jSummer 53 Donderdag 3 Juli 1913 36e Jaargang 1 i Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Eerste Blad. "feuilleton. DOOR MISDAAD GEFOLTERD, De Balkan-Oorlog. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen VERSLAG der Kamer van Koop handel en Fabrieken te WAAL WIJK, betreffende den toestand van den handel, de nijverheidde scheepvaart en van den land- en tuinbouw over het jaar igi2. ooals :r. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. stem. men De Echo van het Zuiden waar Waalwijksclie fii Courant, noet. Dit Blad verschijnt "Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f 0."6. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden ena., franco te zenden aan Uitgever. den UITGAVE: Advkxtbntiën 1—7 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeUge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Naar koehuiden was geregeld vraag. Vooral middelwichten, het zoo gezochte artikel voor de fabricatie van fijne leder- soorten, werden grif van de markt ge nomen. De prijzen gedurende de laatste twee jaren waren ongeveer als volgt Einde 1911. Gezouten inl. koe 1820 K.G. 33 a 34 ets 24,26 id. 26—30 id. Einde 1912. Gezouten inl. koe 41 a 22 ets. hooger 8 ets id id Hetzelfde geldt ongeveer voor de vaarshuiden ook deze liepen van 20 25 procent omhoog. De ossen- en stierhuiden deelden iets minder in de opgaande beweging. Rus land en Duitschland de voornaamste afnemers dezer soorten, kwamen wellicht om redenen van politieken aard niet zoo ijverig ter markt als gewoonlijk- Toch Hepen ook deze soorten beduidend omhoog. Men vergelijke. Einde 1911. Gezouten Inl. ossen 3033 K G. 35 a 36 ets. Gezouten Inl. stieren 30 —35 K.G 31 a 32 ets. Einde 1912. Gezouten Inl. ossen 40 a 41 ct hooger 5 ct stieren 37 a 38 6 Bijzonder levendig was het geheele jaar door de vraag naar pinkvetlenwat voldoende blijkt uit de volgende prijzen. Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.'" Einde 1911. Gez. Inl. Pink en grasvellen 610 K.G. 36 a 37 ct. Einde 1912. Gez. Ink Pink en grasvellen 43 h. 44 ct. hooger 7 ct terwijl de gezouten inl. vette vellen, in de wichten van 6—10 K.G. stegen tot 50 en 51 ctdezelfde zonder kop en klau wen, in de wichten van 57 K.G. golden 64--6S ct. dat is voor beide der laatst genoemde soorten ongeveer 6 ct per '/2 K.G. duurder dan op het einde van 1911 Niet minder belangstelling genoten de vette kalfsvellen van welk artikel vooral Amerika, de groote leverancier van het beroemde box-calf, de voornaamste af nemer is. Beduidende partijen evenwel werden ook voor Duitsche rekening ge* kocht. Voor lichte soorten zonder kop of klauwen werd betaald tot 621 /2 ct- tegen 53 ct einde 1911. De zwaardere soorten waren iets minder en golden van 54 tot 56 ct tegen 42 tot 48 ct in 1911. Deze reeds in 1911 zoo dure vellen stegen dus nog met ongeveer 15 tot 17 procent. De paardenhuidenschoon iets duurder dan in 1911, bleven ongeveer op het oude niveau. Het vermoeden is echter gewettigd, dat deze in de naaste toe komst stijgen zulleD, daar de vraag naar het zoo duurzame paardenleder weder begint toe te nemen. Zij golden f 11,75 tot f 12, tegen f 11 h f 11,50 in 1911. Opmerkelijk is het, dat veulensvellen minder opbrachten dan in 1911. De daling hierin bedroeg zelfs van 25 tot 30 procent. De nuchtere kalfsvellen maakten wat prijsverhooging betreft, geene uitzonde ring. Zij golden in de wichten van 31 /2 a 4 KG. ongeveer 54 a 57 ct tegen 48 a 50 ct. op einde 1911, eene ver hooging alzoo van 6 a 7 ct, of ongeveer 11 procent. Naar schapenvellen was veel levendi ger vraag, eerstens om de hooge wol- prijzen, tweedens wijl door de vorderin gen der techniek in de looikunde, deze vellen steeds meer voor de