Summer 90
Zondag 9 November 1913
36e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
i
i.
Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen,
Van Houten's
Cacao
31 Eerste Blad.
f,
emeeiiteraadsvefgadefing,
RECHTMATIGE ERFGENAAM.
0
0
it nummer bestaat
uit DRIE bladen.
FEUILLETON.
LANDBOUW.
Haar liefste drank is
en
K.
Telefoonnummer 38. Telogram-AdresECHO.
en.
ge-
RAAMSDONK.
De Echo van hef Zuiden.
IVaalwUksehe en Langstraalselie Courant,
37 a
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.^6.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden ena.,
Uitgever.
franco te zenden aan den
UITGAVE:
Advertbntiën 1—7 regels f 0.60daarboven 8 cent per regel groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeJige contiac
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Rona
844
Timmermans. Voor de post toelage
carts is een memorie post uitgetrokken,
hoop echter dat B W. in deze
Igent zullen blijven en ik hoop ook
t de raad zal medewerken om het
el hier een veearts te krijgen
helpen verwezenlijken. Waar een wil
is een weg.
Op de begrooting is een post ge-
cht bijdrage pensioensfonds f 1053.48.
ze post is een gevolg van de met 1
tober in werking getreden pensioens
kt.
|Nog is op de begrooting gebracht
post buitengewone werken f 5300,
irvoor o.m. twee brandspuiten zullen
rden aangekocht. De commissie stelt
hter voor voorloopig slechts een
andspuit aan te koopen voor het Dorp
Pan „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
zij
- Ik vrees van neeD, zeide Hubert of
ous als huishoudster wil komen.
- Maar gij hebt er toch een, mr. Belton?
- Ja, maar zij is gisteren van de trap ge
len un heeft zich ernstig aan een der knie-
bezeerd de dokter zegt dat het nog ta-
Üjk lang zal duren, voor zij weer zal knn-
i loopen en wij moeten iotusschen een
«tsvervangster hebben. Zooals van zelf
en wij haar niet 't huis uit gaan, maar de
ede vrouw is geheel buiten zicbzelvé van
?8t dat wij door haar toedoen last zullen
3ben.
bield eensklaps op, daar by een plot-
inge verandering op bet gelaat van lady
flyon waarnam en toen hij omzag bemerkte
dat een rijzig officier met een gebronsd,
or de zon gebrand gelaat binnentrad en
0 de gravin de Roubaix voorgesteld werd.
- Ila, daar is Stuart, zeide bij op onverscbil-
tn toon en zonder haar aan te zien, ik
«t weg om hem te verwelkomen gij znlt
1 toch verontschuldigen
ilice sprak geen woord, alleen knikte zij
stemmend met het hoofd en daarop dwaal-
haar blik schuw door de kamer rond, als
s6Bde zij dat aller oogen op haar gevestigd
'en.
Uit was evenwel niet het geval en terwijl
pitein Stuart met de gravin de Roubaix
:»k, had zij gelegenheid hem aan te zien
al haar zelfbeheersching terug te krygen.
't zag hij er ernstig nit en hoe vreeselyk was
verouderd Over zijn waDg liep een breed
keken, maar het maakte hem, althans in
|r oog, niet leelijk, bij scheen haar nog
l]d de schoonste en de fierste van alle man-
i toe.
en deze post met f900 te verminderen.
Met algemeene stemmen wordt daartoe
besloten.
De commissie stelt verder voor de
inkoopsom voor het pensioenfonds ge
heel ten laste te brengen van de ge
meente. Het heeft bij den wetgever in
de bedoeling gelegen zoo min mogelijk
op de ambtenaren te verhalen, al heeft
men een maximum gesteld. De com
missie stelt voor van de tegenwoordige
ambtenaren te verhalen l°/o voor eigen
en 1% voor weduwen en weezenpen-
sioen en op de toekomstige ambtenaren
2°/o voor eigen en 2°/0 voor weduwen
en weezenpensioen te verhalen.
Het kwam ons voor dat wij andere
gemeenten een voorbeeld moeten geven.
Met algemeene stemmen wordt daartoe
besloten.
