Nummer 57 Donderdag 17 Juli 1913 36e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. iVaalwijksche Stoomdrukkerij Aotoon Tiefen. Eerste Blad. SUNLIGHT fiKDEDIGIKIi VAN IH. DOOR MISDAAD GEFOLTERD, Dit nummer bestaat uit TWEE bladen FEUILLETON. it t 31. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. De Sunlightzeep is absoluut zuiver en vrij van schadelijke bestanddeelen. Z i j is goedkoop, overal verkrijgbaar en hare ongeëvenaarde uit muntende kwaliteit beantwoordt ten volle aan de strengste eischen van hygiene en zuiverheid. Daar om is zij onmisbaar in ieder wel geordend huishouden. UNIIGHT e on- '.rataal orden a ont- Pg^ve [2.40 S e Echo van het Zuiden, Wialw(jkscke en lianxstraatseke Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0.w5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: AdvkrtentiEn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelt ge contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. EWAARBORGO I lONVf RVAISCHT ZONDER [SCHADELIJKE BEMANOOEtUH GEDEPONEERD; O O 00 Het rapport van de Staatscommissie voor de verdediging van Nederl.-Indië is verschenen. Het beslaat, ongeacht de bijlagen en Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." M) 's Anderendaags vinden wij hem weer, in de woning van zijnen vriend Sabran op de Zennolaan en daar vertelt hij van de verruk kend scboone maagd, die hij gisteren mocht bewonderen en toejuichen hy spreekt ervan met gloeiend woord en opgetogen hartterwijl Robrecht, met toegenepen lippen en gefronste wenkbrauwen, en het hart doorscheurd van rielepijn, zijne folterende mededeelingen aan hoort. Oh hoe wondde het zijn geschokt ge moed, toen hij vernam dat de zoon van het slachtoffer zijner hebzucht, de geneesheer Lu ciano, de maagd beminde, die hij als een roofvogel de arme duivel beloerde, hoe diep schoot die scherpe verscheurende schicht in zijn kokend binnenste toen hij hoorde dat He— gina den jongen Staesen Diet ongenegen was en zij wel eens een paar zouden kunnen wor den. Neen, de Sandrieux! dat waBzyn woord, neen die geneesheer zal haar niet huwen de mijne moet ze zijn Dat gij dwaalt, vriend, en gij die hoop moet laten varen, dit verzeker ik, beweerde de jonge man, zij is u ontnomen, Robrechten weg ia ze Dat zullen we zien de Sandrieux hebben moet ik ze en 'k zal voor niets terngdeizen Wee hem, die my in den weg staat, kreet hij met benauwde slem, die, zijnen vriend met verbaasdheid sloeg. De schurbennatuur kreeg wser de bovenhand, en aan 't oog van den verwonderden edelman verscheen de ellendeling in gansch zijn wreed en harteloos aanzieD. Hector de Sandrieux nam bekommerd afscheid en verliet den zwartgalligen en door nijd en een afzonderlijke nota van het lid Van Gijo, 132 pagina's. Het eerste hoofdstuk omvat Staatkun dige beschouwingen en beschouwingen over het defensievraagstuk van Ned.-In dië, in verband met de staatkundige ver houdingen tot en in den Archipel, zoo mede over de belangen, die bii het voort bestaan van den band tusschen Nederland en Ned.-Indië zijn betrokken. Dan volgen beschouwingen omtrent de ten aanzien van de beveiliging van Ned.-Indië te volgen algemeene gedrags lijn. Het tweede hoofdstuk omvat technische beschouwingen met voorstellen tot her ziening van de inrichting van de verde diging van Ned.-Indië, zoomede een kos tenberekening. Een der eerste conclusies, waartoe de beschouwingen der commissie hebben geleid, luidt :i De verdediging van Nederl.