beieiding van overleersoorten in aanmerking ko men. Betaalde men einde 1911 tot f 3.75 per stuk, in 1912 liepen deze successie velijk omhoog tot f 4,25voor prima In de wichten soorten besteedde men zelfs tot f 5,50. Geitenvellen genoten ook in 1912 weer minder attentie. Sinds schier alle soor- t 1 wichten ten van leder voor de fabricatie van chroom in aanmerking kunnen komen, jQ je w|chten wordt dit artikel steeds meer verlaten. De prijzen van alle soorten os, koe, vaars en stierhuiden, zoomede van kalfs vellen en pinken zijn berekend per halve K. G. Paardenhuiden, schapen en geitenvel len worden per stuk verhandeld. Bovengenoemde prijzen zullen in 1913 niet alleen gehandhaafd blijven, maar zelfs nog stijgen, gelijk de ondervinding in den loop dezes jaars reeds voldoende geleerd heeft. Lederhandel. Het jaar 1912 is voor den lederhandel niet veel beter geweest dan zijn onmid- delijke voorganger De eerste maanden des jaars was de gang van zaken zeer slap, wijl de consumenten immer op eene huidendaling hoopten. Die gewenschte daling echter kwam niet, het tegendeel gebeurde, de huiden liepen aldoor om hoog en toch konden de lederverbrui kers er maar niet toe besluiten flinke voorraden aan te koopen. Zoo bleef de toestand langer dan een half jaar slee- pend. toen een plotselinge nieuwe hausse der ruwe waar, de lederverbruikers tot andere Inzichten bracht De vraag naar zool- en overleder v alle doeleinden werd toen zeer levendig, zoodat voor de meeste soorten eene verhooging van 5 tot 10 procent verkregen kon worden. Toch was deze verhooging geenszins evenredig met die der ruwe waar, doch het leder, wij schreven het meermalen, volgt altijd slechts van verre de huiden- prijzen. Daarbij bleven de prijzen ook gedrukt door den grooten invoer van buitenlandsch zoolleer, dat betrekkelijk goedkooper, gretig afnemers vond. Voor prima zwaar leer heeft het geheele jaar door slechts weinig attentie bestaan, wat wel te bejammeren is voor hen, die prijs stellen op levering van een alleszins deugdelijk fabrikaat, dat de proef van een chemisch onderzoek kan doorstaan. Dat het Waalwijksche fabrikaat op dit gebied een uitmuntenden naam heeft, is genoegzaam bekend. De prijzen van eerste kwaliteit zoolleer, oud systeem waren van Januari tot Sep tember ongeveer als volgt ,8/i7 K.G. f 1.80 a f 1.90 Later f 1.90 a f 1-95. ,8/22 K.G. f 1.90 a f 1.95 Later f 1.95 a f2.10. 22/25 KG. f185 a f 1.90 Later f 1 90 a f 2. Rio Janeiro en prima als Bijsoorten Columbia's. In de wichten ls/20 f 1»50 a f 1,70 Aug.-Dec. f 1,70 a f 1,7 5 ,#/,s f 1,40 a f 1,50 Aug.-Dec. f 1,50 a f 1,60 Alles per K.G. Prima binnenzool/eer van 6 a 8 K.G. was van Juli-Augs. gezocht tegen f 1,20 a f 1,30 per K.G terwijl in het najaar dit artikel zoo omhoog liep, dat men voor mooie partijen gemakkelijk f 1,40 kon bedingen. Ook afval steeg in het najaar met circa 25 procent, zoodat men voor lie zen van 80 ct. per KG in het najaar f 1 kon erlangen. De halzen liepen van f 1,20 tot f 1,50 per K.G. Met betrekking tot de prijzen van het vaché-lisse, dat in toenemende mate, zoowel in ons land als daarbuiten gefa briceerd wordt, gelden ongeveer de volgende noteeringen, wat natuurlijk af hankelijk is van sortiment en kwaliteit, lnlandsche croupons (koe) f2,30 2,40 p KG. La Plata zware croupons (os) f 2,40 A f2.50 p La Plata croupons (koe) f2,20 a f2,35 p Lichte rekken f 1,10 a f 1,30 p Zware Lichte liezen Zware Over het geheel f 1,a f 1.15 p fl,— ft f 1,10 p r f 0,95 f 1,06 p deze soorten zijn ongeveer 5 —10 procent gestegen. Toch is deze stijging om het bedrijf tamelijk winstgevend te maken, nog lang niet voldoende. Bekend is het, dat de leder- prijzen in het buitenland over het alge meen hooger zijn