ummer 60
Zondagr 27 Juli 1913.
36e Jaargang.
Tweede Blad.
SUNLIGHT
De Balkan-Oorlog.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
De Sunlightzeep is
absoluut zuiver en
vrij van schadelijke
bestanddeelen. Zij
is goedkoop, overal
verkrijgbaar en hare
ongeëvenaarde uit
muntende kwaliteit
beantwoordt ten
volle aan de strengste
eischen van hygiene
en zuiverheid. Daar
om is zij onmisbaar
in ieder wel geordend
huishouden.
SUNLIGHT
Geen wapenstilstand.
Zoo men weet, heeft Griekenland den
Attisch te kennen gegeven niet eerst een
apenstllstand af te sluiten te Nisj, doch
ver alle vraagstukken, die aan de orde
nochten zijn, te Boekarest te beraad-
agen. Thans heelt Servië hetzelfde ver
iagen kenbaar gemaakt. Doorvechten is
e leus, Zoowel van Servië als van Gre
enland, totdat Bulgarije definitief vrede
esloten heeft.
Koning Ferdinand heeft nog een be
)ep gedaan op de gematigheid van zijn
ollega's, doch het heeft niet mogen ba-
n. Men vertrouwt Bulgarije niethet
du den wapenstilstand weieens kunnen
ebruiken om zich te herstellen van de
egebrachte slagen. Servië beweert
oarts, dat de Bulgaren nog pas onver-
achts Servische dorpen hebben aan-
evallen.
Ook de Oostenrijksche en Russische
ezanten in Belgrado en Athene hebben
Dg getracht de regeeringen aldaar tot
et sluiten van een wapenstilstand te
verreden, waarbij zij wezen op de kri
eken toestand waarin Bulgarije en vooral
e hoofdstad Sofia zich bevindt. Men
hijnt n.l. bevreesd te zijn voor een
nstigen volksopstand in Softa, die zich
)lgens sommige berichten al heeft ain-
ïkondigd door plunderen van bakkers-
nkels en slagerijen, in vijandelijke be
rgingen van de buitenlandsche ge
ntschappen en bedreigingen aan het
res van den oud-minister Danef. Servië
Griekenland bleken evenwel onver-
urwbaar en zoo zal er nu van onder-
ndelingen over een wapenstilstand te
sj niets komen.
De heele warboel van kwesties,
>or den nieuwen oorlog te berde ge
acht, zal dus in Boekarest ontknoopt
oeten worden. Het heet, dat de Ser-
«che en Venizelos er zelf heen zullen
an, zoo ook de Montenegrijnsche pre-
er.
Intusschen schijnt Roemenië het be-
irde Bulgarije toch eenlgszins tegemoet
willen komen en wel door de afslui-
ig van de Lonau voor eenige uren op
heffen, waarbij weer de levensmidde-
n in Bulgarije ingevoerd zullen kunnen
)rden.
De Turksche inval in Bulgarije.
Met een verwonderlijk élan dringen
Turken steeds verder Bulgarije binnen
naar men vreest hebben zij het op
ilHppopel voorzien. Hebben zij deze
langrijke stad bereikt, dan zijn ze ook
et ver meer van Sofia af.
'Officieel wordt uit Sofia gemeld, dat
l de Bulgaarsche grens door te dalen
van de Maritza en de Toendsja te zijn
binnengetrokken, de Koerdische cavale
rie, een bende ongeregelde troepen en
het gewone Turksche leger, ter sterkte
van 25.000 man, op Jambili aanrukt
waarvan de bevolking vlucht. De Turken
zouden overal moorden en branden.
Men vreest, dat de Turksche leger
macht zich weldra zal vereenigen met
de Grieksche, die over het Rhodope-
gebergte getrokken is en eveneens op
Philippopel schijnt aan te rukken.
De duizende vluchtelingen welke beide
legers voor zich uit drijven, vergrooten
natuurlijk de misère in Bulgarije nog.
Koning Carol van Roemenië heeft aan
den sultan getelegrafeerd, dat hij ver
zocht den Turkschen opmarsch te staken,
daar deze voor Turkije toch op teleur
stellingen moest uitloopen. Het staat
echter te bezien of de sultan er de
macht toe heeft zijn soldaten terug te
roepen. De grootvizier moet althans te
kennen hebben gegeven, dat hij den op
marsch niet kon stuiten.
