Nummer 77 Donderdag 25 September 1913 36e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ^aalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen, Eerste Blad. ÖE VERZEKERINGSWETTEN, SUNL16tf[ De vreemde nicht. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. FEUILLETON. Zij die zich voor het volgend kwartaal abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. Gemeenteraad. Telefoonnummer 38. Telegram-AdresECHO. Ouclerdoms- en Invaliditeitswet. De Sunlightzeep is absoluut zuiver, en vrij van schadelijke bestanddeelen. Zij is goedkoop, overal verkrijgbaar en hare ongeëvenaarde uit muntende kwaliteit beantwoordt ten volle aan de strengste eischen van hygiene en zuiverheid. Daar om is zij onmisbaar in ieder wel geordend huishouden. UNLIGHT IVaalwijksclit en [jangstraatsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele ryk f 0.90. Brieven, ingezonden stukken, gelden ena., franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: Advkrtbntikn 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel gruote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contr >c gesloten. Reclames 15 cent per regel. EWAARB0RG0 NVÉRVAISCH1 ZONDER SCHADELIJKE SEMANDDEELEN Gedeponeerd] r, 28i Van nl)E ECHO VAN HET ZUIDEN." 12) Is dat alles God zij geloofd, riep het jongo meisje met vuur uit, terwijl eon lichte ,los naar hare kleurlooze wangen steeg. Dat rijn daar gebeurtenissen, die iederen dag voorvullen. Al meer dan eens heeft mijn va der honderdduizenden dollars verloren, die hij den volgenden dag weer terug won. Nu be grijp ik, waarom het geld, waar ik om ge vraagd heb, niet gekomen is. De professor hoestte eens eii streek met de hand over de weinige witte haren, die zijn hoofd sierden. Het is dat niet alleen, Marga, zegde hij, jstem dempende. Uw vader is... hij is ziek... zwaar ziek... Ge weet dat daar vreeselijke koortsen heerschen. Ach God, foijn vader is dood gilde Mar ga; haar gezicht was lijkkleurig geworden, hare donkere oogen schenen zich te verwijden. Oom, zeg mij alles, ik weet hetik gevoel het, mijn vader is dood O, mijn lieve, goode vader. En terwijl zij zich op den dichtst bijstaanden Jtoel liet neervallen, begroef zij het gelaat in de handen. Maar zij weende niet, geen traan ontsprong haar oogen, geen snik verried bare aandoening. Men zou gemeend hebben, dat zij stierf, als door den bliksem getroffen door deze onverwachte smart. De professor liep heen en weer en zonder eon enkel woord te durven, kunnen spreken. Hij bleef voor het arme kind staan, beproefde te vergeefs haar een woord van troost toe te spreken en hervatte daarna weder zijne wan deling, ten prooi aan de smart, die hij onder voed en getroffen door die, waarvan hij getuige was en toen hij nu weer voor Marga bleef stilstaan, greep deze zijn arm. De behandeling in de Tweede Kamer van deze wet heeft nog eenige verras singen gebracht, die aanleiding zouden kunnen geven tot een afzonderlijk artikel da'arover, maar wij meenen dit te kunnen laten rusten, om terloops met een enkele op- of aanmerking te volstaan Het zal den lezers duidelijk zijn, dat een overzicht van een wet welke uit ruim vier honderd artikels bestaat, in een nieuwsblad uit den aard der zaak beknopt moet zijn. Rekening houdend met de be schikbare plaatsruimte zullen wij trachten zooveel mogelijk het belangrijkste te vermelden. Dat er, evenals bij de schets van de Raden- en Ziektewet, nog veel te vragen overblijft, niemand is daarvan meer overtuigd dan wij, die ongetwijfeld op veel ook het antwoord zouden moeten schuldig blijven, omdat het geheel nog onvolledig is, in zijn vollen