Nummer 66 Zondag 17 Augustus 1913 36e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Waalvf|fcsche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Eerste Blad. Sunlight Wat het Zwolsche Congres der S.D.A.P. leert, De vreemde nicht. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen FEUILLETON. De kosten van den ge- wapenden vrede. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. De Sunlightzeep is absoluut zuiver en vrij van schadelijke bestanddeelen. Zij is goedkoop, overal verkrijgbaar en hare ongeëvenaarde uit muntende kwaliteit beantwoordt ten volle aan de strengste eischen van hygiene en zuiverheid. Daar om is zij onmisbaar in ieder wel geordend huishouden. UNLIGHT De Echo van het Zuiden, WaaUpsclie en lianptraatsclie Courant, Dit Blad versclï'ynt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."6. Franco per post door het geheele ryk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden ena., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advertbntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract gesloten. Reclames 15 cent per regel. '[GEWAARBORGD DHVERVAISCH! ZONDER GEDEPONEERD] SCHADELIJKE BESTANDDEELEN Het was ons niet mogelijk geheel het verslag op te nemen van het Zondag Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN." te Zwolle gehouden congres der sociaal- democratlsche-arbeiderspartij. Het vroeg te veel plaatsruimte voor de op zich zelf weinig belangrijke debatten. Immers het is ten slotte niet belangrijk in en kele meer of minder persoonlijke harts tochtelijke speeches de vraag te hooren behandelen hoe men het belang des lands aan het belang van een interna tionale partij zal opofferen, n.l. door het niet of wel aanvaarden met hst oog op het belang der partij van mi nisterportefeuilles. In al wat, gesproken werd klonk niets anders dan deze eene vraagtoon wat is in het belang onzer partij Dat verschijnsel openbaart zich trou wens eiken dag. Maar toch valt er een en ander voor ons uit te leeren, dat het onthouden waard is. Allereerst zegt de N. H. Crt. dat de heer Troelstra, tot daareven de opper leider der socialisten in Nederland een duchtige nederlaag geleden heeft. De meerderheid zijner volgelingen heeft zijn laatste advies (om nu maar weer te verklaren dat er aanleiding zou bestaan om ministrieele portefeuilles aan te nemenals die nog aan de socia listen zouden worden aangeboden) met een kleine meerderheid verworpen. De heer Troelstra kreeg dus wat zijn eer ste advies (niet aanneming) betreft gelijk maar zijn draaiende houding komt nu in een nog scherper licht te staan. En zijn leiding is hij kwijt 1 Op enkele markante punten zij hier nog gewezen. Vooreerst dat de meerderheid tegen de aanvaarding gevormd wordt door de socialisten in de groote steden. Dat is zeer sprekend. Het niet aanvaarden der portefeuilles is een uitvloeisel van het revolutionaire socialisme, is de conse quentie van 't zuiver socialistisch begin sel dat de maatschappij omver moet. Welnu: de socialisten in de groote ste den blijken dus het meest revolutionair, het felst te zijnze zijn niet meer de mannen die kijken naar de levensprac- tijk, maar ze willen omverwerping, ver andering, gewelddadigen ommekeer en daarvoor strijden ze. Zooals de arbeiders in de groote steden het meest „rood* zijn, zoo zijn ook de »rooden« zelf daar het meest-revolutionair. De les die hierin zit, niet alleen voor onze anti-so cialistische propaganda maar ook voor allen, die in de meening verkeeren, dat de socialisten wel meevallen,zoo eens met de revolutionairen willen aanleggen, stippen wij hier nu maar even aanmen zal haar wel voldoende begrijpen. Opmerkenswaardig zijn ook de her haaldelijk uitgesproken verklaringen