umnier 88 Donderdag 31 October 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoonlielen Eerste Blad. )R ri el. Gemeenteraadsvefgadefingen TIJD HEELT ALLES! )it nummer bestaat uit TWEE bladen at. FEUILLETON. 14, LAAT UW ZEEP {5UNL1GHT ZiJN De besliste zuiverheid, van Sunlight maakt ze voor ijne kant en ijn linnen deJ uitsluitend betrouw bare Zeep. dn- sen V- O- ELSTER. De Echo van het Zuiden, IVaalwpsclie en Langstraatsclie Courant, pit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond, abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden eci.j franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. Adyertbntiên 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. O S-S r mn 1- 1,25 1,35 2,15 2,20 2,45 3,20 3,40 4,20 4,40 4,50 5.15 7,- 8,30 DNK scher 7 ui" LIJ ERG EN- 1673 ELSHOUT. Openbare vergadering van den raad ezer gemeente op Maandag 28 Oct, es avonds ten 6 uur. Voorzitter. Edelachtb. heer C. van reugel. Ongeveer 6.15 uur opent de Voor- itter de vergadering afwezig is de heer Muskens. De notulen der vorige vergadering lorden na voorlezing onveranderd goed- ekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE: 1. Ingekomen stukken. Procesverbaal van kasopueming bij ea gemeente-ontvanger d.d. 2 October Jit het onderzoek is gebleken dat de boeken en bescheiden behoorlijk zijn I bijgehouden en het overeenkomend be drag, f774.09 in kas aanwezig was. b. Schrijven van den Commissaris van de Koningin, houdende mededeeling van een Kon. Besluit dat is herbenoemd tot burgemeester C. van Breugel. c. Schrijven van Ged- Staten, houden de mededeeling dat tot zetters zijn be noemd de heeren C. v. d. Sanden en M. van den Brand. d. Idem, houdende mededeeling dat de salarissen van den Burgemeester en Secretaris zijn verhoogd en respectieve lijk zijn gebracht op f 450 en f 650. cIdem, houdende goedkeuring besluit van den raad tot verkoop van de canada- boomen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. Adres van het Burgerlijk Armbe stuur. Voorzitter. Door het Burgerlijk Arm bestuur wordt voor het jaar 1913 eene subsidie gevraagd van flOO. 't Is maar voor ee* jaar. Burg. en Weth. stellen voor de gevraagde subsidie te verleenen. Gijsels. Schrijven ze er niet bij hoe het komt dat ze die f 100 noodig hebben. Voorzitter. Dat zit 'm in verband met het faillissement van notaris De Vocht te Waalwijk. Gijsels. Ze hebben toch eigen middelen genoeg. Dat ze die f 100 leenen en een volgend jaar aflossen. Dat ze wat band hout verkoopen, dan krijgen ze hendig f 100 bij elkaar. Van Grewenbtoek. Wat doen ze met dat boschje. Gijsels. 't Is een hard gelag voor de gemeente, we zitten er zelf zoo slecht bij. Voorzitter. Als de financiën van het Burgerlijk Armbestuur uiet toereikend zijn, dan moet de gemeente subsidie verleenen, dat gebeurt overal zoo. Gijsels. Dat boschje in de Roeikes, daar komt niets van terecht hoor ik zeggen, 't wordt niks. Het Armbestuur moet zijn plicht doen en de belangen behartigen. Van Grevenbroek. Dat boschje is niet geschikt voor bandhout omdat het veel te laag is gelegen. Als het mij te doen stond dan gooide ik het bandhout er uit en zette er elzenhout neer. Laat ze met bandhout maar tobben wat ze willen, 't zal nooit iets uithalen. Gijsels. 