Tweede Blad.
ONAFHANKELIJKHEIDSFEESÏ
Gemengd Nieuws
BINNENLAND.
Kantoagarsclit Waalwijk.
Kunst en Letteren,
NUMMER 84.
ZONDAG 19 OCTOBER 1913.
36e JAARGANG
De Vollurno-rarnp.
YVe willen voor heden nog al wat
laatsruimte bestemmen voor dezen ramp
die de wereld, maar ook en vooral ons
|aDd diep heeft geschokt.
Beginnen wij met het officieel rapport
omtrent den ramp, dat kapitein Inch van
de Volturno heeft uitgebracht en dat
luidt als volgt:
>De brand werd Donderdagmorgen
om 6 u. 50 m. door den eerste officier
gerapporteerd in ruim 1. Vijf minuten
later sloegen de vlammen reeds door de
luiken van het ruim en zetten zij het
voorschip en al het gerei aan dek in
brand. Wij verminderden de vaart van
het schip en hielden het voor den wind,
0m de stoomblusschers in werking te
kunnen stellen in vereeniging met drie
dek-brandspuitslangen. De vlammen won
nen snel veld en bereikten de hoogte
van het licht aan den voormast. De wacht
beneden werd opgesloten en verbrandde.
>In het voorschip vernielde een reeks
van ontploffingen het salon en midden-
scheeps, het hospitaal, terwijl ook het
kompas en het stuurtoestel beschadigd
werden.
«Daar het onmogelijk scheen het schip
te redden, had ik de reddingsbooten van
levensmiddelen laten voorzien en ze voor
het strijken gereed doen maken. Het
schip slingerde echter zwaar en de boo
ten no. 13 en 5 werden verbrijzeld, doch
no. 2 kon met de kajuitpassagiers en de
stewards onder den eersten officier Mil
ler te water worden gelaten. Deze boot
sloeg om, terwijl de inzittenden in het
water vielen. Later richtte zij zich op
en verschillende van de bemanning klom
men er met den eersten officier weer
la.
«Boot no. 6 werd toen gestreken en
kwam onder bevel van den vierden offi
cier Langsell met tusschendekpassagiers
goed weg, Boot no. 7 werd bij het
strijken onder den achtersteven gevangen
en geheel stuk geslagen.
«Inmiddels hadden de hoofdmachinist,
twee matrozen en ik zelf ons met de be
vrijding van den brand bozig gehouden,
en toen de vlammen in kracht afnamen,
gaf ik, ook omdat ik bericht ontvangen
bad van de Carmania, dat zij ons om
11 uur in den morgen hoopte te berei
ken, bevel om geen booten meer uitte
zetten. Reddinggordels werden uitgereikt
en alle passagiers er van voorzien. Deze
werden nu kalmer.
iOm 9 uur in den morgen kwamen
wij tot de ontdekking, dat de bunker in
brand stond. Omdat het onmogelijk was
het vuur daar te stuiten wegens de aan
wezige gassen, werden de waterdichte
schotten gesloten en liet men door luik
no. 2 water neer op de vlammen, die
echter steeds meer vorderden.
»Om 11 uur kwam de Carmania aan.
Zij streek een boot, doch deze kon we
gens de hooge zee ons schip niet berei
ken. Ik verzocht de Carmania toen naar
boot no. 6 te zoeken. Daarop kwam de
Seydlitz, die booten neerliet, welke even
min bij ons konden komen.
«Ora 3 uur in den middag keerde de
Carmania terug en trachtte verbinding
met ons te krijgen door middel van
reddingvlotten. Ze dreven alle op te
grooten afstand voorbij den boeg weg.
«Toen de schemering viel, waren meer
stoomschepen aangekomen. De sloepen
van de Kroonland deden viermaal een
poging om langszij ons schip te komen,
doch zij werden steeds weggeslagen.
>Om halftien 's avonds stonden het
salon en de kaartenkamer in brand, en
ook het dek en de brug en alles voor
de stoompijp, bevond zich in een vuur
zee. De pompen konden niet meer wer
ken wegens gebrek aan stoom. De Mar-
coni-seiners waren tot 11 uur met ac
cumulatoren bezig, toen de toestellen der
draadlooze telegrafie op de brug en in
de mast door een ontploffing werden
medegenomen. Verschillende reddings
booten, die in de nabijheid waren, noop
ten passagiers om overboord te sprin
gen en zij werden gered.
