Nummer 3
Donderdag 9 Januari 1913
36e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Eerste Blad.
"feuilleton.
GEWROKEN!
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Patrimonium en de
Tariefwet.
Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpsclie en Laigstraatsehe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6.
Franco per poet door bet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stokkengelden ec*., franco te zenden aan
Uitgever.
den
UITGAVE:
Advertentiën 17 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeHge contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Zaterdagavond 8 uur, had in het Ger.
Kerkgebouw te Sprang eene openbare
vergadering plaats met debat, uitge
schreven door de werklieden vereeniging
Patrimonium. Als spreker trad op Mr
J. A. de Wilde van 's Hage, met het
onderwerp ïPatrimonlum en de Tarief-
wet.
Toen ongeveer acht uur de Voorzitter
de heer Dalmaijer, de vergadering met
gebed opende, was het ruime kerkge
bouw tot in alle hoeken gevuld met
belangstellenden uit Sprang,Vrijh.Cappel,
Capel'e, Kaatsheuvel, Besoijen en Waal
wijk.
Mr. de Wilde het woord verkrijgende
zegt dat hem een aangename taak op
de schouders is gelegd. Zoo aangenaam
omdat hij hier voor de arbeiders kan
spreken over de tariefwet van Minister
Kolkman.
Door de Antl-Tariefwet-mannen zijn
de arbeiders bang gemaakt voor dit
tariefwet-ontwerp Er is hun gezegd
dat, wordt dit ontwerp tot wet verheven,
zij er ontzettend onder zullen lijden
Zou dit waar zijn, spr. zou zich tegen
het ontwerp met hand en tand verzetten
en zou zijn gehoor ook aanraden zulks
te doen, doch in stee dat dit ontwerp
den werkman nadeel toebrengt, brengt
het hem voordeel, niet alleen den wetk-
man doch geheel de natie. Dit aan te
toonen zai hedenavond spr. taak zijn.
Voor 4 5 jaar geleden zegt spr
wist hij van deze kwestie niets af. Na
dien heeft hij echter een grondige en
langdurige studie van dit ontwerp en
wat daaimede samengaat en in verband
staat, gemaakt. De meeste menschen
weten wel van schoolkwesties en lands-
politiek iets, doch van de finantieele
aangelegenheden van het Rijk over het
algemeen genomen heel weinig. Daarom
HtaT^BÏSCflO VAN HET ZUIDEN."
is 't noodig die misstanden weg te nemen.
De tegenstanders zeggen dat deze
wet een uitbroedsel is van een reacti
onaire gedachte, dat dit Ministerie
niet vooruit maar achteruit wil, dat men
dus de leiders niet moet vertrouwen.
Spreker zegt te zullen aantoonen dat
men de leiders, Kuyper enLohman wel
kan vertrouwen en dat het ontwerp van
Kolkman niet is een uitbroedsel van
reactionaire gedachten. integendeel.
Alle beschaafde landen van de geheele
wereld, behalve Engeland, heffen een
invoerrecht. En hoe democratischer die
landen worden geregeerd, hoe hooger
de tarieven van invoerrecht zijn. Dat dit
geen praatjes zijn zal spreker met cijfers
bewijzen.
Thans komen uit de invoerrechten 13
millioen gulden op een bevolklog van 6
mlilioen, wat per hoofd f 2.is Nu
staan wij met Rusland, dat door de
socialisten zoo gaarne als een reactionair,
een achterlijk land wordt genoemd, op
een lijn.
In Frankrijk, wat de bakermat van de
revolutie is, wat in hun oogen, wat be
schaving aangaat, aan de spits staat,
betaalt men f 6l/9 per hoold, is dus ruim
3 maal zooveel. Zelfs Parijs heft nog
een invoerrecht op eten en drinken. In
Denemarken en Zweden bedraagt het
invoerrecht f 7.50 per hoofd. In Noorwe
gen, waar het vrouwenkiesrecht bestaat
en zelfs een vrouw in de Tweede Kamer
zitting heeft, dus zeker democratisch
geregeerd wordt, betaalt men f 13 per
hoofd aan invoerrechten.