Intusschen heeft de regeering ia Con-
stantinopel te Sofia al doen weten, dat
zij streefde naar herstel van de natuur
lijke grens MaritzaAdrianopel.
Bulgarije heeft bij de mogendheden
geprotesteerd tegen het Turksche optre
den en verzocht maatregelen te nemen
om er een eind aan te maken- Koning
Ferdinand richtte tot den tsaar van Rus
land een formeel verzoek om bescher
ming, terwijl hij de gezanten der groote
mogendheden bij zich ten paleize
ontbood.
Generaal Bergansius. f
Zooals we reeds hebben gemeld, is
gisteren in den Haag overleden, Johan
nes Willem Bergansius, minister van Staat
gepensioneerd luitenant-generaal, oud
Minister van Oorlog, en oud-lid van den
Raad van State.
De overledene, een overtuigd katho
liek, werd geboren in 1836 te Delfthij
werd in 1856 benoemd tot 2e luitenant
bij het 3e regiment vesting-artillerie, en
in 1887 tot kolonel en direkteur der toen
voor 't eerst vereenigde artillerie inrich
tingen. In het eerste christelijke ministe
rie Mackay, was hij minister van Oorlog
(18881891); daarna achtereenvolgens
kommandant der stelling van Amster
dam, kommandant van de vestingartil
lerie en inspekteur van de artillerie in
1890 werd hij benoemd tot generaal-
majoor en in 1896 tot luitenant-generaal
in 1898 werd hij gepensioneerd.
In 1901 werd hij gekozen tot lid der
2e Kamer voor het distrikt Eist, doch
hij nam als zoodanig geen zitting, daar
hij in 1901 voor de tweede maal als
minister van oorlog optrad (ministerie-
Kuyper). Belangrijke wetten bracht hij
tot stand.
In 1898 werd generaal Bergansius be
noemd tot adjudant in buitengewonen
dienst van H. M. de Koningin. Hij was
drager van verschillende binnen- en bui
tenlandsche orden.
Hij ruste in vrede.
Jubileump os tz egel s.
Ter gelegenheid van het eeuwfeest van
Nederlands herstelde onafhankelijkheid
zullen van Rijkswege jubileum postzegels
worden uitgegeven.
De jubileumzegels dragen de beelte
nissen van de Koningin en van de Ko
ningen der Nederlanden, met een
aan de herdenking van het eeuwfeest
gewijd decoratief ontwerp.
Zij zijn, zoolang de voorraad strekt,
nevens de gewone postzegels, verkrijg
baar in de waarde van 2l/2f 3, 5, 10,
12'/2, 20, 25, 50 cent en van 1, 2l/2, 5
en 10 gulden.
Wanneer de jubileumzegels worden
uitgegeven, is nog niet vastgesteld, waar
schijnlijk eerst tegen October.
Zondags -etiketjes
Sedert 20 Januari 1913 zijn aan de post-
kautorea voor den luttelen prijs van één
cent per vijftig stnks etiketjes verkrijgbaar,
geheel gereed om op den omslag van eea
poststuk te worden geplakt, indien m?n
wenscht, dat dit stuk niet op Zondag wordt
besteld en men op die wijze wil meewerken
tot grootere Zondagsrust voor het personeel
Maandag ontvingen we het eerste poststuk,
waarop zoj'n etiketje was bevestigd. Uit
den aard der zaak is onze post steeds Hink
groot en vooral 'a Zondags, door de Zater
dags verschijnende weekbladen en tijdschrif
ten, htel groot.
Wel een bewijs, dat iu heel het laud het
bestaan der Zondags-etiketjes nagenoeg on
bekend is.
Hoe dat komt f
Omdat het Hoofdbestuur der posterijen,
die het woord commercieel heel goed kent,
nog maar steeds voortgaat, zoo weinig kauf-
miinnisch te handelen waar het betreft, zyn
waren bekend te maken.
Wie kent de postzegelboekjes en zooveel
andere werkelijk gemakkelijke dingen, welke
wel voorhanden zijn in de postkantoren, doch
slechts door hoogst enkelen worden gekocht.
En wie zou beter dan de Post, meer in
het oogloopend en op de allergoedkoopste
wijze, reclame kannen maken voor zijn waren
In elk postkantoor, ieder hulpkantoor, hoe
klein ook, is een wachtlokaal. In sommige
hangen aankondigen omtrent de Rijkspost
spaarbank, zelfs voor tuberculosebestrijding
en dienstneming in de koloniëo. Doch bet
geen er behoorde te hangen>alhier zijn
verkrijgbaar Zondags-etiketten, postzegel-
boekjes* en zoo veel meer, zoekt men er
vruchteloos.
