jVummer 95 Zondag 24 November 1912 35e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwij'ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen Eerste Blad. KUCHT De spanning m het oogenblik. TIJD HEELT ALLES! ^lTndböïïw?"" Dit nummer bestaat nit DRIE bladen. FEUILLETON. SUNLIGHT Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. OOGENBUKKEN OM LIT te blazen zijn alleen mogelijk wanneer Sunlight Zeep wordt gebruikt. Zij bespaart tijd want de zuiverste zeep doet het werk. De Echo van h en Liissluilsrkr Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden ena., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advcrtentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maul berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. 1214 li. Vandaar het besliste «Veto* der Do- nau-monarchie, gesteund door Dultsch- land en Italë, tegenover den even be slisten eisch van Servië, hetwelk behal ve de overige Balkanstaten en Rusland ook Frankrijk en, naar men zegt, Groot- Britannië op zijn hand heeft. Of het in- tusschen, wat Groot Britannië betreft, wel zoo geheel zeker is Noch uit de verklaringen der Britsche ministers, noch uit de beschouwingen der toonaange vende Britsche pers blijkt duidelijk wel ken weg John Buil op wil in de Alba- neesche questie. Daar zijn er, die bewe ren, dat hij degene is, die den sleutel voor de oplossing van het politieke Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." ROMAN DOOR O- ELSTER. 13) In den donkeren gang van 't slot, waar door wij straks kwamen. Het is dezelfde officier, markies, dien we aan de zijde van nw zoon in 't park van Ladonchamps hebbeD begraven. De vader van onzen jongen vriend Neen, kapitein Martens Een lichte kreet nan 't buffel onderbrak de woorden van den generaal. Een glas viel op den grond ratelend in splinBters. Mevrouw De MaraDge stond op. Wot is er, mademoiselle? Hebt ge u bezeerd? Een weinig, mevrouw. Staat ge toe dat ik heenga Madeleine wacht me ook. Zeker ga dan maar. Da bediende zal wel voor den wijn zorgeD. .Met neergezonken hoofd verwijderde Mar- garetha zich, terwyl Mev. De Marange tot het gezeUcbsp terugkeerde. Ik verzoek om verschooning voor de kleine stoornis, goneraa). Het heeft niets te beduiden, mevropw? Maar waarom zondt ge da jonge dame weg Ik geloof dut de geèfchiedenis, die ik ga vertellen, ook voor haar van belang is. Waarom Is de juffrouw geene Dnitsche? Eene Amerikaaneohe, maar generaal. Wanneer ge wenscht... Nu eindelijk de geschiedenis, generaal 1 Dat zulk eene daad hier in het kasteel is voor gevallen, was mij geheel onbekend. Engène, bier wendde de markies zich tot den kapitein, gij waart een jODgen van zestien jaar, toen de oorlog hier woeddehebt ge nooit van dat geval gehoord 1 raadsel van den dag in den zak draagt dat Engeland, ondanks alle Entente vriendschap, er niet voor te vinden zal zijn, het aan Rusland op eenigerlel wij ze (dus ook niet door het dulden van den slavischen invloed aan de kust der Adri- atische Zee) mogelijk te maken het ver keer van Engeland's oorlogs- en han delsvloot met Ita'ië te bemoeilijken dat men te Londen, ondanks alle vinnigen commercleeien en politieken naijver tegenover Duitschland, er feestelijk voor bedanken zal een Oostersche poli iek te voeren, die slechts de verwezenlijking kan bevorderen van zeer vér-strekkende Russische plannen, waarmede dan be doeld wordthet in bezit nemen van Konstantinopel en het voeren der heer schappij over Bosphorus en Dardarnel- leo, met andere woorden over geheel den Levant. Laten we dus Engeland voor het oogenblik uitschakelen en ne men we zelfs aan, dat het zenden eener vrij aanzienlijke scheepsmacht naar het Oosten niet bepaald geschied is met oorlogzuchtige bedoelingen, doch meer om nationale traditie in eere te houden en op het psychologische moment hier of daar een voordeeligen