«Omstreeks middernacht, bij bewolk
ten hemel en buiig weer, werden de
werkzaamheden gestaakt, daar het te
duister was voor de mannen en voor de
booten om voor zich uit te zien. Het
vuur had zich intusschen een weg ge
baand door het vrouwenlogies aan het
achtereind van het schip, doch wij hiel
den dit verborgen voor de passagiers,
die zich gedurende het overige gedeelte
van den nacht rustig hielden. De hoofd
machinist, de Marconi-telegrafisten, ma
trozen en ik zelf brachten den nacht
door met het maken van kleine vlotten
voor het geval het vuur voor het aan
breken van den morgen het dek zou
aangrijpen.
«Om 5 u. 15 m. in den morgen kwam
de eerste kleine boot langszij. Het weer
en de zee waren kalmer geworden en
stelden ons in staat de passagiers in te
schepen. Al de stoomschepen zonden
daarop sloepen en wij konden er drie
onmiddelijk met passagiers bezetten
Deze verlieten het schip in goede orde.
Er was geen paniek. De krachten be
gaven de vrouwen en zij schreeuwden
het uit, toen er hulp langszij opdaagde.
«Om 8 uur hadden allen het wrak, waar
ongeveer 400 passagiers waren, verlaten.
Ik zelf zocht het schip door en vond
niemand meer aan boord, zocdat ik be
sloot heen te gaan, daar het luik van
het derde ruim reeds goed en wel in
brand stond. Met het overschot van de
bemanning kwam ik aan booid van de
Kroonland.
«Niets is gehoord van de twee ver
miste reddingsbooten. Aan voorbijvaren
de schepen is verzocht goed uit te kij
ken.*
Kapitein Inch eindigt met zijn dank
uit te spreken aan de officieren en ver
dere bemanning van de schepen, die hulp
hebben verleend.
In ons vorig nummer hebben we nog
verteld dat de Czar met ruim honderd
schipbrenkelingen in Rotterdam was aange
komen en dat deze ongelnkkigen in Mon-
tefiore een uitnemende stichting die gastvrij
heid verleend aan landverhuizers, aldaar wa
ren ondetgebracht. Daar zijn tal van diep
ontroerende maar ook verheffende tooneelen
afgespeeld.
De Maasbode" bad begrepen dat spoedig
helpen dubbel helpen was, en daarom de
voornaamste firma's om hulp gevraagd. In
een oogenblik waren verschillende artikelen,
tal van giften om uit te deeleD, op de
Beurs werd eeu lijst ter teekening gelegd
en Dr. Voorzanger, de dr. van Montefiore had
Donderdagavond reeds f 7000 om onder
deze schipbreukelingen te verdeelen wat direct
gebeurd is, en voor de rest draadloos wordt
overgemaakt aan de Campabello, waarmede
deze ongelukkige weer zijn vertrokken.
Wij lezen in «De Msb.* het volgende
aandoenlijke relaas van het bezoek van
pater Mazurowsky aan de geredden van
de «Volturno*.
Met pater Mazurowsky, den vader der
arme landverhuizers, zijn we in den voor
middag nog eens op stap gegaan naar
de ondergebrachten in Montefiore.
De meeste schipbreukelingen zijn uit
Gallicië, Kroatië, Polen, Rusland en zijn
voor ons journalisten onverstaanbaar en
pater Mazurowsky kan zoo smakelijk
met hun praten.
Dan komt er een verheugde glans in
hun verdofte oogen als zij zich door een
priester, den vertrouwensman, in hun
eigen zoete landstaal hooren toegespro
ken.
Verrast grepen zij de hand van den
priester en kusten die eerbiedig naar
hun vroom landsgebruik en in hun blijd
schap kusten zij die van mij er bij.
Binnen in het vriendelijke witre huis
van Montefiore was alles nog vol bedrij
vigheid.
Bulten op de warande lagen stapels
van witte kartonnen doozen, waar nieuwe
sehoenen in geborgen waren geweest, die
ze nu allen aan de voeten hadden.
Sommige vrouwen, maar ook mannen
zochten er de gaafste doozen uit, om ze
zuinig te bewaren.
De haveloozen, het werd weer hun
eerste en eenige bezit.
Jongens van Magazijn «Nederland*
kwamen nog met pakken ulsters aandra
gen, want er waren onder de mannen
reuzenkerels, die wat uit de gewone
maat vielen.
Langs de breede trappen van de ou
de villa huppelen de kinderen op de
bloote voeten en in hun onderkleeren
vroolijk op en neer.