omvang niet kan beoordeeld worden. Onder de verplichte verzekering tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom vallen de arbeiders, die 13 jaar oud zijn mits zij binnen het Rijk in loondienst arbeid verrichten voor een loon van niet meer dan f 1200.per jaar en niet in militairen dienst zijn. De uitzonderingen die op dezen alge- meenen regel worden toegestaan zijn de volgende 1. de arbeider, die reeds 35 jaar is en nog niet verplicht verzekerd was, vóór hij dien leeftijd bereikte. Voor deze categorie is bij de over gangsbepalingen gezorgd, hoewei hun aantal wel niet groot zal zijn, daar er mee bedoeld worden personen die na het bereiken van den 35-jarigen leeftijd nog genoodzaakt zijn in loondienst te gaan. 2. de arbeider, die reeds invalide is, vóór hij als vallend onder de wet werd aangemerkt. 3. de arbeider in dienst van het Rijk. 4. de arbeider in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, (provincie, gemeente, waterschap) dat reeds een regeling heeft van invaliditeits- en ouder domspensioen voor haar ambtenaren en beambten. 5. spoorwegarbeiders, en 6. de arbeider, bij een ondernemings- Wanneer is mijn vader gestorven? Wie was er bij in zijne laatste oogenblikken Wie heeft hem de oogen gesloten, nu ik, zyn eeuig kind niet bij hem was? Heb medelijden met mij, oom, zeg mij alleB, laat mij mijn ongeluk niet droppel voor droppel inzuigen. O, spreek, ik bid het u Ik weet verder niets, arm, lief kind, dan hetgeen ik u heb medegedeeld, niets dan de tijding van die vreselijke ramp. Maar de brief, oom, die afgrijselijke brief, waar is hij Ge weet, mijn kind, boe verstrooid ik ben toen ge hier gekomen zijt, lag de brief van uw vader al sinds maanden onder mijne papieren. Is die brief dan verloren geraakt? Da professor knikte bevestigend met het hoofd Hij moet gezocht worden, ik moet hem vinden onmiddellijk. Voor dat haar oom haar had kunnen tegen houden, was het jonge meisje naar de studeer kamer gesneld. Hoewel zij ten prooi was aan eene koortsachtige opgewondenheid, wilde zij met regelmaat te werk gaan. Zij opende alle boeken en schudde ze uit. doorblaarde de manuscripten en verzuimde zelfs niet de snip pers in de papiermand te onderzoeken. Zacha- rias bleef by zijne schrijftafel staan. Zjjne vochtige, op het meisje gerichte oogen, staarden nu en dan angstig naar zijne kostbare manuscripten, die driftig gegrepen en weer neergeworpen werden en naar de papieren, welke zijne aanteekeningen bevatten en die thans dooreen gegooid en verward, zich tot een vormeloozen hoop opstapelden. Eene maand zou ternauwernood voldoende zijn om de wan orde te herstellen, die in een half uur was aangericht. Niettemin woonde hij kalm deze daden van vandalisme bij en bracht van tyd tot tijd de hand aan den binnenzak van zijnen frak, welke den Bleutel bevatte van de onderste schuif zijner schrijftafel. Misschien hebt ge dien brief in de schuif verborgen. Hoe zou ik dat hebben kannen doen Ik berg nooit eenig papier in eene schuif. Geef mij den sleutelik wil :zoo lang zoeken tot ik den brief heb gevouden. dienst, wien door den werkgever of een fonds dat rechtspersoonlijkheid bezit, bij invaliditeit en ouderdom pensioen is verzekerd. In denzelfden geest als in art. 52 der Ongevallenwet 1901 de risico-overdracht uit die wet voortvloeiende is geregeld, regelt art. 40 der Invaliditeitswet de overdracht van het risico dier wet. De onder 6 genoemde arbeiders zijn dus verzekerd bij een ondernemingsfonds, genoemd in bedoeld art. 40, waaronder ook wordt begrepen een fonds voor een aantal werkgevers te zamen. De verplicht verzekerden worden ingedeeld in vijf loonklassen, naar het loon dat zij verdienen. Klasse I jaarlijksch loon beneden f 240.