slag te slaan bijvoorbeeld in Je Soedabaai. Dan blijft nog over de Driebond tegenover den Tweebond (Rusland en Frankrijk) met de Balkan-staten. En nu lijkt het wel hoogst onwaarschijnlijk, dat het wat oppervlakte betreft grootste rijk van Europa, na pas van hevige inwendige beroeringen en zeer gevoelige slagen opgeloopen ia den oorlog met Japan, een weinig te zijn bekomen, zich in een gewaagd oorlogsavontuur zou storten en geheel Europa in vuur en vlam zou zet ten, als zag het na deze gelegenheid in de toekomst geen enkele andere meer ter verwezenlijknig zijner politieke ideale in de richting van Konstantinopel doch men kan deze mogelijkheid toch niet uitsluiten en moet daatmeè zelfs rekening houden. Temeer wanneer wij hoorei?, dat in verschillende groote rij ken om ons heen stemmen van het hoogste gezag aan de vrees daarvoor uiting geven, hetzij dan in meer of min der verbloemde bewoordingen. Spiak minister Delcassé de vorige week op den 7en November te Saint Nazaire bij het water laten van het pantserschip «France* niet van een Neen Markies. Ik hield me gedurende het beleg van Metz in die stad op, antwoordde de kapitein, terwijl hij eene rersche cigaretta draaide. Daarop stond by op, ging naar het buifet en stak zijn cigarette aan een daar staande armluchters aan. Een oogenblik bleef hy daar, schynbaar zonder acht te geven op het gesprek der heeren, daarop verwyderde hij zich met zachte schreden nit de zaal, kwam na eeuige tijd weer terng en nam zijne plaats weer iD. Men had niet in 't bijzonder op hem gelet, alleen Koenraad meende te bemerken dat bot gezicht van den kapitein bij de vraag van den markies van kleur verschoot en dat De Marange zich verwyderde om de verdere vragen te voor komen. De bediende reikte opnieuw gevulde glazen toe. Een stil glas op de herdenking van deD bier in 't slot gevallen dappere, sprak de mar kies ernstig. Men ledigde de glazen en kwam dichter bij elkander zitten, om naar de geschiedenis van den generaal te laistereD. XI. Het is twintig jaar geleden, mijnbeer, ving de generaal zyn verhaal aan, toen de Duit- sche en deFranscbe legers bier by Metz tegen over elkaar stonden, een langen tyd en ik denk dat, hoe vyandig we toen ook tegenover eikaar stooden, we thans zonder haat, zonder bitterheid, van die dagen kunnen sprekeD. Want mijnheeren, van beide zyden vervulden we den plicht van dappere en eerlievende soldaten. Van beiden zijden werd met heldenmoed gestre den, en zoo da oorlogsgod zicb gunstig toonde ten opzichte der Daitscbers, dan lag dat aaD oorzaken, die wy persooDlyk niet m 't leven hadden geroepen en die we bier niet nader wil len onderzoeken. Als soldaten en mannen van eer, die tegenover elkander in een eerlyken stryd hebben gestaan, willen we elkander thans verzoend de hand reiken j Ja, ja, ge hebt gelyk 1 Laat ons soldaten laat OD8 kameraden zyn 1 Da haat de twee dracht der natiën zal niet scheidend tnsschen ods optreden. Op 't welzijn van alle dappere strijd, die het land misschien zou kun- kun worden opgedrongen ter verdediging van zijn nationale belangen?* Schreef dezer dagen de half-offtcieuze >Kölnische Zeitung* in een nijdig artikel niet, dat het «Duitsche volk met kalm krachtbe- wustzijn den dag kan afwachten, waarop de zwaarden uit de scheede moeten vlie gen Riep de Oostenrijksche admiraal Montecuculi verleden Donderdag in de defensie-commissie uit de Oostenrijksche delegatie te Boedapest niet uit«Het treurspel, dat in de naburige landen wordt afgespeeld, toont van welk belang en van welke waarde een militaire macht te land en ter zee is. Wij moeten ons voorbereiden, eer het te laat is En zag zelfs de Britsche premier Asquith, die Zaterdag in de Gildenzaal te Londen een politieke rede hield, welke in het begin zeer optimistisch klonk, zich aan het slot niet genoopt weer te vervallen !n de benauwende, drukkende