De Voorzitter dankt den raad namens
alle ambtenaren voor dit genomen besluit.
De heer Lankhuijzen komt terug op
punt 5 ontwerp-verordening op de hef
fing en invordering eener bijzondere be
lasting wegens onderhoud van straten
wegen en de kosten der straatverlichting.
Deze belasting is, zegt hij, onbillijk
en drukt op vele minder gegoede bur
gers zwaar. Hij stelt daarom voor het
bedrag van deze belasting door den
Hubert Olifie, die zich moeite gaf om alles
te doen wat voor beiden den toestand minder
pijnlyk kon maken, die zich overtnigd hield
dat een beslist ontwyben juist de algemeene
aandacht trekken zon, bracht den kapitein
naar de plaats waar lady Carlyon zat.
Hier is een vriend, dien gij in langen
tijd niet gezien hebt, mylady, zegde hy.
Daarop liet hij de beide menschen, die
tamelijk ver van de overige gasten verwijderd
wareD, met elkaar alleen en knoopte elders
een gesprek aao.
Kapitein Stuart boog zwijgend voor de da
me en scheen zich weer te willen verwijderen,
maar Alice stak hem haar bevende hand toe,
die hij, zonder bepaald onbeleefd te zijn, niet
kon afwijzen.
Met niet al te vast klinkende stem vroeg
ZÜ
Zijt gij reeds lang in Engeland, kapitein?
Eerst sedert eenige weken, antwoordde
hij.
En is het uw voornemen voorgoed te
blijven
Volstrekt niet, ik keer naar mijn regi
ment terug, zoodra mijn verlof geëindigd is.
Zijn toon was ijskoud en drukte volkomen
onverschilligheid uitzijn honding kon bij alle
beleefdheid niet koeler én teraggetrokkener
zijn, maar niettemin zag hij haar onder het
spreken onafgewend aan en dacht daarbij welk
een bekoorlyk en onschuldig gelaat zij bad
en hoe goed zij de valscbbeid verborg-, die
hem znlk een bittere ervariog had laten op
doen. Zijn blik viel vervolgens op hare fijn-
gevormde vingers, die slechts met een ring,
den gladden tronwring versierd waren en zy
legde snel als om dit kleinood voor hem te
verbergen, baar rechterband er op.
Hij maakte volstrekt geen opmerking, en
op hetzelfde oogenblik kwam Hubert Clitfe
naderbij, bood haar den arm en zeide
Sta mij toe u aan tafel te geleiden, lady
Carlyon. Stuart, wilt ge zoo goed zijn miss
Molinenx den arm te bieden
De dioers op Cliffe Court waren beroemd.
Lord Clifl'e had een voortreffelijke kok, den
fijnsten wijn in zijn kelder en een uitmunten
den smaak en het diner van heden was volko
men in Btaat, dien roem te handhaven. De
Hoofd. Omslag te verkrijgen. Er zijn
menschen die f 7,gulden per week
verdienen die evenveel moeten betalen
als menschen die 700 verdieneo, dat
is zeer onbillijk en dan komt daar nog
bij dat die menschen die f 7,verdie
nen, nog niet eens aan de openbare
straat wonen.
Voorzitter. De straten moeten worden
onderhouden en er zijn van die menschen
die geen Hoofd omslag betalen en toch
moeten ze ook uit het slijk worden ge
holpen neemt de raad dit voorstel niet
aan, waar moeten wij het geld dan van
daan halen.
Wanneer de Hoofd omslag zoo hoog
is, dan schrikt dat \ele menschen af,
want het eerst waar men naar informeert
als men ergens wil gaan wonen is, hoe
hoog de Hoofd omslag is.
Laknhuysen. Er zijn nu menschen die
wel Hoofd, omslag betalen en niet aan
deze belasting.
Voorzitter. De verhuurders zullen deze
belasting wel uit hun huur halen.