't Volgend jaar behoeven ze geen f 100 meer te hebben, is 't wel burger. Voorzitter. Neen, ze hebben het alleen nu noodig omdat notaris de Vocht de gelden van de landerijen niet heeft af gedragen. Gijsels. Zijn ze met de helft niet te vreden. Voorzitter. Neen, want ze zitten nu reeds zonder kasgeld. Gijsels. Wanneer is de eerste termijn van betalen. Voorzitter. Met Kerstmis moet het betaald worden, doch dan krijgen ze het vooreerst toch nog niet. Gijsels. Ik stel voor f 25 subsidie te verleenen. Ze hebben op het oogenblik toch geen bedeeling. Wat kost dat grapje in den Bosch voor het opereeren van Kuijpers. Voorzitter f55, dat hebben ze ook al moeten voorschieten, geloof ik. Van Grevenbroek. We treffen het dit jaar dubbel slecht De notaris is er van door gegaan en er kunnen nog veel zieke menschen komen. Gijsels. Met Kerstmis is het tijd om te betalen, welnu dan zou ik me verder nergens meer aan storen, 't Is ongeper mitteerd dat ge je centen pas met Aug. krijgt, die je met Kerstmis al moethebben. Van Grevenbroek. Met Kerstmis kan je alles niet ontvangen, dat weet jij net zoo goed ais ik. Klijn. Bestaat er geen regel van dat betalen. Was dat vroeger bij Bink ook niet. Voorzitter. Na Nieuwjaar werd er ge haald en als er geen geld noodig was, dan kwam het op de afrekening. Klijn. De ontvanger had het altijd moeten halen als de tijd daarvoor was. Voorzitter. Er was geld genoeg in kas. Klijn. Dat niet. Als ik 1000 gulden in kas heb en ik kan er nog 2000 bij halen dan doe ik dat. De dag is er voor vastgesteld eu dan had de ontvanger het maar moeten halen, 't Is een slab- bakkigheld van den ontvanger. Zoo was het geen regel. Voorzitter. Er ziju toch 2 leden be noemd die het onderzocht hebben. Gijsels. Van den Brand had het in April moeten gaan halen. Voorzitter. Heeren, men dwaalt van Van «DE ECHO VAN HET ZUIDEN." ROMAN DOOR 7) Ik heb u eene meedeeling te doèn, me- jnffrouw, zeide Mev. MaraDge op hare kalme wijze. Toen hief juft'r. Martin zich als ver schrikt op uit bare gebukte houding. Een korte, bijna angstig vragenden blik harer oogen trof den kapitein, die, schijnbaar zonder zich met tat gesprek te bemoeien, zich met zijne ciga rette bezig hield. Ik hoop dat mevrouw niet ontevreden is ever mij. In 't geheel niet. De meedeeling betreft voornamelijk Madeleine. Mijn echtgenoot wil Biet dat Madeleine met de Pruisische officieren, die we dezen middag verwachten en die drie dagen hier blijven, in aanraking komt. Gij juffrouw, zult derhalve met Madeleine de vol lende drie dagen in het u bekende tuinhuis wonen. Het is voldoende gemeubileerd maak doe afspraak met de huishoudster, dat ze voor eten en drinken zorgt. Juü'r. Martin scheen verlicht adem te halen. Dat is een verblijdend nieuws, mevrouw sprak ze lachend. Dat is de lievelingsplaats van mij en Madeleine. Niet waar, mijn lieve O, zeker, mademoiselle Maar de soldaten mag ik toch wel zien Gij hebt laatst in Metz de soldaten ge- rien. Kom maar, wij zullen het ons dadelijk in ons idyllisch nestje aangenaam maken. Vindt mevrouw het goed dat wy ons verwijderen Ga maar, lieve. De plichten der huis vrouw zullen mij wel niet vergunnen, helaas, u dikwijls te bezoeken. Juffrouw Martin wilde zich verwijderen. Daar verhief zich de kapitein, wierp de ciga- het onderwerp af. Klijn. Nee, nee, 't hoort ook tot het Burgerlijk Armbestuur en al is het 't zelfde gezanik, ze hadden het geld moeten halen al hadden ze nog zooveel gehad. Ik weet wel, het is alles te goeder trouw gegaan, maar daarvan zijn de menschen juist de dupe geworden. Gijsels. Ja, ja, als er te beuren Is moet men er maar bij zijn, wa gij Klijn. En met de gemeente ook, dat is allemaal maar prutswerk geweest. Ik wil uit de notulen zien wat of hieromtrent is besloten. Ik wil dat zaakje aan kant bebben. Van Herpt. De arme menschen kunnen er toch niets aan doen dat de Vocht er van door is gegaaD. Het voorstel van B. en W. In omvraag gebracht, wordt aangenomen met 5 tegen 1 stem. Tegen stemde het lid Gijsels. 3. Verzoek van den onderwijzer Bosch om zijn toegezegde gratificatie van f25 te mogen ontvangen. Wordt besloten de gratificatie te ver leenen. 