dan hier. Gegronde hoop bestaat echter, dat- ook in ons land de prijzen eerlang op voldoend niveau zullen komeD, daar de vraag naar leder blijft toenemen en de vooralsnog steeds verminderende vee stapel niet meer de vereischte hoeveel heid hulden leveren kan. 10) Wat, Robrechtgij aloegt de oogen neer I gij, de veroveraar, de held der vrou wen en der schoonen door eenieder gevierd en bemind Och, vriend dat is geene vrouw ale een ander Ja Hector, geloof mij als ik 't n zeg, ik stond voor baar, ik, Sabran, als een bevende schoolknaap, en toen, mijne bedees- heid overwinnende, ik mij wilde hoffelijk en beminnelijk toonen, slaagde ik er onkel in grof en onbeschaamd te weaen. Ah bah Robrecht wat gy zegt 'tis zoo, Hector? en zij beeft het stout weg gezegd, zonder schroom noch aarzeling hare schimpwoorden, welke tij my niet spaar de, in plaats in? woede te ontBtekeD, lieten mij kalm, onderworpen, by na berouwend NochtanB mocht ik my op 't woord niet overwonnen verklaren, zij wilde ontvlochten en het vertrek verlaten, ik stelde er mij togen 1 Bravo dat was gehandeld Om de maagd te dwingen mij te aac- hooren, wat heb ik al niet gedaan Ikheb gebeden, gesmeekt, geknield Verkeerd gehandeld!Robrecht, wat vertelt gij mij riep de Sandrieux verbaasd uit. üh Gij kent ze niet, de betooverende schooneweet gij wel, Hector, wat ik haar aanbood?Mynen naam en mijn for tuin 'k bad haar mijne vrouw te wor- eu over m\j en al wat ik heb te heerschon 1 Bah 1Robrecht toch En 'k meende dat de Sandrieux, en 'k meen het nog, hoort gijniettegenstaande zy mij met spot en Bchimp heeft overladen, die ik door mijno snoode stoutheid had ver diend, niettegenstaande z(j my met bliksemend oog verjoeg en mij, met een gebaar vol edele majesteit, dat eene koningin haar zou hebben benijd, als oenen schurk de deur uitwees en als een booswicht, die ik was, op straat wierp Ho de Sandrieux 1 'k zou willen dat gij ze had gezien fier, verbitterd en bedreigend, toen zy mij met hare fonkelende oogen aanstaarde en mij den blik deed verne derd ten gronde slaan Door kure wondere wilskracht ganscb bo- heerscht, ben ik heengegaan, verontschuldigin gen stamelend, en ik ben naar hier gekomen, zooals ik n reeds zegde, bet hoofd verward en de zinnen van hare bekoorlijkheid vol en tot dwaleDB toe op haar verliefd De baron zat peinzend, starend en sprak noch Bpotte niet meer. De levendige toon van den tot in de ziel geroerden man, liet hem verstaan dat dit alles ernstig was 0d onwillekeurig was hij onder den indruk van 't gebeurde. Dan, van zijnen stoel opstaande, greep hij de hand zijns vriends en sprak op luebtigen toon Kom, kom, Robrechtsteek dat alles maar nit den bol, jongen Wy zullen er eene goede flesch op drinken en dit geval maar vergeten A propos houdt gij onze weddenschap staande ot bekent gij u verloren Dat ik mij gansch bedroog en ik mijne wed dingschap niet kan winnen, beken ik u, Hector, en 'k zal 't verschuldigde feestmaal betalen doch van haar afzien dat nooiton ik zal niet rusten voor ik haar tot mijne vrouw ia krijgen! Bravodat is goed gesproken vriend en op dien goeden uitslag zullen wij een glaasje drinken En den huisknecht bellend, die vlug in de deur verscheen, deed hij eene flesch en twee glazön halen en beiden zaten nog lang byeen over 't aan Sabran overkomene te konten. XI. Hoe het kwam dat een kranke gezond en een gezonde krank werd. Wat mag er toch gaande zijn in bet huis van schilder Delcour Daareven stormde de meid de deur uit, en kort daarna verscheen ze weer in gezelschap van eenen ouden heer, die, zoo snel als 't zijne oude beenen toelieten, voortstapte on iD het huis verdweeD. En nogmuals oven haastig liep de dienstmaagd weer de straat op, naar de