sfeer van bezorgdheid en vreeze, toen hij verklaarde dat de «vloot in de Britsche wateren onder elk opzicht berekend is voor de taak, welke ze eventueel zal hebben te vervullen Dat alles en nog veel uitiogen van invloedrijke staatslieden en erstige, door de regeeringen der belanghebbende mogendheden geïnspireerde persorganen klinkt niet bijster geruststellend, op een oogenblik, nu in Albanië en het Ger- maansch-Italiaansche element eenerzijds en het Slavische van den anderen kant met vijandige blikken tegenover elkander staan, beide blijkbaar besloten van hun standpunt geen duimbreed te wijken. «Sollte wider Verhoffen und gegeo den aufrichtigen Wunsch der belde hohen Kontrahenten eines der beiden Reiche von Seiten Ruslands angegriffen werden, so sind die hohen Kontrahenten verpflicht einander mit der gesamten Kriegsmacht Ihrer Reiche bei zu stehen und demge- mass den Frieden nur gemeinsam und übereinstimmend zu schliessen.* Zóó luidt in het Driebond-tractaat een bijzondere bepaling, geldende voor Duitschland en Oostenrijk, het Germaan- sche element. De kunst der diplomatie moet er thans op gericht zijn de ramp zalige noodzakelijkheid van de toepassing dezer clausule te verhinderen. Mocht de Donau-manarchie, door Servië met een troepenmacht binnen te vallen, dit rijk soldaten Op 't welzijn van alle dappere Boldoten Op 't welzijn der gevallen helden 1 Dez9 drinbspreuk, mynheeren, zal de zinspreuk van myu verhaal zijn. Kunt ge u mot die spreuk vereenigen, dan kunt ge ook zondere bittere gewaarwordigen mijn verhaal uanhooreD. „Zooals ge weet, vormde zich gedurende het beleg van Metz scharen van vrijschutters in de Ardennen en de Vogezen, die ons bedreig den, kleine posten overvielen en proviand transporten vernietigden. Wannoer zich die vrijschutters als eene troepenafdeeling aan 't Fransche leger hadden uangesloten, wanneer ze door Franscbe officieren waren bevolen en militair waren ingericht, met een woord, als ze zich naar de krijgswetten haddon gevoerd, zon het Dnitsche legerbestuur ze als soldaten en rechtmatige Btryders voor hun vaderland hebben erkend en alB zoodanig behandeld. „Verschillende vrijschotterstroepen aioten zich later bij ,t strijdende leger aan deze werden ook behandeld als andere Franscbe soldaten. Vau znlke vrijschutters is hier geen sprake, maar van die bendeD, die zich achter ODzen mg. in het door ons bezette gebied, uit de inwoners tot een zeer bepaald doel vormden, en zich na het bereiken van dot dool weer op te lossen en zich aan de Dnitsche troepen dan als schijn baar vredige landlieden voor te doen. Dat was verraad, mynheeren Dat was geene krijgs voering, die op het volkenrecht beruBtwe moesten die daarom in ons belang en dat van het door ons bezette land, met alle strengheid tegengaan.* De vroegere Fransche officieren bogen zwy- gend het hoofd. Zy moesten den Duitschon generaal gelijk geven. Zij zouden in 't vijan delijke land niet anders gehandeld hebbeD. „Van zoo'o vrybuitersbende is hier sprake. Toen we voor Melz lageD, ging de generaal na een poos voort, werd den opperbevelhebber gemeld, dat zich eenige sterke benden in de Ardennen hadden vertoond, die tot dicht achter onze stelling voortrukten. Om zeker te zijn, en om die benden terug te dry ven of nit el kaar te jagen, werd kapitein Martens van myu regiment met twee compagnies naar de Arden nen gezonden. Hij begon eon gevecht met de vrijschutters, joeg ze uit elkaar, nam verschei- willen dwingen, van zijne elschen op Albanië af te zien, dan kan het nauwelijks uitblijven of Rusland moet tenzij het zijn tot dusverre gevolgde Balkan-staat- kunde plotseling geheel prijsgeve wapengeweld hiertegenover stellen en Oostenrijk's grenzen bedreigen. En dan geraken de poppen aan het dansen dan staat het zoolang geduchte, het vreeselijke te gebeuren 1 Al deze overwegingen