van Vliegen,Hugenholtz,Schaper en Troelstra, dat de Christelijke arbeiders die „rood" stemmeD, dat niet doen omdat ze het socialisme willen, maar wèl omdat ze dóór de socialisten hopen te verkrijgen wat zij willen 1 En nu de socialisten dan zélf toonen, dat zij niet kunnen geven wat de arbeiders van hen verwachtten, zullen de Christelijke arbeiders de oogen open gaan Dat zeggen niet wij, maar dat zeiden Vliegen en Schaper gisteren Zulke uitspraken zijn goud waard, omdat ze zoo juist gevoeld zijn 1 Opmerkenswaardig is ook, dat de so cialistische partij zoo volmaakt in twee bijna gelijke helften verdeeld ligt 1 Ten slotte wijzen wij erop, dat ondanks de komedie van de herstelde eendracht een ernstige scheuring in de gelederen der S. D. A. P. nu gebleken is. Het is herhaaldelijk op dit £ongres gezegd als Troelstra's motie wordt ver worpen, zijn algemeen Kiesrecht en Staatspensioen naar de maan De arbeiders kunnen zich dat nu óók voor gezegd houden 1 En als men nu dan eens, na dezen af loop van zaken, naleest wat er in de verkiezingsdagen al aan de arbeiders is beloofd en voorgespiegeld en wijs ge maakt door de socialisten, dan moet toch ieder onpartijdig man komen tot deze allereerste conclusie dat van zulk een partij, zoo hopeloos verdeeld over het allereerste en voornaamste middel nog maar om iets te bereiken, (laat staan om iets uit te voeren l) toch wer kelijk in het belang van ons Neder- landsche volk niets is te wachten titel vinden wij in het van den Dag* 2) Ik weet het, riep hij, eensklaps opsprin gend, ik weet, waar ik dat papier beb gelaten Hij liep naar een stapel boeken, nam er een 32er oud deel uit eu het openende, greep bij eene vierkante enveloppe, die bij aan de aanwezigen toonde onder het mompelen van Ik wist het wel, ik ontving hem in Ja nuari, en ik kan my juist daarom niet in den datum vergissen, wijl ik op dat oogenblik, met betrekking tot de ontdekking die ik ge daan had van een nieuw, of liever gezegd een zeer oud manuscript, bemerkt heb, dat een gedeelte van mijn werk overgemaakt moest worden, omdat ik in eene dwaling was ge bracht over de volksliederen en... ja, 't was wel in Januari, juist, die vergissing gaf mij nogal te doen en zoodoende heb ik dien brief niet eens gelezen. Och, oom, oom, riep het jonge meisje hartelyk lachende, wat zijt ge toch altyd dezelfde. En hoezeer herken ik n, naar al hetgeen vader mij van u verteld heeft. Terwijl de professor de nog ongeschonden gebleven enveloppe opende, had Sophie het raadzaam geoordeeld, om wat dichter bij de deur te komende wapens had zij echter nog niet neergelegd, te oordeelen naar de nog steeds wantrouwige en gramstorige blikken, die zij op de nieuw aangekomene wierp. De onde geleerde las den brief, ja 't scheen zelfs of hij hem herlas en naarmate hy zich in zijn lectuur verdiepte, nam zijn gelaat een meer peinzende, meer ernstige nitdrnkking aan. Welun, waarde oom, is het geheim thans ontdekt? Ben ik, ik; of bsn ik een ander. Zeker zijt gij het, antwoordde hij, terwyl hij haar met ietwat gedwongen glimlach aanzag, doch ge moet het mij niet kwalijk nemen, kind, dat alieB is nog zoo nieuw voor my zoo ouverwacbtik was wat in do war, doch dat neemt niet weg, dat het me genoegen doet n te zien. Wat gebeurt hier toch riep op dit oogenblik eene manuelyke, doordringende stem welke vreemde geest heeft het gewaagd om dit heiligdom binnen te dringen? Wat staan er beneden kofiers de hemel verges e me En pakjes 1 De voorzienigheid helpe mij. En wat het vreemdste is, er is geen Sopbie te zieD de plaats, die onvergankelijk door haar wordt ingenomen is leeg. Ach neem me niet kwalijk. Een lange, jongeman, welgemaakt, bleef op den dorpel van de studeerkamer