Timmermans. Deze belasting is zeer
onbillijk, daar heb ik de treurige onder
vinding van opgedaan. Ik ken twee
menschen, andere personen, zal ik er
maar niet bij bij halen die even goed
van de wegen profiteeren als andere
en geen cent belasting daaraan betalen,
hoewel zij niet ongenegen zullen zijn
om te betalen voor zaken waar zij het
genot ook van hebbfcii. l)ie twee men
schen mijnheer de Voorzitter, zijn U en
ik. Ik noem het onbillijk dat menschen
die dikwijls deze belastingpenningen
bijeen moeten schrapen, hoe weten ze
soms niet, moeten betalen en menschen
die het kunnen en ook wel willen, daar
aan niet. betalen.
Geld moet er zijn vcor het rad draai
end te houden doch, dan moet dat uit
de Hoofd, omslag worden gehaald.
Wil men in een gemeente gaan wonen,
dan vraagt men niet alleen naar de
Hoofd, omslag, doch dan vraagt men
er tevens bij of er nog andere plaatse
lijke belastingen zijn.
Zijlmans. Als er menschen zijn die de
belastlngpenningen bijeen moeten schra
pen, dan zal de schuld wel in eigen boe
zem schuilen. Ik ben goed op de hoog
te met den werkmansstand en ik weet
dat hier goede loonen worden gegeven.
graviD da Roubaix nam als gastvrouw de
honneurs waar met een bevalligheid en een
tact, dat alle gasten, maar in bet byzonder
de heeren, er over verrokt wereD.
Na het diner vertoefde het gezelschap een
oogenblik in bet salon en iets later lokte de
heerlijke zomeravond een groot gedeelte der
genoodigden naar bniten in het park, waar
zij in troepjes of peren rondwandelden.
Lady Carlyon, die zich, zoowel aan tafel
als later in bet salon, zoo levendig en opge
wekt mogelijk had voorgedaan, verheugde
zich, dat zy thans voor een oogenblik van
dien lastigen dwang bevrijd was en zij vlucht
te Daar een tamelijk afgelegen gedeelte van
den tain, waar zij hoopte alleen te knnnen
blijven.
Daar zette zij zich neer op een bank, die
door dicht kreupelhout was omgeven.
Nog niet lang had zij daar gezeten, toen
de lucht van eeD sigaar baar verried, dat er
iemand naderde en een oogenblik later ging
kapitein Stuart voorbij.
Hij bleef echter eensklaps staan, toen hij
een gestuite tnsschen het gebladerte bemerk
te, die bij niet terstond bemerkte.
EerBt toen zy tot hem opzag, zeide by
Lady Carlyon.
Ja, ik ben het
Hy wilde verder gaan, maar zij bield hem
terug.
Gij zijt dus vaat besloten, uw oude
vrienden te verloochenen, kapitein Stuart?
Hij wierp zijn sigaar weg alvorens te ant
woorden.
Toen zeide kiJ:
Gy zijt de eerBte die my eens de bewij
zen der onbestendigheid gaf.
Waarlijk? Wellicht ben ik ook de eenige.
die reden tot klagen had en toch waren wij
eenmaal vrienden.
Vrienden? herhaalde hij en zijn stem
klonk scherp.
En, ging zij haastig voort, ik heb niet
zooveel vrienden dat ik er een mag verwaar-
loozen. Het is my zeer droevig te ondervinden
dat gii zoo ongunstig over mij denkt.
Inderdaad? zeide hy zacht en in zyn
oogen blonk een bittere spot. Ik ben niet
Wil B en W die menschen echter uitscha
kelen, dan ben ik daar wel voor te vin
den, doch om de belasting geheel af te
schaffen nooit.
Er zijn een hoop menschen die hun
geld wel naar de koffiehuizen brengen,
doch waar men om geen enkele belas
tingpenning mag komen.
Timmermans. Die menschen die altijd
in de koffiehuizen zitten, zijn verkwis
ters en die treffen wij toch niet, want
die wonen allemaal in huurkamertjes en
hebben niets gespaard voor eigen 't huisje.
Na nog eenige discussie wordt het
voorstel van B W. in omvraag ge
bracht en aangenomen met 5 tegen 4
stemmen.
Voor stemden de heeren De Bruin,
M. Zijlmans, De Wit, Schoenmakers, en
F. Simonis, tegen de heeren, D. Tim
mermans, Lankhuijsen Simonis de Kok
en Zijlmans.