Wat wil Minister Kolkman nu
Minister Kolkman wil de invoerrechten
van 13 m'llioen op 23 millioen brengen
wat dan nog geen f 4 per hoofd zal zijn.
Dus blijven we nog ver beneden de
andere.
Engeland wordt wel eens de bakermat
genoemd van den vrijhandel. Dit echter
is geenszins waar, want daar wordt wel
invoerrecht geheven, zelfs veel. In 1910
kwam er aan invoerrechten binnen 408
millioen gulden, wat op een bevolking
van 45 millioen inwoners f 10 per hoofd
maakt.
Als men u dus zegt, dat deze Regeering
achteruit wil, laat men dan met cijfers voor
den dag komen. Iedere staatkundige partij
die sociale wetten in het leven wil roepen,
2)
Zeker, antwoordde de rentenier, ten
twaalf ure joist zal de buwelijkszegening in
de kerk plaats hebben, wij ryden van bier
en znllen daar de gonoodigden vindeD.
Behalve baron von Menden, die met myne
vrouw en mij meerijden, zegde Hngo.
Zeer goed, vervolgde de rentenier, van
daar rijden wij naar het casino, waar wy na
onze aankomst, dadelijk aan tafel gaaD.
En ik hoop dat het een vroolyk feest
zal worden, zegde de onde dame op gemoedelij
ken toon, terwijl zij haren schoonzoon, die
was opgestaan, de hand tot afscheid reikte,
aan zulk een dag moet men nog op hoogen
ouderdom met veel genoegen kunnen denken.
Zeker en ik twyfel er niet aan, dat de
schoone herinnering aan dien dag van morgen
bij ons nimmer zal worden nitgewischt, hernam
lieinrich en omarmde zijne bruid; gelooft gy
het ook niet, mijn best kind
Hoe zou ik daaraan kunnen twijfelen
antwoordde Laonie met een blos, gij zyt im
mers raijo gansche wereld en vervult al myne
gedachten Vaarwel dus en laat mij morgen
niet te lang wochteD.
Zoodra ik mijne koffers heb ingepakt en
met mijn toilet gereed ben, zal ik hier zijn 1
En nu, vaarwel, tot weerziens.
Nog eens zag hij zyne overgelukkige bruid
vol liefde aan, knikte haar vriendelijk toe en
verliet toen, door Hugo vergezeld, de ka
mer en kort daarna ook het kleine huis, waaraan
voor hem zoo menige echoone herinnering
verbonden was.
De deftige onberispelyk geklcede beer, die
ongeveer vyf en dertig jaar oud kon zyn,
legde buiten zijnen arm in dien van zijn jon
geren metgezel en begon zachtjes een bekende
moet daar geld voor vinden. Personen
die geen verantwoording hebbeD zeggen
welO, geld dat kan men genoeg krijgen,
doch een weg, een goeden weg wijzen
ze niet aan.
Toen mr. de Meester minister, (thans
hoofdredacteur van het Vaderlandwas
hij was opvolger van minister Harte
wilde hij 8 millioen meer in de schat
kist brengen. Hij stelde voor deze te halen
2.500.000 uit de directe en de andere
5 Va millioen uit de Indirecte belastingen.
De tegenstanders van de tariefwet zijn
fanatiek, zegt spr., al het praten tegen
hen helpt niets. Ze staren zich gewoon
blind. Wijst men hun op iets in Duitsch-
land, dat het daar goed gaat, dan zeggen
ze, men moet dat niet vergelijken. Wijst
men hun op iets dat slecht gaat in tegen-
overgestelden zin, dan zeggen ze ook, dat
dat kan men niet met ons vergelijken.
Zij beschouwen alles door hun vrijhan-
delsbril.