In de heerlijke zorgeloosheid van de
jeugd en bij de verrassing van het
nieuwe leven, waarin zij zich zoo plot
seling geplaatst voelen, zijn zij alle door
gestane leed weer vergeten,
Maar de vrouwen zitten nog terneer
geslagen, kommer en zorg staan
neergeschreven op haar vaak mooie ge
laatstrekken. Zij voelen zich ziek van
den schrik, haar zenuwen zijn diep ge
schokt.
Morgen, morgeD, moeten zij weer op
de boot, die verschrikkelijke zee over, de
angst laat haar niet los.
Twee flinke meisjes, witte doeken ge
vouwen over het weelderige bruine haar,
de groote klare oogen vol tranen, zitten
triest neven elkaar op den rand van
een ledikant.
Pater Mazurowsky spreekt ze aan. Ze
zijn beiden uit Gallicië, ze waren op
weg naar een broer in Amerika. Maar
zij hebben geen moed meer, ze hadden
nog nooit de zee gezien en nu die ver
schrikkelijke reis, die ontzettende nacht.
Ze gingen maar liever weer naar hun
land terug, de armoede tegemoet.
Pater Mazurowsky trachtte nieuwen
moed bij haar op te wekken.
Hij overtuigde haar, zij nu verzekerd
zullen worden van een goeden overtocht.1
Zij zullen goed worden verzorgden ver
pleegd en Onder de gunstigste omstan
digheden zullen zij nu in Amerika worden
toegelaten.
De autoriteiten in Amerika zullen
nu met geen lastige formaliteiten komeo.
En zij behoefden nu geen passage meer
te betalen.
Er komen andere vrouwen om ons
heen staan, die ook wel weer naar Ame
rika zouden willen maar nu niet durven.
Maar het opbeurend, overtuigend
woord van pater Mazurowsky geeft haar
moed.
Het was de ontroerendste film welke
ooit kan vertoond worden.
Een film van levende beelden van de
aangrijpendste tragiek.
Eerst de droeve stoet van vrouwen,
voor het meerendeel nog jong, maar tot
in haar diepste wezen geschokt door de
ontzettende tooneelen in den nacht van
verschrikking.
Niet uit weelde waren die menschen
den wijden Oceaan overgegaan om in een
nieuwe wereld een misschien gelukkiger
leven tegemoet te gaan.
Niet uit weelde hadden zij zich opge
borgen in het ruim van een tusschendek
van zoo'n oceaansteamer, die niet di
rect de philantropie tot roeping heeft.
Toen kwam over hen de ontzaggelij
ke ramp van een schipbreuk.
Een schipbreuk van een hooge en
woeste zee, die het uitzetten der red
dingsbooten onmogelijk maakte. Boven
dien een niet te blusschen brand, ge
paard met hevige ontploffingen, drong
de honderden en honderden al dichter
op het eenige door de vlammen nog
gespaarde deel van het schip.
Is grooter jammer denkbaar
Moeders zagen voor haar oogen haar
kinderen verdrinken, mannen konden
hun vrouwen niet meer bereiken, hul-
pelooze meisjes zagen tevergeefs naar
een redder uit.
Nu stonden zij daar voor ons met den
angst nog in de oogen, de schrik als
een zieke in de ledematen, hun kleinste
bezitting, het dierbaarste aandenken, dat
hnn nog restte, verloren voor altijd, hun
gezin of familie vaak gehalveerd.
Kinderen ouderloos, ouders hun kin
deren kwijt, soms bij getallen. Was het
niet erg genoeg
Het kleine ventje Eduward van eenige
maanden heeft zijn moeder teruggevon
den. Er is bericht gekomen, dat zijn
moeder in New-York is binnengebracht
en dat zij hem daar zal wachten.
Een stewardess van de Uranium-
Company" zal nu met de „Campanello"
meegaan om speciaal voor alle onbe
heerde kinderen te zorgen.
Er waren nog meer verrassingen dezen
morgen, die alle in goede stemming heb
ben gebracht.
Zoo is ook namens de maatschappij
medegedeeld, dat alle vrouwen en kin
deren op de „Campanello" tweede klas
de reis mogen maken.
De „Sakser" die eerst met vrouw en
kind naar Duitschland wilde terugkeeren
is nu ook weer besloten, om toch de
reis naar Amerika te maken.