— II van f240.- tot en met f 400. klasse III jaarlijksch loon beneden f 500.— tot en met f 600. klasse IV jaarlijksch loon beneden f 600.— toi en met f 900.— klasse V jaarlijksch loon beneden f900.— tot en met f 1200. De arbeider wiens loon geheel bestaat uit verstrekkingen in natura, als kost, kleeding, inwoning enz., vallen in de eerste loonklassen de arbeider tijdelijk in militairen dienst behoort in de tweede klasse, waarvoor de premie geheel door het Rijk wordt betaald. HAARSTEEG. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Zaterdag 20 Sep tember des namiddags ten 3 uur. Voorzitter de Edelachtb. heer J. M. A. van Bokhoven. Ongeveer 3,15 uur opent de Voor zitter de vergaderingaanwezig alle le den terwijl er een vacature is ontstaan door het overlijden van den heer van der Geld- De notulen van de vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Voorzitter. We zullen beginnen met punt 3 van de agenda, zooals die een vorige keer was vastgesteld. 3. Vaststelling van het zekerheidsbe drag van den gemeente-ontvanger. Volgens art. 110 van de wet moet dat bedrag f 1436.54 zijn. B. en W. stelleD voor het te bepalen op f 2500 wijl er anders veel kans bestaat dat binnen enkele jaren de verordening weer gewijzigd zal moeten worden. Nadat de desbetreffende artikelen zijn voor gelezen, wordt dit voorstel met alge- meene stemmen aangenomen- 4. Benoeming van een ontvanger. Voorzitter er zijn drie sollicitanten. A. van den Brand. Jan van Engelen- C. f. KUjn. Van den Brand. Waarom moet de Denoeming plaats hebben zonder dat de raad voltallig is. Voorzitter. Omdat er een moet wor den benoemd. Van den Brand. Dat behoeft neg niet. Voorzitter. Dat moet wel. Van den Brand. Dat is niet noodig. Eerst moet er nog een lid van den raad worden gekozen, maar dat komt jullie zeker weer niet te pas, maar ik zal je potverdomme leeren. Voorzitter. Van den Brand, 't gaat nou over de benoeming van een ont vanger en niet over een lid van den raad. Van den Brand. Ik ben er tegen om eerst een lid van den raad te kiezen. Voorzitter. Ik ook. Van den Brand. Nou, ik bedoel er voor, dat weet je ook wel. 't Is dat Leendert (van Oudheusden) is omgedraaid anders... Voorzitter. Van den Brand... Van den Brand, 't Is heelemaal niet netjes boor om nu een ontvanger te benoemen. Voorzitter. Dat moet volgens de wet. Van den Brand. Dat hoeft niet volgens de wet en dan om te zeggen dat zijn nou die nette raadsleden. Voorzitter. Dat heb ik niet gezegd. Van den Brand. Dat heb je potver domme wel gezegd. Voorzitter. Van den Brand Van den Brand. Jij hebt gezegd daar gaan nou die nette raadsleden. Voorzitter. Nou moet 't uit zijn hoor, er is aan de orde het benoemen van een gemeenteontvanger. Van den Brand. Gadverdomme, jullie spelen hierboven maar den baas en zegt maar dat en dat moet gebeuren, ben je nou belazerd kerel, denkt ge nou dat we nou alles maar doen. De Kort. Vroeger was het dat de ontvanger ook armmeester moet zijn, hoe zit dat nu Voorzitter. Dat komt dadelijk. De Kort. Ja, maar vroeger kwam dat tegelijk. Voorzitter. Dat kan niet tegelijk ge beuren. Van den Brand. De heele gemeente spreekt er gaddomme schand van. Gij zijt nou burgemeester geworden eu daar heb ik je in gesteund, maar ik heb er zooveel spijt van als haren op m'n kop. Voorzitter. Ze maken op straat ner gens praat over. Van den Brand. Dan moet je maar eens hooren. Voorzitter. B. en W. hebben op de voordracht geplaatst als no. 1 C. J. Kiijn en als no. 2 G. van Oudheusden. Benoemd