staan en richtte zijne schoone blauwe oogen op de jonge vreemdelinge. Uwe komst is dubbel gelukkig, miju waarde doctor, zegde de onde geleerde met een zacht van verlichting. Zooals ge ziet heb ik bezoek ontvangen, dat van verre komt, uit Amerika, het bezoek van mijne.... ja, wat zijt ge eigenlyk van mij, lief kind? Ik ben uw achternicht, by gevolg zijt gij, mijn oud-oom, antwoordde het ondervraagde jonge meisje bedaard, docb uit de kuiltjes barer wangen lachte de vroolijkheid en zicht baar kampte zij tegen de verzoeking, om niet in een luiden lach uit te barsten. Ja waarlijk, myne achternicht, herhaalde de professor, nu ben ik op de hoogte. Mag ik u Marga Heisten, de dochter van mijnen neef Leonard voorstellen, mijn waarde doctor Deze maakte eene buiging, en op zijne benrt een glimlach onderdrukkend, zegde hij Daar de professor het niet noodig oor deelt mjj aan u voor te stellen, mejuffrouw, zoo zie ik mij verplicht dat zelf te do8D. Mijn naam is Robert de Trevors en ik ben doctor in de wijsbegeerte. Marga boog baar lief hoofdje zij zag den jongen man aaD, wieoB gelaat van goedhar tigheid getuigde en die te midden van deze atmosfeer, bezwangerd met ouderdom en de overblijfselen van vervlogen eeuwen, haar ien wezen toescheen, dat eigenlijk eerst leefde en een weldadigen indrnk op baar maakte. Vervolgens wendde zij zich tot den profes sor de volgende belangrijke beschouwingen: In onzen tijd van vredesbeginselen verslint de oorlogsvoorbereiding jaarlijks meer schatten dan ooit. Als de spreuk waar is >si vis pacem, para bellum,* zoo gij den vrede wilt, bereidt u ten oorlog, dan wordt de vrede in Europa bijna even duur betaald als de oorlog. Er is een wilde concurrentie in het opvoeren der strijdmachten van leger en vloot. Iedere mogendheid tracht den concurreerenden staat met leger en marine te overtreften, en aldus het evenwicht der machten tot eigen voordeel te veranderen. Hoe om vangrijk de uitrusting tot den vrede is, blijkt uit de volgende cijfers die Sir Max, Waechter D. L. J. P. daarvoor geeft, verkregen uit gegevens van het Britsche ministerie van oorlog en marine, en die wij vinden in zijo artikel in de Deutsche Revue (Mei 1913.) Wij nemen uit dit artikel het volgende over Uitgaven in Europa voor het landleger. Rusland1.060 mill. Mark. Duitschland 940 Frankrijk 760 Engeland 560 Oostenrijk-IIongarije 460 Italië340 Andere mogendheden 70Q Europa te zamen. 4.820 mill. Mark- Uitgaven in Europa voor de Marine. Engeland900 mill. Mark. Duitschland 460 Frankrijk360 Rusland360 Italië180 Oostenrijk-Hongaiije 120 Andere staten 120 Onder dezen maandschrift »Vragen Eu, waarde oom, mag ik4u nueensvro- gen om mij eene kamer te laten aanwijzen, opdat ik mijne koffers openmaken en mij ver- kleeden kan Verkleeden? Maar zijt gij dan niet vol doende gekleed? En zijn in verrukking ge brachte blik monsterde bet elegante toilet, dat bet jonge meisje droeg. O die geleerden, riep Marga nit, zij we ten van niets, zij kunnen niet eens een reis toilet van een gezelscbapstoilet onderscheiden Inmiddels had Sopbie, die, waDneer hare belaDgen op het spel stonden, een arendsblik bezat, den toestand doorzien. Indien dat dwaze en ydele schepseltje wer kelijk de achternicht van den meester was, indien zij er in slaagde, 't geen overigens zoo moeilijk niet was, om een wezen, zoo zwak en onbeholpen als den ouden geloerde, te be- heerschen, dan moest zy er partij van trekken zij moest trachten de genegenheid van bet jonge meisje te winnen, het eenige middel om haar er onder te honden. Zij kwam een paar passen naar voren, en met een nog somberen blik en een bitterzoet glimlachje, legde zij twee vingers op den arm van Marga. Ge zult het zeker niet kwalijk