-Indië tegen een buitenlandschen vijand de bescher ming der onzijdigheid daaronder begre pen behoort in hoofdzaak door de zeemacht te geschieden. Dit brengt niet met zich, dat bij de Indische landsverdediging, de medewer king der landmacht gemist zou kunnen worden. Samenwerking tusschen beide deelen der weermacht is noodzakelijk. Bij onze beperkte personeele en finan- cieele middelen, dient echter in het oog gehouden te worden, dat de weermid delen ter zee als de eerste en voornaamste factor van ons weerstelsel moeten gelden. Bij de vaststelling van d; taak en de organisatie van het leger, komt dan op den voorgrond te staan, dat de taak van de landmacht van beperkten aard is en voor zooveel de verdediging tegen een buitenlandschen vijand betreft van haar slechts kan worden verlangd het verleenen van steun aan de marine bij de door haar te vervullen opdrachten, opdat het volle rendement van ons ver dedigingsvermogen ter zee worde be reikt en voorziening in die behoeften, waaraan door de marine niet kan worden voldaan. Onze maritieme verdediging en de kan sen op een gunstigen uitslag daarvan zijn in zeer belangrijke mate afhankelijk afgunst vervoerden man, en hij keerde in diepe gedachten verzonken naar zijne woning weer. XV. Hoe Robrecht Sabran nogmaals een /.eer vervelend bezoek ontving. Na het vertrek van zynen vriend, zat Sabran nog immer in zijn prachtige zaal toen de knecht eenen bezoeker aanmeldde. En voor des huisheers vertoornd oog ver scheen Ssrvaas, de gewezen knecht van het Hotel de Konbaix te Parijs, die met eene diepe buiging het vertrek binnenstapte. Ik heb de eer u te groeten, edele heer Sabran, zei hij zeer beleefd. lioe gaat bet met de gezondheid heer?... Wat doet gij hier?.. Ik dacht uw weg en ver van hier!... Och, daar was geen haast bij, edele heer oh, Deen En 't stuk! het testament/... waar iB 't. Och ja! heer, dat heb ik nu vergeten ook of liever, heer, loog de deugniet, 'k moet het u bekennen, ik heb het zoo goed weg geborgen dat ik bet niet meer vinden kao! Hebt gij het verloren!., kreet Sabran ontzet. Verloren'? neen dat nietheer, geloof me, dat kan ik n verzekeren Zoek het gauw en zoo gij 't viudt breDg het spoedig naar hier Zonder dralen, heer! en'k zal het zoeken en nog eenB zoeken maar nn zon ik a nog een korte vraag willen doen. Een klein ver zoek maar... Spreek op gebood Robrecht, en 's mans huilachtige toon deed bem sidderen. Ik zou nog een klein sommetje willen, heer, een paar duizend frank. Gij schorst kerel wat deed gy met de som die ik u kort geleden schonk 'k Heb gespeeld, heer en verloren 'k heb das dat sommetje hoog noodig Maar scbavnit wat denkt ge wel meent gij dat ik nw bankier ben en... Oh ja, dat meen ik zeker, onderbrak de medeplichtige en waarom zon ik het niet meenen is het geld dat ik u vraag, misschien van twee voorwaarden, welker vervulling een gewichtig en integreerend deel van ons defensie-stelsel uitmaakt 1. de beschikking over een deugdelijke en goedverzekerde vlootbasis 2. de inrichting en bescherming van een uitgebreiden, goed georganiseeraen verkennings-, bewakiogs- en berichten dienst ter zee. Resumeerende, acht de staatscommis sie, afgezien van de voorziening in andere behoeften (flottielje-vaartuigen, hydro grafische dienst) het noodzakelijk, dat de minimumsterkte der in Indië steeds aan wezige zeemacht, zal bedragen 5 pant- serschepen van pl.m. 21.000 ton water verplaatsing, 6 torpedo-kruisers van pl. m. 1200 ton, 8 torpedobootjagers van pl.m. 500 ton, 8 