wettigen, dunkt ons, de bewering, dat de spanning van het oogenblik minder veroorzaakt wordt door de verwachting der capitulatie van Adrianopel of der verovering van de Tsjatsjalda-forten dan door de bange onzekerheid, die als een sluier het ant woord omhult op de vraag een Euro- peesche oorlog in 't zicht of niet T. Men houde hierbij in 't oig, dat dit artikel reeds voor meer dan een week geschreven werd, ea de toestand sinds dien over 't geheel verbeterd is, hoewel de toestand tusschen Oostenrijk en Servië vooral wat betreft de consulskwestie, nog lang Diet normaal is. De nawerking van het chilisalpeter. Sommigen zijn zoo het schijnt, vree- selijk bang voor het uitspoelen van chilisalpeter. Zij strooien het daarom steeds bij kleine beetjes tegelijk. En, als het spoedig na het zaaien eens een dag regent, dan meenen ze al dat alles ver loren is. Een beetje regen, nu ja, dat is goed voor het oplossen, zie je, maar zoo'n flap, de boel gaat grif naar den kelder. Om, hen die zoo meenen, wat gerust te stellen, het volgende uit mijn ervaring. Ia den loop van April strooide ik, tegelijk met het zaaien der haver, per H. A. 200 K. G chilisalpeter en half Mei zaaide ik op datzeltde perceel nog 200 K' G. Het was ontgonnen heidegrond, die voor het eerst een oogst zou leveren. Om de behoefte van zulken grond aan een bemesting met chili te onderzoeken, strooide ik op een perceel van 2 A. in het geheel geen, op een ander per A. 1 K. G. op een derde 2 K. G. enz. tot 5 K. G. toe. Laten wij hier terloops even zeggen, dat bet veldje met 5 K. G- de beste resultaten gaf en dat die laat ste K. G. nog ruim betaald werd. Wij wilden het nu echter hebben over dat «uitspoelen'1. Als het chilisalpeter zoo gemakkelijk uitspoelt, gelijk sommigen beweren, dan moest er nu toch bepaald niets meer van in den bovengrond zitten. Vooral, omdat het water op dien grond zeer goed wil zakken. En toch zag ik voor een paar dagen duidelijk het bewiis dat het chilisalpeter, dat in April en Mei gestrooid is, althans nog gedeeltelijk in den bovengrond aanwezig is. Ja, wij zou den haast durven zeggen, dat, als er dan al iets in den ondergrond moet zijn, dit zeer weinig moet wezen. In de eerste plaats toch is van die 400 K. G. chilisal peter het stlkstofvoedsel gekomen voor een goed gewas haver. De grond zelve kan zeer weinig leveren, zooals bleek uit het veldje, dat in het geheel geen chilisalpeter had ontvangen. Daar was het gewas aller treurigst. En nu weer verder. Doordat de haver wat te lang op wortel bleef staan en het toen juist stormweer was, bleef er nog al wat ha ver op het land. Spoedig, nadat de oogst van het land was liet ik den stoppel volgen En nu staat het veld mooi groen. De haver is een handbreed lang en staat weelderig. Alleen op de veldjes, waarop dit voorjaar geen of weinig chili is ge komen, staat ze slecht. Niet dat er minder staat, want dat is een gevolg van den slechten stand der haver, maar wat er staat heeft een kouwelijk aanzien. Er zit geen groei in. Een groot verschil met het andere. De scheiding is even scherp als dezen zomer tusschen de perceelen. Hoe kan nu die haver op het perceel, geheel met 400 K. G. chili bestrooid, zoo fleurig staan, als het niet een gevolg is van de aanwezigheid van een voldoende hoeveelheid stlkstofvoedsel En waar kan dat anders van daan komen, dan van het in het voorjaar uitgestrooide chili, dat niet geheel door de haver is verwerkt en even min, trots al den regen, naai de diepte is gezakt Zoodat wij maar zeggen willen, dat we voor dat uitspoelen niet al te bang behoeven te zijn. Het valt wJt mee. En dat chilisalpeter na werkt is duidelijk. dene aanvoerders en spionnen gevangen en bestrafte eenige plautBen, welker inwoners op onze soldaten hadden geschoten. Hier cu te Marange hield bij een oogenblik rust, om nog meer tochten naar 't noorden