Wanneer zal toch de Post eens zóó com-
merciëel worden, dat zij de leege muurvlak
ken benut voor eigen reclame en de res-
teerende open vakken verhuurt aan koop.
lieden en ny veren, die wat gaarne een flie-
keD prijs zullen betalen en wier reclame in
het meest bezochte gebouw in elke gemeente
meer doel zal treffen dan in bijvoorbeeld eeü
spoorwegstation.
Op die wyze zou de Post een niet on
aardig inkomen zich kunnen verzekeren.
(Baarnsche Courant.)
Tweede Kamerverkiezing.
Amsterdam III.
Gisteren had de stemming plaats voor
een zetel in de Tweede Kamer, vaca
ture Troelstra.
Uitgebracht werden 9254 stemmen.
Hiervan verkregen de heeren P. Otto
(U. L.) 2378, H. Polak (S. D. A. P.)
4831. mr. P. J. Reijmer (R. K.) 1828 en
D. Wijnkoop (S. D. P.) 217, zoodat ge
kozen is de heer Henri Polak.
Ingezonden Stukken.
(Buiten verantwoordelykheid der Redactie)
Aan de strijders voor het ware?
daglicht
Dat ik een vraagteeken zet achter
het hierboven geplaatste, baart U toch
zeker geen verwondering Ieder Vlij-
mensch ingezetene toch weet, dat gij
juist het omgekeerde zijt, van hetgeen
ge U gelicit te noemen. Doch ter zake,
ge hebt nu eenmaal de stembusstrijd
gewonnen en het is niet aan mij om
uwe namen, welke gij zelve zoo lam
lendig door het slijk hebt gesleurd,
schoon te wasschen. Ik meende U slechts
te vragen, waarom ge niet groot gaat
op Uw behaalde zegepraal, waarom
Uwe overwinningstrompet niet schettert
en luide den lof verkondigt van Uwe
lage verkiezingspraktijken Ge meent
misschien te kunnen volstaan met te
antwoorden: »Wel, wij hebben toch
vriend en vijand den verkiezingsavond
jenever laten drinken totdat ze niet
meer konden, velen hunner zelfs meer
dan ze konden verzwelgen 1" Waarin ik
u grooteüjks gelijk moet geven en vol
geestdriftige bewondering het systeem
van Uwe eerbiedwaardige geheelonthou
ders huldig. Ik sta er gewoon paf van.
De ware reden van Uw geheimzinnig
stilzwijgen wil ik dieper zoeken en daar
om luidt mijn 2e vraag Zijt gij wellicht
beangst voor de mogelijke gevolgen
van het gerechtelijk onderzoek, dat zich
zeer zeker tot uwe handlangers zal uit
strekken en waaiin Uwe omkooperijen
bij de verkiezingen aan de kaak zullen
worden gesteld Neen nietwaar, ook dat
kunt ge gerust trotseeren. Aan geld
geen gebrek en met een lachend ge
zicht zal eventueel ook de hoogste boete
worden betaald. Immers, we hoorden
het zoo flink en herhaald verkondigen
Onze candidaten gaan hierin vrij uit en
durven gerust hunne vingers opsteken
tot het afleggen van den vereischten
eed. Ook vreest ge niet het oogenblik
waarop de thans zittende raadsleden
een oordeel zullen hebben uit te spreken
over het al of niet toelaten van Uwe
candidaten Zullen ook zij zeggen, wat
ledereen in Vlijmen dagen lang heeft
gezegdHeel Vlijmen is omgekocht,
iedere raadszetel kost hun 200 gulden
Doch neen, ge rekent er vast en zeker
op, dat er tegen de vuile en meer dan
gemeene verkiezingspraktijken, welke in
Vlijmen de beide laatste keeren zijn
gebezigd, geen protestkreeten zullen op
gaan. Ge gaat er groot op, dat het
grootste gedeelte van den gemeenteraad
op uwe hand is en uwe conclusie, edel
achtbare lichtontstekers is, dat de leden
van den gemeenteraad den treurigen
moed zullen hebben om uwe omkoope
rijen goed te keuren en uwe gekochte
candidaten zullen toelaten tot den eed
en daar, bij God Almachtig te zweren,
dat zij geen gift of belofte hebben ge
daan om raadslid te woiden. >Want,<
zoo redeneert ge >Niet zij, niet onze
candidaten hebben de kiezers betaald.