Hierna wordt de begrooting vastge
steld op een bedrag aan inkomsten en
uitgaven van f 40455.05.
Simonis de Kok. Hoe hoog is uurloon 'tSchoenmakers.
Worden benoemd voor het Veer de
heeren Sneijers Kolster en J. van Dalen.
Voor het Dorp de heeren Zwets en
van Loon.
16. Benoeming van een lid in de
schoolcommissie wegens periodieke af
treding van den heer A. W. J. van Ier-
sel.
Voorziter. Op de voordracht zijn ge
plaatst de heeren A. W. J. van Iersel
en J. M. de Bont.
De heer van Iersel wordt met alge
meene stemmen herbenoemd.
17. Alsvoor vaneen lid in het Bur
gerlijk Armbestuur wegens periodieke
aftreding van den heer J. B. Zijlmans.
Voorzitter. Op de voordracht staan
de heeren T. B. Zijlmans en J. C. van
Strien.
De heer B. Zijlmans wordt met al
gemeene stemmen herbenoemd.
18. Benoeming leden van de Markt-
commissie.
Worden benoemd de heeren Timmer
mans, M. Zijlmans, Simonis de Kok en
van de ambachtslieden.
Voorzitter. 18 en 17 cent.
Simonis de Kok. Dat is veel te wei
nig voor een patrooD. Als u eens na
gaat dat een sjouwerman dikwijls al 25
cent per uur moet hebben.
Ik geef u in overwegiag deze loonen
te herzien en in een volgende vergade
ring met een voorstel tc komen.
M, Zijlmans. Ze schrijven toch genoeg
uren, zoodat ze er wel komen.
Simonis de Kok. Daar is de opzichter
voor. U zal mij toch wel toegeven dat
deze loonen te laag zijn.
13. Vaststelling begrooting van het
Burgerlijk Armbestuur dienst 1915.
Wordt vastgesteld op een bedrag aan
inkomsten en uitgaven van f 1085,69.
14. Ontwerp besluit tot vaststelling
rooilijn aan de oostzijde van den stads
weg en den afvoer van menagewater.
Voorzitter. Het voorstel van B. en
W. is de rooilijn 12.12 Meter van de
as van den weg vast te stellen en dat
het hulswater niet in de aan den weg
gelegen sloot mag worden afgevoerd.
Aldus wordt besloten.
15. Aanwijzing van het onderwijzend
personeel voor het herhalingsonderwijs
voor den wintercursus 1913/1915.
gaarne barsch tegenover eene vrouw, maar
gy moet mij vergeveD, wanneer ik my ver
oorloof, aao uw woorden te twyfelen.
Er volgde een kort Btilzwijgen en zij zag als
hulpeloos voor zich nit, niet bij machte iets
te antwoorden op zyn verwyten.
Vriendschap tusschen u en my is eene
onmogelijkheid, lady Carlyon, ging kapitein
Stnart na een pauze voort, terwijl hij met
medoogenloozen blik op haar oederzag, vriend»
schap vereischt achting en het is slecht aaD
te nemen, dat ik zulk een gevoel zou kunnen
koesteren voor iemand, die mij zoo bedrogen
heeit als gy.
Zij had thaDB geen reden meer zich over
zyn koelheid en terughouding te beklagen,
want al zyn kalmte was verdwenen, de sterke
man kon zich niet beheerschen en liet aan
zijn jarenlang onderdrukte gevoelens den vry-
en loop.
Is 't alleen nit ydelheid of uit zucht
over nw slachtoffer te triomfeeren, dat gij zoo
tot my spreekt en met mij het onderwerp van
vriendschap aanroert?; ging hy op harts-
tochtelijken toon voort. Zijl gij er Diet mee
tevreden, mijn leven zoo verwoest en geheel
mijn geloof in de vrouwen vernietigd te heb
ben Wat kant ge nu nog meer verlangen
Heb ik inderdaad uw leven verwoest
vroeg zij zacht en op droevigen toon, hoewel
een rilling van vreugde haar door de leden
voer by de ontdekking, dat zijn liefde zoo
machtig was geweest. Dat doet mij leed, innig
leed.