Vervolgens wijst spr. er op dat Enge
land groot en machtig zoowel op indus
trieel als handelsgebied is geworden
onder het protectionisch stelsel. Nog in
1840 beheerschte Engeland den geheelen
handel. Katoen tot zelfs stalen pennen,
alles kwam daar vandaan. Wat is toen
gebeurd? Duitschland, Frankrijk en nog
meer andere landen zijn toen gaan zeggen
ook wij moeten onzen nijverheid gaan
beschermen. Engeland dit ziende ging
zeggen nu moeten wii onze grenzen
openzetten, wij hebben onze fabriekeD,
onze relaties, onze geschoolde arbeiders.
Toen Bismarck de nijverheid wilde
gaan beschermen zei men in Duitschland,
wij gaan er onder. Bismarck stoorde
zich daar echter niet aan en wat hebben
wij gezien. Dat Duitschland na den oorlog
in 1870 en vooral toen in 1879 alles
werd beschermd, van jaar tot jaar
met reuzenschreden vooruit ging. Zoo
zelfs dat men Engeland spoedig naar
den kroon stak. Nu wordt de markt in
Duitschland niet meer overstroomd met
Engelsche goedereD, maar wordt wel in
Engeland de markt als 't ware over-
stroomd met Dultsch fabrikaat.
Hier in Nederland had voor 30 jaar
geleden al meer bescherming moeten
zijn, doch zooals in meer, wij zijn altijd
achterlijk.
In een opzicht zijn de anti-Tariefwet
mannen sterk, niet in kracht van argu
mer.ten, doch in beroep op Jan, Piet en
Klaas. Ze kunnen bogen op een groot
aantal adressen waarin verzocht wordt
de tariefwet niet aan te nemen. Ver
schillende K. v. K. hebben daarin mede
gedaan. Spreker wijst er op, dat dit altijd
zoo is geweest. Tracht men ergens ver
andering in te brengen, dan komeD de
handelsmenschen met verzoeken om toch
geen verandering te maken. Dit nu is
een gevolg, niet dat ze geen verstand
hebben, maar omdat ze benauwd zijn
dat ze hun hatdelsrelaties zullen ver
liezen. Zoo was het ook in 1879 in
Duitschland. Ook daar kwamen de han
delslieden en de industrleelen tot Bismarck
met het verzoek toch geen invoerrechten
te gaan heffen. Bismarck's blik was ruimer
hij luisterde niet naar hen en ziet, thans
zal daar niemand meer verlangen naar
den tijd van voorheen. Zoo is het ook
met de mannen van de K. v. K. Dat
zijn allemaal menschen wien het goed
gaat. Een koopman of industrieel die op
springen staat, wordt niet in dit lichaam
gebracht doch wel de meest krachtige
onder hen. Die menschen nu, die
het goed hebben, zijn bang dat de tarief
wet hun nadeel zal berokkenen. En ook
in die K. v. K. zitten veel liberale heeren
en alhoewel het nu direct geen politiek
lichaam is, hun liberaal jasje houden de
heeren aan. Als een bewijs dat de leden
van de K.v.K. handelsmarnen en indus
trleelen, niet altijd onbevangen in hun
oordeel zijn, haalt spr. een voorbeeld
aan van de K.v.K. te Rotterdam. Toen
bekend werd dat er een trein zou worden
ingelegd die eene rechtstreeksche ver
binding tusschen Amsterdam en Parijs
zou brengen, toen is de K. v. K. met
bet verzoek gekomen omdat toch niet
te doen, aangezien Rotterdam dan met
zijn scheepvaart er enorm onder zou
lijden. En ziet nu eens hoe dat de
scheepvaart er iederen dag vooruit gaat.
Thans maakt men de menschen er weer
bang met de Tariefwet, ja men voorspelt
hun reeds dat het gras er in de straten
zal gaan groeien.
