat, doe ik al mijn leven lang bijna* Op kostschool, toen ik nog heel jong was, deed ik het al, en als klein meisje dacht ik al aan hem. Gij had dus oen ideaal niet waar Een ideaal?.. Neen, dat geloof ik niet... Ik zegde enkel tot mijzelf, dat er eenmaal een man zou zyn aan wien ik miju leven zon willen geven omdat ik hem zou liefhebben met heel mijne ziel, met al wat in mij is. Ik zegde ook tot mijzelf: andere vrouwen hebben onders, znsters, "broeders, over wien zij hunne liefde verdoelen. Maar ik zal niets hebben dan hem niemand liefhebben dan hem aan niemand anders toebehooren. Ik zal hem, met myne liefde van vrouw, al de teederbeid, al de toe wijding brengen, die de dood, toen z'y mij tot wees maakte, voor mij afsneedt. Ik zal mijne toevlucht tot hem nemen blindelings. Zij bleef steken. Hare stem had getrild door hare woorden, gemurmeld slechts, giDg iets als eene heilige huivering. Ik duri niet voort gaan, stamelde zij. Zy maakte een beweging, zoodat 't zwakke licht op haar gelaat viel en la Teillais hare oogen zag glinsteren. Waurom niet? Waarom niet?droDg by aan. Ge kunt my immers alles zegger. Hebt ge geen vertrouwen in mij? Voelt ge niet dot ik uw beste vriend ben. Sylvette? Bij sprak met teederen ernst en legde alle na druk op dat woord »vriend." Maar in zijn binnenste was iets, wat zijnen hartslag jagen deed en zijn brein martelde. Ge zult mij wel érg romanesk en dwaas vinden, hernam zij. Maar toch, omdat gij het wilt, zal ik het u zeggen, zoo goed als ik kan al wat ik gevoeld heb - al wat ik nog gevoel. Den bruidegom, den man, van wien ik zoo droomde, dien had ik lief. Ja? ik beminde hem met een liefde vreemd en diep. Ge herinnert u wel dat ik vroeger lcölijk was? O. ik waB leelijk Ja ja. ik weet het en gij weet het ook 1 Maar wat gij niet weet, dat is boe ik ook geleden heb onder die leelijk- beid— hoe gruwelijk ik er onder geleden heb ik dacht altoos: Hij zal mij niet liefhebben I... Soms was ik zoo wanhopig, dat ik mij verborg, ora in stilte uit te schreien. Dan weer vatte ik moed en zegde tot mijzelf Ik wil schoon zijn... Ik wil dat hy mij bemintIk weet niet hoe ik het u verklaren moet. Het was een verlangen, een voortdurend hunkeren, van al mijne gedachten, van roija geheel zelf. Te Pa- rijs was ik er bszöten vao. Ik uiaakts werk van mijn toilet. Ik werd minder linkscb. En daar op een goeden dag bemerkte ik dat ik minder leelijk was, dat ik bijna schoon begon te worden. Daarin was niets wonderlijks, liet was de gewone ontwikkeling van het opgescho ten kind tot meisje. Ik was gegroeid, mijne tint was opgeklaard, myne trekken hadden zich gevuld. Dat was alles zeer schoon. En toch moet ik gelooven dat de metamorphose minder volledig zou zijn geweest, zonder dien eterken wil om schoon te worden voor hem... Voor hem V oor een droom, een hersen schim, Sylvette Voor een spookjesprins vroeg la Teillais. Voor een wezen dat ik mot zag en niet kende maar dat wel bestaan moet en waarvan ik tot mij zelf koD zeggen Op dat oogenblib ademt hij denzelfdtn wind, ziet bij dezelfde zon als ik... Luister eens. Gij zegt dat ik ge leefd beb voor een denkbeeldig wezer. Maar nooit ben ik ontwaakt in den morgen, zonder voor hem te biddeD. Nooit ben ik gaan slapeD, zonder, bij de gedachte aan hem, de amulet te kussen, die door een wonder bijgeloof, voor mij vereenzelvigd is met mijne hoop op geluk. Ik heb nooit een nieuw kleed aangetrokken, zonder te denken Hij zal vinden dat het my goed staat. Ik heb nooit eene goede daad ver richt, een klein offer gebracht, zonder den wenech van mij zijne liefde daardoor waardi ger te maken. Ik neb nooit eene schoone blad zijde gelezen, nooit een kunstwerk bewonderd, nooit genoten van de heerlijkheid der natuur, zonder in mijne gedachten bij hem te zijn. In al mijne handelingen, in al mijne vreugden, in al mijne aandoeningen in al wat er in myn leven geweest is, was er iets voor hem. Voor hem slechts heb ik gewerkt, gelezen, gedacht. Voor bem heb ik getracht iets beter te wor den, dan een dom landmeisje, of eone salon pop. Voor hem heeft mijn smaak zich gevormd mijn geest zich versierd, mijn verstand zich verscherpt. En toen ik begrepen heb dat ik begreep dat ik behagen kon, dat men mij kon beminnen o, wat was ik toen gelukkig, gelukkig!.... Zie, zoo ben ik koket geworden, een beetje. Ik wou bewonderd zijn, ik wou dat men mij het hof maakte. Al die hulde van vreemden verhoogde voor mij mijne waarde. Want ik verbeeldde mij dat een man gaarne trotsch is op zijne vronw, en zelfs dot hij gaarne om haar benijd wordt allerlei dwaze dingen... La Teillais glimlachte bitter. Dat zijn geen dwaze dingen, zeide by. Wij zyn doortrokken van ijdelheid, wij mannen. Het is ons niet genoeg gelukkig te zijn moor wij willen ook benijd wezen. Sylvette zweeg even een kort zwijgen, dot lang scheen. Toen begon weder bare stem zacht en trillend En dan ik heb mij zelf voor hem bewaard.,. Ik weet niet of ge begrijpen znlt al wat ik daarmee bedoel... Ik beb mij zelf zoo geheel voor hem bewaard, ondanks de koketterie, die ge mij daareven verweet, dat mijne vriendinnen, die mij dikwyls uitlachten en mij den bijnaam gaven van, het ongenaak bare prinsesje. Zie als ik nooit heb willen dansen, dan is het omdat omdat ik hem alleen, den ver wachten den onbekenden bruidegom en beminde het recht toekende om my zoo in zijne armen te nemen, zoo dicht aan zijn hort. Zij zweeg weder. Misschien verwachtte zij een antwoord, eene instemming. Maar er kwam niets. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1