Neen, daarvoor hebben wij onze men-
schen I* Welnu, ik raad u in gemoede
aan, verkondig er nog bij, dat het brave,
vrome katholieken zijn. welke deze ver
kiezingspraktijken op touw hebben ge
zet en met hun geld betaald, dat is
immers geoorloofd volgens U. In Vlij
men spreke men dan ook niet meer
van een verkiezing, doch van verkooping
van gemeenteraadszetels. Ik tart U, mij
te bewijzen, dat ik hierin ook maar
eenigszins de waarheid te kort doe.
Dat menig weldenkend inwoner van
Vlijmen Uwen geldschieter intusschen den
raad zal geven, dit geld beter te beste
den en de gemeente Vlijmen liever te
helpen, haar groot grondbezit productief
te maken en de honderden H.A. grond,
welke in het Ven nog braak liggen, te
helpen ontginnen noemt gij dien raad
niet beter, dan de schande geheel onze
gemeente aangedaan door de financieele
hulp, welke Uwe partij heeft genoten
bij de afgeloopen verkiezingen, ook al
werd uw eigen beurs er door gespekt?
Indien gij er lust toe gevoelt, wacht ik
gaarne Uw antwoord af. In ieder geval
zie ik met belangstelling uit naar de
flinke houding door uwe voormannen
(de ware daglichtstrijders) aan te nemen
in de eerstvolgende raadsvergadering.
Zeker zullen ze niet nalaten hunne ver
kiezingspraktijken ook daar hardnekkig
tegen iederen aanval te verdedigen.
Ze zullen veler verwachting hierin
toch niet beschaamd maken Stellig
verwacht ik, dat zeer zeker Uw leids
man daar flink uit den hoek zal komen.
Of zal hij ook daar zijne huurlingen de
kastanjes uit het vuur laten halen en
zelf de >brave< uithangen
We zullen afwachten.
Vlijmen, Juli ipij.
JACQUES.
De looiersvergadering.
M- d. R.
Het is mij meermalen opgevallen en
ook thans weer dat andere bladen steeds
mededeelingen en agenda's van verga
deringen van den Bond van Nederland-
sche Lederfabrikanten vóór U hebben.
Zoo ook mis ik in uw blad de uitgebreide
verslagen van die vereenlging, die U
gewoon zijt van andere soortgelijke bij
eenkomsten te geven.
Ook thans weer.
In uw nummer van Woensdag deelt
U eerst mede dat er vergadering ge
houden zal worden, terwijl andere bladen
de agenda reeds hebben gegeven.
Hoe komt het toch mijnheer de re
dacteur, waar uw blad toch in een echte
loolersstreek verschijnt en door tal van
Lederfabrikanten gelezen wordt. Ik meen
dat velen uwer lezers belang stellen in
berichten en verslagen van dezen Bond
en voor dezen is zooveel mogelijk eD
vooral doelmatige publiciteit ook heel
wat waard.
Dankend
EEN LOOIER.
Wij zijn het met den geachten inzender
volmaakt eens, vooral met de laatste
zinsnede.
Wij weten dat wij bij toezending
van agenda's en uitnoodigingen van ver
gaderingen dezer vereeniging steeds
gepasseerd worden en dat heeft ons al
zoo dikwijls gehinderd. Men plaagt
daardoor niet alleen ons, maar de zeer
vele lezers-looiers van ons blad. Daaren
boven zal de Bond toch zeer zeker zijn
werken voor de industrie gaarne zooveel
mogelijk zien onder oogen van zooveel
mogelijk lederfabrikanten, leden en zij
die dit worden kunnen.
Wij hopen dat de belangen van dezen
zwaarder wegen, dan de blijkbare anti
pathie van een der bestuursleden, die
zoo zij bestaat, al heel kleinzielig is.
Mogelijk informeert op de vergadering
wel eens iemand naar dit voortdurend
verzuim. Wij van onzen kant beloven
met of zonder agenda, voortaan een
breedvoerig verslag.
RED.
Heusden, 25 Juli 1913.
Mijnheer de Redacteur
Gelieve het onderstaande te plaatsen,
waarvoor bij voorbaat mijn dank.