Zijn kleine vrouw, ze zijn pas an
derhalf jaar getrouwd die een schat
tig kindje op den arm draagt, is vol
moed.
Hoe het hem aan boord gegaan was
of hij met vrouw en kind zamen was
gered.
Och, hij had al zooveel ellende in zijn
leven gezien, zoodat hij voor een klein
geruchtje niet vervaard was.
Hij had bij het vreemdelingenlegioen
in Algiers gediend, en toen den oorlog
tegen Marokko medegemaakt.
Hij had vrouw eD kind in een sloep
gelaten, en had zelf een van de laatste
het schip verlaten.
Ook de Franschman en zijn zoontje,
dat nog een verbooden handje heeft
wegens brandwonden, heeft gisteren
avond laat een verheugende tijding ge
had. Een depeche had hem gemeld, dat
vrouw en kind in New-York waren bin
nengebracht.
Hij had een groot vertrouwen gehad,
dat hij haar nog levend terug zou zien.
Ofschoon hij in zijn leven nogal wat
rampen had medegemaakt, was hij toch
'n boffert.
Hij had bij deze schipbreuk voor fr.
2000 marchandises verloren, maar z'n
vrouw en kind waren nu behouden-
In. 1906 had hij in Cousrières de mijn
ramp medegemaakt, waar 1200 dooden
gevallen waren.
Hoe het kwam dat hij van vrouw en
kind was gescheiden geworden
Wel hij had dezen kleinen jongen van
het dek vier meter laag in een sloep
gegooid. Het kind maakte zoo'n smak,
dat hij meende dat het dood was. En
toen was hij van angst ook in de sloep
gesprongen om naar z'n jongen te zien.
De sloep was weggestooten en zoo
had hij zijn vrouw met het andere kind
niet weergezien.
Boven in 'n particuliere slaapkamer van
den concierge en z'n vrouw slaapt nog
een onbekend kindje van acht maanden.
De moeder is behouden met de
„Kroonland" in New-York aangekomen.
Het wichtje is ziek maar het beste
wordt geoordeeld om het kindje toch
maar «iet het schip mede te geven.
Een stewardess van de „Campanello"
komt het straks halen en zal gedurende
de reis voor moeder spelen.
De moordenaar van Hendrik De Klerk.
Nader verneemt de Tel. dat Franciscus
Dijkman ofschoon niet door het broertje
van Hendrik De Klerk herkend, zelve
heeft aangegeven, hoe hij den avond
van Maandag 29 September van den
IJ-kant af in de stad is gekomen.
Hij had geen gebruik gemaakt van
de gemeentepont, doch zich door een
vletterman laten overzetten. Hij was toen
onder den invloed van sterken drank.
Toen hij het veergeld betalen moest,
zei hij ge:n geld te hebben en ontston
den er onaangenaamheden tusschen hem
en den veerman, met dit gevolg, dat
Dijkman door den veerman en eenige
politieagenten naar het politie-posthuis
aan 't Centraalstation werd overgebracht.
Daar werd hem een uitbrander gegeven.
Hij had toen een beige overjas aan
en zijn broek zat vol modder.
Toen hij naar huis werd gestuurd,
voegde hij den agenten toe: «Alsjullui
wisten, wat ik op mijn geweten had,
zouden jului me niet laten gaan.*
De veerman is door de politie opge
snord ook de agenten, die *in het post
huis waren, toen Dijkman met den veer
man daar aanwezig was, zijn door den
commissaris van het bureau Warmoes
straat gehoord en met den arrestant
geconfronteerd.
Zoowel de veerman als de politie
agenten hebben hem herkend.
Het wordt meer en meer waarschijn
lijk, dat Dijkman de dader is van den
afschuwelijken moord. Ook de jongen
weet dat de bewuste man een beige
jas droeg.
De Faillissementswet.
Als antwoord op de circulaire, die
voor eenigen tijd op zeer ruime schaal
door het «Voorloopig Comité uit den
Handel inzake de Faillissementswet* is
verspreid, zijn vele honderdtallen blijken
van adhaesie ingekomen, zoowel van
Bonden en Vereenigingen, als van Han
delaren en Industriëelen.
Deze antwoorden zijn thans alle ge
rangschikt en het Comité heeft op grond
van een en ander besloten voor testel
len een Vereeniging op te richten, waar
voor de Ontwerp-Statuten en reglemen
ten in bewerking zijn.
Het Concept zal spoedig worden ver
spreid met oproep tot een te houden
vergadering.