voor te bereiden. Na eenige dogen scheen er volledige rust in don omtrek te zijn en kapitein Martens dacht reeds weer aan deu terugmarsch naar Metz bij had reeds eenige compagnies voornitgezonden en de overblijvende door verschillende patroniljes zeer verzwakt, toen hij midden in een storm- achtigeu Octobernacht overvallen en onder groot verlies nit het slot en 't dorp MaraDge verdreven werd. „Hij zelf kreeg bij den nachtelyben overval jnist toen bij uit zijne slaapkamer trad en den donkeren gaDg doorsnelde, een dolksteek ia den rug 66D in een nis verborgen vijaDd mobt hem dien hebben toegebracht. Kapitein Martens vuurde zijn revolver op de donkere gestalte sf, die evenwel in de duisternis spoorloos verdween. Toen sleepte bij zich naar het plein, waar by bewusteloos neer viel. „Toen hij ontwaakte was het diep in den nacht. In de verte vielen nog eenige schoten toen werd weer alles stil. Er lagen meer dooden en gewonden op het slotplein. V an de vijanden was niets meer te zien ot te hoorer. Ook de bewoners van het slot schenen gevlucht tezijD. Kapitein Martens vuurde uit zyn revolver weer schoteu af, beproefde op te staan en naar 't dorp te gaan, maar het bloedverlies had hem zoo uitgeput, dat hij op de brug opnieuw zod- der bewustzijn neerviel en daur bleef liggen tot den dog aanbrak. De verstrooide compagnie had zich intusschen weer vereenigd. Van Metz nit was ik met eene frissche compagnie ter hulp gezonder. „Voorzichtig gingen wij 't dorp door, ieder oogenblik verwachtend met schoten uit de huizen begroet te worden Toen werd ens geen overlast aangedaan. De bewoners schenen deels nog in diepen sloep te liggen, deels staar den zy ods, in de deuren hunner huizen slaande, mt-t .onverschilligen blik na. Wij verdachten hen wel, dat sij aan den nachtelijken overval hadden deelgenomen, doch konden het niet bewyzeD. Niettegenstaande dat namen weden burgemeester en eenige voorname burgers, als gijzelaars gevaDgen, terwyl wy de inwo ners bekend maakten, dat de gyzelaars dood geschoten zouden worden, als er een aanval op ons gedaan zon worden V»n de nnchtelykc vijanden was niets meer te zier. Hunne ge worden hadden zij meegesleept, de identiteit van eenige dooden kon niet vastgesteld worden deze kwamen waarBcbynfyk uit verwijderde landstreken. „Mijn armen kameraad vonden wij bijna stervend op de ophaalbrug. Nog denzelfden Jag werd hij naar het slot Ladonchamps ver voerd, waar hy na weinige dagen Btierf en in 't slot naast nweu zpon, Mijnheer de markies en den kapitein Von Uoltensen terruste word gelegd. De generaal zweeg. Ook in den kring der toehoorders beerechte een ernstig etilzwygen. Zelfs de vroegere Fransche officieren voelden het schandelijke van 't verraad eu een gevoel van schaumte kwam over ben, dat landslieden zich zoo hadden laten vorvoereD. Ik donk u voor uwe mededeeliDg, gene raal, zegde de markies na eene poos. Gij hebt oes 't verschrikkelijke van den oorlog in zijne hatelijkste gestalte weer voor oogen gevoerd. Zond rling, hier wendde hij zich tot den kolonel De Marange, dat ge mij nooit iets van dien verschrikkelijken nacht bebt verhaald. Gy waart wel is waar bij 't leger, Maxime, maar voor zoover ik weet, leefde uwe moeder toen op het slot Marange, zij moest toch van 't feit gehoord hebbeD. Mijne mooder woonde toen in Metz, antwoordde de kolonel kort en afwijzend. Ik heb zeker van de geschiedenis bier in Maron- ge gehoord, doch er verder geene waarde aan gehecht. Ik w«et niet, nom generaal Von Brnnken het woord, of de oude dame die ik toen hier leerde kenDeD, uwe moeder was, mijnheer De Marange, in ieder geval is die ondervinding, die ik met de vronw had, zoo eigeuaardig dat ik verlof vraag, ook die geschiedenis temogen vertellen zy sluit zich by het vorigo geheel aaD. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1912 | | pagina 1