4. Adres van A. de Kort, veldwach ter alhier. Uit het adres blijkt dat de veldwachter eene verhooging van salaris, verhooging van bijdrage in de kosten van kleeding en verhooging van de onderhoudskosten van de fiets vraagt. Hij wijst er op dat hij met een groot huishouden is en de levensmiddelen duur zijn geworden. Klijn. Kleeding is noodzakelijk, maar een fiets niet. Die heeft hij niet noodig om toe te zien dat hier in de kom van de gemeente 'savonds geen schevielig- heid gebeurt. Het is bar tegenwoordig zooals sommige straatbengels d'er gang gaan. Ze loopen verkleed over straat, halen de poortjes van de hekken en die worden dan in de sloot gen... ze ma ken het de fietsers die door de gemeente komen ook lastig. Ik ben nou een manskerel en ik denk nog dikwijls ik zal maar op zij gaan, als ik die straatbengels zie. Janus doet wel ziju plicht want ik zie hnm nogal eens kuieren. Ik begrijp er niets van. Ontziet hij ze soms. Voorzitter. De politie kaD niet overal tegelijk zijn. Is hij aan de Steeg dan kan hij niet zien wat er aan het Eind gebeurt. rette weg en «side lachend Als ge 't mij veroorloofd, juft'r. Martin, ver gezel ik u. Mij houden de plichten tegenover de opgedrongen gasten niet terug. Weer vloog een licht blosje over 't gelaat der gouvennante. Uw geleide, heer kapitein, zal ons zeer welkom zijn, zeide zij zacht. Een eigenaardig lachje trok over 't schoone soldatengezicht van den kapitein. Hij greep Madeleine's hand en sprong irnt het kind de trappen af, terwijl jnffrouw Martin langzaam volgde. Na weinige minuten was het kleine gezelschap tusschen de boscbjes van het para verdwenen. Mevr. de Marange zag hen eene poos nadenkend na. Haar gezicht nam eene ernstige uitdrukking aan. Daarna stoüd zij op schudde als had zij een hekel aan bare ge dachten, het hoofd en murmelde Neen, neen, men kan mademoisselle volle vertrouwen schen ken. Zij is een braaf en eerlijk meisjp. Op het oogenblik klonk van de straat vroc- lijke muziek. De kolonel kwam vlug uit het huis. Hoort ge die muziek, Josefiue De in kwartieriDg komt. Och, waren deze dagen reeds voorbij! Nu, mijn lieve man, antwoordde Mevr. de Marange lachend, is 't dan werkelijk zoo erg, eenige dagen met kameraden samen te ziju? Kameraden Nu, ja, heb ge niet zelfs dikwijls gezegd dat alle soldaten der wereld kameraden zijn? Ocb, dat begrijpt gij niet Een 8chalksch lachje gleed over 't schoone gezicht der vrouw. Geef mij uwen arm en laat ons onze gas ten te gemoet gaan, zooals het gastvrije huis van Hanconcourt betaamt, zeide ze vriende lijk. Gij hebt gelijk, antwoordde hij. Ik ben zeer dwaas. Zijn onze gasten ook Duilschers, 't zijn ln alle geval toch onze gasteD. Zoo bevalt ge mij, mijn boBte En ge zult u in den kring der Duitsche kameraden goed gevoelen, 't Zijn toch ook soldaten zoo ais gij en ze dienen hier uwen keizer. Ja en niet een hoop advocaten, zooals wij te Parijs Kom, ge hebt gelyk. Hij reikte zijne vrouw den arm en voerde haar in het slot, op welks ploin eene compagnie soldaten zooevcn de geweren te sarapu had ge zet, om de laatata bevelen voor de inkwar tiering te ontvangen. VI. Klijn. Hij kan het wel zieo, als hij in de kom blijft. Voorzitter. Als u dergelijke overtre dingen ziet, dan moet u ons waarschu wen, als ons er niets van bekend is. Van Herpt. Wij hebben er aangifte van gedaan en het heeft goed geholpen ook. 