onderzeeboöten van pl. m. 380 ton, ten minste 2 groote mijnen- leggers. Daarna volgen beschouwingen over de samenstelling der zeemacht in Nederland. De totale sterkte, die wordt noodig geoordeeld, bedraagt 36 torpedobooten van pl.m. 300 ton, waaronder 6 als ma- terieel-reserve, gelijk te verdeelen over 2 hoofdstations, n.1. Willemsoord en Hel- levoetsluis 14 onderzeebooten, waarvan 2 (met bemanning) zullen pioeten dienen om zekerheid te geven, dat altijd over 12 booten kan wordeD beschikt. Wanneer het fort te Vlissingen gereed is worden 3 stuks gestationneerd ia elk der havens te Helder, IJmuiden, Hoek- van-HolIaud en Vlissingen. Zoolang het fort nog niet gereed is te verdeelen over de drie eerstgenoemde havens, 2 a 3 depotschepen voor onder zeebooten, 2 groote en 2 kleine mijnen- leggers, n 1. twee met Den Helder, twee met Hellevoetsluis als hoofdstation eenige mijnenvisschers te Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland, Hellevoet- sluis, en eventueel Vlissingen 3 vaar tuigen voor de Zuiderzee, gestatlonneerd te Den Helder; de noodige schepen voor den algemeenen dienst, welke in oorlogstijd zullen kunnen dienen tot steun van de torpedovloot en bewaking van enkele zeegaten. Wat het personeel van de vloot aan gaat, er bestaat alle aanleiding om over te gaan tot een goedgeorganiseerde en zorgvuldige vakopleiding van jeugdige het uwe Is het, ja of neen, niet gestolen Wilt ge zwygen, schurk Schurk ben ik ja, edele heer, maar tocb ben ik geeD moordenaar Zwijg op uw leven boef riep Sabran met woede uit. Zwygen wil ik en zal ik ook, beer, maar geld moet en zal ik hebben besloot de knecht op barschen toon. Maar voor den duivel, man wat zyt gij voornemens te verrichten Zult gij altoos als een bloedzuiger aan mijn lijf hangen en mij heelemaal uitzuigen Foei, foei, heer wat leelyke woorden n uitzuigen, wel neen Eokel wil ik mijn deel der gestolen fortuin bekomen En als ik u nu die twee duizend frank geef znlt gij dan verdwijuen Neen, noen, zeker niet, genadige beer RrnsBel is eene lieve stad en staat mij goed aan 'k Weet een lief kroegje in do l'iere mansstraat dat ledig komt en dnt ik kan ovor- nemen. Daar wil ik in Gij zult hier dan immer blyven vroeg Sabran verschrikt. Och ja, heer 'k ben drommels gaarne in uw gezelschap eu 'k zal u nog menigmaal bezoeken. Ook als gij m\jne diensten nog eens noodig hebt dan weet gij mij te vinden. Al tijd ben ik voor u gereed De duivel moge u den nek breken boef/... Wel bedankt, heer dat zal hy met n eens doen Maar ter zake zult gij my mijn geld neertellen!.- Ik ben zeer haastig hoor I... Ik wil 't u geven, doch na deze som krijst Se niets geen rooden duit meer uit mijne handen Goed, heer geef mij nu maar eerst dit sommetjeen dan zullen we later zioD En indien ik u niets meer geven wil Dan klaag ik n als moordenaar aan, als verworger van notaris Staesen 1 Genoeg, booswicht I ziehier is 't gelden moge de dnivel spoedig uw knoken breken Wel bedankt goede heer en tot weder dienst bereid spotte Servaas, gy weet mijn adreB Picremansetraat m »'t Galden Anker" En de verblijde knecht, die weer een som metje had afgedwongen, Btapte de deur uit en verdweeD. inlanders tot matrozen, onder gunstige aannemingsvoorwaarden, aan welke vak opleiding zal moeten voorafgaan een voorbereidends opleiding, die hoofdza kelijk zal beoogen het bijbrengen van elementaire kennis van legeronderwijs. De noodig geachte sterkte van 't min der matrozen- en marinepersoneel voor de