wordt C. J. Kiijn met 4 stemmen. De heer A. v. d. Brand ver kreeg 1 stem terwijl 1 stem in blanco was uitgebracht. De Kort. Ge moet 't nou niet logen straften, burgemeester, dat ge gezegd hebt daar gaan nou die nette raadsle den, want dat heb je wel gedaan. Voorzitter. Er komt in behandeling... Van den Brand. Zie je wel, je mag niets zeggen, zullie zorgen wel voor een eigen boterham. Ze hebben hierboven altijd de baas gespeeld en dat zal wel weer blijven. Wij zijn goed om de asschen uit te kruien, wij zijn hier de onnoozele kinderen Voorzitter. Ik stel aan de orde de benoeming van een armmeester. B. en W. hebben op de voordracht geplaatst de heeren C. J. Kiijn en G. van Oudheusden. De heer C. J. Kiijn wordt benoemd met 4 stemmen, twee stemmen waren in blanco uitgebracht. Voorzitter. Proficiat, secretaris met je benoeming als ontvanger en armmeester. Al de andere leden, behalve de heeren Van den Brand en de Kort wenschen den secretaris proficiat. 6. Ingekomen stukken. Voorzitter. Bij mijne benoeming tot burgemeester is door de Wethouders de kas van den gemeente-ontvanger opge maakt. Er was in kas f2866.97' A», wat in orde is bevonden. Den sleutel ik heb hem niethij is al lang verloren. Ik heb dus onmogelijk den brief in eene schuif der schrijftafel kunnen bergen. Indien ge dien sleutel kondet terug vinden, zondt ge mij eenen grooten dienst bewijzen. Dat is jammer, maar ik moet dien brief hebben, riep Marga, terwijl zy weer met woesten ijver hare vrncbtelooze uasporingen voortzette. Alles was tevergeefs, do brief was evenmin te vinden als de sleutel. Als het winter was, oom, dan zondt ge den brief in den baard hebben kunnen laten vallen of hem bij vergissing wellicht verbrand hebben, doch nu iB dat onmogelyk. Maar toch, wie weet? Het jongo meisje snelde naar den haard cd haar fijne bandjes doorzochten ijverig de asch die er zich nog in bevond. Moedeloos stond zij weer op. Scherp uw geheugen eens goede oom, mischien droegt ge een anderen frak dan deze. Hij schudde ontkennend het hoofd. Misschien hebt ge den brief nit ver strooidheid op straat geworpen. Zoo oud als ik ben, antwoordde de pro fessor terwyl hij zich oprichtte, is het mij nog nooit overkomen, dat ik een papier verscheur- cis* Deze veronderstelling had hem blijkbaar beleedigd. Zijt ge er wel zeker van, dat ge hem niet in uw zak hebt gestoken Maar kindlief, ik heb mijne zakken al wel honderdmaal omgekeerd, ten einde eone aan- teekening te vinden, waar ik zeer om ver legen ben. Marga zag in 't rondeindelijk vielen hare oogen op de boekenplanken, die, beladen met boeken de wanden innamen tot aan het plafond. Onmogelyk was het niet, dat de professor oon dier boeken bad moeten raadplegen en den brief bij wijze van bladwijzer er in gelegd had. De daad volgde spoedig op de gedachte. De boeken, een voor een doorzocht en wegge worpen, bezaaiden den grond. Deze barbaar- Bche behandeling, zijne lievelingen aangedaan, sneed den professor door de ziel, maar toch i bozat hij da noodige kracht om kalm te bluven. Gok deze laatste hoop bleek ijdel. Marga liet zich in den stoel van den profosBor neer vallen en vonwde de handen in den schoot. Hoor eens, oom, zegde zij na eenige oogenblikken van stilzwijgen, ik vertrek met ds eerste boot. Het is mij onmogelijk, die on zekerheid, langer te dragen. Ik wil vragen, ik wil zelf zien. Ik kan nog niet geiooven dut mijn vader dood is. Dood.' O, mijn God/ kreet zij. En voor de eerste maal barstte zij in tranen los. Ik dank God, dat Hy u veroorloofd beeft te weenen, zegde de oude geleerde, terwijl hij zachtjes het haar van het jonge