't Ging toch zoover dat ze de poor tjes van de hekken afhaalden en die over de rails hadden gelegd. Gelukkig heeft de brigadier het gezien en nog bijtijds van de rails genomen. Bejaarde fietsers of automobielen zouden er de grootste ongelukken mee kunnen krijgen. Bij Klerks wordt ook altijd de paardenbak op straat gegooid. Gijsels. Er wordt gratificatie gegeven aan den brigadier, waar is dat voor. Voorzitter. Voor politiediensten met Kermis enz. Gijsels. Zou je hem niet een gulden of 10 meer geven, als hij dan wat meer 's avonds een oogje in 't zeil wil houden. Klijn. Ik ben er niet tegen om Janus wat verhooging voor kleeding te geven- Een nets heeft z'n mee en tegen. Van Herpt. Een fiets is onmisbaar voor een veldwachter, 't Zij dat hij eens vlug naar de marechaussée's moet of wat er meer kan voorkomen. En dan is f 5 te weinig. Van der Sanden. Ik heb in de courant gelezen dat ze in Vlijmen f15 geven. Klijn. Ik zou ze f 10 bij de kleeding geveu, wat 't jullie nou Keesoom, wat hij met die f 10 doet. Hij kan daar dan toch wat voor aan zijn fie^s besteden. Gijsels. Ik stel voor zijn toelage voor de kleeding met f10 te verhoogen en op f40 te brengen en de toelage voor het onderhoud van zijn fiets op f 10 te brengen. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenemen. 5. Wijziging begrooting Burgerlijk Armbestuur. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. 6. Vaststelling gemeente-begrooting. Na voorlezing wordt de begrooting vastgesteld op een bedrag aan ontvangst en uitgaaf van f9529,26Vj. 7. Verzoek van B. en W. om mach tiging tot onderhandsche verhuring van bandhout op de Duitsche hoef. Klijn- Ik zou dat bandhout meer in Da troepen waren zeer uitgeput van de krijgsoefeningen en den langen marscb op den hseten zonnigen Septemberdag. De manschap pen werden aanstonds in de kwartieren ge laten die zich in de nevengebouwen van 't Blot bevonden terwijl de officiereD in het Blot zelf hun kwartier haddeD. Behalve de compagnie officiereD, den kleineü dikken kapitein Brandt en tweeluitenants, waren nog de bataillons commandant, major von Voer, zijn adjudant en de stafgeneestner dr. Weniger, in 't slot ingekwartierd. De adjudant van majoor vod Aner was sedert eenige weken Koenraad Von Holtensen, die als goed ruiter en wetenschap pelijk gevormd officier voor die betrekking uls geknipt was. Koenraad verheugde zich in zijn betrekking als adjudant niet alleen in de genegenheid vaü zijn commandant maar ook in de bijzondere tevredenheid der kapiteins en vooral van de heer en luitenantsvan zijn batal jon. Zijn vriendelyk voorkomend gelaat, zijn echt kameraadscbappelijko ziD, hadden hem snel de vriendschap der officieren van 't regi ment do6n verwerven, hoewel hij er nauwelijks eenige maanden bij behoorde. Het bataljon van majoor Auer genoot in 't regiment, zooals in de gebeele devisie een ze keren naam, waardoor nogal eens plagerijen van kameraden plaats haddeD. Men noemde dat bataljon 't oDgebuwde, wijl zoowel majoor Von Auer, als alle vier do kapiteins ongehuwd waren en onder de luitenants zich slechts één gehuwde bevond de eerste luitenant Von Scbut- ze, die bij de compagnie van kapitein Brandt stond. Majoor Von Auer was een oude vrijer van 't echte watïr, hij hield niet van getrouwde officieren en had ook tegen de aanstelling van den Ien luitenant Von Schntze in zijn batail- lon bezwaar gemaakt, evenwel te vergeefs, daar er geen andere luitenant beschikbaar was en de plaats toch vervuld moest worden. Inder daad paste de 1* luitenant Vod Schutze ook niet recht in het bataillon van Von Aner, waarin een zekere losse, luimige toon heerschte, ter wijl mijnheer Von Schutze van een eenigszins zachteren aard, die den rechteD toon tusschen do lustige kameraden in 't „ongehuwde» ba taillon Von Auer niet treffen kon. Hij moest zich derhalve menige plagerij laten welgevallen, die hij met een beminnenswaardig lachje van voornaamheid aannam. Kapitein Brandt was juist het tegendeel van ziju 1"" luitenant. Was deze slank en mager en van fijne aristocratische gezichtstrekken, zoo toonde de kleine