genomen hebben, zegde zy, dat zou niet rechtvaardig zijn. Gij hebt gezien, dat de professor zelf u niet had verwacht en het is dan ook zfjne schold dat ik niets geweten heb van uwe komst, waarvoor ik anders de noodige toe— bereidsels zou gemaakt hebben. Voorzorg is de moeder der zekerheid, zegde altijd mijn vader zaliger het is beter z\jne deur te sluiten en de dieven bmten te bonden, dan haar achter hen te sluiten, nadat men ze binnen heeft ge laten kom ga maar eens met mij mee, dan zal ik u den weg wel wijzen. Met eene lichte beweging had Marga de hand afgeschud, die Sophie op haren arm liet rusten, zij wierp baar oom een vriendelijk lachje toe, boog voor Robert en volgde den draak" van het iis, die voor het oogen blik fiuweelen pc ,es gaf. Wat is zy bekoorlijk zegde de jonge man, toen de deur zich achter Marga had gesloten. Meent ge dat zegde de professor op twijfelenden toon en nog steeds den ongeluk— Totaal Europa 2.500 mill. Mark, Totaal leger en vloot in Europa7.320 Als de zeeën der aarde uitdroogden kon men goed een eerste klas spoorweg met alle noodige bruggen, tunnels, sta tions en rollend materiaal, die de gehee le aarde zou omspannen aanleggen, voor het bedrag, dat jaarlijks in Europa door alle landen aan oorlogskosten wordt uit gegeven. Europa geeft jaarlijks meer uit voor oorlogsdoeleinden dan voor op voeding, hygiëne en andere sociale werken te zamen. En toch nemen de militaire uitgaven der volken van jaar tot jaar nog toe. Het bovenstaande geeft een inzicht in het kapitaal verslinden door den oor log en dat nog wel bij zoogenaamden vrede. Maar geldverlies is niet het eeni ge, wat te beklagen is. Niet alleen geld wordt op reusachtige wijze aldus weg geworpen, maar even groot is het ver spillen van menschelijk arbelds-vermo- gen. Meer dan 4 millioen der krachtig ste jongelieden staan in de legers en de vloten in Europa onder de wapens eu meer dan 1 millioen civiele personen zijn voortdurend bezig met maken van oorlogs schepen, wapens, kruit en andere oor- logsbenoodlgdhedeD. Dat is een totaal van 5 mllioen krachtige, mannelijke per sonen, die in landbouw en nijverheid tot welzijn des volks bezig zouden kunnen zijn, worden aan de productie onttrok ken. Door het verbruik van 5 millioen der beste arbeiders en van 1 millioen legerpaarden wordt jaarlijks in Europa een schade toegebracht, die op eenige millioenen kan worden geschat. Meer dan 7.320 mill, mark voor crijgstoerustingen jaarlijks. Wat betee- kent dat bedrag. Als men bedenkt, dat het Panama- canaal bij voltooiing ongeveer 1900 mill, mark zal kosten, blijkt, dat Europa jaar- ijks meer dan viermaal zooveel uitgeeft voor oorlogskosten, dan dit groote werk des vredes, de grootste en kostbaarste ingenieursooderneming der aarde, ver- eischt. Als men de waarde der handels schepen gemiddeld op f 300 mark per Drutoton stelt, dan bedraagt de waarde der geheele Engelsche handelsvloot van 10,000 schepen, en 19 mill, tonnen bru to 5700 mill mark, terwijl de waarde van alle handelsvloten der geheele wereld ongeveer 40 mill, bruto tonneninhoud, bedraagt 12.000 mill. mark. En de Eu- ropeesche staten geven, zooals wij zagen voor hun landleger en oorlogsvloot 7320 millioen mark per jaar uit of 600 mill, mark per maand. Daardoor geven zij al le 10 maanden een bedrag uit voor oor logsdoeleinden, dat overeenkomt met de waarde der geheele handelsmarine van Engeland en in 20 maanden een som, even groot als de waarde van alle han delsschepen der aarde. kigen verdwaalden brief in de banden hou dende, die nu eerst terng gevonden was. Maar vertel me nu eens wat ik met dat kind moet aanvangen Zon ik haar niet naar een pen sionaat, naar een klooster of ietB dergelijks kennen zenden