Na er verder opgewezen te hebben
dat het aan den aard van het land ligt
wat er wordt gemaakt, zegt spr. dat de
tariefwet de industrie niet zal belem
meren, integendeel zal beschermen.
opera te neuriën. De zon was ondergegaan,
de gaslantaarns brandden reeds en er was
een koele wirid opgestoken, die na den zoelen
Meidag zeer weldadig aandeed.
Na een lange panze brak Hngo bet zwijgen
af, met de woorden
Het schynt dat wij morgen regen zullen
krygen
Ik ben niet bijgeloovig, schertste zijn
begeleider, ik maak bet huwelijksgeluk niet
afhankelijk van het weer op den trouwdag.
Maar slecht weer zon toch het genoe
gen van de reis kunnen bederven.
Welnu, dan reizen wij wat sneller door
naar Italië, waar wy weer een nieuwen hemel
vindeD.
En eerst op de terugreis ziet ge zeker
eens naar een landgoed nit
Op de heenreis zal ik daartoe moeilijk
den tijd kannen vinden.
Dat geloof ik ook, antwoordde Hngo
eveneens op schertsenden toon gedurende de
eerste weken zon Leonie u niet toestaan u
met ernstige zaken bezig te honden, of aan
iets anders te denken dan aan haar. Hebt gij
nw vermogen in papieren belegd
Grootendeels, ja
Ook in bankaandeelen
Neen, dergelyke papiaren heb ik nooit
geschikt geacht voor solide geldbelegging.
c- Uwe voorzichtigheid in dit opzicht is
zeer te pry zen.
Hoe komt gij er eigenlijk toe, mij dit
te vragen zegde Heinricb, terwijl hij weer
een sluwen blik op zijn geleider sloeg.
Omdat mijn vader met dia soort van
papieren zeer onaangename ervaringen heeft
opgedaan, antwoordde Hngo.
Nog kort geleden
Slechts eenige dagen.
Groote verliezen zegde Heinrich met
klimmende belangstelling, terwijl bij een meer
ern8tigen toon aansloeg.
Verliezen eigenlyb niet, maar hy zal
gedurende eenige jaren geeD dividenden van
die aandeelen ontvangen, en bovendien kan
nen zy niet verkocht worden. Zoodra de
bankvereeniging zich herBteld beeft van de
nodeolen haar door een trouweloozen directeur
toegebracht, znllen ook de aandeelen weer
rijzen en hunne vroegere waarde terugkrygen
Tot zoolang echter zal myn vader niet kunnen
beschikken over het daariD belegde kapitaal
Heinrich bleef eenige minnten zwijgen
deze mededeeling scheen hem pijnlijk getroffen
te hebben.
Ik heb altijd gemeend, dat vader juist
in dergelijke zaken zeer voorzichtig was, zei
hij eindelijk, een rentenier, die kalm wenecht
te leven, mag niet met zijn vermogen specu-
leereD.
Dat doet vader ook niet
In ieder geval, heeft hy toch deze aan
deelen gekocht, omdat hy rekende op booge
renten en ook dat noem ik specnlatie, want
bij znlke zakeu moet ik mij er op voorberei
den, dat ik ray in mijne berekening kan
vergissen.
Volkomen jaist, antwoordde Hngo, wien
de scherpe, spottende toon van zijn aanstaanden
schoonbroeder hinderde, vader heeft wel wat
te veel vertrouwen gesteld in de soliditeit der
bank, gd dit is het eenige verwet, dat men
zon kuDnen doen. Intusechen is de zaak niet
waard, dat men er z;ch kwaad om maakt,
vaders vermogen zal er slechts tijdelijk en iD
geringe mate onder lyden.
En daar dit vermogen zeer aanzienlijk
moet zijn, zal bij zich gemakkelijk over het
verlieB kunnen henDzetten viel Heinrich hem
schijnbaar onverschillig in de rede, maar bii
wierp daarbij heimelijk een bespiedenden blik
op Hngo, waaruit maar al te duidelijk bleek,
dat deze zaak hem veel meer ter harte ging,
dan nit zijne woorden kou opgemaakt worden.