ontworpen vloot in Indië bedraagt 2500 man, waaronder 447 kanonniers, 59 torpedisten, 84 seiners. Bij behoud van het vrijwilligers-sy- steem, zou men in Nedeiland in dienst moeten houden pl.m. 4/3-maal 2500 is pl.m. 3333 man, totaal dus pl.m. 5833 man of ruim 2800 meer dan thans. In dit verband is de Staatscommissie van oordeel, dat het beslist noodzakelijk zal zijn, om dienstplichtigen van de militie deel te laten uitmaken van de beman ning der oorlogsvloot en op niet meer vrijwilligers te rekenen dan noodig zijn om daaruit te vormen de onder officieren van alle qualiteiten (behalve die van geweermaker, monteur en tor pedomaker, die op de tot nu toe ge volgde wijze zullen behooren gevormd te worden), benevens de kanonniers le klasse. Op geen andere wijze kan binnen de grenzen van de beschikbare middelen te allen tijde in de personeelbehoefte voor de vloot worden voorzien. De zeemilicieas zullen tenminste 11/2 jaar in Indië moeten doorbrengen en derhalve slechts 3 maanden in Nederland zijn. Het contingent zeemilitie zal bestaan uit a. een gedeelte zeemiliciensmatroos- bestemd voor de vloot in Indië en aan grenzende wateren, met een werkelijken diensttijd van 2 jaar b. een gedeelte zeeinillciens-matroos en zeemiliciens-stoker, bestemd voor het overige deel der vloot met een werke lijken diensttijd van 2 jaar c. een gedeelte zeemiliciens-kustwach- ters, bestemd voor de militaire kustwacht, met een werkelijken diensttijd van 8 1/2 maand. Een marine-kweekschool (kaderschool) ware op te richten en een reserve te scheppen. De benoodigde hoeveelheden zeemiliciens-matroos voor Indië en Id Razend van woede gefolterd door afgnnst en nyd, gemarteld door angst en vreeze, zat Sabran daar bewegingloos. Hevig was het lijden dat uls een vuur zijn binnenste verleerde hij waB op eens in die pen rampspoed neergezonken en de twee ge tuigen zijner euveldaden, die bem na beiden in den weg kwamen geloopen, die twej mede plichtigen, die hem schrik en angstige be zorgdheid op het lijf joegen en die nog wel de ooriaak zijns ongeluks, zijns verderfs kon den wezeD die verwenschte geneesheer die hem zyne schoonste hope roofde en het be koorlijk wezen ontstal waarvoor dos booswichts hart van dolle liefde gloeide, dit alles gepaard met het beschuldigend spook, bet akelig beeld van den verworgden notaris, dat hem gedurig voor de zinneD waarde, dit dreef hem 't hoofd op hol en deed hem als een verdoemde lijdeD. Hij voelde dot al wat hij bezat hem ont glippen zou en de maatschappij von hem eens streDg rekenschap over zijne euveldaden zou vorderen. En 't was met woest beslnit, met helschen, drift dat hij morde Een goede gedachte die geneesheer moet uit mijne oogen verdwijnen eu don is het scboone meisje aan mij om de straffeloosheid te verzekeren Met het booze hoofd in beide banden, over dacht hy zijn helsch plun. XXI. In 't Gulden Anker. Iu de PieremansBtraat dicht by de Halle poort, stond te dien tijde eene oude en goed- bekeude kroeg, waarvan sjouwers, lastdragers, straatloopers en lniaards de bijzonderste klan ten uitmaakten. Die herberg droeg voor opschriftIn het Gulden Anker" en een soort tan Rubens had inderdaad zoo een voorwerp op eene plank geschilderd, dat er min of meer aan gelyken moest. In die kroeg treden wy eens binnen 't is niet om onzen dorst telesschen, waut de jene ver is er scherp als peper en ,,faro' en .Iam bic" schijnen door den slimmen waard zelve oorlogstijd voor Nederland, bedragen resp. 2054 en 1610 