ronde compagniechef een joviaal, vrij rood gezicht, achter welks ronde wangen de kleine oogjes vergenoegd in de we reld rondzageo. Was luitenant Von Schutze steeds voorkomend in zijne woorden, eu in de behandeliog der lieden dikwyls al te oplettend of voorkomend kapitein Brandt kon wel eens zeer grol zijn en schold dan niet slechts de manschappen, doch ook de onderofficieren en de officieren uit dat het een aard had Na kor ten tijd echter was ziju toorn weer vorauderd en hij was de goedmoedigste joviaalste man van de wereld, en dat haastig opbruischen werd hem dan ook door uiemand kwalijk genomeu. Het allerminst door zijn 2en luitenant, den langen, zemelblonden Walter von Huningen, algemeen »de blonde Walter" genoemd. Luite nant von Huningen had eigenlijk bij de le com pagnie moeten staar, in plaats van bij de zevende ▼an kapitein Brandt, want bij was nog een hoofd laDger dan de rechtervleugelman van 't regiment. Geen ander kapitein kou echter zoo goed als Brandt overweg mot von Huningen, die vroeger in een Ulanenregiment had gestaan, maar we gens zijn al ta grooten dorst naar de infanterie was overgeplaatst. Die dorst had hem niet alleen zijn vermogen gekost, doch hem ook een aardig sommeke schuld bezorgd, die hy nu wil de aflossen, door bij de beter betaalde terie te dienen. Of hy het werkelijk deed, daarover waren de meeningen zeer verdeeld. Kapitein Brandt wist den eenigszins wild- harigen luitenant in te palmen ze kwamen zeer goed met elkander overeen, beter dau de kapi tein en de majoor, die eigenlijk in een voortdu- renden heimelijk gewapenden vrede tegenover elkaar stondon. Kapitein Brandt en majoor von Auer waren van jengd af bevriend, en in latere jaren jaiet niet ver van elkander. Der halve veroorloofde de kapiteio zich dikwijls critiek over de strategische en tactische hevelen van den majoor, wiens kwade luim door de tegenspraak en de critiek van zijn onden vriend telkens tot uitbarsting kwam. Deze uitbarsting van toorn deden echter nf- briuk aan de vriendschap; integendeel ontbrak er beiden iets aaD, als ze eiken dag een klein dispuat gehad hadden dat eindigde met de woorden Ik ben de batailloDS-coramandant, ik heb te bevelen; waarop kapitein Brandt steeds antwoordde. Tot uw dienst, majoor Gij zijt bataillone-commandant en hebt te be- velep Daarmede was dan de zaak beëindigd. Zoi was het gesteld met den kleinen kring van officieren, die voor eeDiae dagen de gast vrijheid zoudcD genieten op llanconconrt. Met den Majoor voorop gingen de officieren vlug op den kolonel en zijne vrouw toe, die hen in 't slotportaal op den breeden trap ontvingeD. Majoor von Auer stelde de officieren voor. Het Frausch van den majoor beteekendo niet veel. zoodat er een vlochtig lachje op het schoone gelaat van Mev. de Marange verscheen toen zo de pogingen van den wakkeren majoor be merkte, om zich in 't Fracsch uit te drukken. Zy antwoordde derhalve in Duitsch We hadden de heeren nog niet verwacht, andera zouden wij wel voor een klein ontbijt hebben gezorgd. Ah, mevrouw spreekt Duitscn r Zeker, mijnheer. Slechts met myn echt genoot moet ge een weinig toegevendheid ge bruiken. Mijnheer De Marange verstaat wel Duitsch, doch spreekt het niet. Dat was echter zoo erg niet, De le luitenant Von Schutze, Koenraad en de strafgeneesheer spraken vloeiend Franscb; kapitein Brandt en de blonde Walter hadden het in deze knnst niet ver gebracht. Mag ik de heeren verzoeken, binnen een half uur te verschijnen voor een eenvoudig ontbijt ging mevr. De Marange voort. Ik kon de heereD, voor ditmaal niet veel aanbieden we hebben vandaag Vrijdag en we zijn eraan gewoon den vastendag in acht te nemeD. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1