Zeker hernam Hugo, en ik heb dit alles
ook slechts gezegd om u voor dergelijke geld
beleggingen te waarscbnwen, waarvan men
gewoonlijk niets heeft dan ergernis.
Wanneer men, zsoals ik, zijn vermogen
door onverpoosde werkzaamheid heeft verwor
ven, dan handelt men daarmee niet zoo licht
vaardig, zei Heinrich nit de hoogte, ik schat
de waarde van het geld te hoog. om mij ooit
aan het gevaar van dergelijke verliezen bloot
te stellen.
Hngo gevoelde welk eene beleedigiog in
deze woorden voor zyn vader lag, het bloed
Bteeg hem naar het voorhoofd en het viel hem
moeilyk een gevoel van wrevel te onderdrukken.
Vervolgens ging hij na wat minister
Kolkman wenscht met zijn tatiefwet. Hij
wil de Industrie niet belemmeren. Hij
onderscheidt de goederen in vier soorten.
Ten le in grondstoffen dat is al wat
ruw is als b.v. ruw hout, erts, dat is vrij.
Ten 2e in halffabrikaten, dat is b.v.
hout dat geschaafd is, die worden
belast met een invoerrecht van 36°/o
Ten 3e afgewerkte fabrikaten, als b.v.
een schoorsteenmantel, een deur enz.,
fabrikaten waarvoor toch weer personeel
noodig is om het te zetten of te hangen.
Deze artikelen worden belast met een
invoerrecht van 10°/0 en ten 4e geheel
afgewerkte fabrikaten. Dat zijn die ar
tikelen die direct voor het gebruik ge
schikt zijn. Deze worden belast met
een invoerrecht van 12% Van deze
verhoogingen verwacht de minister nu
een meedere opbrengst van 10 millioen
gulden wat nog geen f 4—per hoofd
maakt, tegen Frankrijk f 6.50, Denemar
ken en Zwitserland f 7.50 en Noor
wegen f 13.
Door een voorbeeld maakt spr. dui
delijk hoe de tariefwet zal werkeD. Een
meubelmaker kan thans hier voor f 103
een kast leveren. Minder te leveren is hem
onmogelijk. In Duitschland waar eengroot
afzetgebied is. kan de meubelmaker
die gemakkelijk leveren voor f 100, dus
gaan al onze grossiers ze van de Duitsche
meubelmakers betrekken. Minister Kolk
man zegt nu, die kast wordt belast met
5%. De Dultscher kan dan die kast
slechts voor f103 verkoopeo. Dus nu kan
onze meubelmaker de kast hier gaan
leveren, wat het gevolg zal zijn dat hij
zijn fabriek gaat uitbreiden, zoodat meer
deren dan thans arbeid zullen vinden.
Spr. zegt verder dat hij voor de Ned.
Patroons-vereeniging Boaz een rapport
heeft moeten uitbrengen. Bij zijn onder
zoek voor de samenstelling van het rap
port is hem gebleken dat de weverijen,
die thans bescherming genieten vooruit
gaan en de spinnerijen die geen be
scherming genieten achteruit. Ook zeg
gen de Anti-Tariefwetmannen dat de
landbouw er niet door gebaat is, doch
zegt spr. kijkt dan maar eens in Dene
marken waar een invoerrecht van f7.50
per hoofd is. Verder zeggen ze dat de
boeren geen arbeiders meer zullen kun
nen krijgen om hun arbeid te verrichten
Het is beter dat wy nu dit onderwerp
maar verder met rust laten, zei hij, er is
volstrekt geen reden om ons ongerust te makeD,
Verwacht Kurt Von Mengden ons in het
nRnssiscbe hof"
Ja, antwoordde lieinrich met een toe
stemmend knikje, als hij stipt op zijn tijd
is geweeBt, dan moet bij daar reeds eeü half
nar zijn A propos, gelooft gij werkelijk dat
de baron eene toekomst heeft
Er bestaat voor mij geene enkele aan
leiding om daaraan te twijfelen.