koppen. Wordt aldus van het mllitiestelsel ge bruik gemaakt, dan kan het korps ma riniers vervallen. Het jaarlijksch contin gent zal moeten bestaan uit 2140 man totaal. Het wettelijk contingent ware op 2300 man te stellen. Resumeerende komt de staatscommis sie na deze omschrijving van het hoofd doel van het leger tot de volgende sa menstelling I. Voor de buitenbezittingen a. garnizoensinfanterie tot het aantal bataljons compagnieën, dat voor de ver zekering van inwendige rust en orde en tot handhaving van het Nederlandsch gezag, tegenover de inheemsche bevol king, reeds in normale tijden, noodig wordt geacht. De alsnog tot de normale bezettingen dier gewesten behoorende, ter Sumatra's Westkust gelegerde veldbataljons behoo ren, in verband hiermede, door garni zoensinfanterie te worden vervangen b. een compagnie vestingartillerie, ter bediening van de kustbatterijen op Sa- bang. II. Voor Java a. de noodige vesting (kust) artillerie b. een afdeeling garnizoens-infanterie a 2 bataljons c. velligh.bezettingen en mobiele troe penmacht gevende voor het leger op Java een totale sterkte van 20 bataljons infanterie met de tegenwoordig aanwe zige hulpwagens. De kosten, welke uit de aanvaarding van de voorstellen der Staatscommissie zullen voortvloeien, zijn te onderscheiden in a. de kosten van aanbouw van de vloot b. de jaarlijksche bedrijfskosten van de vloot c- de kosten van het vlootbasis d. de kosten van de verdediging te land De kosten van aanbouw zijn gebaseerd op een vaste jaarlijksche uitgaaf van f 17.000.000 voor Indië en Nederland samen. De aanschaffingskosten der voor gestelde slagschepen, geheel uitgerust, worden geraamd op pl.m. f 1150 per ton waterverplaatsing en op hoogstens te zijn gebrouwd. Noen, daarom is het niet, maar omdat er daar iets gebeuren zal dat ons belang doet stellen en tot meerdere klaarheid strekken moet der gebeurtenissen in ons verhaal bevat. De herbergkamer van het .Galden Anker" ie eene langwerpige vierkante plaats, laag van zoldering en in 't halfduister daglicht ge huld. Daarachter is eene tweede kamer, welke in bet buffet met eene dubbele denr uitkomt en dienen moet tot eene eet- en vergaderiogszaal welke zijn licht vau twee vensterB, op de ach terplaats uitgevende, ontvangt. Midden in de herberg, dicht aaD den muur, stunt de toonbank des herbergiers,redelijk groot van omvang en waar gemakkelijk een tieDtal man naaBt elkander een borrel of ,,een glas bier'^ kannen drinkeD. De toonbank is met zink belegd en prijkt met eene menigte glazen, bokalen en ilesscheu, die ongeduldig den bezoeker afwachten om door ben te worden aangesproken. En achter den disch zijn verscheidene bor den aan den muur aangebracht, waarop even eens nog flesschen en glazen zich bevinden, en zelfs menig vaatje ,,korten drank.'' Ja, men ziet 't, des bazen provisie is voor zien en de klanten mogen bomen. Du gan8che bemeubeling der herberg bestaat uit een vyftal tafeltjes en een paar dotynen stoelen, waarop reeds menige vuile en bemorste broek nederzat en ook menig vnil spcor ach terliet. Aan den muur hangen eenige ingelijste pren ten van twijfelachtigen smaak en die wy best maar Diet zullen bekijken. En 't bijzonderste meubel dezer plaats is wel zeker de baas of hospes zelve, die, met de armen genoegelijk op de toonbank geleund, mat half gesloten oog en schynheilig gezicht een praatje tegen twee bezoekers voert, die daar hebben plaats genomen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 1