Hoe kunt ge daarover denken, miin waarde professor. In de eerste plaats is owe nicht geen kind meer, het is een jong meisje en daar enboven is het niet zeer waarschijnlijk dat zij altijd by u zal blijveD. Ik... ik weet het niet, ik geloof, ik vrees zegde de onde geleerde, heimelijk een blik werpende op den brief, dien hij nog altijd in de band hield. De jonge man raadde, dat hij een pynlljk pnnt had aangeroerd en echielijk liet bij er op volgen Alles komt met deB tyd terecht, daar zult gy spoedig van overtuigd zijn voor het oogenblik bebben wij er slechts over te denken hoe het verblijf van Mej. Holsten in Europa zoo aangenaom mogelijk te maken. De jonge Amerikaaneche moet van hier een gunstiger indruk meenemen, dan zij, naar het schynt, verwacht heeft en indien ik u hierbij op eenige wijze van dienst kan wezen... O ja, waarde vriend, gij knnt mij daarbij zelfs van grooten dienst zyn. Ik weet niet, hoe men met die jonge meisjes om moet springen. Kort daarop ging Robert been na den pro— fesBor vast beloofd te hebben, hem in den loop van den dag nog eens te zullen bezoeken. De oude geleerde bleef alleeu in zyne stu deerkamer doch in weerwil van deze een zaamheid, die zoo gunstig voor zijnen arbeid was, liet hij zijne boeken onaangeroerd. Peinzend was hij in zijnen leuningstoel voor zijne schrijftafel gaan zitten, met het hoofd tnsschen de banden en liet zijne gedachten den loop der vervlogen jaren teruggaaD, waar bij hij trachtte zijne herinneringen, verstrooid over het gebied dier vervlogene tyden te ver- aomelen. Hoeveel jaren was het nu al geleden, dat in dit zelfde vertrek een jongske met bruine, krullende lokken zich onder de tafel verschool en vandaar een schalkechen blik richtte op 't ernstige gelaat van den oom Hoeveel Twintig jaar Dertig Of nog meer Het was een lieftallig knaapje geweest, die Leonard Holsten de zoon van professor's eenige zuster schoon, gezond, goed, begaafd met een helder verstand, bewegelijk als kwikzilver overal kon men hem vinden en naar het vaak scheen zelfs overal te gelijk. Van den kelder naar den zolder bollende alle hoeken van het onde bnis doorsnuffelende speelde hij de huishoudster onvergeeflijke trok ken en ontwapende haar zoodanig door zyne aanvalligheid, dat Sopbie. want zij bestnnrde toen reeds bet huishonden, hem de ergste misdrijven vergaf. Oom zelf was niet gevrijwaard voor de stre ken van den kleinen schalk. En wanneer deze wanorde in de manuscripten had gebracht, dreigde oom hem wel met de vreeselijkste straften, doch het wbb voldoende, dat bet ke reltje hem op zijne eigenaardige manier aan zag, om vergeving te verlangen. Die oogen, die schoone bruine oogen. welke het kind van zyne moeder had, wat hadden zy hem al niet gekost. Een zucht ontvlood de borst van den ouden geleerde, terwijl er een sinartelijken glimlach om zijne lippen speelde. Hij had niet altijd een hart gehad, even dor en droog als de perkamenten, waaronder bij zich had begraven hy ook was jong geweest en eens had hij het gelnk gekend vau te be minnen. Hy had gehoopt tot de zaligheid van be mind te worden. Hij was toen reeds een ge leerde en het grootste gedeelte van zyn tijd was aan de studie gewijd; maar bij vrienden had bij eeu jong meisje ontmoet en eensklaps was hy tot de ontdekking gekomen, dat ook hij jong was, dat hij recht had op een deel van 't gelnk, 't welk dit ondermaansche geeft. Tot dusver was zijn hart hem onbekend gebleven. Van dat oogenblik af echter werd de professor een droomer. Hij zegde bjj zichzel- ven, hoe heerlijk het moest wezen, om zijne jonge echtgenoote het huis van den Rooden Toren, zijne voorvaderlijke woning, binnen te voeren. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 1