Bodeghemstraat en belde aan de deur van een huis waarop te lezen stond LUCIAAN STAÉSSEN, De gevechten in Macedonië. Ja, wat is het nu eigenlijk, oorlog of niet. Er wordt gevochten, danig gevoch ten, maar officieel is de oorlog nog niet verklaard. We gelooven vooral na de laatste ernstige gevechten en de krach tige nota die Griekenland te Sofia heeft ingediend, dat een oorlog onvermijdelijk zal zijn en zullen we de bondgenooten van weleer tegenover elkander zien, n.l. Bulgarije eenerziids, en Servië, Grieken land en Montenegro anderzijds. En wat Roemenië zal gaan doen, is ook nog een open vraag. In geen enkel blad is alsnog een ver slag van een onpartijdig ooggetuige te vinden omtrent de gevechten der Bul garen tegen de Serviërs en de Grieken in Macedonië. Het nieuws dat er is, komt uit officieele of officieuse bron eo is ge kleurd al naarmate êr Sofia of Belgrado en Athene boven staat. De uitslag der gevechten maakt het intusschen 't meest aannemelijk, dat de Bulgaren volgens een tevoren wel overlegd plan den strijd zijn begonnen. Zij hebben de Grieken van het Pan- ghaion-gebergte verjaagd, hebben de strategisch zeer belangrijke stellingen daar bezet en beheerschen het geheele gebied tot aan de zee toe. De Griekschc compagnie, die te Eleuthera was afge sneden, heeft zich nog op schepen kun nen bergen eD moet naar Thasos zijn geweken, na de stad in brand te heb- sen gestoken. Verder zijn de Bulgaren er in geslaagd, het Grleksche en het Servische leger, die bij Geugeli aan elkaar sloten, te scheiden. De spoorweg de telegraaf- en de telefoonverbinding zijn daar over een geruimen afstand vernield. Het doel der Bulgaren, de twee bond genooten, die tegen hen gemeene zaak maakten, te scheiden en zich in de be streden gebieden de gunstigste stellin gen te verzekeren, is hiermede bereikt en 't kan geen verwondering wekken dat thans uit Sofia het bevel komtgeen verdere strijd meer, tenzij dat volstrekt noodig mocht zijn. Bulgarije wil, als dat kan, het liefst GENEESHEER. Dat de man der knDBt te huis was, mocht zeer gelukkig beeten. Ook kwam hij spoedig met zijne gehidster mede en begaf zich even eens met rassen stap naar de woning van den kunstschilder. Die geneesheer is nog eene oude kennis, bij is de jongste der twee zonen van den ongeluk- kigen notaris Staesen, die voor driejaren zoo ellendig om het leven kwam. Na schitterende studiën te hebben gedaan, had by al zijne examens met eenen luisterrijken uitslag afgelegd en bij bad zich sedert kort als geneesheer te Brussel in de reeds genoemde straat gevestigd. Eu daar bij dus dichtbij woonde, was het naar hom dat de verschrikte dienstmeid om hulp kwam en redding voor het in des schil ders huis voorgevallene onheil. De jonge dokter was een flinke joDge maD, met innemend en minzaam voorkomen en met den ernstigon trek zyn beroep eigen, op het vriendelyke gelaat. Ilij stapte zoo baaBtig voort, dat het aan de meid bijna onmogelijk was hem te volgen en in weinige oogenblikkeu was hij het huis binnengetreden en bij het ziekbed gesneld, waarop, bleek als linnen en gevoelloos, de lieve Regina nederligt.. Zy heeft bet bewustzijn verloreD en een gevaarlyken overval gekregen, toen hare ze nuwen zich ontspanden, na het woelig onder houd dat zij met den schaamteloozen Sabran heeft gehad en zijne schandelijke voorstellen hadden haar gevoelig hart zoodanig getrofljD, de vernedering en de boon door den vnigen schurk haar aangedaan, hadden hare reine ziel zoo diep gegriefd, dat zij, na het vertrek van den ellendeling, als een geknakt riet ineen gezakt was en het leven Bcbeeo te verliezen Spoedig was de meid om den heer Van Weelen, dien zij als eenen vriend deB huizes kende en die ook dichtbij woonde, om hulp