Hy zag haar zwijgend aan, haar gestalte
teekende zich in het volle zachte maanlicht
duidelijk af tegen den donkeren achtergrond,
en haar zachte, blauwe oogen zageu hem zoo
openhartig, zoo tronw en onschuldig aau als
een kind.
Geen sphinx was ooit moeielyker te begry-
pen dan een vrouw, mompelde hij. Ik sta
hier voor een geheim, dat ik maar niet kan
doorgronden.
Hy naderde haar en legde de hand op haar
schouder.
Alice, hernam hij, beantwoordt my slechts
ééne vraag, die ik, de hemel is mijn getnige
het recht heb te doen waarom liet ge myn
brieven onbeantwoord?
19. Ontwerp besluit tot wijziging van
de gemeentebegrooting dienst 1913.
Conform het voorstel van B. en W.
wordt besloten.
Timmermans. Mijnheer de Voorzitter
hoe is het met dat nieuwe wetje voor
de toeslag van de kinderen van onderwij
zers.
In onze gemeente is de onderwijzer
Kommers overleden- Is het u bekend
dat nu de wed. Kommers voor die toe
lage nog in aanmerking komt.
Voorzitter. Volgens het gevoelen van
den Minister niet. Mej. Kommers heeft
een afschrift van dat besluit ontvangen.
Hierna sluit de Voorzitter de open
bare vergadering en gaat de raad over
n geheim comité.
Naar aanleiding van een tentoonstelling.
Onlangs was schrijver dezer op de
tuinbouwtentoonstelling te Breda.
Breda, in Noord-Brabant. Geen won
der, dat het voornamelijk deze provincie
was, die exposeerde. Onder de vele
prachtige en interessante dingen, die
met den tuinbouw weer direct of indi-
Zy sprak geen woord, maar bij kou voelen,
boe baar gestalta onder zijn aanraking beef
de.
Na een kort stilzwijgen giug hij voort
Was het omdat gy bespenrdet, dat gy
sir Ascot Curlyon meer liefhad dan mij en gij
den moed niet bezat het mij onomwonden mee
te deeleD? Het zou toch beter, veel beter zijn
geweest, wanneer gij het gedaan had, in plaats
van my bloot te stellen aan een vreeselijken
angst en het pynlyk ongeduld (lat ik beh
doorstaan, totdat ik uw huwelijk in de cou
ranten vond aangekondigd. O God, zelfs nu
nog is mij die gedachte ondragelyk.
Zijn laatste woorden gingen over in een ge
fluister en zijn hand had haar schouder los
gelaten.
Zij keerde zich om en greep hem op haar
beurt by den arm,
Denkt niet te streng over my, Basil,
zeide zy op smeekenden toon, beoordeel mij
zoo zacht mogelijk. Ik kan en mag u niet alles
ophelderen, maar waarlijk, ik ben niet zoo
laakbaar als gy denkt.
Niet laakbaor, herbaalde hij, terwijl hij
zijn arm terugtrok, niet laakbaar, toen gij mij
bedroogt terwyl gy, toen wij elkaar de laatste
maal voor mijn vertrek zagen, onder den
sterrenhemel my zeidet, dat gij my boven
alles ter wereld lief hadt en dat ge my trouw
zoudt blijven tot in den dood? Dat was de
schandelykBte leugen, die ooit over de lippen
van een vrouw gekomen is.
Ik loog nietriep zij uit, want deze
woorden sneden haar door het bart, het was
de waarheid, het was zoo waar als de hemel
zelf.
De toon waarop zij sprak was zoo oprecht,
dat hij er door getroffen werd. Haar gelaat
was doodsbleek en haar oogeD zagen vol wee
moed tot hem op.
Neen zy loog niet, hij gevoelde het, diep iD
in zyn binnenste, dat zij de waarheid sprak.
Een oogenblik wachtte by, terwijl zij roer
loos bleef zitten en haar blik onafgewend op
zijn gelaat gevestigd hield.
(Wordt vervolgd.)