't Wil me maar niet gelukken in den
Burgerlijken stand van Heusden onder
letter K. iemaad te ontdekken, wien
ik het (gelukkig zeldzame) talent kan
toeschrijven, om zoo plomp en zoo tar
tend een artikel te lanceeren aan het
adres van Floralia, als K. dat deed in
zijn ingezonden stuk. Al getuigt zijn
schrijven van weinig doorzicht bij hem,
voor zich zelf laat het aan doorzichtig
heid* niets te wenschen over.
Ieder ingezetene (minus K.) zal het
streven van Fl. prijzen, temeer, omdat
zij ieder jaar de jeugd een prettigen dag
verschaft, hoewel zij (volgens K. zelf)
met moeite het- hoofd boven water kan
houden. Hierin schuilt juist haar grootste
verdienste en dus dient de vereeniging
flink gesteund te worden.
Om te voorkomen, dat bij K. een bij
drage gevraagd wordt, deed hij m.i. niet
kwaad, aan het bestuur even zijn naam
op te geven met de boodschap b.v.
>Bezoeken kunnen niet worden afge
wacht*, dat zou hem een ergernis be
sparen en er is helaas toch al zóóveel
van dat goedje, dat men er soms van
overloopt.
Iemanddie ook weetdat een dubbeltje
maar 10 cent is, maar voor Fl. zijn
penningske wil offeren.
De brand te Binghamton. Volgens de
aanvullende berichten moet den brand
van Blnghampton een afschuwelijk
schouwspel geboden hebben.
Ooggetuigen beschrijven de verschrik
kelijke tooneelen die zich op de brand
ladders afspeelden. Op iedere sport
verdrongen zich twee of drie meisjes;
uit iedere verdieping sloegen vlammen,
de kleeren vatten vlammen en een ont
zettend gegil werd vernomen, terwijl de
menigte in de straten wegens de on
dragelijke hitte machteloos op een afstand
moest blijven. Aan ieder venster klampten
zich meisjes vast tot de handen bijna
verbrand waren, dan Heten zij los en
vielen op straat waar zij gruwelijk ver
minkt bleven liggen. De menigte drong
dan vooruit en de lijken werden wegge
dragen. Opeens stortten dak en muren
onder donderend geraas, gegil en gekerm
ineen. De brandladders die door de
hitte krom bogen, hadden hun doel
bijna geheel gemist. De geredden ver
klaarden, dat men in 't eerst niet aan
brandgevaar had gedacht, toen echter
bleek dat de uitweg was afgesneden ont
stond de verschrikkelijke paniek.
Volgens de laatste berichten moet
het aantal slachtoffers van den brand te
Binghamton tot nu toe 75 bedragen.
De wonden van meerdere personen
moeten echter van dien aard zijn, dat
herstel is buitengesloten. Het 4 ver
diepingen hooge fabrieksgebouw stond
in minder dan twintig minuten in lichte
laaie.
Bloedverwanten van de slachtoffers
wijzen er met begrijpelijke verontwaar
diging op, dat het gebouw een echt
brand-nest was, daar het behalve de
buitenmuren, geheel van hout was op
getrokken en de verbinding tusschen de
twee bovenste verdiepingen met de
tweede verdieping slechts gevormd werd
door een naywen houten trap.
Van den anderen kant wordt er door
de eigenaars op gewezen, dat het ver
schrikkelijk onheil voor een groot deel
te wijten is aan het feit, dat de meisjes
geen acht geslagen hebben op het ge-
gegeven alarm-signaal.
Vermoedelijk dachten zij, dat het sig
naal voor een der andere gebouwen
gegeven werd, daar in deze buurt dik
wijls gealarmeerd wordt.
Algemeen veronderstelt men, dat de
brand is veroorzaakt door het onacht
zaam wegwerpen van een brandende
sigaar op de vloer van de eerste ver
dieping.
De New-Yorksche bladen verklaren,
dat de vreeselijke ramp, die zooveel
slachtoffers heeft gemaakt, was te voor
komen geweest, indien men in het gebouw
slechts de allereenvoudigste blusschlngs-
materialen had gehad. Alle pogingen
om brandgevaar te voorkomen zullen
nutteloos blijven, als de arbeiders ge
dwongen zijn te werken in fabrieken die
eigenlijk niet veel beter zijn dan »lucifers-
doosjes.»
Echo van het Zuiden
GEDEPONEERD]);
ZEEP
EWAARBORGO
XVfRVAlSCHr
ZONDER
SCHADELIJKE
BESTANDOEEUN
L 281
O
O
oo
riini i"f["TiiMBfirnrn»
WUI. r II III--ll-UBT