en raad gesn ld en de brave man kwam gausch ontsteld toegeloopen en gelastte de dienstmeid eenen dokter, die in de Bodeghemstraat woonde, te balen met al den spoed die ze gebruiken kon. De jonge geneesheer verschrok toeD bij 't bleeke meisje daar zag neergeveld en hij be ijverde zich door de meid od den heer Van Weelen geholpon, de noodige zorgen aan de zieke toe te dienen, die, tot groot genoegen spoedig weer by kennis kwam en als verdwaald de omstanders aanzag. Dan deed de geneesheer het meisje een stillenden drank innemen, die bare geschokte zennwen bedaarde en bet arme kind in een zachten slaap deed vallen, welke haar gansch herstellen moest. En toen de jonge man, door den ouden kunstliefhebber tot aan de huisdeur vergezeld, de wening verliet na met den braven beer eenen vriendelijken handdruk te hebben ge wisseld, liep bij met bet hoofd ten gronde en het brein vervuld met het beeld der wonder- scboone jonkvrouw, die by bad mogen helpen en nogmaals morgen uit ambtsplicht, weer zou mogen bezoeken... En toen hy 'u anderendaags den drempel harer stille woning overschreed, werd hij door den broeder Fritz, die van zijn roisje was teruggekeerd, gul en voorkomend ontvangen en mocht hij, tot zijne groote voldoening con- J stateeren dat voor het meisje alle gevaar was geweken. Hy zat lang vertrouwelijk bij de jonge lieden die hem als eenen vriend aanzagen en toen hij bun gezellig verblyf verliet, had hij er zijn hart verloren en krank van ontluikende lief depijn, keerde hij, zonderling g stemd, naar zijne stille woning weer Hoe Robrecht Sabran met een verrassend en onaangenaam bezoek wordt vereerd. 't Is na middernacht Uit een prachtig café op de Anspachlaan gelegen, treden twee heeren bniten. Niet mooielijk is het in hen den t>aron Hector de Sandrieux en den rijken Robrecht Sabran te herkennen, die, na eene duchtige slemppartij, samen huiswaarts kteren. Dat zy den wijn eer aan deden, kon men aan hunnen waggelenden gang wel bemerken en, arm in arm schreden de twee nachtvlinders voort over de breede laaD, met ODzekeren stap en schuddebollend hoofd. Gezien het gevorderd nachtelijk uur, begin nen het gedruisch en gewoel ras te verminderen en weldra zal de stad Brussel gansch in ruste zyn gedompeld. Al «waaiend en zwierend, al razend en brommend, zyn de twee nachtraven voortge trokken en op de Zennelasn gekomen, waar Sabran een heerlijk verblyf bezit, waar by wat rust voor zijne door 't Blempen afgematte leden zal gaau zoeken, neemt bij afscheid van zyneo vriend de Sandrieux, die nu alleen zwijmelend voortstapt. Muar... ontwaren wij daar tegen giodscben muur geen donker schaduwbeeld, dat de ge daante van eenen persoon afteekent, die schynt zich te willen onzichtbaar maken, om iets af te loeren?.. En zietnadat Sabran in zijn hotel ver dwenen is, komt de schaduw vooruit en men hoort eene stille stem mompelen Ah't is daar dat hy woont 1 eindelijk heb ik hem gevonden, na zoolang gezocht te hebben. Ha ba edele beer. morgen reeds zult gij van my nieuws ontvangen. En de zonderlinge man, wienB gelaatstrekken wy in het duister niet ontwaren kunneD, stapt voort met rossen tred en verdwynt al spoedig voor OBS oog. Wie mag die vreemde zijn wat wil zyn aanwezigheid daar beduiden en zijn raadsel achtig woord beteekenen Wachten wij den morgenstond af en brengen wij een bezoek aan de Zenuelaan waar wij den sleutel van 't geheim zullen vinden. 't Is elf ureD. Een man met onbeschaamd uitorlyk en ver- sleeten kleederen welke nog van vroegeren welstand getuigen, belt aan de heerenwoning aan waar Robrecht Sabran verblijft. De knecht, die aan den vreemden bezoeker opendoet, beziet den man wantrouwend. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 1