Hm, hij heeft jjeen vermogen, zijn oom
wil niets meer van hem weten, sedert Kurt
de uniform heeft afgelegd en z\jn degen aan
den moar heeft gehangen, om fich voortaan
mot de pen bezig te houden.
Ik geloof dat dit het verstandigste was,
wat hij doen kon.
En ik geloof dat hij het niet zou gedaan
hebber, als de omstandigheden hem er niet
toe hadden gedwongen, antwoordde Heinrich
met eenigen nadruk. Hij had wel is waar
geen schitterend inkomen als tweede luitenant,
maur....
Gy vergist u, hij was reeds eerste lui
tenant.
DtS te erger, dat bij zyn ontslag moest
nemen, hij bad binnen eeDige jaren kapitein
kunnen zijn.
De redenen die hem dwoDgen nit den
dienst te treden, konden geene vlekken werpen
op zyne eer.
Ik wil bet tegendeel niet beweren, zegde
Heinrich, alleen wil ik er slechts op wijzen,
dat bij eene loopbaan met schoone vooruit
zichten heeft verlaten om eene twijfelachtige
toekomst tegemoet te gaan. Wat is hij thans
Dagbladschrijver 1
De artikelen, die hij schryft, trekken
zeer de aandacht, hernam Hugo, zy getuigen
van eene nauwgezette, wetenschappelijke studie
daarbij heeft hij eene vaardige pen, vol geest
en hnmor, en hy zal ongetwijfeld een boog
loon genieten. Hierby echter zal hij niet blyven
staan, hij streeft naar iets hoogers, tegenwoor
dig werkt bij aan een roman.
Aan een blyspel zooals by mij zegde I
Het blyspel is gereed, en reeds aange
boden aan een schouwburgbestnur. Wordt
het aangenomen en met onverdoelden bijval
opgevoerd daB..„
Dan wordt baron von Mengden binnen
kort een beroemd «au, viel Heinrich hem
spottend in de rede, en ik geloof dat dit
memand gelnkkigor zou maken dan uwe
schoonzuster.
Frieda? vroeg Hngo met een onderzoe
kenden blik op het lachend gelaat van zijn
vriend.
Kom, gij znlt toch niet willen ontkennen
dat zij zeer levendig deelneemt in allea wat
hem betreft? Mijn opmerkzame blik zon my
wel zeer moeten bedriegen wanneer Kurt niet
bij de eerste gelegenheid de beste, owe echoor-
znstor zijn hart en zyne hand aanbiedt, en
zy die beide aanneemt.
In Godsnaam Ik zon niet weten wat
er tegen die echtverbintenis zou zyn in te
brengen Fried# bezi: een belangrijk vermo
gen, ze is eene wees en kan vrij over bare
hand beschikken, en Kurt vod Mengden is
een man van eer in de volle beteekecis des
woord. Beider levensbeschouwing stemt over
een en er zon dus geen vrees bestaan voor
scherpe wanklanken.
Z«ker niet, zoolang het vermogen van
nwe schoonzuster nog niet is opgeteerd viel
BeiDnch zijn schoonbroeder in de rede, nog
st< ede met denzelfden bijtenden spot. Ik wensch
onzen vriODd natuurlijk bet beste, maar ik
geloof niet, dat hij langs d-n weg, die bij
t hans heeft ingeslageneen zeer benydenwaardig
doel zal bereiken.
Gij gelooft das niet ann zyn talent t
Bah, met talent alleen komt men niet
ver IGelnk moet men hebben, alleen daarvan
hangt de byval af. Een Btontmoedige pen. die
met lichtzinnig vernuft alles, door het slijk
sleurt, vindt meer bewonderaars, dan de be
zielde'zanger van alles wat verheven en schoon
is, maar een dergelijk vernuft blijft de pen
van Kurt gebeel en al vreemd. Wij zullen zien
Hngo maar ik geloof, dat ik in het gelijkge
steld zal worden.
(Wordt vervolgd