De nieuwe Amerikaanse/ie gezant.
Bij het aanbieden zijner geloofsbrieven
aan H. M. de Koningin op het Loo
heeft de nieuwe Amerlkaansche gezant,
de heer Henri van Dyke, tot H. M. een
korte toespraak gericht, waarin hij deed
uitkomen, dat hij bijzonder vereerd was
met zijne zending naar Holland, omdat
dit land ongeveer drie eeuwen geleden
zijn voorvaderen heeft gehuisvestom
dat het aan Amerika de grondgedachten
heeft geschonken van godsdienstvrijheid,
volksopvoeding en bondgenootschappe
lijke eendracht en omdat het 't middel
punt vormt van de meest ernstige po
gingen ter bevordering van den wereld
vrede op den grondslag van internatio
naal recht en rede. De gezant sprak de
vurige hoop uit, dat nog verdere stappen
in die richting mogen worden gedaan
gedurende het gelukkige regeeringstiid-
perk van de Koningin uit dit Huis van
Oranje-Nassau, welks naam een zinne
beeld is voor gewetensvrijheid en con-
stltutioneelen zin.
uitstekend.
Ook de versnaperingen die hun wer
den toegediend lieten ze zich goed sma
ken.
Het hoofd der school alsmede de on
derwijzeres komt dan ook wel een woord
van hulde en dank toe voor de vele
moeiten die ze zich getroost hebben om
het de kinderen aangenaam te maken.
Tegen half twee werd het feestterrein
in orde gebracht voor de Volksspelen en
toen tegen 2 uur een aanvang werd ge
nomen, bewogen zich honderden om de
lijntjes, welke menschen het telkens en
telkens uitproestten van het lachen met
de leuke spelen.
De volksspelen werden opgeluisterd
door het fanfare corps Sirena, dat onder
leiding van den heer A. Stravers, aar
dige nummertjes ten gehoore bracht, die
uitstekend voldeden en zorg droegen
dat er onder het publiek de stemming
inbleef.
Ongeveer half acht maakte het Ko
ninklijk Muziekgezelschap «Euphonia*
van Kaatsheuvel eene muzikale rond
gang door het dorp.
Daardoor kwam voor goed de feest
stemming er in. Honderden en honder
den hosten achter de muziek dat het
een lust was om te zien.
Ten half negen gaf Euphonia op de
kiosk een groot concert. Een dichte drom
van menschen bewoog zich rondom de
kiosk en profiteerde van de mooie mu
ziek van Euphonia. Nu, 't is dan ook
een genot de heerlijke muziek van Eu
phonia te hooren.
Na afloop van dit concert bleef het
nog lang gezellig op straat en in de
café's.
De heeren van 't Comité hebben eer
van hun werk.
Met de zeer bescheiden middelen heb
ben zij gewoekerd en veel tot stand
gebracht.
Een woord van warme hulde en dank
mag hun dan ook niet worden onthou
den.
te VRIJHOEVEN-CAPPEL.
Donderdag had te Vrijhoeven-Cappel
een Oranjefeest plaats ter gelegenheid
van de 100-jarige herdenking van Neer-
lands Onafhankelijkheid.
Vreesden velen eerst dat onze gemeen
te ditmaal achterwege zou blijven, thans
bleek dat er nog genoeg kloeke mannen
zijn die zorg dragen dat onze gemeente
niet achterwege blijft in de rij der feest
vierende gemeenten-
Even voor het raadhuis was een mooie
eerepoort verrezen. Zoo ook bij het café
van den heer Stam. Verder waren nog
aan verscheidene huizen versieringen
aangebracht terwijl van schier alle ge
bouwen het nationale dundoek wapper
de, zoodat onze gemeente een echt
feestelijk aanzien had.
Vooral de woning van onze Edelacht
bare heer Burgemeester was bij avond
prachtig. Geen enkele lijn van het mooie
landhuis of er waren electrische lichtjes
aangebracht. Zoo ook de voor het huis
gelegen tuin. Langs de parkjes, de paden,
tusschen het struikgewas, overal flikkerde
de lichtjes.
't Was een grootsch gezicht zooals
hier nog nooit is te zien geweest-
Om 9 uur des morgens kwamen de
schoolkinderen bijeen en trokken daarna
in optocht naar het feestterrein.
Onder leiding van het hoofd der school
en de onderwijzeres vermaakten de kinde
ren zich met de verschillende spelen
Het Te eken des Kruises.