meisje streelde. Het verontrustte mij zoo, Uwe oogen droog en vurig te zien. Ja, ween maar. De slag is hard geweest en ik bon zoo onhandig, zoo onbeholpen, dat ik n zelfs niet op die ontzet tende ramp heb kunnen voorbereiden. God is mijn getuige, dat mijn hart bloedt, als ik u zoo zie. r lk bad me liever de rechterband laten al- hakken, dan u dien slag te moeten toebrengen doch het moest nn eenmaal. Maar thans zijt ge mijn geliefde dochter, mijn eenig kind uw vader heelt u naar my toegezonden als het kostbaarste deel van dat gene wat hij bézat; by heeft u aan mij ver maakt en zoo zijn dierbaarste goed aan mij toe vertrouwd. Welnu, ik zal u liefhebban, ik zal u beschermen, alles, wat ik bezit, behoort n toe, het zal n bi' mij aan niets ontbreken. Och, oom", aan dat alles deuk ik geon oogenblik. Maar mijn vader.... te denken, dat j ik geen vader meer heb, dat ik niet bij hem was in zijne laatste oogenblikken. Nooit heb ik gedocht, dat mijn vader kon sterven, neen. nooit God heeft het aldns gewild, myn kind, Gij moet de smart, die Hij u toezendt, met gedold en gelatenheid dragen. Maar ik ben niet ongeduldig, ik wil ge laten ziju, riep het jonge meisje. Oom, ik moet vertrekken en ik vertrek ook. Tracht eerst eens wat tot bedaren te komen, stamelde de oude geleerde. In de eer ste plaats kant ge niet terstond gaan het vertrek van de eerstvolgende boot heeft eerst den 15e plaats en verder, kunt ge me niet zoo aan mijn lot overlaten. Heb ook ik niet mijn naasten bloedverwant verloren, denzoon mijnor eenige zuster, die ik zoo lief heb gehad Vergeef me, oom, zegde Marga nederig, ik ben zoo eigenbaatznehtig. Men heeft mij altijd zoo lief gehad, dat ik maar zeldeu aan a-.deren denk Zij Bloeg bare armen om den bals van den grijsaard en hare tranen begon nen opnieuw te stroomeD. Ge vergist u, kind, zegde bij, bet hoofd van het jonge meisje streelend, ge zijt veel beter dan ge denkt, ik heb dat altyd begrepen. Eensklaps ontroerde hij, als ware hij door een dolk getroffen geworden Marga zegde zachtjesGij laat nn zeker een slotenmaker halen om die schuif te openen, niet waar? Een slotenmaker herhaalde de professor eenigszins verlegeD, waartoe zon dat dienen. Het is niet vandaag dat ik den sleutel heb verloren. Dat is waar ook, ge hebt dien brief dus niet in die schuif Reborgen Maar waar kan hij dan zijn? Waar? Waar? Zacharias oogen vulden zich mot tranon, toen zijn blik viel op de gesloten schuit welke den brief bevatte, die door Marga met zooveel ijver gezocht werd. Hij zag dien brief. Hij las iedor der vreeselijke regels, die er in geschreven stondeD, ieder woord was met vurige letters in zijn verstand gegrift, daar waren ze in hun ontzettende kortheid De pijnlijke taak rust op mij, n bekend te maken met het overlijden van uwen neef, M. Leonard Holsten. Verscheidene ongelukkige ondernemingen hadden sinds jaren reeds het crediet van zijn huis ernstig geschokthet laatste bankroet, dat te San Francisco voor viel, heeft hem geheel geruïneerd. M. Hosten heeft getracht er zich weer boven op te werken door eene groote speculatie op petroleum, doch eergisteren vernam by dat deze was mislukt. De kalmte, waarmee onze chef deze tijding ontving, beeft ieder misleid, mij uitgezonderd. Hij had bekend gemaakt, dat men don vol genden dag alle wisBels betalen zon, die ver vallen woron. Al beel in de vroegte had ik mij alleen naar zijne villa begeven om er zyne orderB te ontvangen, doch helaas ik kwam te laat. De ongelukkige had door een revolver schot een oinde aan zijn leven gemaakt. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1913 | | pagina 1