Zooals in onze advertentie-rubriek is
aangekondigd, zai in «Casino* te 'sBosch,
vanaf 18 tot en met 23 October, a.s.
woiden opgevoerd, door het «Hollandsch
Tooneelgezelschap" directeur M Spree,
het schoone, verheffende drama van
Barrett «Het Teeken des Kruises*.
Te Amsterdam, Den Haag, Rotterdam
en meer andere steden is dit meester
werk steeds voor overvolle zalen opge
voerd en met groote geestdrift ontvangen.
De bladen van alle richtingen, niet
't minst van katholieke zijde, hebben
dit stuk als om strijd in elk opzicht ge
prezen.
En terecht, eenieder die dit drama,
ontleend aan den tijd der christenver-
vervoiglng, gezien heeft werd getroffen,
èn door het motief van 't stuk, het
spel, de costuums, de decors, 't geheel
maakt een kolossalen indruk op elk be
zoeker.
De inbond van het stuk is in het kort het
volgende Op de marmeren treden van een
patriciërshuis overleggen twee landloopers hoe
zij een nchristen hond" kunnen opsporen, om
een goede premie van het stadsbestuur te be
machtigen. Jnist passeeren twee grijsaards,
on de beide spionnen bemerkende door het
krnisteeken dat zij, elkaar groetende, maken,
dat 't christenen zijn, .springen op hen toe.
Een der grijsaards, Favins, wordt tegen den
grond geslagen, doch een jong meiBje Mercia
schiet toe en stelt zich tusschen den onge
lukkige en de soldaten. De prefect van Rome
Marcos maakt een einde aan den twist, zendt
de soldaten heen en geeft vrijen aftocht aan
den grijsaard en de christinne, wier schoonheid
hem echter bekoord heeft.
De Echo vin het Zuiden
dd 9 October 1913
li v d V te Waalwijk overtr alg veilig wet,
vrij L v L te 'e Bosch overtr alsvoor f8 of2
d M V te Capelle, H v d L te Wassenaar, A
W S te Drnnen, Th J v I te Baardwijk, P G te
Kaatsheuvel, C K te Vlijmen, L K te Beeoijen
allen dronkenschap ieder f2 of 2d AM te
Vlijmen overtr arbeidswet f 5 of 3 d Dezelf
de overtr alsvoor 2 m 5 ol 2 m 3 d - VJA
V te Dongen visscherij overtr flofld AA
S en J v E beiden te Kaatsheavel, H K te Vrij
hoevenCappel allen overtr trekhondenwet ieder
fl of 1 d J V id, H S te Capelle beiden
overtr alsvoor ieder f0.50 of 1 d J C P te
id overtr alsvoor fl of 1 d S AR te Sprang
A A F te Besoijen beiden overtr motor en rijw
regit en opgave valsc'nen naam ieder resp f 2 of
2d en f 10 of 10 d C V te Capelle, H S te
Waspik, D V te Sprang, F P V, A v D, Gvd
L en J O allen te Kaatsheuvel allen overtr mo
tor en rijwiel regl ieder f2 of 2 d J G en G
v d W beiden te Waspik straat.chenderij ieder
f10 of 3 d L v D te Kaatsheuvel overtr pol
regl f 0.50 of 1 d - J N Z te Raamsdonk pol
verord overtr flofld BdGte Waalwijk
jachtdelict f 5 of 4 d.
Als schipper vermomd ontdekte hij haar
ten hoize van Favins en ze zegt haar bescher
ming toe.
Een jonge christen Stephanns, die een
nachtelijke samenkomst moest gaan rondzeg
gen, wordt door Marcus vijanden gevangen
genomen en hem in de gevangenis door mar
telingen zijn geheim ontlokt, zoodat de nach
telijke samenkomst overrompeld kan wordeD.
De christenen worden gevangen genomen, doch
Marcos wset Mercia te redden. Twee hovelingen
van Nero zetten een samenzering op touw
tegen Marcos die de liefde van Bérénice, de
schoonste en rijkste vrouw van Rome heeft
afgewezen, en Nero beveelt Marcus, ondunkB
zijn smeeken, Mercia voor de leeuwen te
werpen, tenzij zij haar geloof openlijk afzweert.
Marcus houdt een krachtige pleitrede voor
het behoud van Mercia, die hij echter op het
beslissende oogenblik nog tot andere gevoelens
tracht te brengen, om haar leven te redden.
Mercia verklaart hem te beminnen met een